Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 3
(1845)–Anoniem Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren– AuteursrechtvrijS.[Sabasiesche Feesten.]SABASIESCHE FEESTEN. Deze mysteriën hadden den naam ontleend van het woord Sabasius, een bijnaam van bacchus, afkomstig van eene stad in Phrygië, waar zijne eerdienst was gevestigd. Ook van de Sabasiesche feesten was bacchus de hoofdpersoon. De Priesters of beambten dier mysteriën heetten besten; zij verzinlijkten in die mysteriën, welke des nachts werden gevierd, een tooneel uit het leven van een der goden, en deed men daarbij eene gouden slang glijden in den boezem van den Kandidaat. Die mysteriën bleven bestaan tot in den laatsten tijd van het Heidendom, maar waren toen zeer verbasterd, en van zoodanigen aard geworden, dat ze uit Rome werden geweerd, gelijk ze ook in Griekenland werden verboden. Desniettemin kwamen ze onder domitiaan, hoewel voor korten tijd, in Rome weder ten voorschijn; de kreten waren dezelfde, als in de Orphiesche feesten. Zie dat Art. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sackville (Thomas)]SACKVILLE (Sir THOMAS) was Grootmeester der Bouwlieden in Engeland, onder Koningin elizabeth (zie dat Art.), van 1561-1567. Sedert den dood van eduard VI (1553), tot de benoeming van sackville, had de Broederschap geen eigenlijken Patroon of beschermer gehad, waarvan vermoedelijk de oorzaak moet worden gezocht, in het overwigt van het katholicisme in Engeland, na den dood diens vorsten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Saksen. (Koningrijk)]SAKSEN. (Het KONINGRIJK) Ofschoon Saksen in het midden van Duitschland gelegen, ook het middelpunt van een groot gedeelte van den Europeschen handel is, en zich ten gevolge daarvan, ook meer dan eenige andere Duitsche Staat steeds veelal aan het hoofd heeft geplaatst van elken zedelijken vooruitgang, heeft de V∴ M∴ zich in dat land nooit mogen verheugen, in de uitdrukkelijke en openbare bescherming van de zijde der regering. Desniettemin is zij, daar te lande, sedert hare invoering stilzwijgend geduld, en is er nimmer verboden geweest. De Loges in Dresden en Leipzig (zie die Art.), behooren tot de oudste in Duitschland, ook op andere plaatsen, in het voormalige Keurvorstendom Saksen, ontstonden verschillende Loges, die onafhankelijk van elkander waren, en zelfs als Moeder-Loges nog andere, even zeer zelfstandige Loges oprigtten. Nogtans werden ook eenige door uitheemsche Loges, vooral uit Berlijn, gekonstitueerd en aan deze onderworpen. Eerst in 5812 heeft zich de Groote Lands-Loge van Saksen gevormd. Omtrent de vroegste geschiedenis der Saksiesche Loges, welke, om haren invloed op vele Loges in Duitschland, zeer gewigtig is, zijn de berigten gebrekkig en niet wel te vertrouwen. Voornamelijk is dit toe te schrijven aan de omstandigheid, dat, toen de Prins xaverius, na den dood van den Keurvorst frederik christiaan (1763), de regering aanvaardde, de meeste schrifturen der Loges, uit vrees voor eene mogelijke vervolging van de zijde der regering, verbrand, of door enkele Broeders op plaatsen werden verborgen, van waar zij niet weder ten voorschijn kwamen. In het archief der L∴ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zu den drei Schwerdtern, te Dresden, worden, wel is waar, de oudste Notulenboeken van 5741 en volg. bewaard, maar deze verbreiden weinig licht over de geschiedenis der Loges te Dresden, en kunnen alleen dan dienen, als men de enkele opgaven met de schriftelijke berigten in de jaarboeken van andere Loges kritiesch vergelijkt. Volgens het zeggen van sommigen, zouden reeds in 1736 sporen worden gevonden van het bestaan der Orde in Saksen. Althans was in 1737 door Lord darnley, Gr∴ M∴ van Engeland, een patent afgegeven aan hendrik willem van marschall, als prov∴ Gr∴ M∴ voor Opper-Saksen (zie het berigt van Br∴ zacharias, in die erste Säcularfeier der ger. und volk. St. Joh. Loge zu den drei Schwerdtern, im Or. Dresden, am 6 Januar 1840; Dresden 1840, 8vo. bl. 29), en was er in 1738, bij breitkopf, een weekblad verschenen, onder den titel van: Der Freymaurer. In 5738, zou naar men wil, Graaf rutowsky (zie dat Art.), te Dresden, den eersten grond hebben gelegd tot verbreiding der K∴ Kunst, door het stichten der Loge aux trois Aigles blancs, te zamen met de BB∴ d'albedyll (later reg∴ M∴), d'arnett, de suhm en d'écombes, Sekretaris der Fransche ambassade. In die Loge werden de inwijdingen begonnen met de Graven van beichlingen en van bellegarde, Baron van tanner en de Heeren d'elbée en de belleville: weldra meldden er zich zoo vele personen aan, dat er eene nieuwe Loge werd gevormd, onder den naam van: les trois Glaives d'or, in welke men in 5741 omtrent vijftig leden telde. In 5741 (15 Feb.), werd de Loge aux trois Cygnes gesticht, maar vereenigde zich die weldra met de Loge zu den drei goldenen Schwerdtern tot eene Groote Loge, welke den Graaf rutowsky, tot Gr∴ M∴ van Saksen verkoor. Tot ged. Gr∴ M∴ werd eerst de B∴ d'elbée, en later de ijverige Br∴ von vieth benoemd. Door dien Gr∴ M∴ werden vervolgens een viertal Loges gekonstitueerd, waaronder de bekende Loge zu den drei Reissbrettern, te Altenburg. Of hij echter ook eene toen bestaande Loge te Wittenberg hebbe gekonstitueerd, is evenmin zeker bekend als haar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naam, duur en den naam harer leden. In het jaar 5746, moeten er onder de BB∴ twisten hebben plaats gehad, althans het Notulenboek van de Loge berigt: dat Graaf rutowsky, aan de zu den drei Schwerdtern, op nieuws zijne bescherming beloofde, ten einde de oneenigheid der Leipziger uit den weg te ruimen. Niet onwaarschijnlijk liepen de twisten over het bearbeiden der toen nog nieuwe Schotsche graden, welker invoering, in alle landen, het sein tot hevige twisten is geweest. Immers in denzelfden tijd, vinden wij in echte bescheiden vermeld, dat de Minerva, te Leipzig, tot hiertoe slechts de drie graden bearbeid hebbende, op het denkbeeld kwam, in haren schoot eene Schotsche Loge op te rigten, welke 20 November 5747 haar eerste bijeenkomst hield. Van dat oogenblik bestaat er eene volstrekte gaping in de bescheiden, tot in 1759. Intusschen had men echter van de zijde der aanhangers en voorstanders der dusgenaamde Riddergraden niet stil gezeten, maar was door den beruchten Br∴ von hund, op den 5den September 1755, eene Loge der Strikte Observantie, te Leipzig gekonstitueerd, onder den naam: zu den drei Palmen, welke meest uit militairen bestaande, bij het uitbreken van den zevenjarigen oorlog (1756) weder te niet ging. Later nam de Loge Minerva (tot hiertoe zum Zirkel), den bijgevoegden naam aan zu den drei Palmen, bij gelegenheid dat zij zich vereenigde met de Loge zu den drei Palmen. De twisten duurden echter tot in 1772, toen de
Minerva zum Zirkel uiteen ging, en alle gereedschappen afstond aan de Minerva zu den drei Palmen. Deze laatste nam nu de Strikte Observantie aan, en voegde bij de eigenlijke V∴ M∴ nog den Schotschen graad, het Noviciaat en den Riddergraad, welke de drie eerste graden volstrekt beheerschten. Het eerste Kapittel werd in 5767 (16 Maart) gehouden, waarbij de BB∴ hunne ridderlijke bijnamen ontvingen. Zoo lang nogtans de Tempelgraden en het graden-systeem daar heerschte, bestond er ook geen duurzame vrede, waarvan men menigvuldige bewijzen vindt, in het werkje, getiteld: Geschichte der Loge Minerva zu den drei
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palmen, im Orient Leipzig, und Beschreibung ihrer Sücularfeier, am 20 März 5841, Leipz. 8vo. 89 seiten. In 5762, nam ook de Loge zu den drei Schwerdtern, te Dresden, welke tot hiertoe geene Konstitutie had bezeten, het systeem der Strikte Observantie aan, en kreeg toen eene Konstitutie, gedagteekend 25 Augustus 5449, naar Tempeliers rekening (gelijk staande met 5 September 1762), welke Konstitutie, in het cijferschrift der Tempeliersgraden geschreven, nog aanwezig is. Deze Konstitutie scheen der nogtans niet krachtig genoeg; want men vindt vermeld, dat de reg∴ M∴, de Graaf van brühl, op den 26sten October 1765, inlichtingen gevraagd hebbende, omtrent hare stichting en oude Konstitutie, de Br∴ van vieth geantwoord had, dat de , ofschoon lang bestaan hebbende, nooit in het bezit eener Konstitutie was geweest; waarop er besloten werd, aan den H.E. Heer Ridder van de gouden Zon (karel eduard stuart), te bidden om het toestaan eener Konstitutie, met ancienniteit van 1738. In 1772 vereenigde die zich met de zu den wahren Freunden, welke hare Konstitutie van Weenen had ontvangen. Geene der Saksiesche , had zich door de toen elkander opvolgende onzinnige voorspiegelingen van hoogst gewigtige, te ontdekken geheime kundigheden meer laten slingeren, dan de
Leipziger Minerva, die achtervolgen de Strikte Observantie, het klerikaal systema en het Zweedsche stelsel aankleefde en verliet; doch hield zij zich vrij van de hooge graden, gedurende den zevenjarigen oorlog in Berlijn ingevoerd. Ook de Loge Balduin, te Leipzig, nam eene Konstitutie van zinnendorfs systeem (of van de Grosse Landes-Loge), gelijk ook de later met die Loge vereenigde werkplaats zur Linde. De Loge Apollo, te Leipzig, werd (5801) door de Loge te Regensburg gekonstitueerd. Deze begaf zich, gelijk ook de Balduin, later onder de Groote te Hamburg en nam eene Konstitutie van deze. Op de verschillende Duitsche Konventen, verschenen ook de Loges van Leipzig. De Loges te Dresden waren van die afdolingen meer vrij- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gebleven, en droegen zelfs bij tot ontmaskering van johnson en schrepfer. De kosten van het weeshuis, door de
die drei Schwerdtern, te Dresden, en Minerva, te Leipzig (zie dat Art.), in 1772-1774 in eerstgenoemde stad gesticht, bedroeg 6692 Thaler (f 12,000). De Loge die drei Schwerdtern werd ook tot vermeerderde weldadigheid in staat gesteld, door de erfmaking van Br∴ van leipziger, die haar zijn half vermogen naliet. De schorsing van de werkzaamheden der Loge te Dresden, in 1782, door het omverwerpen van de Strikte Observantie veroorzaakt, was reeds in 1785 geeindigd. In het jaar 1805 hadden zich de Saksiesche Loges onafhankelijk verklaard van elk Schotsch Direktorium. Zij schaften de hooge graden, nog bij haar in gebruik, af. Alleen de Loge Minerva behield haar Schotschen graad, niet, gelijk zij zich uitdrukt, dewijl zij eenige waarde aan dien graad hechtte, maar omdat de medeleden daarvan het bestuur der Loge vormen. Sedert 1829 is het zoodanig ingerigt, dat, zoodra de Loge iemand tot lid van dat bestuur verkiest, hij, zonder eigenlijke inwijding de mededeeling van dien graad ontvangt, als historiesche toelichting, en dus louter formulier. Het Saksiesche Gr∴ O∴, te Dresden in 5812 gevormd, en waartoe de overige Loges in 1815 toetraden, heeft twaalf onder zijn gebied.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Saksen. (Hertogdommen)]SAKSEN. (De HERTOGDOMMEN) Daar te lande bloeit de V∴ M∴ voortdurend, en is er beschermd door de verschillende Vorsten, welke meestal zelve tot de Orde behooren, en daardoor niet slechts bijdroegen, haar aldaar een bijzonder aanzien te verschaffen, maar ook de Loges er toe bragten, voorzigtig te zijn in de keuze harer leden. Behalve in het gebied van Saksen-Coburg, waar nooit eene Loge heeft bestaan, telt men er: 1 In het Groot-Hertogdom Weimar, 1 te Weimar, 1 te Eisenach en 1 te Jena. In het Hertogdom Saksen-Gotha Altenburg, 1 te Gotha en 1 te Altenburg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het Hertogdom Saksen-Meiningen, 1 te Meiningen. In het Hertogdom Saksen-Hildburghausen, 1 te Hildburghausen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Salomo]SALOMO (Hebr. Schelomoh, dat is vredelievend, המלש; bij de Franken, Perzen en Arabieren Solyman), zoon van den Koning david en bathseba, geboren omtrent 1037 jaar voor christus geboorte, besteeg den troon in 1017, en stierf 975 jaar voor christus. Wijs en regtvaardig als regter, scherpzinnig als Koning, en in den hoogsten graad een beminnaar van pracht zijnde, werd hij zoowel doof zijn volk, als door al zijne tijdgenooten, bemind, vereerd en bewonderd. In de geschiedkundige overleveringen der Vrijmetselarij is salomo, als de bouwheer van den grooten en schoonen Tempel te Jeruzalem, een belangrijk persoon. In vele hoogere graden wordt zijn naam aan den R∴ M∴ gegeven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Salomo's Tempel]SALOMO'S TEMPEL. Is een hoofdvoorwerp in de nieuwere Maçonnieke Ritualen, weshalve ieder Vrijmetselaar diens ontstaan, wijze van bouwen, bestemming, enz. behoort te kennen, om de beteekenis van de zinnebeelden, met dezen in betrekking staande, ligter te begrijpen. Geschiedkundige ophelderingen en eene uitvoerige beschrijving vindt men 1 Kon: V-VIII en 2 Kron: II-VII. In josephi, Antiqq. iud. et de bello iud. Lundius, Joodsche Heiligdommen, en vooral Rabbi jac. jehuda leonis, de templo hierosol. ex ebraeo latine, rec a joh. sauberto, Helmaest, 1665, 4to. Zie hier in het kort de geschiedenis volgens noorthougk: David, Koning