Beschrijvinge der stad Leyden (fragment)(1641)–Jan Jansz. Orlers– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave [Eerste deel vande beschrijvinge der Stadt Leyden.] IX. Beschrijvinge vande Vniversiteyt ofte Academie, van wie, waer, ende wanneer die opgerecht is: hoe de selvige geinaugureert ofte ingevoert is, wie de eerste Lessen inde selve gedaen heeft: verhael vande Auditorien ofte Lees-plaetsen, van wie, tot wat uyre, ende wat Lessen by elck vande H. Professoren, inde selvige Auditorien ghedaen werden: Ten laetsten eenige Beschrijvinge vanden Hof, Anatomie, ende Bibliotheecque. [Tweede deel vande beschrijvinge der Stadt Leyden.] 1. Cort verhael vande eerste Belegeringhe der Stadt Leyden. 2. Eenighe aenslaghen vanden Grooten Commandeur aengheroert, dienende tot een Inneleydinghe van het tweede Belegh: Baldeus comt weder voor Leyden: de Spaignaerden nemen de Schantsen vande Goutsche Sluys ende Valckenburch inne: de Enghelschen (die de Schans verlaeten hebben) gaen over aen den Vyandt: worden van de selve naer haer verdiensten ghestraft. 3. Brieven vanden Prince van Oraignen aen die van Leyden: Antwoorde op de selve: Die van Leyden publiceren dat alle Vrouwen, Kinderen, ende ledich-ganghers vry ende vranck uyt der Stede mogen vertrecken. 4. Baldeus soeckt door schoone beloften, ende door 'tschrijven van eenige uytgewekene Burgeren ende andere de Stadt te bewegen, maer te vergeefs: Romeynsche oft Laconische antwoorde van die van Leyden op haer schrijven. 5. Die van Leyden ordonneren eenige Ruyteren tot binnen wacht: Den Vyandt houdt tot Soeterwoude vergaderinge, om de Stat naerder te benauwen: eenighe uytghesloten Burgheren met hulp van die vander Goude hebben een aenslagh om Leyden te victailieren, maer te vergheefs: De Vrybuyters van Leyden nemen eenighe schepen vande Vyandt opte Haerlemer meyr. 6. Ordonnantie gemaeckt by die van Leyden op't verstrecken ende uytdeylen van het broot: kleyne nederlage voor de Schansse van Lammen. 7. Eenige Glippers ofte uytgewekene, schrijven weder aen die van Leyden: Die van Leyden doen naerder ondersoeck van Coorn, munten, geldt, om haer int Belegh mede te behelpen: hebben een aenslag op de Schansse van Bosch-huysen. 8. De Regeerders van Leyden verbieden het schermutseren: Raetslagh om Leyden te ontsetten: eenighe Dijcken doorgesteken: Baldeus schrijft selfs aen die van Leyden. 9. Ordonnantie op't slachten ende uytdeelen vande Paerden, Koeyen, ende Mouten koecken: die van Leyden schrijven aenden Prince van Oraignen, ende de Staten van Hollandt: antwoorde vande selve aen de Stadt. 10. Den Admirael Loys Boysot met sijn Zeeuwen werden toegherust om Leyden te ontsetten: Baldeus ende andere schrijven weder aen die van Leyden: Leyden antwoort ende versoeckt passe-poort om eenige Gedeputeerden naer den Prince te senden, maer wert haer geweygert. 11. Eenighen oproer ende oneenicheydt tusschen de Burgeren binnen Leyden, dan wert ghestilt: De Admirael Boysot treckt naer de Lantscheydinge: neemtse in, ende steecktse door: Die van Leyden schrijven aen de Staten, ende aenden Admirael Boysot: antwoorde vande selve. 12. Boysot bestormt de Zoetermeyrsche Brugghe, ende lijdt eenighe schade door seecker gheschut dat berste: neemt met groote moeyten den Segwaertschen-wech ende eenighe Schanssen inne. Beschrijvinghe vande Arcke van Delff. 13. Boysot beraedt hem om verder te trecken: Trect nae de Noort-Aa: Eenighe Spangiaerden ende Duytschen daer omtrent leggende, vluchten. Oneenicheydt binnen Leyden: Spijse der Burgheren: kloeckmoedicheyt der selver. 14. Clachte vande Burgheren over den grooten hongher noot aen Pieter Adriaensz. vander Werff: Mannelicke antwoorde opte zelve: Eenighe uytghewekene schrijven weder aen Leyden: Den Admirael Boysot schrijft aende Heer van Noortwijck: Den Prince comt int Leger by Boysot, ende voordert het ontset. 15. Die van Leyden ontfangen van den Admirael Boysot ende sijn Excellentie Brieven door een Duyve: verhael van de groote ellende, honger ende sterfte binnen Leyden: ongehoorde spijse ende dranck byde Borgheren ghebruyckt. 16. De Ontsettinghe van Leyden van God door wint ende water ghevordert: Boysot treckt naer de Kerckwech, ende neemt die in: Verhael van eenige Schermutselingen tusschen beyde de Legers. 17. Den Admirael Boysot comt mette sijne op Meerburch: Baldeus vlucht uyt Zoeterwoude: Boysot schrijft aen die van Leyden datse uytvallen souden opte Schansse van Lammen: Die van Leyden stellen order hoe hem yeder van binnen dragen sal, om sulcx te volbrengen. 18. Beschrijving vande Schantse van Lammen: Boysot neemt voor hem die te beschieten: Den Prince twijfelt aen het ontzet van Leyden: De Spaengiaerden verlaeten Lammen ende meer andere Schanssen. 19. Den Admirael Boysot comt met alle sijne Schepen binnen Leyden ende spijst de verhongerde Burgheren: Generale dancksegginge tot God over de ghenadige verlossinge der Stad Leyden. 20. Den Prince van Orangien komt binnen Leyden: bedanckt vriendelicken de Magistraten, Bevelhebberen ende ghemeene Burgheren: De Armen der Stadt Leyden van die van Delft mildelijcken gespijst ende gheholpen: Den Prince de Stadt met eenich Garnisoen versien hebbende, vertreckt naer der Goude: Besluyt van de Leytsche Historie.