Alle de brieven. Deel 4: 1683-1684
(1952)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendBrieven 70-81.
| ||||||||
Gepubliceerd in:
| ||||||||
Korte inhoud:Onderzoek van de eierstokken van lammeren, waarin Leeuwenhoek het corpus luteum en eifollikels waarneemt. Bestrijding der ovulisten. Leeuwenhoek tracht te bewijzen, dat de baarmoeder geen andere functie heeft dan die van voedingsbodem, geschikt om het zaaddiertje tot ontwikkeling te brengen. Beschrijving van de spieren van de vlo, de luis en de mug; van de voortplantingsorganen en den angel van de vlo. Verder onderzoek over de gedaanteverwisseling van de vlo. Onderzoek naar den invloed van ‘sal volatile oleosum’ op de samenstelling van het bloed. Bestrijding van de theorie, dat er gisting is in het bloed. | ||||||||
Figuren:De figuren zijn in het oorspronkelijke verloren gegaan. De reproductie in de Phil. Trans. verschilt iets van die in de Nederlandse en Latijnse uitgaven. | ||||||||
Opmerkingen:Deze brief is in de uitgave van van Gaesbeeck ongedateerd. In de Arcana naturae detecta en Opera omnia wordt als datum opgegeven ‘XI. Kalendar. Februar. 1680’ en in de Collection académique ‘ler Février 1683’. | ||||||||
Letter No. 70 [37].
| ||||||||
Published in:
| ||||||||
Summary:An examination of the ovaries of lambs in which Leeuwenhoek observes the corpus luteum and egg-follicles. Assails the ovulists. Leeuwenhoek tries to prove that the only function of the ovary is to provide a feeding-ground, fit to develop the spermatozoid. A description of the muscles of the flea, the louse, and the gnat; also of the reproductive organs and the sting of a flea. A further investigation of the metamorphosis of the flea. An investigation of the influence of ‘sal volatile oleosum’ on the composition of blood. Contests the theory that fermentation occurs in blood. | ||||||||
Figures:The original figures have been lost. The reproduction in the Philosophical Transactions differs slightly from that in the Dutch and Latin editions. | ||||||||
Remarks:This letter is not dated in van Gaesbeeck's edition. The date is given as ‘XI. Kalendar. Februar. 1680’ in the Arcana naturae detecta and in Opera omnia and as ‘1er Février 1683’ in the Collection académique. | ||||||||
[......] Cristopher Wren
[Knigh]t, Surv:gen.Ga naar voetnoot1)
Delft in Holland den 22e jan: 1683
Mijn Heer.
Jk heb in een missive van dato den 4e April 1682. (die ik geaddresseert heb aen de Hr Robert Hooke) geschreven, van het maaksel vande Muskel van garnaat, en kreeft, en nader hant heb ik aende selvige Heer geschreven, van dato den 28e julij 82.Ga naar voetnoot2) in welke laaste missive ik versoek te weten, of mijne figueren, die ik den 12. jann: 80. aende Roijale Societeit heb gesonden, raakende de anatomie van het Hout, met den druk gemeen gemaakt sullen werden, gelijk de Hr. Hook voor desen mij heeft geschreven. dog tot dato geen antwoort op beijde mijn missiven bekomen hebbende, neem ik de vrijmoedigheijt dese mijne geringeGa naar voetnoot3) observatien aen UEd: te adresseren. Ga naar margenoot+Om dat mij ter hant gekomen was, seeker Boek uijtgegeven bij een doctor in ons lant, omtrent de voorteling van Menschen, waerin hij seer breet spreekt, vande Eijer-stok vande Vrouwen,Ga naar voetnoot4) (soo men die tegenwoordig noemt) soo heb ik op nieuw genomen, de eijerstok van een menigte Lammen, die nu omtrent een jaer out sijn, die eenige Maenden inde winter op stal vet gemest waren, dese Lammen worden wel alle maenden spillig,Ga naar voetnoot5) maer daer en komen | ||||||||
Delft in Holland, January 22nd, 1683.
Mr. Christopher Wren
Knight, Surv. gen.Ga naar voetnoot1)
Sir,
In a letter dated the 4th of April 1682 (addressed by me to Mr. Robert Hooke) I have written about the structure of the muscle of the shrimp and the lobster and afterwards I wrote to that gentleman on July 28th 1682Ga naar voetnoot2) in which latter missive I asked to be informed whether my figures respecting the anatomy of wood, sent to the Royal Society on January 12th 1680, will be published in print, as Mr. Hooke at one time wrote to me they would. Not having received up till now a reply to either letter, I take the liberty to address these trifling observations to you. Ga naar margenoot+Having read a certain book, edited by a physician of this country and dealing with human procreation, in which the author writes at great length about the ovary of womanGa naar voetnoot3) (as it is now called), I once more took the ovaries of a number of lambs, now about a year old, and fattened a few months in a stable this winter. These lambs rut every month, but no rams serve them. And I imagine | ||||||||
geen Rammen bij, en soo men omtrent de verbeeldeGa naar voetnoot6) eijer-stok vande Vrouwen, wat soude konnen seggen, soo beeld ik mij in, dat men het selvige omtrent de viervoetige dierenGa naar voetnoot7) mede soude konnen doen: Dese (soo genoemde) Eijer-stok, heb ik niet alleenGa naar voetnoot8) voor mijn selven genomen, maer deselvige in presentie van seeker geleert Hr doc: Anatomicus,Ga naar voetnoot9) en andere geleerde Heeren voor de Oogen gestelt, en daer mijn redenen bij gebragt, hoe ik mij niet en kan in beelden, dat soo veel geleerde Luijden, soo in genomen sijn, en daer bij blijven, dat de tuba fallopiana, een eij vande Eijerstok soude afsuijgen, of aftrecken, en brengen dat door soo een naeuwe weg, als ik toonde dat de tuba fallopiana had. te meer, om dat ik hier de verbeelde eijeren, die inde eijer-stok de grooste waren, als erten, ja eenige soo groot alsGa naar voetnoot10) een gantsche eijer-stok, bestaende meest uijt klieragtige deelen, doorloopen met bloedvaaten,Ga naar voetnoot11) en leggende soo vast in vliesen beslooten, dat ik de magt niet en hadde, om soo een verbeeld eij, met de nagelen daer af te trecken, en wanneer ik deselvige naeuwkeurig besogt,Ga naar voetnoot12) sag ik dat eenige uijt irreguliere deelen bestonden, die op eenige plaatsen met bijsondere vliesen waren om vangen, en maakten alsoo geen eij figuer uijt. Jk heb ook wel gesien, dat dese verbeelde eijeren, als | ||||||||
that if anything could be said about the so-called ovaries of woman, those of quadrupedsGa naar voetnoot4) could serve just as well. This so-called ovary I have not onlyGa naar voetnoot5) studied by myself, but have also demonstrated it in the presence of a certain learned AnatomistGa naar voetnoot6) and other learned gentlemen and have there adduced the reasons why I cannot imagine why so many learned men agree with, and adhere to, the opinion that the tuba fallopiana sucks off or pulls off an egg from the ovary and transmits it through such a narrow channel as I showed the tuba fallopiana to have, the more so because the supposed eggs, that is to say the largest in the ovary, were as big as peas, nay, some as large as an entire ovaryGa naar voetnoot7), mostly consisting of glandular parts, full of blood-vesselsGa naar voetnoot8) and so tightly enclosed in membranes that I was not able to tear off with my nails one of these so-called eggs. Examining them more closely I saw that they consisted of irregular parts, which in some places were surrounded by particular membranes and consequently had not the figure and shape of an egg. I also noticed that these so-called eggs, when | ||||||||