van Israël, had, gedurende zijne oorlogen met de Kanaäniten, geenen tijd, met zijne gildegenooten, of diegenen, welke hem zijn standvastige vriend en bondgenoot, Koning hiram van Tyrus, had toegezonden, handen aan het werk te slaan; want bijna zijne geheele regering was eene onafgebrokene reeks van oorlogen, moeijelijkheden en ongelukken. Doch toen hij ten laatste (in 1042 voor christus), de stad Jebus en de vesting Sion aan zijne vijanden ontnomen had, stelde hij gildelieden aan, om de wallen en openbare gebouwen, voornamelijk in Sion, waar hij zijn zetel vestigde, te verbeteren en te verfraaijen. Daarom werd Sion, naar hem, davids stad genoemd. Ook bekwam toenmaals het oude Jebus den naam Jeruzalem. Daar hem intusschen de eer ontzegd was geworden, den bedoelden Tempel te bouwen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dewijl hij een bloedmensch was (man of blood, d.i. dat hij zijne handen te veel met bloed bezoedeld had door zijne oorlogen), zoo verzamelde hij, door jaren en zwakheid des ouderdoms ter neder gedrukt, en met een voorgevoel van zijn naderend einde (in 1015 voor christus geboorte), de hoofden zijns volks, en maakte hun zijne bedoelingen bekend, tot het stichten van een prachtig gebouw, ter bewaring van de Arke Gods, waartoe hij groote voorbereidselen gemaakt, en eenen onmetelijken voorraad van rijke stoffen had bijeengebragt, zoowel als plannen en menigvuldige bepalingen omtrent de inrigting er van. Daar hij zich intusschen had onderworpen aan den Goddelijken wil, dat dit groote werk door zijnen zoon salomo volvoerd zou worden, zoo vorderde hij van hen, salomo in een zoo loffelijk plan te ondersteunen. Kort daarop stierf david, in het zeventigste jaar zijns ouderdoms, hebbende zeven jaren te Hebron over het huis van Juda, en drie en dertig jaren over al de stammen geregeerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Koning salomo zendt Koning hiram zijnen groet.Hiermede worde het u kond gedaan, dat mijn vader sedert langen tijd willens was, den Heer een Tempel te bouwen. Dewijl hij echter aanhoudend in oorlogen was gewikkeld, en zich genoodzaakt zag, zijne vijanden af te slaan en ze cynsbaar te maken, alvorens hij aan dat groote en heilige werk kon denken, zoo heeft hij het voor mij overgelaten, het in vredestijd zoowel te beginnen, als te eindigen, naar het voorschrift en de voorzegging van den almagtigen God. Gezegend zij zijn groote naam voor de tegenwoordige rust in mijne Staten! Met zijn' genadigen bijstand zal ik nu alle middelen, welke mij de mij gegunde vrijheid en ruimte van tijd ter bevordering daarvan gunnen, aan Zijne eer en aanbidding wijden. Dierhalve rigt ik mijn verzoek tot u, dat gij eenige van uwe onderdanen zendt, om eenige mijner dienaren te verzellen naar den berg Libanon, opdat zij dezen bijstaan in het vellen der boomstammen voor dat gebouw; want de Sidoniërs verstaan dat beter dan wij. Daarvoor zal hun alle arbeidsloon, door u gepast geoordeeld, worden uitbetaald. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Koning hiram aan Koning salomo.Niets kan mij meer welkom zijn, dan te vernemen, dat de regering van uwen gezegenden vader, door Gods voorzienigheid, in de handen van een zoo voortreffelijken, wijzen en deugdzamen opvolger is gekomen. Zijn heilige naam zij daarvoor geprezen! Datgene, waarover gij schrijft, zal met de grootste zorgvuldigheid en geneigdheid geschieden, daar ik bevel wil geven, dat er zoo vele der schoonste ceder- en cypressenstammen geveld en uitge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voerd worden, als gij noodig zult hebben. Mijne lieden zullen ze aan uwe zeekust brengen, en ze daar overschepen naar de haven, door u aan te wijzen, waar zij kunnen worden afgeladen, om dan door uwe eigene lieden naar Jeruzalem te worden vervoerd. Dien ten gevolge zullen wij ons zeer door u verpligt achten, indien gij ons in ruiling zoodanige lading graan wildet toestaan, als u behagelijk ware; want aan deze waar hebben wij eilanders het meeste gebrek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
volmaakte der zaligheid zinnebeeldig wordt voorgesteld. Gelijk buitendien de gedaante van eenen vierhoek bij het bouwen de meest vaste is, zoo moet deze vorm des heiligdoms, de bestendigheid, den duur en het eindelooze des hemels beteekenen. De muur om den voorhof, of dien der Heidenen, was 7700 voet in den omtrek, en de gezamenlijke hoven en vertrekken konden 300,000 menschen bevatten. Het geheel was versierd met 1453 kolommen van Parisch marmer, welke of gesneden, of slakvormig uitgehold waren, benevens met 2906 pilaren, met prachtvolle kapiteelen versierd, en ongeveer het dubbel aantal vensters. Het Heiligdom was met massief goud overtrokken, met beeldhouwwerk versierd, en met diamanten en kostbare edelgesteenten bezet. Geen bouwwerk konde in vergelijking met dezen Tempel komen, zoowel ten opzigte van zijne juiste evenredigheden, rijkdom, als sierlijke bouworde, bestaande hij, behalve uit den eigenlijken Tempel, uit tallooze vertrekken voor Koningen en Vorsten, voor het Sanhedrin, voor de Priesters en Levieten enz.; hebbende insgelijks een voorhof voor de Heidenen, dewijl de Tempel een bedehuis was voor alle volken. Het gezigt des Tempels overtrof in eenen hoogen graad alles, waarvan men zich eenigzins een denkbeeld kan vormen, gelijk men dien Tempel altijd voor het sierlijkste stuk der bouwkunde ter wereld, zoowel van vroegere als van latere tijden, gehouden heeft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Samotracië (Mysteriën van)]SAMOTRACIë (De MYSTERIëN VAN) waren, even als die der Dactylen, uit Fenicië (zie dat Art.) afkomstig en aan adonis gewijd. Volgens deze mysteriën was een der vier Kabiriesche goden Axieros, Axiokersos, Axiokersa en Kadmilus, en wel de laatste, omgebragt door zijne Broeders, welke op de vlugt waren gegaan, en zijne schaamdeelen in een korfje of cistus hadden medegenomen. Die mysteriën verzinnelijkten den allegorieschen moord van kadmilus. De Kandidaat, welke een olijfkrans droeg, stelde kadmilus voor. Deze mysteriën waren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nog in het achttiende jaar der tegenwoordige tijdrekening zeer vermaard. en zelfs germanikus wilde er zich doen inwijden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sardinië]SARDINIë. Zie piemont. Even als in andere Italiaansche landen verbood men ook hier, naar aanleiding der Pauselijke Bullen, de vergaderingen der VV∴ MM∴. In 1739 had de G∴ L∴ van Engeland (van de Modern Masons) eene G∴ Provinciale L∴ voor de Sardiniesche Staten gekonstitueerd, welke later als zelfstandige G∴ L∴ den titel aannam van Direktorium der V∴ M∴ in Lombardije, en in 1788, na een nieuw en scherper verbod der V∴ M∴, al hare magt en regten aan de Schotsche L∴ de la Sincerité, in Chambery afstond. De Koningen victor amadeus III en victor emanuel hernieuwden het verbod der V∴ M∴, door de Edikten van 20 Mei 1794 en 20 Mei 1814. Het laatste vindt men in het Italiaansch en Fransch bij thory, Acta Latomorum, T. II. p. 233-235. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sayer (Anton)]SAYER (ANTON) was de eerste Gr∴ M∴ der Gr∴ van Engeland van de Modern Masons, van 24 Junij 5717-5718. Volgens de Engelsche opgaven kwam Koning george I op den 20sten September 1714 te Londen aan. Op dat oogenblik miste de Broederschap een patroon, daar Sir christoffel wren oud en zwak was, en de nieuwe Koning niet tot de Orde behoorde en de landtaal niet verstond. Men achtte het daarom noodzakelijk, een nieuwen Gr∴ M∴ als middelpunt der vereeniging te benoemen. Dien ten gevolge werd er (Februarij 1717) eene bijeenkomst gehouden door de Loges the Goose and Gridiron, the Crown, the Apple-tree, the Rummer and Grape en eenige oude BB∴, in de herberg de Appelboom, in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
welke men eene Groote Loge daarstelde, met besluit, alle drie maanden eene vergadering van Officieren te doen plaats hebben, en op de jaarlijksche vergadering het Ordefeest te vieren en een Gr∴ M∴ uit hun midden te kiezen. Inderdaad werd ook op den 24sten Junij 1717 eene zoodanige vergadering in de herberg de Gans en de Rooster (St. Pauls Churchyard) gehouden, waarbij het feest der vrije en aangenomen (free and accepted) Metselaren werd gevierd. Vóór het banket stelde de Voorzitter den BB∴ eene lijst van Kandidaten voor, waaruit de BB∴ anton sayer tot Gr∴ M∴ verkozen, wien de vergaderde BB∴ hulde bewezen en trouw beloofden. Zijne Groot-Opzieners waren jakob lamball, timmerman, en jozef elliot, Kapitein. De Gr∴ M∴ sayer beval den Meesters en Opzieners der verschillende Loges, alle drie maanden met de Groot-Officieren bijeen te komen, ter plaatse, waar hij hen zoude ontbieden. Op het Ordefeest van 5718 nam Br∴ sayer de stemmen op, en riep toen den Br∴ george payne (zie dat Art.), tot Gr∴ M∴ uit. In 5719 was sayer eerste Gr∴ Opz∴ onder den Gr∴ M∴ desaguliers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Scandinaviërs]SCANDINAVIëRS. De Kimbren, die zich 600 jaar voor christus in Scandinavië vestigden, bragten er de mysteriën der Druïden over. Om tot die mysteriën te worden ingewijd, was cr bij de Kandidaten een leertijd van wel twintig jaren gevorderd. Hunne mysteriën waren eene in allegoriën gehulde voorstelling der natuur, en ook in die mysteriën vindt men een edel wezen dat zich opoffert, of omgebragt wordt door het booze beginsel of een boozen geest. Dit omgebragte wezen heet er balder. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schebat]SCHEBAT. De naam der elfde maand van den Israëlitieschen almanak. Zie almanak, D. I. bl. 12. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schibboleth]SCHIBBOLETH (הלבש, korenaar) komt in de V∴ M∴ voor en ook in sommige hooge graden (Sch. R. 14e. gr. 1e. PW.). Het beteekent overvloed en vrede, of eene korenaar en een waterval. De slag werd in een korenveld geleverd. Dit woord diende tot ontdekking der vijanden, door de verscheidenheid in de uitspraak. Het was het wachtwoord van jephta, Regter der Israëlieten. Toen de stam van ephraïm oproerig was, maakte jephta zich meester van de oevers der Jordaan, over welke de Ephaïmieten moesten terugkeeren, en al degenen, die zich aan deze plaats vertoonden, en dit woord niet naar behooren konden uitspreken, werden als strijders van den vijand herkend, gedood en door de golven weggevoerd (Regt. XII:6). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schlicht, (Karel Frederik Lodewijk)]SCHLICHT, (KAREL FREDERIK LODEWIJK) Stads-Sekretaris te Berlijn, geboren 20 Julij 1749, overleden 18 October 1799, was reg∴ M∴ der Gr∴ Royale York, van 1795 tot aan zijnen dood. Hij is schrijver van de geschiedenis dier Loge, te vinden in het werk: die gute Sache der Frei-Maurerei in ihrer Würde dargestellt (Züllichau 1798. 8vo). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
filozofieschen geest herhaaldelijk ter dienst der Orde aan. In 1788 tot V∴ M∴ aangenomen, in de Loge Archimedes zu den drei Reissbrettern, te Altenburg, werd hij in 1801 gedep∴ M∴ en in 1806 reg∴ M∴. In een tijd, waarop de V∴ M∴ in Duitschland grootendeels in verstandelijke hoeijen lag, haar opgedrongen door allerlei dweepers en door misleiding, was hij regt ijverig werkzaam, zijne Loge daarvan vrij te houden, en hield zich daarbij overtuigd, dat men door eene kritiesche beoefening der V∴ M∴ tegen dwaalwegen kan worden bewaard. Hij werd belast met het schikken en uitgeven van het zeer gunstig bekende Konstitutieboek dier Loge, en voegde er een uiterst leerzaam aanhangsel bij, dat voor het grootste gedeelte zijn eigen werk was, en waarin hij over de vooral toenmaals sterke afdolingen sprak met eene helderheid en vrijmoedigheid, welke, bovenal in dien tijd, velen vreemd voorkwam. Verder schreef hij vele gewigtige bijdragen in het Journal fur Frei-Maurerei (Altenburg). Hij was het, welke het eerst in Duitschland het gewigt der Yorksche Konstitute betoogde, en er eene geauthentizeerde Latijnsche vertaling van aangeschaft hebbende, dit hoogst gewigtige stuk ook in het Duitsch vertolkte. Hij was het ook, die veel bewijzen bijeenbragt voor den zamenhang der V∴ M∴, met de Bouwkorporatiën der Romeinen en der Britten, onder de Romeinsche heerschappij, terwijl hij den bekenden schrijver Br∴ krause aantoonde, hoeveel zamenhang er was in de stellingen der schriften van vitruvius, met de kunstleer en de oudste inwijdingsgebruiken der middeleeuwsche Metselaars. Door Br∴ meisner, reg∴ M∴ der zu den drei Bergen, te Freiberg, gevraagd zijnde, of hij in de Schotsche graden ingewijd was, en wat hij er over dacht, antwoordde hij:Ik ben in al de hooge graden van zeker systeem voorlang ingewijd, en al de hooge graden van een ander systeem, gelijk ook de inwijdingen en de wetenschappelijke erkenningsgraden der Gr∴ Loge Royale York, ken ik door vertrouwde BB∴ even goed, alsof ik er ingewijd ware. Op deze wetenschappelijke graden, welke wij welhaast schriftelijk zullen ontvangen, verheug ik mij, ofschoon ik moet erkennen dat ze, gelijk ik die ken, van