Alle de brieven. Deel 3: 1679-1683
(1948)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendGepubliceerd in:Geen publicatie bekend. | |
Korte inhoud:Begeleidend schrijven bij den volgenden brief. | |
Letter No. 61.
| |
Published in:No publication is known. | |
Summary:Accompanies the next letter. | |
d'Heer Robert Hooke.
Delf den 14. junij 1680.
Mijn Heer.
Mijn laesten aen UEd: is geweest den 13. passado,Ga naar voetnoot1) inde welke ik in gesloten hadde een missive, geaddresseert aen het Hoogh Edele en Hoogh weerdige College vande Koninkl. Societeit, inde welke ik toonde mijne onderdanige dankbaerheijt, over de groote eer aen mij bewesen; als mede een missive aen UEd: mede Broeder de Heer To: Gale, inde welke een vervolg was van mijne voorgaende observatien. Hier nevens is ingeslooten, eenige observatien, geaddresseert aen voor̅n̅Ga naar voetnoot2) Heer volgens UEd: versoek, Jk wil hoopen datse UEd: sullen behagen, gelieft soo veel te doen, enGa naar voetnoot3) de Heeren PhilosophenGa naar voetnoot4) van mijnent wegen met een dankbaer gemoet te groeten, en ik ben en sal al de dagen van mijn leven blijven
Mijn Heer.
UEd: seer onderdanige en ten Hooghst Verobligeerden Dienaer
Antonj Leeuwenhoeck. | |
Mr. Robert Hooke.
Delft, June 14th 1680.
Sir,
My last letter to you was dated May 13th and enclosed a missive addressed to the Honourable Royal Society in which I gave expression to my humble thankfulness for the great honour conferred upon me, besides a letter to your colleague, Mr. Th. Gale, containing a sequel to my previous observations. In compliance to your request I enclose some observations addressed to the aforesaid gentleman. I hope you will like them. Please give my thankful greetings to the Philosophers. I am and shall remain to the end of my life, Sir,
Your very obedient and obliged servant,
Antoni Leeuwenhoeck. |
|