deselvige wat verre boven andere uijt staaken, dat die op gebarsten waren,Ga naar voetnoot13) en wanneer ik soo danig verbeelt eij, met mijn nagelen, met gewelt, van het eijernest heb tragten af te scheuren, is mij het gantsche eijernest wel gevolgt. de andere van verscheijde grootheden, en veel deelen kleijnder als de eerste, waren mede seer vast beslooten in vliesen, en veele vande selvige hadden een water-agtige materie in haer,Ga naar voetnoot14) dese verhaelde deelen maakten niet alleen het verbeelde eijer-nest uijt, maar deselvige lagen daer ook wel buijten in eenige vliesen beslooten, ja wel een duijm-breet en verder daer van daen,Ga naar voetnoot15) en selfs aen beijde de sijden vande Baar-moeder. en stelde als nog vast, dat dese verbeelde eijeren, niet anders waren als de ontlasting, van eenige vaaten,Ga naar voetnoot16) gelijk wij veeltijts sien, dat soo danige deelen in groote menigte vast sitten inde vliesenGa naar voetnoot17) en aende darmen vande Beesten.Ga naar voetnoot18) en al hoe wel ik indagtig ben, dat ik voor desen, dier gelijke aende Hr Oldenburg Sar heb geschreven,Ga naar voetnoot19) en | ||||||||
they projected rather far above the others, had burst openGa naar voetnoot9), and when I tried to tear off such a supposed egg forcibly from the stock with my nails the whole so-called ovary would sometimes follow. The others, of various size and much smaller than the first, were also very tightly enclosed in membranes, and many of them contained a watery substanceGa naar voetnoot10). The parts mentioned not only formed the so-called ovary, but sometimes, enclosed in some membrane they also lay outside it, even at a distance of an inch or moreGa naar voetnoot11), nay even occasionally on either side of the womb. And I could also state that these pretended eggs were nothing but the discharge of some vesselsGa naar voetnoot12), like similar parts which we often see in great numbers attached to the peritoneum and entrails of cattleGa naar voetnoot13). Yet I well remember that before now I wrote to the late Mr. OldenburgGa naar voetnoot14) similar things (and forwarded them to | ||||||||
toe gesonden, de striemen, die door malkanderen int Mannelijk saat lagen, dewelke ik nu gans verwerp,Ga naar voetnoot20) en ondervonden heb, dat derselver door een gevlogtenheijt, bij geval wert veroorsaakt. Wat van dese saaken mogten gedrukt sijn, is mij onbekent,Ga naar voetnoot21) door dien de Heer Oldenbr: Sar: mij de Philosophical Transactions niet verder heeft toe gesonden, als tot no 137. Jn seeker boek wert mij te last geleijt,Ga naar voetnoot22) als of ik als doen al vast gestelt had, dat uijt een Dierken van het Mannelijk zaad een Mensch soude voortkomen;Ga naar voetnoot23) daer ik nogtans ter contrarie, mij dien aengaende, altijt binnen gehoudenGa naar voetnoot24) heb. Maar nu ik ontdekt heb, dat de Dierkens ook sijn inde Mannelijke saaden, van dieren,Ga naar voetnoot25) vogelen, en visschen, ja selfs in ongedierte.Ga naar voetnoot26) Soo stel ik nu veel sekerder als voor deesen, dat een Mensch niet uijt een eij, maer uijt een Dierken, dat int mannelijkGa naar margenoot+ saat is voort komt.Ga naar voetnoot27) en voornamentlijk als ik gedenk gesien te hebben, dat in het mannelijk zaad van een Mensch en ook van een Hont, tweederleij soort van Dierkens sijn.Ga naar voetnoot28) Dit siende, beelde ik mij in,Ga naar voetnoot29) dat de eene soort mannekens, ende de andere soort wijfkens waren.Ga naar voetnoot30) Jk weet wel datmen als sweert, de verbeelde eijeren, inde tuba fallopiana van dieren gevonden te hebben, Maar ik behoef | ||||||||
him) about strings lying intertwined in sperm, an opinion which I now unconditionally rejectGa naar voetnoot15), having found that this intertwining was merely accidental. I do not know what of all this has been printedGa naar voetnoot16) as the late Mr. Oldenburg has not sent me the Philosophical Transactions after Nr. 137. In a certain book it is laid to my chargeGa naar voetnoot17) that I had proclaimed that a human being will originate from an animalcule in the spermGa naar voetnoot18), although I have on the contrary never expressed an opinion on this subject. But now that I have discovered that the animalcules also occur in the male seed of quadrupeds, birds and fishes, nay even in verminGa naar voetnoot19), I now assume with greater certainty than before that a human being originates not from an egg butGa naar margenoot+ from an animalcule that is found in male spermGa naar voetnoot20), the more so since I remember having seen that in the sperm of a man and also of a dog there are two sorts of animalculesGa naar voetnoot21). Seeing these I imagined that one sort were males and the other sort femalesGa naar voetnoot22). Ga naar margenoot+I know quite well that some people would take their oath on having found the supposed eggs in the tuba fallopiana. | ||||||||
niet te geloven, dat de ronde deelen, diemen inde selvige gevonden heeft, die deelen sijn, die van het geinmagineerdeGa naar voetnoot31) eijer-nest sijn afgesogen, en door de seer naeuwe en lange weg vande tuba fallopiana met vruegdenGa naar voetnoot32) nog soude sijn door gegaen. Maar ik wil eer gelooven, dat het overschot van het Mannelijk zaad, (want een Dierken soude van noode sijn, en niet veele) in een ronde Bol, of globule te samen stremmen, en jk beelt mij ook in, dat soo men een verbeelt eij, datmen inde tuba fallopiana datelijk na de versamelingGa naar voetnoot33) soude vinden, het selvige naeukeurig examineerde, men soude van het hedendaegs gevoelen, haestGa naar voetnoot34) afwijken. Want veele van dese klieragtige geimagineerde eijeren, als hier vooren verhaelt,Ga naar voetnoot35) die boven anderen uijt puijlden, waren omtrent soo groot als erten, en daer bij van soo vaste stof, dat bij aldien dese door de engte vande tuba fallopiana, die niet wijder is, als een gemene spelt dikte, wiert gebragt, tot inde wijte vande tuba fallopiana, daer het eij tot een dier soude werden, soo stel ik seeker, dat men niet bij geval, maer door gaensGa naar voetnoot36) als het manneken bij het wijfken hadde geweest, dese verbeelde eijeren souden vinden, en als wij gedencken, wat weijnig tijt, dat een Bul, of Stier, konijn, varcken en etc, van doen heeft, tot de versameling, en dat in die tijt, de tuba fallopiana, van het eerste dier, 1. 2. en 3.Ga naar voetnoot37) eijeren, en van de anderen 6. 8. en meer eijeren, soude afgesogen moeten werden, dat voor mij onbegrijpelijk is. Sien wij niet, dat al wat excrementen tsij van menschen en dieren, dat afgesonden werden, uijt globulen bestaan en soo wij daar aen geen globulen, en konnen bekennen, soo is het dat de excrementen, of te dun sijn, of aen den uijtgang, te stijf in een gedrukt werden. en hoe dat dese globulen gemaakt werden, dat heb ik voor desen geseijt, seer aerdig inde Luijs gesien te hebben,Ga naar voetnoot38) en na de mael wij sien, dat het Vet, de etter, en eenige deelen uijt de urine van een Paart, mede uijt globulen bestaan, waerom sullen wij niet mogen vast stellen, dat het overschot van het Mannelijk saat van een Mensch, inde Baar- | ||||||||