Schotsche Metselarij niet geheel gereinigd zijn. Over mijne overige | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hooge graden schaam ik mij. Daarom weet, behalve een enkel vertrouwd Br∴, hier ook niemand dat ik hooge graden heb. Ik deel het u mede, om u te overtuigen, dat ik de Schotsche Metselarij en het daaruit ontstane onheil des te meer tot op den grond heb doorzien, dewijl mij de gelegenheid niet heeft ontbroken tot opmerken en het maken van treurige overwegingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schootsvel]SCHOOTSVEL. (Het) In het Eng. the apron made of white skin, was oorspronkelijk zeer eenvoudig. Men zag het in de later ingevoerde hooge graden een groote rol spelen, en werd het daarin van allerhande kostbare stoffe vervaardigd en met goud en zilver geborduurd, ten einde een hoogen dunk te geven van den Maç∴ rang van hem welke er mede was bekleed. Van daar sloeg die zucht ook over naar de eigenlijke V∴ M∴, en wordt, in navolging van Frankrijk, thans ook in Nederland er meer werk gemaakt, om op deze Tabliers allerlei Maç∴ zinnebeelden in verschillende kleuren te stikken, of te borduren, hetzij in zijde, in taf, of in andere stoffen. Het is het hoofddeel der Maçonnieke kleeding, zonder welke geen Vrijmetselaar in de Loge mag verschijnen, en het zinnebeeld van werkzaamheid, ofschoon sommigen het als het beeld van betamelijke schaamte voorstellen. Ook de nieuw aangenomen Esseër kreeg een schootsvel (περίζωμα). Volgens de bepalingen van de Eng. Gr∴ L∴ behoort het Leerlings schootsvel te zijn van wit, glad lamsvel, 14-16 (Eng.) duim breed en 12-14 dnim lang, aan de onderzijde vierkant en zonder versiersels. Dat van den Gezel is voorzien van twee hemelsblaauwe rozetten, met linten van gelijke kleur. Dat van den M∴ met hemelsblaauwe voering en een boordsel van gelijke kleur, 1½ duim breed en op de klep met eene derde hemelsblaauwe roos. Geen andere kleur of versiersel wordt toegelaten, met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitzondering der Logeambtenaren, welke in het midden de zinnebeelden van hun ambt in zilver of in het wit geborduurd mogen hebben. Voor de reg∴ MM∴ en Gr∴ Off∴ zijn andere versiersels bepaald. Hier te lande is de kleur van het boordsel gelijk aan die der L∴ welke het uitreikt. Te wenschen ware het, dat de reg∴ MM∴ hier te lande waakten tegen de overtredingen der wet - te vaak geschonden - welke verbiedt met eenig kenteeken der hooge graden in de LL∴ der blaauwe of eigenlijke V∴ M∴ te verschijnen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schot]SCHOT. (De) In bijna alle Maçonnieke systema's vindt men in de opeenvolging der ingevoerde graden, met menigvuldige veranderingen in de gebruiken, éénen, die dezen naam voert. De hiervolgende artikels leveren daarvan een duidelijk bewijs op. In het Tableau van de Schotsche graden komen de volgende zinnebeelden voor, als: de Leeuw, het beeld der onverschrokkenheid, grootmoedigheid en standvastigheid. De Vos, het zinnebeeld van het verstand. De Aap bevalt door zijne hem eigene kunst van nabootsen. De Sperwer beteekent, door zijne snelle vlugt, de laatste eigenschappen van eenen Schot. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vragen voor den Schotschen Meester (volgens het systema van hund).Vr. Zijt gij een Schotsche Meester? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vr. Hoe veel zinnebeelden legt men eenen Schotschen Meester voor? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schot, (Groot-)]SCHOT, (De GROOT-) of groot-uitverkorene, volkomene oudmeester en verheven vrijmetselaar (Grand-Élu ancien, Maître parfait et sublime Maçon) of de groote schot van het heilige graf van jakobus VI, of de groot-schot van de volkomenheid, is de 14e. graad van het oud-Engelsche systema, uit Amerika naar Frankrijk overgevoerd, en de 20e. graad van het Mitzraïmietiesch systema te Parijs. Hij ontstond in 1747 en werd door den Pretendent uitgedeeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schot (Groot-) van den heiligen Andreas]SCHOT (De GROOT-) VAN DEN HEILIGEN ANDREAS van schotland (Grand-Écossais de St. André d Écosse, ou Patriarche des Croisades, Chevalier du Soleil, Grand-Maître de la Lumière), is de 29e. graad van het oud-Engelsch systema, uit Amerika naar Frankrijk overgevoerd, de 21e. van het Mitzraïmietiesche, de 6e. van het Schotsch-Filozofiesche te Parijs, de 10e. van de Uitverkorenen der Waarheid en de 5e. der Philaleten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schotland]SCHOTLAND. In dit deel van Groot-Brittanje geniet de Broederschap nog meer achting, dan in Engeland, welke in vele gelegenheden blijkt; en er wordt thans nog geen openbaar, eenigzins belangrijk bouwwerk aangevangen, waar de Groote L∴ door de bestuursmagten niet wordt uitgenoodigd tegenwoordig te zijn bij het leggen van den eersten steen. Zie verder kilwinning, maria's kapel, processie, roslin. De Groote Loge van Schotland, welke zich in 1736 vormde, toen willem sinclair van roslin 32 Loges bijeenriep, bij gelegenheid dat hij afstand deed van de erfelijke Grootmeesterswaardigheid, houdt zich uitsluitend bezig met het bestuur der Loges van de St. Jans-graden. Zie verder het Art. schotsche vrijmetselarij, bl. 243. De spanning, die vroeger tusschen de Engelsche en Schotsche Broederen heerschte, is gelukkiglijk opgeheven geworden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schotsch Filozofiesch Rituaal]SCHOTSCH FILOZOFIESCH RITUAAL. Zie rituaal. (het schotsch wysgeerig) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schotsch Gedeputeerd Meester]SCHOTSCH GEDEPUTEERD MEESTER. Zie meester. (de schotsche gedeputeerde) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schotsche Dames van het Hospitaal van den Berg Thabor]SCHOTSCHE DAMES VAN HET HOSPITAAL VAN DEN BERG THABOR. Zie dames (de schotsche) en maçonnerie d'adoption. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den, matigen zich veel aan en zijn de voorhoven van het klerikaal systema, en der echte Vrijmetselarij zoo vreemd, als alle andere hoogere graden. Dubbel schadelijk zijn zij echter in die der Duitsche systema's, waarin haar het opzigt over de Johannes-Loges zoowel, als over de kassen en de algemeene administratie, wordt toegestaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schotsche Nieuweling]SCHOTSCHE NIEUWELING (Novice) was in het Illuminaten-systema de 4e. graad, en de 2de graad der Orde van de Strikte Observantie. Zie ook het Art. systema. (kerkelijk) D. II. bl. 139. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schotsche Vrijmetselarij]SCHOTSCHE VRIJMETSELARIJ (De) is de naam, welke men aan de hoogere graden geeft, en van welke voorheen de Groot-Schot de hoogste was. Een van de eerste aanleidingen, om zoogenaamde hooge graden op de V∴ M∴ te enten, was de hoop van de aanhangers van den uit Brittanje verdreven Pretendent karel eduard stuart, om ze tot een middel te gebruiken, ter bereiking hunner politieke bedoelingen en het herstel van den Pretendent. Later hebben ook mystieken, alchemisten, enz. die graden gebezigd, om, door ze bij en tusschen de bestaande Schotsche graden te voegen, hunne leerstellingen te verbreiden en ingang te doen vinden. De schitterende insigniën en titels, aan de leden daarvan uitgedeeld, droegen veel bij tot de verspreiding. Toen men had gezien, dat die graden ingang hadden gevonden, ging men in Duitschland op denzelfden voet voort, en maakten er geestdrijvers en heerschzuchtigen van den naam dier graden gebruik, om hunne stelsels, met het Schotsche vermengd, ingang te doen vinden. Zie de Art. clermont, graad, herodom van kilwinning, hooge graden, jakob II en jakob III (Koningen van Groot-Brittanje), johnson, observantia stricta en lata, rosa, schot, (getrouwe) starck en zinnendorf. Het beroemde Altenburgsche Konstitutieboek zegt er (Afd. I, Hoofdstuk 2) het volgende van: De echte St. Jans V∴ M∴ kent slechts drie graden, en voleindt de V∴ M∴ door het mededeelen van den Meesterrang. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vierde graad, door eenigen daaronder geteld - en die heete nu volkomen of uitverkoren Meester, enz. of zij ook een voorgewende Riddergraad - is een onechte graad, door de Schotsche V∴ M∴ aan de St. Jans V∴ M∴ opgedrongen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werd een Schotsche leeuw gevormd - Bérwick stond nu ook in geheime verstandhouding met Lord berkeley, in Engeland. De oude Hieroglyfen werden veranderd en nieuwe ceremoniën uitgedacht, en men arbeidde voort, met het doel, jakob II in Engeland te herstellen, en er de Protestantsche godsdienst te onderdrukken. De Hoofd-Loge bevond zich in een gewelf, onder het profes-huis der Jezuïten, te Parijs. Jakob II werd in die Loge ingeleid, en Pater lachaise (biechtvader van lodewijk XIV, en dezelfde naar wien het beroemde kerkhof te Parijs is genoemd) sprak hem daarbij met eenige in dat werk aangehaalde orakelachtige woorden aan. In deze Orde, door de Jezuïten uitgevonden, was de dolk het symbool van den hoogsten graad. De Ridder van den Dolk heette: Chevalier Kadosch. De volgende graad had tot Orde-teeken een Moeder-Godsbeeld met het Christuskind, en het omschrift: J.H.S. In een' anderen, en wel klerikalen graad, ziet men een monnik afgebeeld, die in de eene hand den gifkelk, en in de andere een dolk houdt, met het onderschrift: Je dois tout à ma religion, en aldus: ‘Ik moet voor mijne godsdienst niet slechts alles lijden, zelfs elken dood;’ maar ook: ‘ik moet voor haar alles onderstaan, zelfs elke misdaad.’ Het geheele geheim dezer Orde bestond in niets anders, dan in het vermoorden van willem III. De Chevalier Kadosch ontving een dolk en zwoer, als hij daartoe werd opgeroepen, te velde te trekken, en zich elk middel te veroorloven tot het bedwingen van de vijanden der Orde. Hij ontving de verzekering, dat, bezigde hij den dolk, jakob II hem koninklijk beloonen en boven al het volk zou verheffen. In het opgenoemde werkje worden daaromtrent de volgende echte stukken medegedeeld: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat het geene misdaad zij, zelfs niet eens eene zonde voor welke geboet dient te worden, het onregtvaardige bloed te vergieten van een kettersch vorst of van eene kettersche vorstin, die de Staten in verwarring brengen. Dien ten gevolge draag ik hem de last op, alle personen in Engeland en elders, welke zich tegen zijn doel verzetten, te verbranden of om te brengen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zie verder de Art. frankrijk, waar men op bl. 242 de opgave der graden vindt, herodom, hooge graden en oppergraden, als ook stelsel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schotten. (Getrouwe)]SCHOTTEN. (De GETROUWE) Les Écossais fidèles, of la Rite de la vieille Bru, is een stelsel, dat slechts in het zuidelijk Frankrijk was verbreid, en welks aanhangers voorgeven dat het in 1747, door den Pretendent (karel eduard stuart) is gesticht, gedurende zijn verblijf te Toulouse, uit erkentelijkheid voor het goed onthaal, van de VV∴ MM∴ dier streken ondervonden. Het bestond uit negen graden, van welke de vier eerste, zijnde de eigenlijke of symbolieke V∴ M∴, benevens een toegevoegde graad, het eerste, de vier volgende graden, de V∴ M∴ der kruistogten, het tweede en de laatste graad, of zoogenaamde wetenschappelijke V∴ M∴ het derde kapittel vormen. Zie daarover meer bij thory, Acta Latomorum, T. I. p. 306. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schouten, (J.)]SCHOUTEN, (J.) gedeputeerd Grootmeester Nationaal voor de symbolieke graden en reg∴ M∴ der Loge la Flamboyante, te Dordrecht. Deze Br∴, nog levend en ten nutte der Broederschap werkzaam zijnde, zullen wij slechts zoo veel zeggen, als volstrekt onmisbaar is tot aanvulling van eenige andere artikelen van ons werk. Als schrijver heeft hij zich allergunstigst doen kennen, door zijne Maç∴ geschriften, b.v. de Lierzang, getiteld: de eer der Vrijmetselarij gehandhaafd (1824), zijne Ode op het huwelijk van den H∴ E∴ Gr∴ M∴ Nat∴ Prins frederik der Nederlanden (1825), enz. maar vooral door zijn werk: de Vrijmetselarij, een gedicht in drie zangen, waarvan de eerste druk in korten tijd uitverkocht was, waardoor een tweede uitgave werd gevorderd, welke ook in 1819 (Rotterdam immerzeel, VI en 130 bl. gr. 8vo.) verscheen. In den derden zang drukt hij zijne Maç∴ belijdenis aldus uit: 'k Ben Metslaar, en dank God dat ik het ben geworden.
'k Was vlijtig: 'k heb gewerkt, en ken de Metselorden;
'k Heb haar geheimen en haar regels nagespoord,
En iedre vordering dreef mij begeerig voort;
'k Drong door tot in het hart van haar verborgenheden;
Ik zag de bronwel daar van deugd en reine zeden;
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En in haar tempelruim vond ik op iedren stap
Een oefenplaats van Kunst, een school van Wetenschap.
Toen heb ik, 't geen ik naauw dorst hopen, ondervonden,
En 'k hield met hart en ziel mij sinds aan haar verbonden;
Ja, als de ontrouwe tijd mijn brekend oog ontrent,
Dank ik den Hemel nog, dat ik haar heb gekend.
