Inhoudsopgave
Gloria in Excelsis Deo.
Oude en nieuwe Kersgesange.
[EEn Kindeken is ons gebooren]
[O Salig, heylig Bethlehem]
[NU laet ons singen het is tijd]
[HOe komt gy in dees donker tijden]
[TOt Bethlehem wilt u spoeden]
[HEt viel een Hemels douwe]
[O Kers nagt schoonder dan de dagen]
[NU Coridon ’t is tijd]
[KOmt al te samen naer den stal]
[HErderkens, en Herderinnekens van Bethlehem]
[COridon ey laet, uw’ Schaepkens staen]
[IN ’t midden van des koude nagten]
[WEllekom Kindeken Jesu soet]
[MAria weest gegroet?]
[MAria suyver Maagt]
[AEnsiet hoe Jesus schreyt]
[O Herderkens laet uw’ Bokxkens en schapen?]
[HErders hy is geboren, In eenen kouden nagt]
[HErderkens og hoort dese blyde maer]
[SUlt gy dan Jesu zijn]
[O Herderkens al soetjes al sonder getier]
[S Nagts als een yegelijk was in rusten]
[WAt heeft Emanuel misdaen]
[DEvote Ziel die God mind boven al]
[KIndjen soet uytverkoren]
[SIet de Heem’len hebben, Hun open gedaen]
[FLucx op de been gy Herders knaepkens]
[SEgt ons Herders, wat gy hebt gaen sien]
[KOmt ziel die God mind boven al]
[LAet ons met herten reyne, Loven dat soete kindeken kleyne]
[VErheugt u Menschen]
[IS dit des Vaders eenig pandt]
[VErblijdt u mensch om dese nieuwe maren]
[DIe selfs de Son haer ligt eerst heeft gegeven]
[O Menschen weest verheugt]
[OP op Herders na den stal]
[VErlaet nu Bethlehem, Om na Jerusalem]
[MAekt plaets o Harderkens komt uyt den stal]
[O Heere groot, O Godt van al]
[O Coridon siet hier den stal]
[STaet vast, o mensch, van het wonder]
[TRekt nu Herders te gader]
[O Nagt veel klaerder als den dag]
[O Liefste Engeltjens]
[HOort o Menschen, hoort dit wonder]
[JEsu is geboren, Godt is nu een Kint]
[LAet u Schaepkens Herderkens]
[HErders hebt gy niet vernomen]
[O Liefsten God wel kleyne Kinden]
[SA Menschen sonder beven]
[’t IS al lang genoeg getreurt]
[HErders wat is ’t van den nacht]
[IN ’t stalleken van Bethlehem]
[RAsch Herders laet Jerusalem]
[O Wonder onverwagt]
[O Maria die als heden]
[LAet ons gaen om te besoeken]
[IS ’t niet lang genoeg geleden]
[ALl’eer en lof alleen, Sy Godt het eeuwig een]
[MEnsch naer Godes beeld geschapen]
[EEn Kindeken is ons gebooren]
[O Kers-nagt, een der langste nagten]
[VErblijdt u mensch wie gy zijt]
[LAet ons den Heere loven]
[OP Christen zielen, Met de Herders op, op]
[GY menschen wilt u verblijden]
[LAet ons verheugt zijn in den geest]
[SOeten Jesu uytverkooren]
[HErdertjes ontwaekt u nu]
[BLaest nu Fama, blaest trompet]
[KIndeken teer hoe legt gy hier]
[HOe dus hier in de stille nagt!]
[HErders, Ey hoort een nieu en bly geboort]
[IN ‘t midden van dees stille nagt]
[KOmt, komt lief Broeders]
[PRijst volken en geslagten, den Heer van magten;]
[O Grooten Heer waerom soo kleyn]
[MEt dese Nieuwe-Jaere]
Een schoon Liedeken, van het Nieuwe-Jaer.
Nieuwe Jaer.
Van de H. Drie Koningen.
Nieuwe-Jaers-lied.
[ MYn ziel gy zijt verblind]
[PUer natus in Bethlehem]
[Puer nobis nascitur]
[Magnum nomen Domini Emanuel]
[Dei solemnia, fulget dies]
[Exulta parva Bethlehem, Bethlehem]
[Dulcis Iesu; dulce nomen, dulcis Dei genetrix]
[Beata immaculata, virgo puerpera]
[Jesu dulcis memoria, dans vera cordis gaudia]
[O quam amabilis, es bone Iesu]
[Dies est laetitiae]
De Vesper-Psalmen
De eerste Psalm 109.
De tweede Psalm 110.
De derde Psalm 111.
De vierde Psalm 112.
De vyfde Psalm 113.
Nota. In alle de eerste Vesperen van alle Feestdage des Iaers, in plaets van de Psalm In exitu, wort gesonge dese volgende Psalm 116.
Na dese Psalm volgt de Hymnus, na de Hymnus ‘t Vers., en na het Vers. den Lofsang Mariae, Luc. I.
En dit de vierde Psalm 129.
Dit de vyfde Psalm 131.
[Credidi, propter quod locutus sum: ego autem humiliatus sum nimis.]
Dit de vierde Psalm 127.
Dit de vyfde Psalm 147
In de eerste en tweede Vesperen van de H. Moeder Gods Maria; Item van de H.H. Maegden en Martelaressen, en Weduwen de 1. Dixit Dominus, de 2, Laudate pueri, dit de 3. Psalm
Dit de vierde Psalm 126.
[IN convertendo Dominus captivitatem Sion: facti sumus sicut consolati]
En dit de vyfde Psalm.
Het Gezang in de Vasten. Psalm 50.
Register van de Kers-gezangen, volgens ’t A, B.