But I need not believe that the round parts found in it, are those which are sucked off from the so-called ovary and passing with ease through the very narrow and long channel of the tuba fallopiana. But I would rather believe that what remains of the sperm (for one animalcule would be required, not many), would coagulate into a round ball or globule and I also imagine that if a so-called egg should be found in the tuba fallopiana immediately after copulation and should be examined closely, the prevailing opinion would be abandoned. For many of these glandular so-called eggs, as I have mentioned above, which stuck out above the others, were about as big as peas, and besides of so solid a substance that if these were carried through the narrow tuba fallopiana, which is not wider than an ordinary pin, into the wide part of the tuba fallopiana where the egg is to become an animal, I take it for certain that these imaginary eggs would be found not occasionally but in every case after the male had served the female. Also it seems incredible to me if we remember how little time a bull, rabbit, boar etc. require for copulation, that in that space of time 1, 2 or 3 eggsGa naar voetnoot23) of the first-named animal and 6, 8 or more of the other would have to be sucked off the tuba fallopiana. Do not we see that all excrements, discharged either by human beings or animals, consist of globules, and when we do not see globules, the cause is that the excrement is either too thin or that it is compressed too tightly at the orifice? How these globules are made, I have seen very nicely in the case of a louseGa naar voetnoot24), as I have told on a former occasion. And as we see that fat, pus and certain parts of a horse's urine also consist of globules, why then should we not be allowed to assume that the remnants of the sperm of a | ||||||||
moeder, ende dat vande dieren, inde tuba fallopiana, somtijts te samen stremt.Ga naar voetnoot39) en een globule uijt maakt. En ten tweeden, door dien wij vast moeten stellen, datter geen deel aen een wel gesteldGa naar voetnoot40) Lichaem is, of het moet continueel voetselGa naar voetnoot41) ontfangen, en weder die deelen die het daer te vooren ontfangen heeft weg stooten. Dit dan soo sijnde soo worden veel deelen binnen inde Baar-moeder, of tuba fallopiana uijt gestooten, die te samen konnen stremmen, en dese te samen gestremde deelen, moeten om dat deselve aen alle kanten te gelijk gedrukt werden, koegelronde Lichamen maaken. uijt dese oorsaak beeld ik mij seekerlijk in, dat soo men naeuwkeurig ondersoek dede, datmen de geimagineerde eijeren, inde Baarmoeder, vande onbeslapene vrouws persoonen, of inde tuba fallopiana vande dieren, mede wel soude vinden, en dus kan dan op tweeGa naar margenoot+ bijsondereGa naar voetnoot42) manieren globulen gemaakt werden. Men sal mij ook vragen, is een Dierken int Mannelijk saat, genoeg tot de voorteling van een Mensch, waar toe soo veel duijsenden in een druppel. Jk sal dit dus beantwoorden. Sien wij niet dat een Appel-boom etc. schoon die 100. en meer jaren kan out worden, ijder jaar een groote menigte duijsenden van Bloesems kan voortbrengen, en ijder bloesem een Appel, en ijder appel 6. à 8. saaden, en ijder saat soude konnen tot een Boom werden.Ga naar voetnoot43) Laten wij nu eens stellen dat onder soo een Boom, het gras, en onkruijt, int wilt wast, en dat al de appelen die desen boom voort brengt, int gras neder vallen. Sal nu van al de saaden, die soo een Boom voortbrengt, wel een boom komen, men sal seggen, neen; want de schaduwe van den Boom en nog meer het gras, en onkruijt, sal al de saaden die mogten op komen, verdrucken, en het voetsel benemen. Maar laten wij een enkel goet saatge, in een goede aerde steeken, en sorgvuldig bewaren, dat het van het onkruijt, niet verdrukt wert, het sal een Boom konnen werden. En waerom sullen wij ons niet konnen inbeelden, na de maal de Baar-moeder of tuba fallopiana, als een geheele Werelt is bij vergelijking van een dierken inde Mannelijk Zaaden, en daar beneffens dat inde selvige seer weijnige kleijne | ||||||||
male human being will stick together in the uterus and that of animals in the tuba fallopiana, forming a globule? And in the second place it is a matter of fact that there is no part of a sound body but it must continually receive nourishmentGa naar voetnoot25) and again discharge the parts it has received before. This being the case, many parts will be discharged in the uterus or tuba fallopiana and stick together. These parts, having stuck together must form globular bodies because they are pressed equally on all sides. For this reason I certainly think that in case of close investigation the so-called eggs would be also found in the wombs of women who have not had intercourse, or in the tuba fallopiana of animals; and so globules can be made in two different manners. Ga naar margenoot+People will also ask me, ‘why are there so many thousands of animalcules in one drop, if one little animal in human sperm suffices for the procreation of a human being’. My answer is as follows. Do not we see that an apple-tree, though it can become a hundred years old and even older, will produce thousands of blossoms annually, and that each blossom may become an apple, and that each apple will contain 6 or 8 seeds, and that each seed may become a treeGa naar voetnoot26)? Suppose now that under such a tree grass and weeds will grow wild and that all the apples this tree produces will fall into the grass. Now will all the seeds the tree produces grow into a tree? You will say ‘no’, for the shade of the tree, and even more the weeds and grass will smother the seeds, if any should sprout, and deprive them of food. But let us put one good seed in the earth and keep it carefully to prevent its being smothered by weeds, and it will grow into a tree. And why, seeing that the womb or tuba fallopiana is as it were an entire world in comparison with an animalcule in male sperm, and that, besides this, there are very | ||||||||
aderkens of plaesjes sijn, die bequaem sijn om een Dierken te ontfangen, en te voeden, als ook mede dat soo een Dierken komt te suijgen, aen een aderken.Ga naar voetnoot44) dat dit Dierken, in korten tijt, een geheel ander wesen krijgt, te weten, dat desselfs huijtge verstrekt voorGa naar voetnoot45) de na geboorte, en het binnenste lichaem, van het Dierken, de figuer van een mensch aen neemt, het welk al versien is, met Hert, en andere ingewanden,Ga naar voetnoot46) ja alle de volmaaktheijtGa naar voetnoot47) heeft die in een mensch is.Ga naar voetnoot48) Hier op soude men mij konnen te gemoet voeren, als ik de verhaalde stellingenGa naar voetnoot49) soo maak, waerom dat een vrouw niet veel kinderen in eender dragt voortbrengt, want schoon ik maar een of twee plaatsjens inde Baarmoeder kome te stellenGa naar voetnoot50) de (!) bequaem sijn, om dierkens te voeden, dat veel dierkens op een plaatsje komende te suijgen, alle int leven konnen blijven. dese vraag soude ik dus konnen wederleggen. laaten wij met de dikte van een stroo-halm een puttge inde aerde maaken, ende daer in werpen 6. à 8. saaden van een Appel, daer sullen geen 6. á. 8 boomen van voortkomen. Maar dat Zaad, dat de grooste wortel int eerst heeft geschoten, sal een boom worden,Ga naar voetnoot51) en alle de andere verdrucken, en dus beeld ik mij in kan het met de Dierkens toe gaen. Men soude mij ook te gemoet konnen voeren, door dien | ||||||||