Om dien Br∴ een bewijs van achting en Br∴ verknochtheid te geven, kwamen eenige BB∴ op het denkbeeld, door hem, als scheeps-bouwmeester, een schip te doen bouwen, aan hetwelk den naam werd gegeven van de Broedertrouw, en dat van stapel liep op den 21sten November 1836, zijnde de 25e. verjaring zijner inwijding. Dit te water laten van het schip werd met plegtigheid gevierd. Br∴ schouten deed van zijne zijde toen een penning slaan (vermeld in het Art. legpenning, No. 6), welke hij de BB∴ ontwerpers van het plan en eigenaren van het schip, als bewijs van dankbaarheid aanbood; de medaille is gegraveerd door Br∴ schouberg, en verbeeldt op de voorzijde een roer, als zinnebeeld van het schip, met den naam Broedertrouw, en het anker der hoop, omgeven door twee allegoriesche takken. Op de keerzijde staat in een' lauwerkrans: Erkentenis voor Broedertrouw, XXI November MDCCCXXXVI. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schrepfer, (Johannes George)]SCHREPFER, (JOHANNES GEORGE) of, gelijk hij zich meestal teekende, schöpfer, geboren te Neurenburg, voorheen Pruissiesch huzaar en vervolgens koffijhuishouder te Leipzig, was een der onbeschaamdste bedriegers van al degenen, die de V∴ M∴ tot middel hunner bedoelingen hebben gemaakt. Na het openen van zijn koffijhuis in 1768, rigtte hij er eene zooge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naamde Schotsche Loge op, onder voorwendsel, van het echte opperhoofd der VV∴ MM∴ in last te hebben, het stelsel der Strikte Observantie, als loutere verbeelding, te vernietigen. Hij beschimpte de aanhangers daarvan, door op straat geworpen briefjes, en bedroog eene menigte menschen door zijne geestverschijningen en goochelarijen. Lang kon hij het echter niet volhouden: door geldelijke verlegenheid en uit vrees voor straf, doorschoot hij zich op den 8sten October 1774, te Rosenthal, bij Leipzig, in den ouderdom van 35 jaren. In den laatsten tijd zijns levens had hij den naam aangenomen van Baron van steinbach, en zich uitgegeven voor een' natuurlijken zoon van een' Franschen Prins en Kolonel in Fransche dienst, waaraan echter een einde kwam, door den Franschen Rezident marbois. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schrift-Metselaars]SCHRIFT-METSELAARS zijn die handwerksgezellen, welke in het bezit zijn van schriftelijke bewijzen. Zie het Art. metselaarsgroet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schröder, (Frederik Jozef Willem)]SCHRöDER, (FREDERIK JOZEF WILLEM) Doctor en Professor der geneeskunde te Marburg, geboren 19 Maart 1773, te Bilefeld, in het Graafschap Ravensberg, overleden 27 October 1778, had door chemieschen en alchemistieschen arbeid zijne gezondheid reeds vroeg geschokt en zijne verbeelding overprikkeld. Hij was een van die geleerden, welken de alchemie de hersens heeft verschroeid, en de paradoxen-zucht het hoofd op hol heeft gebragt. Langen tijd had hij reeds met menschen van gelijken aanleg in briefwisseling gestaan, toen de sluwe Jezuïten, met zijn karakter en neiging bekend geworden, op het denkbeeld kwamen, schröder tot hun werktuig te maken. Eerst ontving hij geheimzinnige brieven van onbekende personen, waardoor zijne verbeelding werd aangevuurd. Later bezocht hem een onbekende, die zich, tot zijne vreugde, bij hem als adept bekend maakte, en hem mededeelde, dat er onbekende in God levende vaders waren, welke een oog hielden op het groote werk, en zijne aanhangers en dezen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelukkig wilden maken. Dat zij hem hadden gadegeslagen, en welgevallen gevonden in hem en zijne nasporingen, om tot de geheimen der natuur door te dringen, en daar zij wisten, dat hij niet zeer van geluksgoederen was voorzien, zoo hadden zij hem voorshands vijftig dukaten gezonden, welke hij hem ter hand stelde. Daarmede moest hij in de eerste onkosten voorzien; later zou hij meer ontvangen. Dit laatste gedeelte der belofte werd echter nooit vervuld. De arme eerlijke bedrogen man was opgetogen en liep in den strik. Men maakte hem nu bekend met het bestaan van de Orde der Rozenkruisers. Hij moest die verbreiden, kreeg later herhaaldelijk opdragten, door een van onbekende personen, zoo het heette, de onbekende opperhoofden der Orde. Dit alles bragt hij, onder den hem opgegeven Alchemistieschen naam schwärzer, eerlijk en ijverig ten uitvoer, en baarde veel opziens. Bij zijne veelvuldige reizen waren de 50 dukaten spoedig verteerd, en had hij geen ander voordeel er van, dan de drie eerste der negen Rozenkruis-graden te bezitten. De receptiegelden, voor elken graad het drievoudige van den vorigen bedragende, moest hij langs een opgegeven adres aan de onbekende opperhoofden zenden. Men had hem veel beloften gedaan, maar deze gingen op eens te niet. Toen de onbekenden door hem hadden verkregen, wat zij wilden, vestiging der graden, en zij hem verder niet noodig hadden, of niet konden of wilden gebruiken, verloor hij, naar de kunsttaal der Rozenkruisers, op eens zijn Meester, dat is, op zijne brieven aan het opgegeven adres kwam geen antwoord. Dit nam hij zich zoo zeer ter harte, dat hij er bijna krankzinnig van werd, dewijl hij zich verbeeldde, dit door zijne zonden verdiend te hebben; die smart droeg dan ook veel bij tot zijn' vroegtijdigen dood. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schröder (Frederik Leopold. van)]SCHRöDER (FREDERIK LEOPOLD. Baron VAN) Pruissiesch Ritmeester, was lid der Strikte Observantie, onder den naam van Eustachius a Scarabeo, en een der clerici, of onbekende opperhoofden des stelsels, waar hij Dominicus heette. De Minister van wöllner zond hem, die daarom al zijne bezittingen in Mecklenburg verkocht, naar Rusland, omdat men zeide, dat het oud-Grieksche Kerk-Rituaal sterk overeenkwam met de V∴ M∴, en dat men het echte geheim bij de Grieken kon ontdekken. Zie verder het Art. wöllner. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Schubart, (Joh. Christiaan)]SCHUBART, (JOH. CHRISTIAAN) Edelheer von dem kleefelde, Geheimraad van den Hertog van Coburg-Saalfeld, geboren 24 Februarij 1734, overleden 26 April 1787, heeft zich in de Orde een naam gemaakt, door hetgeen hij, vereenigd met den Baron van hund, deed, tot grondvesting van het systeem der Strikte Observantie, waar hij den naam droeg van Eques a Struthione (Ridder van den Struisvogel). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hij was er Sub-Prior, en reisde Duitschland rond, om er het stelsel uit te breiden. Hij beproefde in Mentz, de Domheeren in die Orde op te nemen, en hen er toe te brengen, dat zij zich zouden verbinden, geen ander tot Keurvorst te kiezen, dan die Ridder der Strikte Observantie was. De Keurvorst kwam er achter en verijdelde zijn plan. Hij en die hem hadden gezonden, beproefden onophoudelijk, voorname personen tot de vereeniging over te halen, en schonken hun eertitels, prefekturen, mantels, prelaten hoeden, papieren stormhoeden en, naar gelang, ook pensioenen. Op den anderen kant plunderde men lichtgeloovigen uit. Schubart speelde toen aan het hof te Anspach eene ellendige rol, welke veel gerucht maakte. Eens daagde hij Prof. woog, te Leipzig, voor zich, en uithoofde deze, op last van den Baron van hund, te Leipzig eene Loge had opgerigt, veroordeelde hij als sub-Prior (de niet meer regtschapen johnson - zie dat Art. - was Groot Prior) Prof. woog tot dadelijke betaling van 250 thaler (f 450), als hij verder Ridder wilde blijven; en toen woog verklaarde, dit niet te kunnen doen, werd hij dadelijk vervallen verklaard van den Riddergraad en tot Socius gedegradeerd. Toen woog den naam noemde van den Engelschen Gr∴ M∴, zeide schubart: ‘Wat Gr∴ M∴, wij hebben er geen noodig, de Engelschen kunnen naar den duivel loopen.’ Zoo als dan daar ook alles gerectifieerd en op nieuws gewettigd moest worden, wat van de Eng∴ Gr∴ L∴ afkomstig was, terwijl schubart en zijne medestanders dit voor valsch verklaarden. De ellendigste personen werden aangenomen, als zij maar geld konden aanbrengen, dat met de receptiegelden enz., zoo het heette, moest dienen tot het vormen van een lijfrenten - of tontineplan, waaruit de Ridders de gelden hunner prefekturen, kommanderijen en prebenden zouden trekken, doch waarvan de hoofden zich groote traktementen toeeigenden. Om geld te slaan, bedacht men nog andere hooge graden in het klerikaal systeem. Doch die traktementen werden hun op het konvent te Kohlo, waar schubart niet dorst verschijnen, grootendeels afgenomen. Schubart met kundigheden begaafd, en zich goed kunnende voordoen, lokte velen, onder belofte, hen tot de echte bron der V∴ M∴ te zullen voeren. Dorst naar geld en eer, kortom, alle hartstogten der ligtgeloovigen werd gestreeld, en als hefboom gebruikt, om hen te winnen, en bij de hun toegestane eer en voordeelen de eigen beurs te spekken. Men kwam er eindelijk achter, dat het onbekende opperhoofd, voor wien groote sommen in rekening waren gebragt, niet bestond. Ook andere streken en listen werden ontdekt, zoodat de Strikte Observantie in hare naaktheid werd ten toon gesteld (de Pruissiesche Londes-Loge te Berlijn beoefent dien regel zoo vol onverdraagzaamheid nog) en zeer daalde. Schubarts lijk werd begraven in zijne statiekleederen, te weten: een wit kleed met een rood kruis, een rooden hoed met pluimen, den degen aangegespt, en laarzen met sporen aan de voeten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sekretaris]SEKRETARIS (De) eener Loge moet de Protokollen van de Logevereenigingen en de briefwisseling houden, certifikaten en andere akten afgeven, enz. Hij is meestal tegelijk zegelbewaarder. In eenige hooge graden wordt de Sekretaris Kanselier genoemd. In de Fransch-Schotsche hooge graden wordt hij Secretaire du Saint-Empire geheeten. Het kleinood van den Sekretaris is twee, kruiselings over elkander liggende pennen in zilver, voor den Groot-Sekretaris zijn deze in het goud. Volgens noorthouck was Br∴ willem cowper de eerste Gr∴ Sekretaris van de Eng∴ Gr∴ L∴ (mod. Masons), welke de leden (24 Junij 1723) tot de vergadering beschreef. Vroeger was dit door den Gr∴ Opz∴ anderson geschied. Bij de Engelsche Gr∴ L∴ volgt de Gr∴ Sekretaris in rang op de GG∴ Opz∴; in de Gr∴ L∴ van Nederland gaat de Gr∴ Redenaar hem vooraf. In de Ned. en Eng. GG∴ LL∴ staat de benoeming aan den Gr∴ M∴ Nat∴; in de Eng. Gr∴ L∴ heeft men een gesalarieerd Adj∴ Gr∴ Sekretaris, welke nogtans geen stem heeft; ook in de Nederl∴ Gr∴ L∴ is kortelings een zoodanige benoemd. Die post veroorzaakt meer moeite, en geeft meer bezigheden, dan al de andere posten, en vordert ook meer ijver en aanhoudenden arbeid. Met scherpzinnigheid, met strenge, onwrikbare regtvaardigheid behoort hij het verhandelde in zijne verslagen op te nemen, welke in later tijd de oorkonden zijner L∴ moeten uitmaken. Hierin mag hem niets afhouden, noch zucht tot gemak, noch de vrees van iets van zijn genoegen te verliezen, noch de begeerte van de hoogst geplaatste Officieren te believen, door eene onregtmatige daad, uit mogelijke eer- of heerschzucht voortgesproten, of geen verkeerd advies, door anderen ontzenuwd, met verzachtende bewoordingen te vergoelijken; hij is de man der wet en der regtvaardigheid; hij is, meer dan eenig ander Officier, de vraagbaak, en de spil waarop veel draait. Ten einde niets achterwege te laten, zorge hij, onmiddellijk na de vergadering, voor eene getrouwe redaktie der Notulen. En zijn lof ten deze is, dat er zoo weinig gegronde aanmerkingen mogelijk op kunnen vallen. Vaak in de noodzakelijkheid, stukken te stellen en uit te vaardigen, omtrent zaken, welke hij bestreden, en daarbij eene mee- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ning gehad heeft, strijdig met het gevoelen der meerderheid, zorge hij, dat het gestelde of uitgevaardigde stuk de meening der L∴, niet de zijne, uitdrukke. Hij verzoete het niet, omdat het gerigt is aan een' door hem boven velen beminden Br∴, en make het niet scherper, omdat het gerigt is aan iemand, wien hij geene bijzondere genegenheid toedraagt. Hij zij de man der wet, koel, regtvaardig en onpartijdig als deze; hij vergete persoonlijke gevoelens, en spreke als orgaan der vergadering. Elke afwijking van dien middelweg is een zedelijke ontrouw. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sekretaris, (Geheim-)]SEKRETARIS, (GEHEIM-) Secretaire intime, of Maître par euriosité, is de 6e. graad van den Raad der Keizers van het Oosten en Westen, van het zoogenaamd oud-Engelsche en ook van het Mitzraïmietiesch stelsel. Een der beide voorzittende BB∴ heet salomo, de andere hiram; er is een Kapitein en een Luitenant der gardes onder de Officieren; de BB∴ stellen salomo's lijfwacht voor. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sic transit gloria mundi]SIC TRANSIT GLORIA MUNDI (zoo vergaat de heerlijkheid der wereld). Deze uitroep wordt in vele systemas, bij de aanneming van eenen Leerling, als ook in de Rouw-Loges, gebezigd, als eene aanwijzing der nietigheid van ons aardsche bestaan. In het eerste geval worden deze woorden uitgesproken, wanneer men den Kandidaat, tusschen de beide Opzieners staande, op het bevel des achtbaren Meesters, vergunt, met zijne blikken door te dringen tot hetgeen hem vroeger verborgen was, en in het laatste geval, bij de herdenking aan het overlijden eens Broeders, als wanneer alles, zoo door de inrigting der Loge zelve, als door de houding der Broeders, en de behandeling der stof, welke de Redenaar zich ten onderwerp gekozen heeft, de nietigheid en vergankelijkheid van ons aanzijn aanduidt. Bij de begraving van eenen Engelschen Ridder van de kousenbands-Orde bedient zich de Wapendrager, op het oogenblik, dat het wapen met het lijk in het graf zinkt, gewoonlijk van deze woorden. Ook bij de krooning van een' Paus steekt de Clerico di Capella knielend eenig werk (vlas) aan, terwijl de Ceremoniemeester de woorden zingt: Sancte pater! sic transit gloria mundi. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sieraden eener loge]SIERADEN EENER LOGE. Hierdoor verstaat men de juweelen, tabliers en kordons van eenen graad. De achtbare Meester draagt aan eenen band het liniaal, de passer en den winkelhaak. De eerste Opziener het waterpas, de tweede Opziener het schietlood. De Sekretaris draagt twee kruiswijze pennen. De Schatmeester den sleutel. De sieraden eener Loge zelve zijn: de Mozaïeke vloer, de vlammende ster en het geslingerd koord; en verder: de Bijbel, de passer en de winkelhaak. