Oude ende nieuwe lof-sangen, die gemeenlijk gesongen worden op de geboorte ons heeren Jesu Christi, van kers-nagt, tot Maria Ligtmisse toe
(1718)–Johannes Stichter– Auteursrechtvrij
[pagina 64]
| |
Stemme: Beata immaculata,GY menschen wilt u verblijden,
Verheugt u in ’t gemeen,
Dit zijn nu de regte tijden,
Tot vreugt voor groot en kleen,
Dies zijt verblijt, In dees Kers-tijt,
Messias komt die ons bevrijt.
d’ Enge’len, zijn komst verhalen,
Aen de Herders op haer wacht,
Een groot licht, komt haer bestralen
In ’t middel van de nacht,
Sy songen klaer, Vrede zy haer,
Die Godt belijden openbaer.
De Herders zijn voort getreden
In d’ arme beesten stal,
Daer hebben zy aengebeden,
Een kint, een Heer van al,
Vielen terstont, Neer op de gront,
Groeten dit Kint met hart en mont.
Zy eeren dit kleyne kinde,
Loven dien grooten Heer,
Die hem hier had laten binde,
Om al zijn leetjes teer,
Geleyt op ’t hoy, En esels strooy,
In een soo slegte beesten koy.
Den Esel en Os verwarmen,
Dit kint, een eeuwig Godt,
Dat hier leyt en schreyt met karmen,
In ’t arme beesten kot,
Sijn Moeder soet, Dit Kint begroet,
Met Joseph die het wel behoet.
In armoed’ is God geboren,
Tot onser saligheyt,
En heeft ons zijn uytverkoren,
Door armoed plaets bereyt,
Om door de deugt, Hier na met vreugt,
Eeuwig met hem te zijn verheugt.
|
|