Oude ende nieuwe lof-sangen, die gemeenlijk gesongen worden op de geboorte ons heeren Jesu Christi, van kers-nagt, tot Maria Ligtmisse toe
(1718)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: o Kers-nagt, &c.O Kers-nagt, een der langste nagten,
Des Hemels ligt door breekt met kragten,
Regt midden in u duysterheyt,
De sterren glinsteren en flicken,
Dat d’ Herders op het velt verschricken,
Als ’s werelts vreed’ haer werd’ verbreyt.
d’ Engelen schaar, verkondigt haer vrede,
Des Hemels ligt wijst haer de stede,
Daer Godt en mensch te samen leydt,
In eenen stal, tusschen twee beesten,
Den grootsten en den aldermeesten,
Was op ’t hooy zijn plaets bereyt.
Op het hooy, gewonden in doeken,
Leyt een kleyn kint, het welk de vloeken,
Van ons te voor verdiende straf,
Op zijnen schouderen most dragen,
En soo door lijden, pijn, en slagen,
Most door de dood, gaen in het graf.
Om ons met hem te doen verrijsen,
En eeuwiglijk loven en prijsen,
Voor zijn groote barmhartigheyt,
Dat hy hier neder daelt van boven,
En op dees aerd’ wil zijn verschoven,
Om onser menschen saligheyt.
O Lief kindt, en God te gader,
t’ Saem met den Heyligen Geest en Vader,
Die is, die was, die wesen sal,
Van wien, in wien, door wien wy leven,
Wilt ons dog die genade geven,
Dat wy u kennen Een en Al.
|
|