Oude Nederlandsche Spreuken en Spreekwoorden; met taalkundige Aanteekeningen uitgegeven door G.J. Meijer, Hoogleeraar te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1836. In gr. 8vo. 123 Bl. f 1-50.
Deze twee verzamelingen van oude Nederlandsche spreuken en spreekwoorden zijn eigenlijk een herdruk van twee hoogst zeldzame werkjes, van welke de Hoogl. meijer bezitter is. De titel van het eerste werkje is: Ghemeene Duytsche Spreekwoorden; Adagia oft Proverbia ghenoemt. Seer ghenuechlick om te lesen, ende oock profytelick om te weten, allen den gheenen, die der wyslick willen leren spreken ende schryuen. P.W. 1550. Gheprent toe Campen, in dye Broederstrate, by my peter warnersen, woenende in den witten Valck. De andere verzameling heet: Les proverbes anciens, Flamengs et François, correspondants de sentence les uns aux autres, colligés et ordonnés par m. françois goedthals. à Anvers de l'imprimerie de christofle plantin, MDLXVIII. Van deze verzameling geeft de Hoogleeraar alleen de Nederlandsche, met achterlating der Fransche spreekwoorden, en wel enkel de belangrijkste en minst bekende; gelijk ook uit de eerste verzameling diegenen zijn weggelaten, welke, of nog dagelijks onveranderd onder ons gehoord worden, of niets opmerkelijks voor taal en spelling opleveren.
Als ouder, dan alle de tot hiertoe bekende verzamelingen van Nederlandsche spreekwoorden, is het hier gegevene buiten allen twijfel belangrijk, en de Hoogl. meijer heeft zich, onzens achtens, verdienstelijk gemaakt met de uitgave; te meer, daar hij vruchteloos naar een tweede exemplaar, althans van het eerste werkje, gezocht heeft, en dus het zijne ‘in zeker opzigt als een onbekend handschrift beschouwen mogt, dat nu voor het eerst wordt uitgegeven.’ Deze liberaliteit, het kenmerk van den echten Geleerde, die nuttig wil zijn, steekt gunstig af bij de hebzucht (sit venia verbo!), met welke oude en tevens hoogst belangrijke boeken niet zelden door bibliomanen worden achtergehouden, zonder dat iemand er nut van heeft, alleen om bezitters van iets zeldzaams te blijven.
De lezing dezer verzameling heeft ons bij vernieuwing