Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 30

(1911)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Inhoudsopgave Een nieuw Mandeville-handschrift. De Mandeville-druk van ± 1730. De Cnape van Dordrecht. Sporen van Oudgermaansche en andere overleveringen in middeleeuwsch-Nederlandsche geschriften. Niet-gerekte a, e voor r + konsonant. Een oud dialektwoord (wieme, wîme). Klucht van de Koe, vs. 952 vlg. Het medeklinkerstelsel van het Noord-Bevelandsch. Een bijdrage tot de leer der klankwetten. Hollando-Russica. Een Oudwestnederfrankies -dialekt. Het auteurschap van Den Vermakelijken Avanturier. (Naschrift). Reinaerdiana. Rubben, Rubens. Het lied van de hel. Over eene verzameling van Middelnederlandsche initia. Lakmoes. Maerlant's epitaphium. De regels der afstandsmetathesis. Mnl. paerde. Hackemans ghesinneken. Abnormale spelling van goed in het Mnl., Mnd. en Ofri. Ene viole in den roman van Lancelot. Nog eens de eenhoorn. (Tijdschr. 29, 95 vlgg.) De dateering van Vondel's Roskam.