Beschrijvinge der stad Leyden (fragment)
(1641)–Jan Jansz. Orlers– AuteursrechtvrijJan Jansz. Orlers, Beschrijvinge der stad Leyden. Andries Jansz. Cloeting tot Delf ende Abraham Commelijn tot Leyden, Leiden 1641
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 35 B 1
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van een fragment van de Beschrijvinge der stad Leyden van Jan Jansz. Orlers. Het betreft hoofdstuk 9 van het eerste deel, pagina 180-218 en het tweede deel, pagina 446-550 uit de tweede druk uit 1641. De eerste druk dateert uit 1614.
redactionele ingrepen
In het origineel komt gotisch, romein en cursief voor. De tekst die oorspronkelijk in het gotisch is gezet, is hier vet weergegeven. Zo blijven romein en cursief behouden zoals in het origineel. Voor de koppen geldt dat zij altijd vet worden weergegeven. Er kan hierdoor dus geen onderscheid gemaakt worden tussen koppen in romein en in gotisch.
p. 180 en 446: de kopregels zijn als deeltitels tussen vierkante haken toegevoegd.
Op pagina 189-190 komen accolades voor die meerdere regels omvatten. Hier is een kleine accolade op elke regel herhaald.
p. 186: heeeen → heeren; ‘[...] het meerderen deel vande Heeren Professoren [...]’.
p. 492: nIet → niet; ‘Paerden, die niet ghetaxeert en wierden [...]’.
p. 496 heeft als paginanummer 480; dit is hier gecorrigeerd.
p. 515: Leyderdop → Leyderdorp; ‘Sommighe van den Bevelhebberen spraken oock daer nae tot Leyderdorp [...]’.
p. 533: aan het einde van de derde regel staat ‘aenta-’. Het lijkt erop dat dit is afgebroken maar niet afgemaakt. Het woord is hier aangevuld tot ‘aentasten’; ‘sy souden de selvige vande andere sijde met sulcken gewelt aentasten [...]’
p. 540: dr → de; ‘die daer meynden dat de Burgheren van vooren uyt quamen’