few little veins in them or recesses fit to receive and feed an animalcule, cannot we imagine that if such an animalcule comes to attach itself to a veinGa naar voetnoot27), this animalcule will, within a short time, assume an entirely different character, that is to say, that its skin will serve for afterbirth and that the inner body of the animalcule will assume the figure of a human being, already provided with a heart and other intestinesGa naar voetnoot28), and indeed having all the perfection of manGa naar voetnoot29). Against these hypotheses propounded by me, one might well ask why a woman does not produce many children at one birth, for although I recognize only one or two places in the womb, fit to feed animalcules, many of them adhering to one place might all of them live. I might answer this question in the following manner. Let us make a little hole in the earth, the thickness of a straw, and throw into it 6 or 8 seeds of an apple: they will not produce 6 or 8 trees, but the seed that has first put out the biggest root wil become a treeGa naar voetnoot30) and will crush all the others, and this is what I fancy will happen to the animalcules. One might put | ||||||||
ik geseijt heb,Ga naar voetnoot52) gesien te hebben dat inde quantiteit van een sant groote, int Zaad van een Haen, wel 50. duijsent levende Dierkens waren, en in ijder Sant groote vande Hom van een Cabbeljaeuw wel 10000. en daer beneffens dat in de Hom van een kleijn voorentge, of Posje, schoon dese visjens 1000. maal kleijnder sijn, dan een kabbeljaeuw, dat de Dierkens inde Hom of mannelijk zaad, vande kleijneGa naar voetnoot53). visjens, egterGa naar voetnoot54) soo groot sijn als die vande kabbeljaeuw.Ga naar voetnoot55) Dat dese Dierkens inde mannelijke zaaden geproportioneert moesten wesen na de groote van het Dier, en bij gevolg, datmen die dan niet en soude komen te sien, in het Zaad van het ongedierte.Ga naar voetnoot56) dit sal eenige wel wat vreemt voor komen, maar wij moeten met onse gedagten stil staan, als wij maar gedencken, dat een Ocker of Walnoot, en karstanje,Ga naar voetnoot57) Zaaden van Boomen sijn, en na mijn oordeel sullen 1000. Zaaden van een appel of peer, soo swaar niet wegen, als een groote Wal noot, met sijn bolster of groene schors doet. (ja een Coccos noot is een Zaad van een Boom,) en nogtans sien wij, dat uijt een Zaad van een Appel, of peer, soo ras, en soo groot een Boom sal voortkomen, als uijt een noot of karstanje.Ga naar voetnoot58) Jk heb in mijn missive van dato den 3e Maart 1682. geschreven van het maaksel van de vlees, en vis muskelen, en daer beneffens geseijt, dat mijn voornemen was, om het maaksel van het vleesGa naar margenoot+ van kleijne dieren na te soeken. Maar ik ben van voornemen verandert, en getragt het eerst aende Vloij te soeken. uijt consideratie, datGa naar voetnoot59) bij aldien ik inde selvige de Vlees-draatgens konde ontdecken, dat wij alsdan ons wel soude konnen verseekeren,Ga naar voetnoot60) dat alle de Vlees-muskelen van dieren, van een ende deselve maaksel waren. Jk heb mijn selven niet eens maar wel 50. maal, seer naakt en klaer voor de oogen gestelt, de Vlees draatgens,Ga naar voetnoot61) | ||||||||
forward that I have said to have observedGa naar voetnoot31) in the quantity of the sperm of a cock, equal to a grain of sand, as many as 50 thousand living animalcules, and in every quantity of the milt of a cod, the size of a grain of sand, no fewer than 10000, and that I also said that in the milt of a little pope or ruffe, although these fishes are 1000 times smaller than a cod, the animalcules in the said milt or male seed, are quite as large as those of the codGa naar voetnoot32). It might be argued that these little animals ought to be proportioned to the size of the animal and that consequently they should not be visible in the sperm of verminGa naar voetnoot33). One might well wonder about this, but let us consider and remember that a walnut and a chestnut are seeds of trees, and in my opinion 1000 seeds of an apple or pear will not weigh as much as a big walnut in its husk or green hull (nay, a coconut is a seed of a tree), and yet we see that from the seed of an apple or pear a tree will spring up as large and as quickly as from a walnut or chestnutGa naar voetnoot34). In my letter of March 3rd 1682 I wrote about the structure of flesh- and fish-muscles, adding that I intended to examine theGa naar margenoot+ structure of the flesh of little animals. But I changed my intention and first tried to experiment on a flea, considering that, if I could discover flesh-fibres in it, we may be sure that all the flesh-muscles of animals are of the same structure. Not once but at least 50 times I have clearly and distinctly observed the flesh-fibres, taken from | ||||||||
die ik uijt de borst vande Vloij nam, en waer mede de pooten vande Vloij, voor een gedeelte aende borst waren vereenigt, en gesien, dat deselvige mede Rings gewijse inkrimpingen hadden, als ik vande vlees en vis-draatgens heb geseijt en onder deselvige sijn mij eenige te vooren gekomen die int midden dicker warenGa naar margenoot+ als aen de eijnden, als hier fig: 1. ABCDEFGH. dat een afgebrooke draatge vlees uijt de borst vande Vloij is. Dit siende nam ik in gedagten, dat soo wel de vlees-draatgens van dit kleijne dier, na de eijnden spits toe loopen, en eijndigen inde membrane, of inde tendo vande muskel, als ik vande vlees-draatgens, van een muskel van een Os voor dato heb geseijt,Ga naar voetnoot62) en heb ook wel gesien dat eenige inkrimpingen als CF. maer meest doorgaens als ABGH. waren; en daer beneffens op verscheijde tijden, mij sekerlijk ingebeeld te sien, dat dese draatgens, weder uijt verscheijde draatgens waren te samen gestelt. Ik heb dese observatien vervolgt, en heb het vlees uijt de pooten vande Vloij gehaalt, en gesien datter geen onderscheijt tusschen het maaksel en gedaante vande vleesdraatgens uijt de borst en pooten waren, en heb ook wel gesien datter meer dan 12. vande voorverhaalde draatgens inde poot vande Vloij bij malkanderen laagen, en daer beneffens nog verscheijde veel dunder draatgens, aende welke ik geen inkrimpingen, en konde bekennen, dese laaste beelde ik mij in, of niet wel seer dunne bloet vaatgens en Senuwen waren.Ga naar voetnoot63) Jk heb weder metGa naar margenoot+ veel minder moeijten als voor desen,Ga naar voetnoot64) de testicullen, uijt de Vloij gehaeld, en deselvige voor een microscope gesteld, en na mijnGa naar margenoot+ vermogen af geteijkent, als hier fig: 2. ABCD. is de testicul. AF. en DE. sijn de toe en afdragende zaadvaaten,Ga naar voetnoot65) en wanneer ik de | ||||||||
