Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 33(1914)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave De Nederlandsche letterkunde in Duitschland in de zeventiende eeuw. Een Indische tegenhanger van het Reinaert-motief. Costelick mal. Het Papiamentoe of basterd-Spaans der West-Indiese eilanden. Kleine mededeelingen. Een weinig bekende Cato-berijming uit het jaar 1700. Mittelniederl. labaye. Seghelijn V. 1422 FF. Batava Tempe. Bontwerker. (Bladvulling). Een van de bronnen van Kiliaan's Etymologieën. Zum Negerholländischen von St. Thomas. Etymologische aanteekeningen. Kleine mededeelingen. De groei van Vondel's stukken. Cluys-werck. De umlaut van a in ripuaries- en Salies-Frankiese Dialekten van België en Nederland. Het vokalisme van het woord drek. Bijdrage tot de kennis van den Middelnederlandschen Cato. Kleine mededeelingen. Bontwerker Op zijn plat vallen, op zijne achterhielen vallen enz. Nog eens ‘Het lied van de zilvervloot’ Frijnen. Overblijfsels van geestelijke liederen vóór de hervorming.