Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 30
(1911)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 239]
| ||||
Rubben, Rubens.In zijn studie over ‘Robijn en Consorten’ (Tijdschr. 29, 103 vlg.) wijst prof. Muller er op, dat de namen Rubben, Rubens nog niet uit het Germaans verklaard zijn, maar citeert hij een reeds op J. Grimm teruggaande onderstelling van Heinzel, dat Robin en Rüpel verkleinvormen bij Ruprecht zouden zijn. In het volgende zal ik trachten het bewijs te leveren, dat Heinzel's vermoeden juist is en dat ook Ru(b)ben - waarbij het patronymicum Rubens - een vleinaam bij Ruprecht is. Een der wijzen, waarop vleinamen gevormd worden, is deze. Het eerste lid van de volledige naam wordt verkort, doordat de slotmedeklinker (met daarop volgende klinker) wegvalt, terwijl van het twede lid alleen de aanvangsmedeklinker overblijft, b.v.: Gepa = Ger-pirga, Thiemo = Thiet-marusGa naar voetnoot1). De oudere vormen van Ruprecht zijn Hrōde-, Chrōdo-, Rōdo-, Ruod-ber(h)t ‘de door roem schitterende’. Werd er nu volgens de bovenstaande regel een hypocorisma van deze naam gevormd, dan kon daarbij de klinker lang blijven (uo of een variant hiervan) of verkort worden tot ŭ, ŏ, welke verkorting meermalen gepaard ging met verdubbeling van de medeklinker, vgl. Luppo naast Liuppo, Liud-bold, Dirk naast Diederich e.a.Ga naar voetnoot2). Wij mogen dus verwachten als hoofdtypen:
Nu kunnen van dergelike vleinamen weer nieuwe gevormd worden door achtervoeging van verkleiningsuitgangen met de | ||||
[pagina 240]
| ||||
medeklinkers l, k, t (z), b.v. Humbelo van Hompo van HumperhtGa naar voetnoot1); Gumpulo van Gumpo = Cum-poltGa naar voetnoot2); vgl. ook: Ubuko bij UbboGa naar voetnoot3), Wubbeke bij WubboGa naar voetnoot4). Op dezelfde wijze vinden we van onze naam: RobizoGa naar voetnoot5) (a. 1008), RobikoGa naar voetnoot6) (a. 1259), opperd. *Rupil(o), bewaard in de plaatsnaam Rupiles-dorfGa naar voetnoot7) (a. 836) en in (beiersch) Rüpel (waarover Kluge Et. Wb. i.v.); ten slotte met een twede verkleiningsuitgang en met lange vokaal opperd. RuopilinGa naar voetnoot8) (a. 963). Door de uitgang -in onmiddellik aan Rubo te hechten, zou men krijgen *Rubin(o), een vorm, die, voor zover mij bekend is, alleen met latinisering voorkomt: RubinusGa naar voetnoot9) (vgl. voor die latinisering vormen als RulinusGa naar voetnoot10), RozinusGa naar voetnoot11) e.a.). Dit *Rubin(o); Rubinus is het prototype van Ruben, waarnaast *Rubbinus een Rubben kon opleveren. Het is dus m.i. aan geen twijfel onderhevig, dat zowel de hoofdpersoon van de gelijknamige mnl. sotternie, als de beroemde Vlaamse schilder echt Nederlandse namen dragen. En daarmee is het, meen ik, ook waarschijnlik geworden, dat de Franse Robin zijn naam aan 't Germaans ontleend heeft, temeer waar, naar de vermelding van Muller, Robert als variatie van Robin in een Franse pastourelle en in Adam de la Hale's Li gieus de Robin et Marion verschijnt. In dat geval zou dus Robin niet alleen getuigen van ‘de machtige invloed der Franse literaire kultuur in de Germaanse landen’, maar ook van het aandeel, dat de Germanen gehad hebben aan de vorming van het Franse volk. Zeker is het lot Robin zelf niet gunstig geweest, hem, die in de loop der jaren van een ‘in roem schitterende’ held tot het tiepe van een schooier of landloper is geworden.
Tilburg. m. schönfeld. |
|