the breast of a flea, with which its legs were partly united to the breast, and have seen that they also had circular shrinkages, like those of the flesh- and fishfibres I mentioned before. Among these I observed some that were thicker in the middle than near the endsGa naar margenoot+ as at ABCDEFGH of fig. 1, which is a broken-off fibre from the breast of a flea. Seeing this I considered that the flesh-strings of this little animal taper towards the end and finish in the membrane or in the tendon of the muscle in the same way as the flesh-strings of the muscles of an ox, on which I wrote at an earlier dateGa naar voetnoot35); and I did also see that some of these shrinkages were like CF, but mostly like ABGH. I also imagine to have seen on several occasions that these strings are in their turn composed of various fibres. I have continued these observations and have taken the flesh from the legs of a flea and observed that there is no difference between the structure and form of flesh-strings taken from the breast and those taken from the legs. I also observed that more than 12 of these strings lay assembled in the leg of the flea and several much thinner strings besides, on which I could not discover any shrinkage. I wondered if these latter were not very thin blood-vessels and nervesGa naar voetnoot36). Ga naar margenoot+Once more I have taken the testicles of a flea, this time with less difficultyGa naar voetnoot37). I have put them before a microscope and drawnGa naar margenoot+ them as best as I could. In fig. 2 ABCD is the testicle; AF and DE are the afferent and deferent sperm-vesselsGa naar voetnoot38). When I first | ||||||||
testicullen eerst uijt de Vloijen genomen heb,Ga naar voetnoot66) hebben sij dan een duijster wesen, maar deselvige en sijn geen 1/10 van een menuit uijt de Vloij inde lugt geweest, of de vogtigheijt, is daer uijt weg gewasemt, en krijgen alsdan verscheijde inkrimpingenGa naar voetnoot67) die ik soo veel mij doenlijk was heb na gevolgt. Jk heb ook verscheijde Vloijen geopent, om de aderen die met kringenGa naar voetnoot68) versien sijn, (enGa naar margenoot+ waer van ik in mijn verhaalde missive mentie van heb gemaakt,Ga naar voetnoot69) en aldaar met fig: 7. heb aen gewesen) vervolgt, en bij mij vast gestelt, dat het geen vaaten van respiratie sijn, maar mij ingebeeld, dat het arterien waren, want deselvige hadden niet alleen om vangen de darmen vande Vloij, maer sij lagen met menigte verspreijt door en aen de eijeren, te meer om dat ik aen het hooft, een weijnig onder de oogen, de huijt continueel heb sien inbuijgen, en uijt puijlen,Ga naar voetnoot70) en jmagineerdeGa naar voetnoot71) mij daarom, dat dit de plaats van respiratie was. Jk heb mij ook veeltijts ingebeeld te konnenGa naar margenoot+ sien, dat de angel vande Vloij,Ga naar voetnoot72) aen weder zijden met Zaags- | ||||||||
took the testicles from the fleaGa naar voetnoot39) they looked dim, but they had not been exposed to the air 1/10 of a minute after being taken from the flea but the moisture had evaporated from them, and many shrinkages appeared in them, whichGa naar voetnoot40) I have imitated to the best of my abilities. I have also opened several fleas and followed the course ofGa naar margenoot+ the ringed veinsGa naar voetnoot41) (which I mentioned in the letter to which I referredGa naar voetnoot42), where I represented them in fig. 7). I felt convinced that they were not respiratory vessels, but imagined that they were arteries, for they not only surrounded the flea's entrails but lay spread in great numbers among and on the eggs. I felt the more convinced because I noticed that the skin of the head, a little below the eyes, continually contracted and protruded, reason why I imagined that this was the place of respirationGa naar voetnoot43). Ga naar margenoot+I also often imagined that I could see that the sting of a fleaGa naar voetnoot44) is provided on both sides with serrated teeth. But on closer | ||||||||
gewijse tanden was versien. Maar als ik dit nader ondersogt, bevont ik, dat dit de kooker vande angel was, waer in de angel bewaart wiert, en kan dese koker niet beter vergelijken, dan dat wij een schagt, uijt de wiek van een Vogel hadden, die over langs door klooft was, en dat de door kloofde deelen rontom beset waren met haartgens, en wanneer de angel vande Vloij, inde kooker beslooten leijt, soo leggen de doorkloofde deelen op malkanderen, en dan sijn de haartgens vande koker, soo net in een geschickt, als of wij onse vingers vande handen tusschen malkanderen vouden. dese koker vande angel is (seer na) soo lange, als drie diametersGa naar margenoot+ vande dikte van een hair van ons hooft. Jk heb inde na somer veel devoirenGa naar voetnoot73) gedaen, omme was het mogelijk na te speuren, hoe veel tijt, dat de wormtgens die uijt de eijeren vande Vloijen komen, van doen hadden, eer sij een Vloij wierden, hebbende dan tot verscheijde tijden, uijt de Vloij eijeren, die ik beslooten in mijn sak hadde gedragen,Ga naar voetnoot74) doorgaens in vier dagen wormkens bekomen,Ga naar voetnoot75) dese wormkens heb ik getragt groot te brengen, maar wat devoiren ik heb aen gewent, soo heb ik deselvige niet langer als tot den ouderdom, van 12. dagen int leven konnen behouden, en wanneer ik dan maer de helft, van een kleijn Vliegie, in het glas bij de wormkens dede, op dat deselve daer van voetsel souden trecken, soo gaf het geseijde gedeelte vande Vlieg, soo danigen uijt waseminge aen het glas, dat de wormkens aen soo een weijnig nat, met de haarkens, waer mede haer lijf beset is, soo aen kleefden, dat deselvige als onbeweeglijk bleven leggen, en alsoo storven, en wanneer de geseijde wormkens 12. dagen out waren, hadden deselvige omtrent de lengte van 4. Vloij eijeren, en de dikte van soo een eij. En na de maal ik geen Vloij wormen en heb konnen groot maken, heb ik wormen genomen. die ik oordeelde dat haer volkomen wasdom hadden; en gesien, dat deselvige 8. á 10. dagen door bragten met haar gespin te maken,Ga naar voetnoot76) en alsdan stroopten deselvige | ||||||||
inspection I found that it was the sheath of the sting, in which the sting is enclosed; and I cannot make a better comparison for the shaft than this: Suppose we had the quill from the wing of a bird, split lengthwise, the split parts being covered all round with little hairs; now when the sting of the flea is enclosed in the sheath, the split parts lie in close contact and the little hairs of the sheath interlock as neatly as when we fold the fingers of our hand. This sheath of the sting is (very nearly) as long as three diameters of the thickness of a hair of our head. Ga naar margenoot+This summer I have taken great pains to find out how much time the maggots from the eggs took to become fleas. Several times I had maggots in four daysGa naar voetnoot45) from eggs which I carried in a box in my pocketGa naar voetnoot46). I have tried to rear these maggots, but in spite of all my pains, I have not succeeded in keeping them alive longer than to the age of 12 days. And when I put no more than one half of a little fly into the glass where I kept the maggots, that these might draw food from them, the said part of the fly exhaled so much moisture on the glass that the maggots stuck to this small quantity of moisture with the little hairs that cover their bodies, lay almost motionless and died. When these maggots were 12 days old they had the length of about 4 fleas' eggs and the thickness of one such an egg. Not having succeeded in rearing the maggots of fleas, I took grubs which I supposed to be full-grown, and observed that they spent 8 or 10 days spinningGa naar voetnoot47) and then shed their skin | ||||||||