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Soeurs (Loge des Neuf)]SOEURS (De LOGE DES NEUF) te Parijs, was eene der beroemdste Loges in Frankrijk, van 1770-1783, zoowel uithoofde harer uitstekende leden als om hare weldadigheid en schitterende feesten. Helvetius, lalande, voltaire, chamfort, mercier, vernet en andere beroemde geleerden en kunstenaren zijn door haar ingewijd. Desniettemin deed het Gr∴ O∴ van Frankrijk haar (19 Jan. 1779) in den ban, dat nogtans geene nadeelige gevolgen voor haar had. Zie het Art. parijs, bl. 130. Berigten over deze Loge vindt men in thory, Hist. du Gr∴ O∴ de France, p. 369-373. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Somerset. (Eduard Seymour)]SOMERSET (EDUARD SEYMOUR, Hertog van) voogd van den minderjarigen Koning eduard VI, en van 1547 aanvankelijk mederegent, en later Protektor van Engeland, was van 1549 Gr∴ M∴ der Bouwlieden, tot hij (22 Jan. 1552) onthoofd werd. Hij voerde de Protestantsche godsdienst in, en deed het paleis te Londen bouwen, dat thans nog Somerset-house wordt genoemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Spanje]SPANJE. In geen land ter wereld, hebben de VV∴ MM∴ zulke vreesselijke vervolgingen te lijden gehad als daar. Vroeger, dan naar Portugal, was de Vrijmetselarij hier gekomen; want reeds in den jare 1727 en 1728, gaf de toenmalige Engelsche Grootmeester Graaf van inchiquin en Lord coleraine toestemming tot het oprigten van Loges in Gibraltar en Madrid, en in den jare 1729, werd door Lord lowell, de Kapitein jakob cummerford tot Provinciaal Grootmeester van Andalusië benoemd. In het vervolg (1738), werd door Paus clemens XII eene Bul (zie het Art. bul) tegen de Vrijmetselarij gegeven, die in het volgende jaar nog met verbeurdverklaring der goederen en de doodstraf versterkt werd door den Kardinaal firrao. In het jaar 1740 gaf Koning philips V een scherp edikt tegen de Vrijmetselaren, waarvan een niet gering getal, in de gevangenis der Inquizitie geworpen, tot galei- en andere straffen veroordeeld werd. Daarom werd de Vrijmetselarij in Spanje echter niet geheel opgeheven, maar had zich, in het geheim, buitengewoon ver en tamelijk algemeen verbreid, toen zich eene giftige slang in het verbond indrong en duizenden ongelukkig maakte. Een zekere Pater torrubia, Inquiziteur van Spanje, liet zich in het jaar 1751, onder het opgeven van een valschen naam en beroep tot Vrijmetselaar aannemen, en na zich vooraf van den Pauselijken Groot-Penitentiar te hebben aangeschaft eene dispensatie en kwijtschelding van het houden van den af te leggen eed van geheimhouding. Nadat hij zich in de Orde de kennis verworven had, welke hij meende, hem dienstig te zijn, stelde hij eene aanklagt tegen de afschuwelijke instelling der Vrijmetselaren, welke hij, met eene uitvoerige lijst van de 97 in het Spaansche gebied bestaande Loges en hare Broederen, aan de Inquizitie overleverde, terwijl hij eindelijk een werk schreef, onder den titel van: Schildwacht ter bescherming tegen de V∴ M∴ In 1751 werd de Bul door clemens XII uitgevaardigd, vernieuwd door Paus benediktus XIV (van wien men zegt, dat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hij zich ook in het Vrijmetselaarsverbond had doen aannemen), zonder de Broederschap echter te vervolgen. Koning ferdinand VI was deels door deze nieuwe Bul, deels door de aanklagt van den Inquiziteur torrubia, genoodzaakt, de Vrijmetselarij, den 2den Julij 1751, op doodstraf te verbieden. Een voorbeeld van de wreede behandeling der overtreders van dit dekreet, vindt men in het vierde deel van llorente, Hist. crit. de l'Inquisition d'Espagne, Paris 1818, waar het verslag wordt medegedeeld van het proces van Br∴ tournon, in 1757. Na zoo vele gruwelen en zoo vele vervolgingen van de Inquizitie konden de Vrijmetselaren zich niet meer veilig achten, en ofschoon men zich sterk op de bevordering van licht en kennis toelegde, durfde men niet openlijk arbeiden, totdat Frankrijks troepen, op napoleons bevel, in den jare 1807, Spanje binnen rukten, en het land in bezit namen. Van dien tijd af begon de Vrijmetselarij in Spanje weder vorderingen te maken, en voornamelijk na de troonsbeklimming van jozef napoleon, die Grootmeester van het Groot-Oosten van Frankrijk was geweest, vermeerderde het getal der Spaansche Loges buitengewoon. In het jaar 1809 werd in Madrid eene groote Nationale Loge opgerigt, welke hare zittingen hield in het voormalige paleis der Inquizitie. Buitendien rigtte jozef nog in 1811, in zijne betrekking als Soeverein Groot-Kommandeur-Generaal, een Groot Kapittel der hoogere graden op. Sedert bloeide de Vrijmetselarij vele jaren ongestoord in Spanje voort. Nadat echter, met den val van Keizer napoleon, ook jozef napoleon van den Spaanschen troon verjaagd was, en ferdinand VII dezen weder beklommen had, herstelde hij de Inquizitie in hare regten, verbood bij besluit van 24 Mei 1814 de V∴ M∴, en beval alle Loges te sluiten, terwijl de overtreders werden bedreigd met de straffen op het hoogste staatsverraad gesteld. Paus pius VII herstelde, den 7den Augustus 1814, de Jezuïten-Orde, en de verbanning der Vrijmetselarij, en de oude vervolgingen hadden weder plaats. Dadelijk na dit bevel werden in Madrid 25 personen, die men verdacht hield van Vrijmetselaren te zijn, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevangen genomen en in ketenen geklonken; maar het getal dergenen, die later hun lot deelden, was buitengewoon groot. De geschiedenis hiervan vindt men in de Mémoires Histor. sur Ferdinand VII, etc. par michael y quin (Paris 1824, VIII en 372 p. in 8vo). In het jaar 1818 (den 30sten Maart), vaardigde Koning ferdinand een nieuw edikt uit, waarin de hardste straffen, deportatie naar de Indiën, verbeurdverklaring van goederen, enz. voor de overtreders werd ingesteld. Doch reeds in de maand Maart 1820 werden, onder de heerschappij der Cortes, alle gevangene Vrijmetselaren, volgens het bevel der provizioneele regering, door den Generaal ballesteros, in vrijheid gesteld, en niet alleen de geslotene Loges weder geopend, maar ook nieuwe opgerigt. Ook de sekte der Carbonari en andere geheime vereenigingen, als b.v. de Communeros verhieven toen het hoofd. De geschiedenis der Vrijmetselarij in Spanje heeft tot dezen tijd het bewijs geleverd, dat de verdraagzaamheid in Spanje nooit van langen duur is geweest. Op den 1sten Augustus 1824 gaf Koning ferdinand VII een verbod tegen de Vrijmetselaren, volgens welke zich alle leden des verbonds, binnen den tijd van eene maand, moesten aanmelden en al hunne Ordepapieren afgeven, bij gebreke waarvan allen, bij ontdekking, als schuldig aan hoog verraad gekerkerd, en zonder vorm van proces binnen 24 uren opgehangen moesten worden. Nadat deze tijd voorbij was, verklaarde de toenmalige Minister van Oorlog aymerich, in eene cirkulaire van den 16den October, alle Vrijmetselaren des koningrijks vogelvrij, en dat dit geene bloote bedreigingen waren, bewijst het lot der grondleggers van eene Loge in Granada, van welke in het jaar 1827, zeven ter dood veroordeeld werden; ja zelfs werden eenige personen die op straat wandelden, door het graauw opgeknoopt, omdat.... zij er uitzagen als Vrijmetselaars. Na ferdinands dood, welke den 29sten September 1833 voorviel, brak de burgeroorlog uit, waarin de hierarchiesche partij onderlag, en van dezen tijd af hebben de vervolgingen opgehouden, en is de Vrijmetselarij toegelaten, zijnde Don pedro de lazaro y martin Grootmeester. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sphinx]SPHINX. (De) Dit bekende monster in de Egyptiesche fabelleer, wordt door de Vrijmetselaren als het zinnebeeld van geheimen en onverklaarbare dingen gebruikt. De oude volken hadden, uit eerbied voor de geheimhouding, eenen God, dien zij harpokrates noemden. Deze werd voorgesteld, als hield hij de regterhand op het hart of voor den mond, terwijl de linker langs de zijde afhing, het hoofd was van voren met eene kap bedekt, waarin eene menigte oogen en ooren waren, om aan te duiden, dat men van de vele dingen, welke men ziet en hoort, weinig bekend moet maken. Voor de ingang van de Tempels der Egyptenaren waren sphinxen geplaatst, die het bovenlijf van een meisje hadden, terwijl het onderste gedeelte een leeuw verbeeldde. De sphinx in het geheel verbeeldde wijsheid, het beeld van het meisje schoonheid en dat van den leeuw kracht; en zijn niet wijsheid, schoonheid en kracht de drie eigenschappen, die den Vrijmetselaar moeten versieren? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Spoulee, (Johannes van)]SPOULEE, (JOHANNES VAN) was Gr∴ M∴ der Bouwlieden in Engeland, van 1330-1375. Zie verder het Art. giblim. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stad, (Weldadige Ridders der Heilige)]STAD, (De WELDADIGE RIDDERS DER HEILIGE) of de ridders der weldadigheid, ook het gerectifieerde rituaal. Op het konvent te Lyon werd de Tempeliers-Orde der Fransche Loges, vooral in Lotharingen en den Elzas, die het stelsel der Strikte Observantie hadden aangenomen, in zekeren zin afgeschaft, omdat zij vreesden, dat het te gevaarlijk ware, de Orde onder dien naam voort te planten, en noemden de leden zich toen Chevaliers de la Cité sainte. De drijvers hierbij waren St. martin en villermoz, en nog een paar anderen. Men bleef echter met de Strikte Observantie in verband, en vormde eene afzonderlijke provincie. Wat de geheime kundigheden betreft, hielden zij een' geheel afzonderlijken gang, en vervaardigden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nog boven den Riddergraad mystieke graden, welker geest en onderwerp kunnen beoordeeld worden naar de werken der voorstanders, als: De Archives mytho-hermétiques; des Erreurs et de la Verité, enz. Over die Orde vindt men veel in mirabeau's werk: de la Monarchie Prussienne sous frédéric le Grand, Londres 1788, 7 vols, 8vo. Art. Religion. Het stelsel bestond uit vier graden, zijnde: Leerling, Gezel, Meester en Schotsch, gedeputeerd, gerectifieerd Meester (Maître Écossais, deputé rectifié), en eindelijk uit een vijfden, die het geheel bekroonde, en den naam had van Chevalier de la bienfaisance, of Chevalier bienfaisant de la Cité sainte. Elke graad had zijne symbolen; dat van den eersten was een gebroken zuil, met het opschrift: Adhuc stat (nog staat zij); dat van den tweeden een kubiek, met het opschrift: Dirigit obliqua (hij geeft een regten stand aan het scheeve); dat van den derden een masteloos schip, op kalme zee, met het opschrift: In silentio et spe fortitudo mea (zwijgen en hopen is mijne sterkte); dat van den vierden was een leeuw, onder eene stormachtige lucht, rustende bij eene rots en spelende met mathematiesche werktuigen; onderschrift: Meliora praesuma (zie het Art. schot); dat van den vijfden was een graf, op hetwelk de letters J.M. stonden, benevens een arend, een pelikaan, en het omschrift: Ecce quod superest ordini Templariorum. (Dit is nog overig van de Orde der Tempelieren). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1816, was lid van de hooge graden der Strikte Observantie, onder den Ordenaam van Archimedides ab aquila fulva, (van den donkerrooden Arend). Hij bedacht en stichtte het klerikaal systeem, waarvan hij kanselier en een der geheime opperhoofden was, en waarbij hij een trouwe hulp had aan het tweede opperhoofd, Baron van raven. Starck was een vlijtig leerling geweest van schröpfer of schrepfer, en speelde op het konvent te Brunswijk (Mei 1775) eene ellendige rol. Hij was een geestdrijver en niet eerlijk in zijne bedoelingen, maar trachtte aanhang te verkrijgen, door het schermen met den ophef, over zijne kundigheden in geestbezwering en goudmakerij. Op het konvent verklaarde hij kanselier te zijn van het Groot-Kapittel van oud-Aberdeen, in Schotland (zie daaromtrent bl. 242 van dit deel), dat von hund niets wist, en johnson een bedrieger was, die zich door misdaad in het bezit had gesteld van papieren, ontroofd aan den zendeling van het Kapittel van Schotland, welke verdwenen en waarschijnlijk vermoord was, en dat men zich blindelings aan hem (v. S.) moest onderwerpen. Reeds had von hund zich laten belezen, en waren de overigen niet ongeneigd, zich, zonder verdere inlichtingen, inderdaad aan von starck te onderwerpen, toen het der welsprekendheid van schubart gelukte, te bewerken, dat het konvent vorderde, zijne volmagten te vertoonen, alvorens zijne oppermagt te huldigen: maar daartoe was von starck niet te bewegen. De aanwezigen, altijd nog niet overtuigd, dat hij hen bedroog, besloten, afgevaardigden te zenden naar Oud-Aberdeen, door welk Kapittel hij zeide gemagtigd te zijn, en waar de groote geheimenissen, de verheven leer en de schatten der Tempeliers waren besloten: Dit vond te minder twijfel, dewijl er reeds vele jaren groote sommen waren afgezonden, zoo het heette, naar de onbekende opperhoofden in Schotland. Toen die afgevaardigden er aankwamen, vernamen zij, tot hunne verbazing, dat de BB∴ van Oud-Aberdeen niet hadden geweten, dat zij in het bezit waren van zulke geheimen en schatten; dat men er geene andere, dan de drie graden kende, en nooit eenige schatting had ontvangen. Het berigt hiervan onthutste starck. Hij herstelde zich nogtans spoedig, en zeide, dat het hem niet bevreemdde, aangezien de stukken, die de berigten naar het Kapittel van Oud-Aberdeen moesten overbrengen, door johnson gestolen waren. De meesten lieten zich hierdoor niet blinddoeken en doorzagen starck: enkelen kleefden hem nog aan. Doch zijne partij smolt sterk, toen ook de afgevaardigden onverrigter zake terug kwamen van Italië, waarheen zij waren gegaan, om de geheimen, door starck vermeld, op te sporen, welker zetel, gelijk deze zeide, bij den Br∴ aprosi, Sekretaris van den Pretendent (karel eduard stuart), was. Geheel ontmaskerd, wist hij geen' beteren raad, dan te schelden op al zijne tegenstanders, en toen hem ook dit niet hielp, zich uit de Orde terug te trekken. Ofschoon hij het later ontkende, zoo staat het nogtans vast, dat hij schrijver is van het werkje: St. Nicaise, oder eine Sammlung Maurerischen Briefe für Freymaurer und die es nicht sind, 1785. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jezuïten - verlof had gekregen, voor het uiterlijke in de Protestantsche kerk te blijven. Dit gerucht vond echter niet algemeen ingang. Later nogtans is die zaak stellig bewezen geworden. Men weet thans, dat hij, te Rome gekomen, bekend werd met den Kardinaal castelli, Prefekt der propaganda, den Markies de bausset, Fransch Ambassadeur te Petersburg, die hem overhaalde, naar Parijs te gaan, en hem aanbevelingsbrieven gaf aan den heer de jarente, zijn bloedverwant, die het bestuur der pensioenen had, voor den Abt de bausset, toen Agent der geestelijkheid en later Bisschop van Fréjus, en eindelijk voor den Abt barthelemy. Starck kwam, in Oktober 1765, te Parijs, en na voorafgaande voorbereiding en genoten onderwijs, zwoer hij in de kerk St. Sulpice, op den 8sten Februarij 1766, het Protestantsche geloof af; zijnde deze zaak opgeteekend in een register van geloofsafzweringen, plaats gehad hebbende in de kerk St. Sulpice, van 1666-1791, en dat nog in 1825 aanwezig was. De afzweringsakte voert de onderteekeningen van starck en van den Abt joubert van St. Sulpicius, van den Abt de bausset en van den Vikaris, Abt de chazal de la morandie. Kort daarop keerde starck naar Duitschland, en bleef in het openbaar Protestant. Zijne geloofsverandering bleef, zoo lang hij leefde, geheim. Hij had zich zoodanig gedrongen in de gunst van den Hertog van Hessen-Darmstadt, toen nog Landgraaf, dat deze hem, in 1807, tot grootkruis der Orde pour le merite en tot Baron benoemde. Toen hij stierf, gelastte hij, dat men hem zonder plegtigheid zou begraven, op den Heiligen berg, bij Jugenheim, waar vroeger een Katholijk klooster had gestaan. Zie verder over hem Biographie universelle ancienne et moderne, Paris, gr. 8vo. Vol. 43. p. 471-474. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Steen. (Ruwe)]STEEN. (De RUWE) Is een der onbewegelijke kleinodiën, en wordt op het Tableau der beide eerste St. jans-graden afgebeeld, nogtans niet in de Loges van het nieuw-Engelsch stelsel. Hij is het zinnebeeld voor de Leerlingen, om zich met allen ijver op de beschaving en verfijning van hun eigen karakter toe te leggen. In de Ritualen (als b.v. van de Gr∴ Loge de drie Wereldbollen), die op de geschiedenis van de Orde der Tempelieren zinspelen, wordt van driederlei steenen gesproken, namelijk: van eenen ruwen, van eenen behouwen en van eenen verbrijzelden steen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ruwe steen stelt de onvolkomenheid aller dingen, en dus ook van onze Orde voor. De gehouwen steen beteekent den gelukkigen toestand onzer Orde, en de verbrijzelde steen heeft betrekking op de onderscheidene veranderingen, welke onze Orde heeft ondergaan. Zie kubieksteen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Steen der Wijzen]STEEN DER WIJZEN. (De) Lapis philosophorum. Dezen te vinden was altijd eene hoofdbezigheid der Alchemisten. Zij streefden hoofdzakelijk naar de ontdekking van middelen, tegen alle krankheden der menschen, en om hun leven jeugdiger te maken en te verlengen. De steen der wijzen speelde vooral vroeger eene groote rol in de hermetiesche V∴ M∴ Zie alchemie, cagliostro, hermes trismegestus en paracelsus. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Steenhouwers Broederschap]STEENHOUWERS BROEDERSCHAP (De) der middeleeuwen was eene zeer merkwaardige verschijning, die van karel den Groote tot maximiliaan I bestaan heeft. In vroegere tijden was de geestelijkheid de kweekster der kunsten en wetenschappen. Op deze wijze werkte zij niet minder op de beschaving van Duitschland, zoo als reeds, de akkerbouw, de veeteelt, de wijn- en vruchtbouw door den aankoop van landerijen bevorderd werd. Van karel den Groote tot het midden der twaalfde eeuw werden bouw-, schilder- en beeldhouwkunst alleen in de kloosters uitgeoefend, niet alleen in Duitschland, maar ook bij de Franken in Gallië. De Bisschoppen waren gewoonlijk de leidslieden bij het bouwen van kerken. Voor de omringende wereld was het inwendige der kunst, zoowel als de wijze van uitvoering, een geheim; het was eene schepping, die voor aller oogen daar stond, zonder dat zij de oorzaken daarvan konden nagaan. Vele stichters van geestelijke Orden maakten het den Broederen tot eenen plig, zich op de beeldende kunsten toe te leggen, voornamelijk de heilige benediktus en daarna de heilige bonifacius. Bij het bouwen van een klooster waren sommigen de ontwerpers van het plan, anderen waren schilders en beeldhouwers, en nog weder anderen hielden zich bezig met het vervaardigen van versierselen. Daar de kloosters somtijds te weinig leden telden, tot het volvoeren van een of ander gewigtig werk, zoo werd ook aan sommige leken onderwijs in de beeldende kunsten me- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
degedeeld, en zoo kwamen de kunsten en wetenschappen meer en meer in de buitenwereld, en vereenigden zich tot Broederschappen. De verbroederingen der Bouwmeesters en steenhouwers in de middeleeuwen, zijn niet alleen op zich zelve belangrijk, maar leveren ons ook menige opheldering omtrent het toenmalige bouwwezen en ook vele niet onwigtige bijdragen tot de geschiedenis der zeden van dien tijd. Van tijd tot tijd hadden er in Duitschland en Frankrijk algemeene en vele verbroederingen plaats tusschen de werklieden van onderscheidene gilden, en zoo was het ook, dat zich de steenhouwers-Broederschap grondvestte, die in vele gevallen de wetten en verordeningen der Vrijmetselaren aannam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel. (Eclectiesch)]STELSEL. (ECLECTIESCH) Dit stelsel heeft zijn Hoofdbestuur of Directoriale (Groote) Loge te Frankforth a. M. Toen een aantal helderziende en ijverige BB∴ bemerkt hadden, welke ergernis in de Orde was gebaard door de hooge graden, er binnen gedrongen door de pogingen van goudmakers en geestenbezweerders, kwam men in 1783 op het denkbeeld van het eclectiesch stelsel (het woord stamt af van het Grieksche eklégó ik kies uit, en was gebruikelijk ten opzigte van die wijsgeeren, welke geen bijzonder stelsel aankleefden, maar uit al de bestaande stelsels het beste kozen). Men wilde intriganten en bedriegers beletten, langer eene goudmijn van de V∴ M∴ te maken. Bij gelegenheid van het overlijden van den Eng∴ prov∴ G∴ M∴ voor den Boven- en Beneden-Rijn, gogel, had, op den 18 en 21 sten Maart 1783, eene vergadering te Frankforth plaats van de Prov. Loge Joseph zum Reichs-Adler, te Wetzlar, en de Prov∴ Loge van F. a. M., in welke de bekende B∴ Vrijheer van knigge zeer ijverig werkzaam was. In die vergadering werd besloten, de drie St. jans-graden voortaan alleen als V∴ M∴ te erkennen en te bearbeiden, deze van allen scktengeest en dweeperij te zui- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
veren, en de verschillende hooge graden als uitwassen en parazietplanten in de V∴ M∴ te verwerpen. Dewijl men eene algeheele tolerantie wilde aanhangen, ten aanzien van alle andere stelsels en Ritualen, liet men het aan de bijzondere Loges vrij, een willekeurig aantal en stelsel van hooge graden te bearbeiden. Door de laatste instelling hoopte men, dat de Loges niet afgeschrikt zouden worden van de toetreding, en dat het verschil en de menigvuldigheid der graden, het beste middel zou zijn, die te doen vervallen. Ten aanzien van onderscheidene Loges bedroog men zich hierin niet, en ware meer eenheid in de betrekkingen en het bestuur daargesteld geweest, dit stelsel had zich welligt door geheel Duitschland verspreid. Men stelde eene cirkulaire in het Fransch, in dien geest, aan alle Loges, waarin onder andere gezegd wordt: Dat, sedert men de begrippen van vrijheid en gelijkheid in de orde had ondermijnd; sedert sekten, de eendragt in doel en leer vernietigd, en daardoor verbonden harten zoo zeer hadden vaneen gescheurd, dat zij elkander haatten, verketterden en vervolgden, en despotisme, trotschheid, eigenbaat, dweeperij, en dorst naar onderscheidingsteekens, het geheele gebouw dreigden te doen instorten, nu zij in het heiligdom waren binnen gedrongen, men het als dure pligt had geacht, het eclectiesch systeem te vormen, de oorspronkelijke, edele eenvoudigheid der Orde te herstellen, en wenschte te doen als de beroemde wijsgeeren der oudheid, bekend onder den naam van eclectici, welke zonder een bijzonder leerstelsel aan te kleven, het beste en meest overtuigende uit alle kozen, en onder het belijden eener verstandige onzijdigheid, met vereenigde krachten alles uit den weg ruimden, wat deze wijze bedoeling kon hinderen, enz. In het Duitsch vindt men de cirkulaire in haar geheel, in Ephemeriden der Frei-Maurerei, Altona 1785, 8vo. bl. 82-91, en in het Archiv. für Freimaurer and Rozenkreuzer, Th. II. (Berlin 1785, gr. 8vo.) bl. 1-11. De Gr∴ L∴ van het eclectiesch verbond te Frankforth, met 12 Loges onder haar beheer, kiest alle drie jaren haren Gr∴ M∴, welke door de Gr∴ L∴ van Engeland wordt bevestigd. Over het eclectiesch stelsel zie verder Baron von wedekind, Baustücke, ein Lesebuch fur Freimaurer, 2 Th. in 16o. Giessen, 1820 und 1821, en Religionssysteme und Freimaurerei, van p.j. cretschmar, Frankf. a. M. 5838, in 16o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naderhand het laatste aankleefden, waren in 1716 van gevoelen, dat de Maç∴ statuten herzien, en onder anderen, alle erfelijke waardigheden afgeschaft moesten worden. Wezenlijk verschil bestond er in de leerstellingen, tusschen de twee systemen, vóór de vereenigingen niet. Na hetgeen wij zeiden in de Art. anderson, engeland, londen, noorthouck enz, hebben wij nog slechts het volgende te zeggen: De Eng. V∴ M∴, de oudste der tegenwoordige Broederschap en de moeder van alle andere V∴ M∴ vereenigingen, neemt (ook de vroeger verdeelde, oude en nieuwe stelsels namen het steeds) als grondslag der V∴ M∴ het Konstitutieboek van anderson aan, en als voornaamste grondwet den eersten der zeven Pligten, luidende: Een V∴ M∴ is, door zijne roeping, verpligt, de zedewet te gehoorzamen als een trouwe Noachiet (zie het Art. noachietiesche geboden), en als hij de kunst in den grond verstaat, zal hij noch een stompzinnige godloochenaar, noch ongodsdienstige vrijgeest zijn. In oude tijden rustte op de Christelijke Metselaars de pligt, zich te rigten naar de Christelijke gebruiken van elk land, waarin zij reisden of arbeidden: doch daar de Metselarij echter onder alle volken, zelfs van verschillende godsdiensten wordt gevonden, zoo rust thans nog slechts de pligt op hen, die godsdienst aan te kleven, waarin alle menschen overeenstemmen (aan elken Broeder zijne eigene, bijzondere meening overlatende); dat is: goede en trouwe mannen te zijn, mannen van eer en regtschapenheid, door welke benaming, godsdienst of overtuiging zij ook onderscheiden mogen zijn: want zij stemmen allen in de drie groote Artikelen van noach overeen, dat genoeg is om het cement der Loge te bewaren. Zoo doende is de Metselarij het middelpunt hunner vereeniging, en het gelukkige middel, tot het vereenigen van menschen, welke, zonder dat, aanhoudend van elkander verwijderd hadden moeten blijven (Hiermede vergelijke men de old Charges, te vinden in krause's Kunst-Urkunden, D. III, p. 253, naar preston's bearbeiding, en de Yorksche Konstitutie in het Art. oorsprong, bl. 65. Omtrent den oorsprong der tegenwoordige Gr∴ L∴ van Engeland, waarin thans de Yorksche en nieuwe Metselaars vereenigd zijn, zie men het Art. engeland, D. I. bl. 202). Het Engelsche stelsel bearbeidt de drie graden, en ook een vierden, welken men er beschouwt als eene soort van wetenschappelijken graad, genaamd: Royal Arche. Daar buiten erkent men geen' anderen, en dit gaat zelfs zoo ver, dat de overleden Gr∴ M∴ Nat∴, de Hertog van Sussex, een aangeboden verbond met eene vreemde (Duitsche) Gr∴ L∴ afsloeg, omdat zij hooge graden bearbeidde. Verder heeft de Gr∴ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L∴ van Engeland, aan de weinigen die er lust toe gevoelen, zich met linten, dekoratiën en titels op te pronken, dit niet willen beletten, door, zonder ze te erkennen, het oprigten toe te laten van eene soort Riddergraden, welke echter niet tot de V∴ M∴ behooren. Zie het Art. engeland, D. I. bl. 207. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel Fessler]STELSEL van FESSLER, is dat van de Groote Loge Royale York, te Berlijn, en werd geput uit de Ritualen der oude Rozenkruisers, de Strikte Observantie, het Zweedsche Kapittel en dat van Clermont, en bestond uit de symbol∴ gr∴, benevens: 4e. Het heilige der heiligen, of de Schot (ook volkomen Bouwmeester). 5. De St. Andreas-Ridder. 6. De Ridder van het graf, 7. De Ridder van het kruis (beschreven in het werkje: Die höchsten grade der hochw. Gr∴ M∴ L∴ R.Y. z. Fr. oder das non plus ultra der Freimaurerei, Berlin 1804, 8vo. 204 s). Later (zie Pruissen, bl. 180) liet zij ze echter weder varen, en bearbeidt thans slechts de drie symb. gr. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel, (Fransch)]STELSEL, (FRANSCH) ook in Nederland en België beoefend, bestaat uit zeven graden, zijnde, buiten de eigenlijke of symbolieke V∴ M∴, 4. Uitverkorene; 5. Schot; 6. Ridder van het Oosten, en 7. Soeverein Prins van het Rozenkruis. Vóór 1773 bestond in Frankrijk een mengelmoes van allerlei stelsels en graden; na dien tijd begon het Gr∴ O∴ die te ordenen, rigtte zich, voor de symbol. gr., naar het Engelsche stelsel, en nam, tegen zijn' zin (zie Oppergraden, bl. 85), ook de hooge graden aan, welker aantal het van 30 op 4 herleidde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel. (Hermetiesch)]STELSEL. (HERMETIESCH) Dezelfde Dom pernetti, die in 1760 te Avignon Ritualen had ingevoerd, welke aan de Swedenborgsche leer waren ontleend, bragt ook het zijne toe, om in 1770, onder den naam van hermetiesche Ritus eene Vrijmetselarij te vestigen, welker bedoeling was, op eene zinnebeeldige wijze onderrigt te geven in de scheikunstige verandering van metalen, en de zamenstelling van het algemeen geneesmiddel (panaceum) en het levens-elixer. Het administrative middenpunt van dit stelsel droeg den naam van Schot- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schen Groote-Loge van het Graafschap Venaissin. De Moeder-Loge van dit hermetiesch stelsel werd in 1776, in de hoofdstad geïnstalleerd, door de Kommissarissen der Groote-Loge van het Graafschap Venaissin. Terwijl de hermetiesche Vrijmetselarij zich te Parijs vestigde, en er den naam van Schotsche Filosofiesche Ritus aannam, onderging zij in hare instruktiegraden wezenlijke veranderingen. De oorspronkelijke graden waren slechts ten getale van zes, zij heetten: Waar Metselaar, waar Metselaar op den regten weg, Ridder van den gouden sleutel, Ridder van den regenboog, Ridder der Argonauten en Ridder van het gulden vlies. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel Herodom]STELSEL van HERODOM. (Zie herodom) Tot in 1785 kende men in Schotland slechts drie graden. Toen echter voerden eenigen er een' graad in, bestaande uit drie afdeelingen, en Rozenkruis van den toren genoemd, welke men een' ouden oorsprong, en robert bruce als grondlegger aandichtte. Hij werd echter niet erkend door de Gr∴ L∴ van Schotland, welke nog in hare statuten van 1836 heeft verklaard, alléén de eigenlijke V∴ M∴, of de drie symbolieke graden te bearbeiden. The grand Lodge, of Scotland practices no degrees of Masonry but these of apprentice fellow craft and Master Mason, denominated St. John's Masonry; te vinden in the laws and constitutions of the Grand-Lodge, of the ancient and honourable fraternity, of free and accepted Masons of Schotland, C. I. Art. 4. Vergelijk schotsche vrijmetselarij, bl. 243. In Frankrijk wordt op den naam van Rituaal van Herodom of van Volmaking, een stelsel beoefend van 25 graden, te vinden in het Art. Frankrijk, D. I. bl. 241 en 242, en aldaar in 1803, zoo het heette uit Amerika, ingevoerd door Br∴ hacquet. Sedert 1786 bestond ook aldaar een stelsel van kilwinning, met een verschot van graden, ingevoerd door den Br∴ mathéus. Sedert 5 December 1804 hebben zich die stelsels onder het Gr∴ O∴ begeven, zoowel als het Schotsche. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel (Oorspronkelijk Schotsch)]STELSEL (OORSPRONKELIJK SCHOTSCH) (Rite Écossais primitif), bestaat uit 33 graden, als de Rite Écossais ancien et accepté, maar met andere namen en volgorde, zijnde:
Het stelsel wordt voornamelijk in België beoefend, en heeft zijn zetel te Namen, in de Loge La bonne Amitié. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel. (Oud en Aangenomen Schotsch)]STELSEL. (OUD EN AANGENOMEN SCHOTSCH) Zie schotsche V∴ M∴ en Frankrijk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel van het Gezuiverd Rituaal]STELSEL VAN HET GEZUIVERD RITUAAL is slechts in enkele streken, b.v. in dat gedeelte van Zwitserland in gebruik, hetwelk behoort onder het Direktorium van Zurich, en bestaat, behalve uit de symbol. gr., uit: 4. Schotsch Meester; 5. Ridder van de Heilige Stad of van de Weldadigheid. De 5e. graad (een mystieke graad), is verdeeld in drie sektiën, namelijk: a. Nieuweling, b. Profes en c. Ridder, het is het stelsel der Strikte Observantie, op het Konvent te Wilhelmsbad herzien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel. (Schotsch Wijsgeerig)]STELSEL. (SCHOTSCH WIJSGEERIG) Zie rituaal. (het schotsch wijsgeerig) Behalve het daar genoemde heeft men er in Frankrijk nog een van denzelfden naam, bestaande uit: 1, 2 en 3. Ridder van den zwarten Arend, of Rozenkruis van Herodom van den Toren, in drie afdeelingen; 4. Ridder van den Phenix; 5. Ridder van de Zon; 6. Ridder van den Regenboog; 7. Waar Metselaar; 8. Ridder der Argonauten; 9. Ridder van het Gulden Vlies, 10. Groot-Inspekteur, Volmaakt Ingewijde; 11. Groot-Inspekteur Groot-Schot; 12. Verheven Meester van den lichtenden Ring. De symbol∴ gr∴ waarop het volgt, zijn er buiten gelegen, en schakelen het aan de V∴ M∴. Het is bijna hetzelfde als het hermetiesch stelsel van Montpellier. Zie montpellier. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel. (Wijsgeerig Perziesch)]STELSEL. (WIJSGEERIG PERZIESCH) Zie ritus. (filozofiesch perziesche) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsel van Zweden]STELSEL VAN ZWEDEN. Zie swedenborg, zweden en zinnendorf. Oorspronkelijk werd de V∴ M∴ uit Engeland naar Zweden overgebragt, waar de BB∴ de hooge graden, later uit Frankrijk - volgens sommigen uit Genève - overgevoerd, met ijver aannamen, zoodat men daar nog vóòr de Strikte Observantie een Tempeliers-stelsel had. Daardoor was men er dat stelsel voorgekomen, en wekte den ijverzucht zijner leden op, door het voorwendsel, dat men in Zweden de geheime opperhoofden kende en in het bezit was van gewigtige geheimen, betrekkelijk de Tempeliers-Orde, en ook van gewigtige oorkonden. Daarom reisde ook Hertog ferdinand van Brunswijk naar Stockholm, doch keerde onbevredigd terug. Velen achten het Zweedsche stelsel weinig verschillend van dat van Clermont. Het bestaat uit de volgende graden welke in vier klassen verdeeld zijn: A. 1. Leerling, 2 Medgezel, 3 Meester. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 268]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stelsels der Hooge Graden]STELSELS DER HOOGE GRADEN. Van deze bestaan er omtrent 800, tot verschillende stelsels en klassen behoorende, en zijn achtervolgens door mystieken, staatkundige drijvers, alchemisten en dergel. meer, op de V∴ M∴ geënt en tusschen de andere geschoven. Eene omstandigheid die voor de algemeenheid, de overal erkende echtheid der eigenlijke Maç∴ of symbol∴ graden spreekt, is: 1o. dat deze bijna overal gelijk zijn, dat niet met de gelijkstaande graden in de verschillende stelsels het geval is, en 2o. dat ieder, den M∴ graad bezittende, in welk stelsel hij dien ontvangen hebbe, toegelaten wordt tot de opname in de hooge graden van een ander stelsel; dat niet zoo is bij de bevordering tot hoogere graden. De zoo gunstig bekende Br∴ chemin-dupontès, zelf bezitter der hoogste graden, laat er zich in zijne Encyclopedie Maçonnique (Paris 1823) T. III. p. 174 suiv., aldus over hooren: Wil men in een vruchtbaren grond goed graan voortbrengen, dan moet men beginnen met de stronken en het onkruid uit te roeijen, waardoor het zaad zou verstikt worden. Evenzeer kan men niet hopen, de V∴ M∴ zóó nuttig te maken als zij het kon en moest zijn, zoo lang men haar niet zal zuiveren van de overbevruchtingen die haar een schijn van ongerijmdheid geven, en haar met medelijden doen beschouwen door mannen, die zoowel ten aanzien van den vorm als het wezen gestreng zijn. Beoefenden wij de deugden en de Maç∴ wetenschap, in de toenemende verhouding van het aantal onzer graden, dan zouden wij acht of negen (eigenlijk twintig) malen beter en kundiger VV∴ MM∴ zijn dan onze overzeesche BB∴, maar eene onzalige ondervinding bewijst, dat de Maç∴ verdienste juist in omgekeerde verhouding staat tot het aantal graden. In de symbolieke Loges-alleen is men eenigermate V∴ M∴, hooger op is er niets dan kinderachtigheid, onnoozelheid (niaiserie), ijdelheid, tegenstrijdigheid, leenroerigheid, titels en despotieke vormen. Men leert er niets meer aan dan in de symbolieke graden, of geeft er zich slechts over aan praktijken, welke men, als men zeer gematigd is, onbeduidend kan noemen. Wanneer men dit alles nu voegt, bij hetgeen wij gemeld hebben in de Art. hooge graden, melesino, oppergraden, schotsche vrijmetselarij en nederland, dan heeft men reden met een wijsgeer te zeggen, hoe ellendig moet het niet met het deeg staan, waarvan de bakkers-zelven zulk een getuigenis afleggen. Ongetwijfeld toch moet het bijster vreemd schijnen, dat een beproefde Mr∴ V∴ M∴ nog 87 malen, óf | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 269]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nog 30, óf voor het minst nog viermalen in den smeltkroes der graden gelouterd moet worden, alvorens den hoogsten graad te bereiken. Daarbij is het duidelijk, dat er tusschen de graden, willekeurig, andere zijn geschoven, althans dat zij niet geregeld op elkander volgen en logiesch uit elkander afgeleid zijn; want ware dit zoo, dan zou niet dat, wat in één stelsel, in zeven graden volkomen wordt medegedeeld, in een ander stelsel 10, 25, 33, ja 90 graden vormen, terwijl dezelfde stelsels slechts hier en daar een graad mededeelen, en de overige ter loops geven; dan werden ook in het eene stelsel niet bepaalde graden gemist, die in het andere als hoogst gewigtig beschouwd worden. Dat zij niet logiesch uit elkander afgeleid zijn, en op elkander volgen, blijkt ook daaruit, dat in het Egyptiesch stelsel de St. andries-Ridder (21e. gr.), vóór den Pruissieschen Ridder (35e. gr.) gaat, en op dezen (als 41e. gr.), de Ridder van het Oosten volgt. In het gerectifieerd Schotsche stelsel daarentegen, heeft men eerst den Ridder van het Oosten, of den Degen (als 15en gr.), daarna den Pruissieschen Ridder, of Noachiet (als 21sten), en eindelijk in den 29sten den St. andries-Ridder. enz. Is het niet voor het minst allervreemdst, dat de Soevereinen van den 18en Schotschen graad, nog 15 trappen van hooger geplaatsten boven zich hebben. In het Egyptiesch stelsel staan die Soevereinen onder de goudmakers, die het metaal graven, wasschen, blazen en smelten. Daarna volgen Soevereinen der Soevereinen, die toch nog anderen boven zich hebben; anderen die zóó hoog geplaatst zijn, dat men voor de vele graden geen meer namen en titels kon vinden. Terwijl in de symbol∴ gr∴ alles wijsgeerigen grondslag, logiesche ontwikkeling aantoont, zijn al de hooge graden gevestigd op afgescheiden legendes, zonder historieschen grond, welke het geheim van den graad bevatten en welker beteekenis raadselachtig is. Bovendien is die beteekenis in vele graden, bij de toepassing, strijdig met de zedeleer; gelijk dit het geval is met de wraak, welke in den 4den graad wordt geleerd. Zie het Artikel nekam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Ster (Vlammende)]STER, (De VLAMMENDE) in het Engelsch the blazing Star, in het Fransch l'Étoile flamboyante, in welks midden zich de veel beteekenende G. bevindt, wordt als het zinnebeeld van het hoogste Wezen door iederen Vrijmetselaar met bijzonderen eerbied beschouwd, en ontbreekt in geene echte Loge. De vlammende ster en de glorie in haar middelpunt herinneren ons aan het eerbiedwekkend tijdpunt, toen de Almagtige aan zijnen getrouwen dienaar mozes de beide steenen tafels der wet op den berg Sinaï overgaf, en de stralen van zijne goddelijke glorie zoo helder schitterden, en zich in zulk eenen helderen glans vertoonden, dat niemand dezen zonder vrees en siddering aanschouwen konde. Ook herinnert zij ons aan de alomtegenwoordigheid des Almagtigen, die ons overschaduwt, en zijne goddelijke liefde en zegeningen over ons uitstort. Door hare plaatsing in het middelpunt, behooren wij nog verder herinnerd te worden, dat, waar en hoe wij ook vereenigd zijn, het alziend oog der Voorzienigheid, altijd in ons midden is, al onze handelingen, de geheime inzigten en bedoelingen van ons hart gadeslaat. De vlammende ster is als eene gedachtenis van den glans der Godheid over de Arke des verbonds te beschouwen, en beteekent, dat wij altijd den waren God als onzen aanvoerder en beschermer voor oogen moeten hebben. De vlammende ster en de daarin op de geometrie wijzende letter G, moet de waarde der wetenschappen voor beroepsbezigheden en waar levensgenot aanwijzen. Ook in de Egyptiesche geheimen prijkte die ster reeds onder de Hieroglyfen, van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 271]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waar pythagoras ze ontleend had. Zij is het zinnebeeld van het onschatbaar licht des verstands, dat de Vader des lichts als eene kostelijke vonk in onze ziel, als zijn evenbeeld, ontstoken heeft. Dit goddelijk geschenk leert ons het ware van het valsche, het werkelijke van het schijnbare onderscheiden, en elken graad van het min of meer waarschijnlijke, en van het meer of min schadelijke of nuttige, onderkennen; de letter G, in het midden der ster, moet ons gedurig het juiste gebruik des verstands herinneren, als de aanvangletter van die wetenschap, welke onder al hare zusters de kuischte Priesteres der waarheid is, en ons verstand het zekerst voor struikelen en vallen behoedt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sterkin]STERKIN (Wraak) is de naam van eenen der drie Medgezellen, die, volgens de legende der hoogere graden, den Meester hiram vermoordden. Hij gaf hem aan de zuidelijke deur des Tempels den tweeden slag met eenen winkelhaak. Zie abiram en oterfut. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sterren (Negen)]STERREN (De NEGEN), in sommige hooge graden, beteekenen:
