Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Romeinsche Nachten bij het Graf der Scipio's. Uit het Italiaansch vertaald, met Aanteekeningen, door Gerrit Joan Meijer. Met Platen. II Deelen. Te Amsterdam, bij H. Gartman. 1815. In gr. 8vo. Te zamen 526 bl. f 4-16-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816 | 1816 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Lijkrede en Lijkzangen, uitgesproken in de Maatschappij Verscheidenheid en Overeenstemming te Rotterdam, ter nagedachtenis van wijlen den Heer Pieter Wittigs, enz. door Gillis de Meijer, Medebestuurder der gen. Maatschappij, enz. Te Rotterdam, bij N. Cornel, enz. 1823. In gr. 8vo. XII, 108 Bl. f 1-25. Redevoering over het pligtmatige en edele, der zorg voor het Nageslacht, en de uitnemende geschiktheid der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, om waarlijk het geluk van het Nageslacht te bevorderen, enz. Door A.A. van Schilfgaarde, V.D.M. 's Hertogenbosch, bij H. Palier en Zoon. 1823. In gr. 8vo. 27 Bl. Redevoering van Gerrit Joan Meijer, over de beoefening der Nederlandsche Taal, het beste middel ter bevordering van ware Vaderlandsliefde. Gehouden, ter aanvaarding van het Hoogleeraarambt te Leuven, enz. Leuven, bij C.J. de Mat. 1822. In gr. 4to. 19 Bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1824 | 1824 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Het Leven van Jezus. Een Nederlandsch Handschrift uit de dertiende Eeuw. Met taalkundige Aanteekeningen, voor het eerst, uitgegeven door G.J. Meijer, Hoogleeraar te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1835. In gr. 8vo. XXIV, 431 bl. f 4-80.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836 | 1836 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Oude Nederlandsche Spreuken en Spreekwoorden; met taalkundige Aanteekeningen uitgegeven door G.J. Meijer, Hoogleeraar te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1836. In gr. 8vo. 123 Bl. f 1-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1837 | 1837 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Novellen van S.S. Blicher; uit het Deensch vertaald door G.J. Meijer. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1839. In gr. 8vo. 264 Bl. f 2-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839 | 1839 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Nalezingen op het Leven van Jezus enz., Verslag van den Roman van Walewein, en andere Bijdragen tot de oude Nederlandsche Letterkunde; door G.J. Meijer, Hoogleeraar te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1838. In gr. 8vo. 152 Bl. f 1-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839 | 1839 |
[tijdschrift] Gids, De | ‘Boekbeoordeelingen.’, ‘Nieuwe werken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. V. Deel. I. Stuk. Te Dordrecht, bij Blussé en van Braam, 1838. 291 bladz. 8o.’ | In: De Gids. Jaargang 4 | 1840 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Duveke. Treurspel in vijf Bedrijven door A.F. Samsöes. Uit het Deensch vertaald, en met eene historische Inleiding voorzien, door G.J. Meijer. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1840. In kl. 8vo. XVI en 125 bl. f :-80.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1840 | 1840 |
R. Pennink | ‘Negentiende eeuw tot circa 1840 1. Geleerden en intellectuelen. G.J. Meijer. N.G. van Kampen. P. van Limburg Brouwer. S. Wiselius. H.A. Hamaker. W. de Clercq. Argus (J.J.F. Wap?). L.Ph.C. van den Bergh. B.H. Lulofs. Athenaeum (P.v. Ghert?)’, ‘G.J. Meijer’ | In: Nederland en Shakespeare | 1936 |
G.J. Vis | ‘Tussen Amsterdam en Brussel J.-P. van Cappelle en G.-J. Meijer: twee pioniers in de academische neerlandistiek door G.-J. Vis’ | In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1992 | 1992 |
M. van Hattum | ‘‘ô Reik my, naar den ouden trant,/ Een' vast in leêr gevatten' band.’ Bilderdijks bijdrage in het album amicorum van Gerrit-Joan Meijer’ | In: Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 17 | 2000 |