haar huijtge af, en wierden een tonneken, of popken, Dese popkens vier dagen out sijnde sag ik bewegen, hoe wel deselvige nog seer helder wit waren. op den 6e dag, wiert het popken omtrent het hooft root, en 10 dagen out sijnde, arbeijde de Vloij het tonneken,Ga naar voetnoot77) (dat maer uijt een seer dun vliesie bestont,) ontstucken, en sprongGa naar margenoot+ door het glas, en leefde sonder voetsel 7. dagen. Ik heb het Vlees uijt de borst vande Luijs genomen, en heb de vlees-draatgens van soo danigen maaksel gevonden, als ik vande Vloij heb geseijt. Jnde na soomer waren extraordinari groote menige (!) van Muggen in mijn thuijnhuijs, dese beelde ik mij in dat uijt deGa naar margenoot+ bornput,Ga naar voetnoot78) die daer digte bij staat waren voort gekomen. Jk heb ook het Vlees uijt der selver pooten gehaalt, en gesien dat de Vlees draatgens, van een ende deselvige maaksel waren als de hier vooren verhaalde, en om dat de pooten ende het lijf vande mug, versien sijn,Ga naar margenoot+ met seer schoone veerenGa naar voetnoot79) heb ik die laten afteikenen, als fig: 3.Ga naar voetnoot80) De wieken vande Mug, sijn mede versien met veeren, die ik medeGa naar margenoot+ heb laten afteikenen. fig: 4. is een wiekie vande mug soo als het ons int bloote oog vertoont. fig; 5 ABC. heb ik deselvige wiek met grooter omtrek laten maken om aen te wijsen, dat niet alleen de gantsche circumferentie vande wiek vande mug, als hier fig: 5. ABC. beset is met groote en kleijne veeren, als fig: 6. maar ook aen de senuwen,Ga naar voetnoot81) welke senuwen de stijfte aen de wiek geven, als DDDD. Het vliesie vande wiek dat tusschen de senuwen DD. is, schijnt door een microscope beset te sijn, met een groote menigte seer kleijne verheveltheden, maar als wij dat nader examineren bevinden wij inder daat, dat het haertgens sijn, als fig: 7 al waar een begintselGa naar voetnoot82) gemaakt was, om de gantsche wiek af te teikenen, | ||||||||
and became a pupa. I saw these pupae move when they were four days old, although they were still a clear white; on the sixth day the pupa grew red in the region of its head, and when it was 10 days old the flea broke the pupa, which consisted merely of a very thin film, into pieces and leapt about in the glass, living for 7 daysGa naar margenoot+ without any food. I took the flesh from the breast of a louse, and found the flesh-strings to be of the same construction as those of the flea, described by me. This autumn there was an extraordinary multitude of gnats in my little summer-house. I imagined they came from the wellGa naar voetnoot48)Ga naar margenoot+ which is in its neighbourhood. I also took the flesh from their legs and found the flesh-strings to be of the same construction as those described above. And as the legs and body of a gnat are furnished with very fine feathersGa naar voetnoot49), I caused these to beGa naar margenoot+ drawn as in fig. 3Ga naar voetnoot50). A gnat's wings are also furnished with feathers which I have also caused to be drawn. Fig. 4 is a wingGa naar margenoot+ of a gnat, as it appears to the naked eye. In fig. 5 ABC I had the wing drawn on a larger scale in order to show that not only the entire circumference of a gnat's wing is covered with big and smal feathers as in fig. 6, but also the sinewsGa naar voetnoot51) which sinews, DDDD, give firmness to the wing. Through a microscope the membrane of the wing between the sinews DD seems to be covered with a great number of minute elevations, but on closer examination we shall see that, as a matter of fact, they are little hairs, as in fig. 7 (which is the beginning of a drawing of the | ||||||||
ABC. sijn de veeren,Ga naar voetnoot83) en ADEC. sijn de haertgen (!) op het vlisje (!). Ga naar margenoot+Jk heb ook het Vlees uijt de pooten vande kleijne vliegen gehaalt, en gesien, dat de Vlees-draatgens, van geen ander maaksel sijn, als ik vande Vloij, Luijs, ende Mug heb geseijt, De vaaten waer van ik in mijn hier te vooren geseijde missiveGa naar voetnoot84) mentie van heb gemaakt, bestaen mede soo wel inde Vlieg als inde mug uijt rings gewijse deeltgens. Ga naar margenoot+Seeker Doctor tot mij seggende, dat veele koorsige Luijden die de Salvolatile OliosumGa naar voetnoot85) gebruijkt hadden, gans daer door genesen waren, om redenen dat de Salvolatile Oliosum het bloet seer vlug, enGa naar voetnoot86) dun maakt. Jk heb dan voor genomen omme de Sal: Oli; met bloet te vermengen, om was het mogelijk te konnen sien, wat werkinge, deselvige op het bloet te weeg bragt, hebbende dan met een naalde in mijn vinger gesteken, ende dat uijtkomende bloet aenstonts vermengt, de eene tijt twee maal soo veel bloet als Sal: Oli: en op een ander gelijke quantiteit, soo bloet als Sal: Oli: Dit vermengde bloet, nam aenstonts een blijderGa naar voetnoot87) roode | ||||||||
entire wing); ABC are the feathersGa naar voetnoot52), and ADEC are the little hairs on the membrane. Ga naar margenoot+I also took the flesh from the legs of the little flies and saw that the flesh-strings are not different in structure from those of the flea, the louse and the gnat, described by me above. The vessels mentioned by me in the letter referred to aboveGa naar voetnoot53), consist of ringshaped particles, both in the fly and in the gnat. Ga naar margenoot+A certain physician told me that many people suffering from fever were entirely cured after having taken Sal volatile oleosumGa naar voetnoot54), because Sal volatile oleosum makes the blood very quick and thinGa naar voetnoot55). So I resolved to mix the Sal volatile oleosum with blood, in order to discover, if possible, its action on blood. Having pricked my finger with a needle, I at once mixed the blood that flowed out, taking this time twice as much blood as Sal volatile oleosum and another time the same quantity of blood and Sal oleosum. This mixed blood immediately took a brighter colour, like blood mixed | ||||||||
couleur aen,Ga naar voetnoot88) gelijk het bloetGa naar voetnoot89) doet, als het met gemeen waterGa naar margenoot+ vermengt is. Want wij moeten vast stellen (gelijk ik te meermaal heb geseijt) dat als tbloet uijt een ader komt loopen, en bruijn rootGa naar voetnoot90) of swart agtig is, datter dan geen andere redenen sijn, van desselfs swartagtigheijt, als dat de globulen bloet, die het bloet root maaken, met geen genoegsame dunne vogtigheijt, (die de doctoren weij van het bloet noemen) is versien.Ga naar voetnoot91) Jn dese eerste observatie, sag ik mijn bloet uijt de vinger soo bruijn root komen, als ik tot nog toe niet gesien had, dit geen agt slaende, ende des anderen daags wat hart arbeijdende, tot sweetens toe, wiert ik aen getast van een koorts, en gedenkende op de dikte van mijn bloet, stelde ik vast, dat sulks de oorsaak vande koors was, en daer bij was mijn urine boven gemeen, hoog geel van Couluer. Jk dagt dan aenstonts op middelen om mijn bloet dun te maken, gebruijkende daer toe seer heete the,Ga naar voetnoot92) waer door mij de koors verliet, maer om dat mijn | ||||||||
with ordinary waterGa naar voetnoot56). For we must bear in mind that (as I haveGa naar margenoot+ several times said) when blood flows from a vein and is red or blackish, there is no other cause of its blackishness than this: the globules of blood which make the blood red, are not sufficiently supplied with a thin fluidGa naar voetnoot57), called serum by the physicians. On the occasion of my first observation, I noticed that the blood flowed so dark-red from my finger as I had never seen till then. Not paying any attention to this and working very hard the next day so as to sweat, I had an attack of fever. Remembering the thickness of my blood I concluded that this was the cause of my fever. Besides my urine was uncommonly dark yellow. I at once thought of means to make my blood thin. For this purpose I used very hot teaGa naar voetnoot58), with the result that the fever left me; but because my urine was a | ||||||||
