(Köln. Süderl.) -, voegt aan de vertaling nog deze opmerking toe: ‘Des Wortes eigentliche Bedeutung ist Stangengerüst, Lattengestell überhaupt, da es anderwärts (z.b. Münst. Gesch.-Qu. III, 163 honerwieme; hounerwîmen [Fürstenb.], auch nds.) das Gestell bezeichnet, worauf Hühner übernachten’.
Hier scheid ik uit met citeren. Met opzet was ik wat uitvoerig in het afschrijven der vertalingen van ons woord, om daardoor te doen uitkomen, wat de oorspronkelike betekenis er van is: niet ‘hoek van een schoorsteen’ of iets dergelijks, maar ‘latwerk, vlechtsel van latten of stangen’. Ik gebruik het woord ‘vlechtsel’ met het oog op de etymologie die ik wilde voorslaan: mnd. wîme enz. is een afleiding van de idg. basis wî- ‘winden, vlechten’, waarover het nodige te vinden is in de Gotiese etymologica van Uhlenbeck en Feist, sub voce baúrgswaddjus, in het Latijnse van Walde s.v. vieo, bij Falk-Torp, Wortschatz der germ. Spracheinheit [Vgl. Wtb. der idg. Sprachen von A. Fick, III], blz. 406 v. en elders. Formanties laten zich in de eerste plaats lat. vîmen o. ‘rijs, twijg, wilgetwijg, gevlochten voorwerp’, oi véman- o. ‘weefstoel’, n.-iers fiamh ‘ketting’ vergelijken. Deze woorden met het idg. formans -men-, -mon- maken ook voor wîme dit formans waarschijnlik en zij stellen ons in staat de hierboven onbeantwoord gelaten kwestie op te lossen en het mannelike geslacht voor ouder te verklaren; eventueel kan 't m. germ. *wîman- op een idg. neutrum teruggaan. Wat het vokalisme van de wortelsyllabe aangaat, ook dit kan met dat van de ierse, lat. en oi. vormen overeenstemmen: uit een idg. stam *wei-men- laten zich de vormen in alle vier de taalstammen verklaren, en dan is de bewering niet al te stout, dat het ndd.-oostndl. woord op de idg. periode teruggaat.
De hier door mij voorgeslagen etymologie ligt dunkt mij zo voor de hand, dat zij best ook al eens vroeger kan zijn gepubliceerd. Mij is daar evenwel niets van bekend en het feit, dat ijverige onderzoekers en materiaal-verzamelaars als Falk-Torp en Walde de kombinatie van mnd. wîme met lat. vîmen niet vermelden, doet mij besluiten, dat zij in geen geschrift