Literair lustrum 2. Een overzicht van vijf jaar Nederlandse literatuur 1966-1971

Inhoudsopgave

1. Voorwoord
2. Het proza
3. De poëzie
4. Het essay
5. Konklusie
6. Profielen H.C. ten Berge: De vorm van een ‘afwezige’ inhoud
7. Hugo Claus: Toneel als anti-literatuur
8. Jan Cremer: Kruimeltjes avonturen. Vervolg
9. Hans Faverey: De verdrijving van woorden in zinnen
10. Gust Gils: De nachtmerries van een meester-dromer
11. Hella S. Haasse: Wat heb ik met x te maken?
12. Willem Frederik Hermans: Verleden, heden en toekomst
13. Anton Koolhaas: Prijs het slijk
14. Rutger Kopland: Melancholie van licht bevroren boerenkool
15. Rudy Kousbroek: Tussen fiction en non-fiction
16. Ivo Michiels: Orchis Militaris
17. Harry Mulisch: Verticale verbanden
18. Sybren Polet: De hoofdpersoon heet niemand
19. Willy Roggeman: Fenomenologie van de drek
20. Paul Snoek: Onbeschrijfelijk ademhalen
21. Stijn Streuvels: Blomme en zijn dubbelganger
22. Hans Verhagen :Differentiëren en integreren
23. Simon Vestdijk: De jacht op het verleden
24. Jacq Firmin Vogelaar: Jonas is er niet
25. Paul de Vree: Van lees- naar kijk- en hoorwoord
26. Het konsept ‘intertekstualiteit’
27. Bibliografie van de belangrijkste literaire werken, verschenen in de periode 1 januari 1966-31 december 1970
28. Personenregister