urineGa naar voetnoot93) hoog geel was, continueerde ik drie dagen agter een, soo voor als na de middag het the drincken, als mede dronk ik tusschen beijden, schoon ik geen dorst had, smakelijk kleijn bier,Ga naar voetnoot94) mijn spijs was in die tijt weijnig, en ik ontsag mij niet, des avonts kleijn gesneden endivie voor mijn salade te eeten, daer veel olij en weijnig edik over was. op den vierden dag, had mijn urine weder sijn natuerlijke couluer. Comende nu weder tot het hier vooren verhaalde vermengd bloet, dat alsGa naar voetnoot95) een weijnig gestaan hadde, veranderde het van couluer, en wiert bruijnder root, dat nogtans doorschijnender was, dan in het eerste, dese veranderinge, geschiede eerst, daer de Sal: Oli: het meeste was, en ging alsoo vervolgens voort, tot datGa naar margenoot+ het gantsche bloet, een andere couluer had aen genomen. Dit selvige door een goet microscope observerende, sag ik, dat de globulen bloet, meestGa naar voetnoot96) weg waren, en dat deselvige mij toe schenen, gedivideert te sijn, ijder in 6. distincte globulen.Ga naar voetnoot97) Jk heb dan genomen omtrent vier deelen Sal: Oli: en een deel bloet, ende dat soo ras als het mij mogelijk was, door een goet microscope voor mijn gesigt gebragt, om te sien de separatie vande geseijde globulen bloet, dieGa naar voetnoot98) eenige omtrent de tijt van 1/8 menuit,Ga naar voetnoot99) soo afgenomen waren, dat ik een groot onder scheijt aen deselve konde bekennen, en na verloop van omtrent 1/4 menuit tijts, waren deselve gans ontdaen,Ga naar voetnoot100) soo dat ik de globulen, wel uijt mijn gesigt quijt was, eer ik het konde merken. Jk sag eens 20 globulen bloet, redelijk | ||||||||
dark yellowGa naar voetnoot59), I continued three days running to take tea both in the morning and in the afternoon. Although I was not thirsty I also took from time to time a palatable small beerGa naar voetnoot60). I took little food at the time, but did not scruple to take at night some endive cut small with much oil and very little vinegar, by way of salad. On the fourth day my urine again had its natural colour. Returning to the above-mentioned mixed blood, I found that it changed colour after it had stood undisturbed for some time and became a darker red, although more transparent than in the first case; this change occurred only when the sal volatile oleosum preponderated; thisGa naar margenoot+ continued till all the blood had taken another colour. Observing this through a good microscope I saw that the greater part of the blood-globules had disappeared and that it seemed to me that they had split, each into six distinct globulesGa naar voetnoot61). I then took about four parts of Sal volatile oleosum and one part of blood and put it as quickly as possible before my eyes through a good microscope, in order to observe the breaking up of the said blood-globules, some of which had so decreased in size in about 1/8 of a minute, that I could distinctly see the difference; after 1/4 of a minute they had quite dissolved, so I lost sight of the globules before I was well aware of it. At one time I saw 20 blood-globules lying at some distance | ||||||||
wijt van den anderenGa naar voetnoot101) leggen, en wanneer ik die voor de tweede maal telde, waren daer maar 18 globulen, voor de derde maal tellende, zag ik maar 16 globulen, Jn somma, Jk telde soo lang, en misten doorgaensGa naar voetnoot102) globulen, tot datter maar 2. a. 3. bleven leggen, welke laaste haer eenigsintsGa naar voetnoot103) wat ontdeden, maer soo veel niet als de eerste,Ga naar voetnoot104) en ik kon meest doorgaens de kleijne globulen, die met haer sessen een globule bloet hadden uijt gemaakt, sien leggen.Ga naar voetnoot105) Dog het gene mij meest verwonderde, dat was dat eenige seer weijnig globulen, als in haer volle wesenGa naar voetnoot106) bleven leggen, en nogtans mij toe schenen, uijt 6, distincte globulen te bestaen. Dit siende, had ik int eerst gedagten, of dese globulen vet waren, maar om dat deselvige niet na de superfitie van het Nat dreven, heb ik het mij weder moeten ontgeven.Ga naar voetnoot107) Jk heb ook wel gesien, dat wanneer ik seer weijnig Sal:Oli: met het bloet hadde vermengt, dat de globulen bloet, alsdan haer gedaente behielden.Ga naar voetnoot108) Wat nu aen gaet dat de Salvolatile Oli: soo danige kragt soude behouden, dat deselvige in onse bloetvaaten, de globulen bloet souden ontdoen, en alsoo het bloet dunder maaken, is voor mij niet aennemelijk, maar uijt de verhaalde observatien, beeld ik mij in, of de Sal:Oli: gemengt sijnde onder de spijs, en gebragt sijnde inde Melk, en bloetvaaten, aldaer soo danige kragt niet mogt hebben, datter soo veel te samen stremminge van deelen niet en geschied, alsser anders wel doen soude, te weten, | ||||||||
from each other, and when I counted a second time there were only 18; counting a third time I saw only 16; in somma, I counted quite a time and every time I missed globules till only 2 or 3 were left, which dissolved slightly but not so much as the firstGa naar voetnoot62), and in most cases I could see the little globules lying there, which, the six of them, had formed one blood-globuleGa naar voetnoot63). But what astonished me most of all was that a very small number of globules retained their original form, yet it seemed to me that they consisted of 6 distinct globules. Seeing this I first thought these globules might be fat, but as they did not float on the surface of the fluid I dismissed this from my thoughts. I have also observed that, when I mixed the blood with a very little quantity of Sal volatile oleosum only, the blood-globules kept their original shapeGa naar voetnoot64). As regards sal volatile oleosum retaining so much power as to dissolve the blood-globules in our blood-vessels, thus making the blood thinner, I cannot accept this, but after the above-mentioned observations, I wonder whether the sal volatile oleosum after being mixed with the food and after having been conveyed into the milk- and blood-vessels, may not be so powerful there as to prevent such coagulation of particles as would take place otherwise; that is to say that not | ||||||||
datter soo veel globulen bloet, (die het bloet root maken) niet en werden gemaakt, en dat om die redenen, dan, het bloet dunder sijnde, desselfs omloop beter kan volbragt werden.Ga naar voetnoot109) Nademaal wij daaglijks sien, dat de brandende swavel, op de wijn soo danige kragt heeft, (dat de vaaten daer mede berookt werdende)Ga naar voetnoot110) dat de groove deelen,Ga naar voetnoot111) waar mede selfs de klaare wijn vermengt is, (die voor onse oogen verborgen sijn) bewaart voor tsamenstremminge, (dat onse wijnkoopers noemen, Arbeijen,Ga naar voetnoot112) Dog de swavel heeft soo danige kragt niet, datse de globulen die inde wijn alreeds gemaakt sijn, weder kan ontdoen.Ga naar voetnoot113) | ||||||||
