Bloemlezing uit het werk van Cornelius van Engelen
(1972)–Cornelius van Engelen– Auteursrechtelijk beschermdUit: De Philosooph, nr. 139, 29 augustus 1768
| |
[pagina 60]
| |
Hoogheid of van 't Hof is, schoon 't inderdaad niet met al betekent, is 't of de Neering al langs hoe meer verloopt. Ik heb het al lang verkropt, zo lang myn oude man nog leefde, want die gingen eigenlyk de dingen aan, maar die is voorleden week gestorven, en nu is 't myn zaak, en nu zoude ik myn beroep wel weer in fleur willen hebben, want ik kan je betuigen, Myn Heer, dat de Wafelen van myn Party niet half zo bros en zo smaakelyk en zo oogelyk zyn als de myne. Ik heb het expres laaten afneuzen, hoe ze beslaagen worden, maar het beslag heeft zyn eischGa naar voetnoot(99) niet, ik verzeker 't je. Nu wou ik wel eens weeten, Myn Heer, wat 'er die tytel toe dient, en en dat jy de menschen beduidde, dat zy der niemendal toe doet; Moet de beste Waar niet zyn zelven pryzen? en moet elk, die 'er zyn goeje geld voor geeft geen goeje Wafels hebben, al wilden al de Koningen en Prinsen in de wereld slegten eeten? Dat men aan een Hof de beste keus doet van een Friseur, of PerruquierGa naar voetnoot(100), of Kleermaaker, of diergelyk een instrument, dat wil ik wel gelooven, maar wat hebben de Wafelen daar mede te doen? Dat is een versnapering voor den deftigen Burger, en die worden aan 't Hof zo veel niet gebruikt, dat men 'er daar zo kundig van kan zyn; en daarom wil ik niet hebben, dat die Lui slegte Hot-Watelen gaan koopen, daar ze voor 't zelfde geld goede kunnen krygen. Laat ze by my koomen ik zal ze, zonder tytel, andere waar leveren, maar 't is of de Lui mal zyn, dat ze juist alle dingen duurder betaalen willen, als zy maar de eer mogen hebben van betrokken te worden door iemand, wien zy blootelyk onderstellen, dat die zelfde konst nu of dan ook wel eens jegens eenen of anderen der Bedienden van zyne Hoogheid te werke stelt. Nu heeft men my al te raad gegeeven, Myn Heer, dat ik, om dit kwaad te verhelpen, my voor een Française moet uitgeeven, want ze zeggen, dat de Hollanders altoos liever van Vreemdelingen koopen, en dat ik enkel met een franschen Naam een menigte klanten trekken zal; Ik zeide, dat ik al te bekend was, maar men gaf my ten antwoord, dat dit geene tegenwerping is, die in den Haag te pas koomt, dewyl 'er dagelyks bekende Hollanders, uit dergelyke oogmerken, Franschen of Engelschen worden: Ik maakte zwaarigheid om aan een gevoegelyke Fransche naam te koomen, maar men boodt 'er my aanstonds vyf en-twintig aan: inderdaad de liefste naampjes van de wereld, dat moet ik bekennen, en die onfeilbaar klanten schynen te moeten trekken, en dat zou my haast overgehaald hebben; Maar ik heb een gewigtiger bedenking, Wafels zyn een egt oud | |
[pagina 61]
| |
Hollandsch gebak, dat hier t'huis hoort, en daar z'in geen andere landen half zo goed mede te regt kunnen koomen, hoe kan daar nu een fransche naam een recommandatie aan geeven? Raad my eens Myn Heer, wat moet ik doen, want ik zou myn FabriekGa naar voetnoot(101) gaarne weder in stand brengen. Ik ben
Myn Heer, UE. D.W. Dienaresse
Anna Regtuit.
Uit den Haage den 1 May 1768.
Myne Correspondente verandere haar naam; Fransche Wafels, of Hof-Wafels zullen meer getrokken worden, omdat het Fransche Wafels of Hof-Wafels zyn. Daar is geen andere rede van te geeven. P. |