Bloemlezing uit het werk van Cornelius van Engelen
(1972)–Cornelius van Engelen– Auteursrechtelijk beschermdCornelius van Engelen, Bloemlezing uit het werk van Cornelius van Engelen (ed. N.C.H. Wijngaards). W.J. Thieme & Cie, Zutphen z.j. [1972]
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Bloemlezing uit het werk van Cornelius van Engelen in een editie van N.C.H. Wijngaards uit 1972. De oorspronkelijke werken verschenen in de periode 1761-1787.
redactionele ingrepen
p. 32: voetnoot 44 heeft in de lopende tekst geen nootverwijzingsnummer. In deze digitale editie is de noot alsnog geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. I, 2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina III]
BLOEMLEZING
uit het werk van
CORNELIUS VAN ENGELEN
(1726-1793)
Keuze, inleiding en aantekeningen door
DR. N.C.H. WIJNGAARDS
[vignet]
N.V. W.J. THIEME & CIE - ZUTPHEN
[pagina IV]
KLASSIEK LETTERKUNDIG PANTHEON
onder redactie van Dr. W.A. Ornée en Dr. N.C.H. Wijngaards
Illustratie op de omslag uit: De Edelmoedigen, door Cornelius van Engelen
© Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
ISBN 90 03 21590 1
[pagina 1]
INHOUD
Inleiding I | 3 | |
Inleiding II | 9 | |
Inleiding III | 20 | |
Uit De Philanthrope: | ||
Dat de Smaak voor de fraaije Konsten en Wetenschappen onze gestellen verbetert. (18 november 1761) | 23 | |
Over den Adel. Reize van eenige Edelluiden naar de Elizeesche Velden; een Droom (7 april 1762) | 28 | |
Uit De Philosooph: | ||
Over het voordeel dat de Vrouwen uit de verbetering van haar verstand zouden haalen (20 november 1766) | 34 | |
Verhandeling over de beste wyze van Drenkelingen te behouden. (24 augustus 1767) | 40 | |
Historie van Jochem den Grooten (9 november 1767) | 48 | |
(Enkele suggesties voor toneelstukken) (18 januari 1768) | 55 | |
Eene Allegorie (2 mei 1768) | 58 | |
Een brief van een wafelbakster (29 augustus 1768) | 59 | |
Beschryving van een Gezelschap van Fynen, en een Gesprek met dezelven. (2 februari 1769) | 61 | |
(Het journaal van een lichtmis en dat van een eenvoudig schoenmaker) (15 mei 1769) | 68 | |
Digtstukken: | ||
De Negerslaaf | 73 | |
Aan de Eenzaamheid | 75 | |
De Bulhond | 77 | |
De Spotter betaald | 78 | |
Aan den Philosooph | 79 | |
De Twee Christelyke Vertroosters | 82 | |
De Amptenaar zonder Verdiensten | 83 | |
Uit de Wysgeerige Verhandeling over den Schouwburg | 87 | |
Uit De Verbeterde Zoon | 103 | |
Uit het: Antwoord op de Prijsvraag der Maatschappij van 1775 | 112 | |
Uit De Nieuwe Wyze van Landbouwen: | ||
Over ontginning | 123 | |
Over konstweiden | 124 | |
Uit Iets Gewigtigs voor Leyden | 126 |