so many blood-globules (which make the blood red) would be formed, for which reason the blood, being thinner, would be able the better to perform its circulationGa naar voetnoot65). Similarly we daily see that burning brimstone (with which the casks are fumigatedGa naar voetnoot66)) has such effect upon the wine that it keeps the coarse particlesGa naar voetnoot67) with which even clear wine is mixed (and which are invisible to our eyes) from coagulation (called ‘labour’ by our wine-merchants), but cannot again undo the globules already formed in the wine. | ||||||||
Ga naar margenoot+Mij is over eenige dagen ter hant gekomen, seeker boekje nu eerst in druk gegeven,Ga naar voetnoot114) waer in een doctor van ons lant stelt,Ga naar voetnoot115) datter een gisting in ons bloet is, even als een beslagen deeg,Ga naar voetnoot116) door gist, sout, en eijeren, enz: aent rijsen geholpen wert, als ook dat de gisting verwekt wert, door de logt, die op het bloet, voornamentlijk inde long speelt,Ga naar voetnoot117) en met deselve vermengt wert. Maar laten wij eens denken, wat al logt, dat wij met onse spijs neder swelgen, tot inde maag, die door de kneding van maag en darmen, wert gedivideert, in een groote menigte kleijne deelen (bovenGa naar voetnoot118) de logt die de spijs selver maakt.) die om de vastigheijt vande spijs, seer selden inde maag te saamen stremt, en wanneer sulks geschiet, ten keele somtijts wert uijt gedreven. Wat al logt het bloetGa naar voetnoot119) uijt de maag en darmen, soude moeten over nemen. Datter soo veel logt in ons bloet is,Ga naar voetnoot120) als wij begrijpen konnen, datter in warm water, wijn die niet en arbeijt, enz: is, is aenneme- | ||||||||
Ga naar margenoot+A few days ago a certain booklet, recently published, fell into my handsGa naar voetnoot68), in which a physician of this country proclaims that there is fermentation in our blood, just as batter is made to rise by yeast, salt, and eggs; also that the fermentation is caused by the air which acts upon our blood, especially in the lungs and is mixed with it. But let us consider how much air we swallow with our food, which thus reaches our stomach, and how it is divided into a great number of small particles by the action of the stomach and the intestines. Besides is the air made by the food itself, which, owing to the solidity of the food rarely forms a big bubble in the stomach; and if this happens it is sometimes forced out at the throat. Let us, I say, consider how much air the blood would have to take from the stomach and intestinesGa naar voetnoot69). It seems acceptable that there is so much air in our bloodGa naar voetnoot70) as we understand there is in hot water, settling wine, etc., supposing | ||||||||
lijk, soo wij dat logt mogen noemen,Ga naar voetnoot121) die jmmers in geen deelen bij de logt, die de gist in beslagen deeg maakt, kan vergeleken werden. Maar datter logt-belletgens in het bloet soude gemaakt werden, gelijk door gist, sout en eijeren, een deeg aent rijsen geholpen wort, is voor mij onbegrijpelijk, want soo eenige lugt bellen, gelijk in gistent deeg, bier, en wijn gemaakt wierden, soo beeld ik mij in, dat soo sij malkanderen maar quamen aen te raaken, in een souden stremmen, omGa naar voetnoot122) het vloeijende bloet dat voonamentlijk (!) inde arterien omtrent het Hert is, enGa naar voetnoot123) alsoo doorgaens een groote plaets lugt inde arterien beslaan, en altijt om haar ligte stof, na bovenen geplaast werden, en dus souden eenige groote bloet-vaaten, omtrent het Hert, wel niet anders als lugt in haer konnen hebben. Ten anderen, soo daar lugt belletgens int bloet waren, schoon duijsent milioenen kleijnder als een sant,Ga naar voetnoot124) die soude ik wel hebben ontdekt, in mijne menigvuldige observatien, die ik sedert 11. á. 12. jaren, omtrent het bloet, ende globulen inde selve gedaan heb. Wat mij belangt, ik kan alsnog geen andere making van het bloet begrijpen, als dat de deelen van onse spijs, door de continueele beweging soo in maag als darmen, soo kleijn ontdaen werden, dat wanneer die ontdaen deeltgens, inde vaaten komende, ende aldaar nietGa naar voetnoot125) hebbende als een sagte regte voortgang, te samen stremmen, of separeren van water en andere deeltgens, en dat dit deGa naar voetnoot126) gisting van het bloet is,Ga naar voetnoot127) | ||||||||
always that we can call airGa naar voetnoot71), that which cannot at all be compared with the air caused by yeast in batter. But to me it is inconceivable that air-bubbles are made in the blood in the way batter is made to rise by yeast, salt and eggs, for if any air-bubbles like those in fermenting batter, beer and wine were made, I fancy they would coalesce on merely touching each other owing to the flow of the blood that is found principally in the arteries near the heart, and I also imagine that they consequently would normally take up a large space in the arteries and, owing to their light specific weight would rise to the top, in consequence of which some of the large blood-vessels near the heart could hardly contain anything but air. Again, if there had been air-bubbles in the blood, though a thousand million times smaller than a grain of sandGa naar voetnoot72), I should certainly have discovered them in the numerous observations of the blood and the globules contained in it which I have made in the course of 11 or 12 years. I for one fail to understand how blood can be made except in this way, that parts of our food, owing to the constant action of both stomach and intestines, are dissolved into such minute particles that these, on entering the vessels and meeting there only a slow, straight flow, will coagulate or be separated from water and other particles; this I believe to be the fermentation of the bloodGa naar voetnoot73). Before this I compared this coagulation | ||||||||
Jk heb dese samenstremminge voor desen vergeleken, bij de globulen die int bier sijn, jn mijn missive van dato den 14e̳ Junij 1680. ende deselve geadresseert aende Heer Thomas Gale Secrs: vande Co: Soc: welke missive ik tot nog toe niet gesien heb, dat met den druk gemeen is gemaakt, inde Philosophical Collections.Ga naar voetnoot128) Hier hebt gij mijn Heer, mijne geringe Consideratien, en observatien, die ik voor dees tijt heb goet gedagt, mede te deelen, aen het Hooghweerdige Collegie die vande Coninklijke Societeit, Mijn onderdanig versoek is, of UEd: aen het geseijde Hoogweerdige Collegie, mijn alderonderdanigste dienst, gelieft te presenteren, en ik sal al de dagen van mijn leven blijven.
U:Hoogh Edelheijts ende het Hoogh-Edele College die vande Conincl.
[Mr. Leeuwenhooks letr. 22 Jan 82]Ga naar voetnoot129)
Hoog Edele Heer Christopher Wren.
| ||||||||
with the globules in beer in my letter dated June 14th 1680, addressed to Mr. Thomas Gale, Secretary of the Royal Society. Up till now I have not seen this letter published in the Philosophical CollectionsGa naar voetnoot74). These, Sir, are the trifling considerations and observations which I judge it proper to communicate to the Honourable College of the Royal Society. I humbly request you to offer my most trifling service to the said Honourable College and shall remain, in all the days of my life
the humble and obedient servant of your Honour and of the Honourable College of the Royal Society
Antoni Leeuwenhoeck.
To the Honourable
[Mr Leewenhooks letr 22 Jan. 82]Ga naar voetnoot75) |
|