1e. Het rusteloos zoeken naar waarheid; 2e. de vrijheid te huldigen, het vrij zijn van elk bijgeloof, van de boeijen van dwaze ijdelheid en van de vernielende woede der hartstogten; 3e. hoogere zedelijkheid te bevorderen, door verbetering van ons-zelven en kiesche behandeling onzer Broeders; 4e. het echte geloof aan de praktiesche volmaking van het menschelijk geslacht in waarde te houden; 5e. met ware liefde elke verbetering van zienswijze aan te grijpen, al wijkt die ook af van onze vroegere meening; 6e. de hoop voort te planten, dat wij tot hoogere bestemming zijn geschapen; 7e. in tijden van gevaar met vertrouwen opwaarts te blikken; 8e. verdraagzaamheid te leeren en te oefenen omtrent onze naasten, bij vooroordeelen, wankelmoedigheid en zwakheid, en 9e. het genot van vrijwillige ontberingen niet te versmaden, als onze opofferingen een vriend van den afgrond kunnen redden, of wij daardoor den noodlijdende kunnen bijspringen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lord Steward, of the house hold, en heeft het opzigt over al de hofbedienden, met uitzondering van die der kapel en der stallen; zijn teeken is een lange, dunne, witte staf. Bij de Loges zijn het Officieren, wier posten overeenkomen met die der hofmeesters. - In de Duitsche Loges worden zij Schaffner genoemd. - In Engeland dragen de Groot-Stewards roode linten en sautoir en witte staven; hunne schootsvellen zijn met roode zijde gevoerd en geboord (Art. 9 der statuten), eenige van hen oefenen soms het ambt van Deacons (diaken, van het Grieksch διάϰογος, altaardienaar), soms ook van Ceremoniemeester en Aalmoezenier uit. Zij, die de post van Ceremoniemeester vervullen, hebben aldaar en in Hamburg in last, dengene der bezoekers, welke met sterren en linten der hooge graden zijn omhangen, te verzoeken, die af te leggen, of onder het opperkleed te verbergen. Volgens de Engelsche statuten van 1728 was het getal der Groot-Stewards bepaald op 12, in 1723 en 1724 op 6, in 1725-1727 op 1, en bij de statuten van 1815 op 18. Bij de Eng. Gr∴ L∴ bestaat er eene afzonderlijke vergadering dezer Officieren, Stewards-Lodge genaamd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stonehenge]STONEHENGE, in de vlakte, waarin de stad Salisbury ligt. Aldaar zijn de merkwaardige ruïnen van den tempel, of der plaats, waar de Druïden hunne godsdienst-plegtigheden vierden. Zij bestaan uit groote, vormelooze steenmassas, welke uitvoerig zijn beschreven in de brieven van e.f. rivinus, over het noordelijke Engeland (Leipz. 1824), bl. 446-453. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Straffen]STRAFFEN (De) van schuldige medeleden eener Loge bepalen zich, daar de Broederschap geene burgerlijke magt heeft, tot Broederlijke vermaningen en teregtwijzingen; bij grove en herhaalde misdrijven en overtredingen der verpligtingen, door de algemeene en huishoudelijke wetten bepaald, tot uitsluiting en verbanning uit de Logevereenigingen. Volgens de statuten der nieuw-Eng. Gr∴ L∴, te vinden in noorthoucks uitgave van het Konstitutieboek (Art. 7 van het hoofdstuk, handelende over de pligten der leden), moet de overtreder driemalen vermaand, en geeft hij dan geen gehoor, volgens de huishoudelijke wetten gestraft worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Strekking en doel der V∴ M∴]STREKKING EN DOEL DER V∴ M∴ Wat het antwoord op de 8ste vraag, in het bekende V∴ M∴ verhoor daaromtrent zegt, vindt men op het Art. hendrik VI, D. II. bl. 24. Wat het Konstitutieboek der Gr∴ L∴ van Engeland (uitgave van anderson) daarover schrijft, zie men in het Art. stelsel, (engelsche) bl. 263. Prichard voegt er bij: Onze hartstogten te overwinnen, niet te doen wat wij willen, ons dagelijks vorderingen te doen maken in eene loffelijke kunst, en zedelijkheid, algemeene liefde, gezelligheid, dienstvaardigheid en menschelijkheid (good nature, and humanity) te bevorderen. De uitgever van een ander geschrift, te vinden bij krause, Kunst-Ur- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kunden, D. I, Afd. I, bl. 247, zegt: het hart te louteren (rectify), het verstand te vormen, en zooveel mogelijk de zedelijke deugden, menschelijkheid, welvoegelijkheid en goede zeden in de wereld te bevorderen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Strik]STRIK. (De) De nieuw aan te nemen Leerling wordt, in de oud-Engelsche Loges, tot een teeken zijner onderwerping, met eenen strik om den hals in de Loge gebragt. Ook in eenige Schotsche graden (b.v. in den schot) heeft dit gebruik plaats. Men geeft daar tot uitleg: ‘Hij dient, om ons te leeren, dat wij de beproevingen, welke men ons doet ondergaan, geduldig moeten dragen. Ook brengt ons de strik te binnen, dat de moordenaars van hiram hem, na zijne vermoording, eenen strik om den hals geslagen, en het lijk uit de westelijke deur des Tempels gesleept hebben.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Stuart, (Ridder Karel Eduard)]STUART, (De Ridder KAREL EDUARD) zoon van jakob III (zie dat Art.), den Pretendent der Engelsche kroon. Hij was geboren te Rome (31 December 1720), werd opgevoed door Dr. ramsay (zie dat Art), een Schot, en bleef de aanspraak zijns vaders op de Britsche kroon voortzetten. Hij waagde zelfs (27 Junij 1745) een inval in Schotland. Dewijl echter zijn leger (27 April 1746) bij Culloden geslagen werd, was hij, na gedurende vijf maanden rondgedwaald te hebben, genoodzaakt, naar het vaste land terug te keeren, en overleed den 31sten Januarij 1788, te Rome. Gedurende zijn verblijf in Frankrijk, waar hij in de V∴ M∴ werd ingewijd, stichtte bij onderscheidene dusgenaamde grades du Grand Chapitre de Clermont. Thory (Hist. de la fondation du G∴ O∴ de France, p. 184 volg.) deelt de volgende Konstitutie mede, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onder den titel van: Bulle d'institution du Chapitre primordial de Rosecroix Jacobite d'Arras. Wij, karel eduard stuart, Koning van Engeland, Frankrijk, Schotland en Ierland, en in die hoedanigheid gesubstitueerd G∴ M∴ van het Kapittel van H(erodom), bekend onder den titel van Ridder van den arend en de pelikaan, en sedert onze rampspoeden onder dien van Rozenkruis, verlangende aan de VV∴ MM∴ van Arras te betuigen, hoezeer wij hun dankbaar zijn voor de bewijzen van weldadigheid, met welke zij, even als de Officieren van het garnizoen van Arras, ons hebben overladen, en voor hunne gehechtheid aan onzén persoon, gedurende ons verblijf van zes maanden in die stad - hebben wij, ter hunner gunst, in gezegde stad Arras gevormd en ingesteld, gelijk wij, bij deze tegenwoordige Bul, vormen en instellen, een oorspronkelijk Hoofd-Kapittel (suprème Chapitre primordial) van Rozenkruis, onder den distinktieven titel van d'Ecosse Jacobite, hetwelk beheerd en bestuurd zal worden door de Ridders lagneau en de robespierre (Advokaat bij den Hoogen Raad van Artois, en vader van het beruchte hoofd der Fransche republiek), beiden Advokaten, hazard en zijne beide zonen, alle drie geneesheeren. J.b. locet, onzen behanger, en jerôme cellier, onzen horologiemaker, welke wij veroorloven en magtigen, zoowel door hun zelven, als door hunne opvolgers, niet slechts Ridders van het Rozenkruis te maken, maar zelfs een Kapittel op te rigten in al de steden waar zij dit noodig achten, als dit gevraagd wordt, zonder dat zij of hunne opvolgers nogtans twee Kapittels kunnen oprigten in dezelfde stad, hoe volkrijk die ook zij. Onder den naam Eques a Sole aureo werd hij, door de aanhangers van het stelsel der Strikte Observantie, vermeld, als de 21e. Gr∴ M∴ dier Ridderschap, na haar herstel, gekozen in 1743. Zie ook schotten. (getrouwe) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Substituut]SUBSTITUUT. Gesubstitueerd of gedeputeerd, heet in andere landen degene, welke benoemd is ter vervanging van een of ander Officier, bij diens afwezigheid. Hier te lande wordt met dien naam alleen bestempeld de Br∴, door den reg∴ M∴ benoemd, om hem bij afwezigheid te vervangen; de anderen heeten Adjunkten (zie de Art. adjunkt en officier). Zij zijn buiten funktie, als hij, die het ambt bekleedt, aanwezig is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Koning van Zweden, onder den naam van oskar II; werd in 1818 Gr∴ M∴ der VV∴ MM∴ in Zweden, welk ambt hij, bij zijne troonsbeklimming, verklaard heeft te zullen blijven bekleeden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Sussex, (Augustus Frederik, van)]SUSSEX, (AUGUSTUS FREDERIK, Hertog VAN) Prins van Engeland, geboren 27 Januarij 1773, overleden 20 April 1843, werd te Berlijn ingewijd. Later reg∴ M∴ der Lodge of Antiquity (de oudste Loge van Londen), en na den dood van den Baronet pieter parker, op het einde van 1811, Ged∴ Gr∴ M∴ Nat∴. Toen zijn broeder, de Prins van wales, in 1813 Regent van het Britsche rijk was geworden, werd hij Gr∴ M∴ Nat∴ der Gr∴ L∴ van Engeland. Aan zijnen invloed heeft men grootendeels de vereeniging van het oud- en het nieuw-Engelsch stelsel te danken, welke aldaar in datzelfde jaar is tot stand gebragt (zie de Art. concordaat en engeland, D. I, bl. 204). Het stuk zelf is te vinden in de Annales Maçonniques des Pays-Bas (Brux. 5822-5829), T. VI, p. 892-906. Op den 27sten December 1813 werd hij eenstemmig gekozen tot Gr∴ M∴ der vereenigde Loge. Hij was Prezident van de Masonic Institution (V∴ M∴ Instituut), een gesticht, waar dertig zonen van overleden, verarmde BB∴ verzorgd en onderwezen worden, en van de Royal Freemason's Charity (Koninklijke V∴ M∴ Armenschool), waar zestig meisjes verzorgd en onderwezen worden. Hij was er nogtans geen Prezident in naam, maar arbeidde volijverig mede tot instandhouding en bevordering van den bloei dezer instellingen, en nooit bleef hij afwezig, wanneer het Bestuur dezer instellingen, of de Kommissie van weldadigheid (mede eene Maç∴, inrigting), of als de Gr∴ L∴ vergaderde. Hij was het, die de inrigting voor oude en gebrekkige Vrijmetselaars, thans te Londen bestaande, in het leven riep. Even getrouw vervulde hij zijne ambtspligten als Voorzitter in de koninklijke Maatschappij, en in de Maatschappij voor schoone kunsten, in de eerste van welke beide Maatschappijen hij die post acht jaren (1830-1838) bekleedde. Aan de Hoogeschool te Göttingen gestudeerd hebbende, verwierf hij er niet slechts met eer den graad van Doktor der regten, maar had er zijn tijd zoozeer ten nutte gemaakt, dat hij zich grondige kennis van het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Latijn, Grieksch en Hebreeuwsch had verworven, en ook de meeste Europesche levende talen vlug sprak en goed schreef. Hij, die het negende kind van Koning george III was, werd van zijne geboorte af door de hoofden van zijn geslacht achteruit gezet. Immers, terwijl de andere Prinsen van den bloede, bij hunne geboorte, den Pairs-titel en een jaarlijksch inkomen ontvingen, kreeg hij die voordeelen eerst op zijn 28ste jaar, en het laatste nog wel maar voor £ 6,000, terwijl dit bij de andere Prinsen meer dan £ 20,000 bedroeg; een onregt eerst door zijn' broeder willem IV hersteld. Ofschoon hij de geleerdste, scherpzinnigste, edelste en vrijzinnigste der Engelsche Prinsen was, sloot zijn vader hem van alle ambten uit, en hij besteedde dien tijd aan het beschaven van zijn' geest en het vermeerderen zijner kennis. Waar ooit in de pairskamer, in een van de ligchamen onder zijn beheer staande, of in zijn geslacht, de beginsels van zedelijkheid en regt werden aangevochten, stond hij aan het hoofd van hen, die streden voor waarheid, licht en regt; en zoo vatte hij ook in 1819 en 1820, met ijver de partij der Koningin karolina, wat hem nooit werd vergeven door george IV, haren gemaal. Toen men in 1832, in het huis der Lords, het ontleden van lijken wilde verbieden, bestreed hij dien maatregel, en zeide, voornemens te wezen, zijn eigen lijk aan een der hospitalen te vermaken, om daar, ten nutte der wetenschap, ontleed te worden. Al wie door wetenschap, letteren of kunst uitblonk, werd door hem op zijn verblijf Kensington met voorkomendheid ontvangen, zonder dat hier in onderscheid gemaakt werd om afkomst, geloofsbelijdenis of politieke gevoelens. Zijne rijke bibliotheek was voor iederen onderzoeker geopend. Hij, die als voorzitter, door zijn gezag, nimmer een stremmenden invloed uitoefende op de vrijheid der beraadslagingen, was bovendien ook, op elk uur van den dag, toegankelijk voor alle Broederen. Hij ontving hen hartelijk als Br∴, niet als Prins van den bloede, en hoorde minzaam aan, wat zij hem hadden te zeggen. Om dit alles werd hij door het Engelsche volk uitermate bemind; door de VV∴ MM∴ werd hem echter onbeschrijfelijke liefde en achting toegedragen, en trachtten allen, hem, bij elke gelegenheid, daarvan bewijzen te geven. Zijn geboortefeest werd in de Gr∴ L∴ niet als eene koude plegtigheid, maar met vuur, als een feest der liefde en innige verknochtheid, gevierd. Onder anderen werd, op den 15den September 1836, eene spoedig volgeteekende inschrijving geopend, om hem een geschenk aan te bieden, als bewijs van de gevoelens der BB∴ hemwaarts. Dien tengevolge werd hem een massief zilveren, kunstvollen en prachtigen kandelabre aangeboden van 0,761 Ned. El, breedte bij 1,092 Ned. El hoogte. De afbeelding en beschrijving vindt men in het Nederlandsche Jaarboekje voor VV∴ MM∴ 5844, bl. 102. Zes dagen voor de inwijding van het gesticht ten behoeve van oude en gebrekkige VV∴ MM∴, waarbij hij had gehoopt als Voorzitter te zullen fungeeren, overleed hij in de armen zijner gemalin. Zijn sterven werd door gewijden en ongewijden als een volksramp beschouwd. Alle Loges schorsten vrijwillig haren arbeid, gedurende de dagen, die er ver- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
liepen tusschen zijn overlijden en zijne begraving, en namen, van dien dag, voor een jaar den zwaren rouw aan. In onderscheidene steden hadden er openbare treurplegtigheden plaats. Zoo werden te Cambridge, op den dag van het rouwfeest, de klokken geluid en de winkels gesloten, terwijl de lijkdienst in de kerk werd bijgewoond door de BB∴ in hunne kleeding. Op vele andere plaatsen trokken de BB∴, met treurmuzijk aan hun hoofd, naar de lijkdiensten. Volgens zijn laatsten wil zou de Hertog zonder uiterlijke praal ter aarde besteld worden. Niemand was dus uitgenoodigd, en werden zelfs alleen de koetsen van het hof achter het lijk toegelaten. Desniettemin berekent men, dat omstreeks 25,000 VV∴ MM∴ het lijk volgden, en elkander op het kerkhof en in den omtrek verdrongen, om met geroerde Br∴ harten, hèm de laatste eer te bewijzen, wiens warme, hartelijke welsprekendheid, telkens ten toon gespreid, als hij het belang van weduwen en weezen en lijdenden bepleitte, hem den schoonen eernaam verwierven van den beminnelijksten bedelaar van Europa. Zie over hem preston's Illustrations, p. 316 en 400, en mossdorfs Mittheilungen, s. 210-245, en Illustrirte Zeitung, 15 Julij 1843, No. 3. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Swedenborg, (Immanuel)]SWEDENBORG, (IMMANUEL) Koninklijk Zweedsch Assessor van het Bergwerk-kollegie, en medelid der Koninklijke Akademie der wetenschappen te Stockholm, geboren 29 Januarij 1688, te Upsala, waar zijn vader jasper swedenborg Bisschop was, en overleden te Londen, in 1772, was een zeer geacht en geleerd Mineralist. Ten gevolge van eenen droom, of een gezigt, dat hij zich verbeeldde gehad te hebben, verliet hij, in den jare 1747, de burgerlijke werkzaamheid geheel en al, legde zijn ambt neder (ofschoon hij levenslang zijn traktement behield), en wijdde zich uitsluitend aan de inwendige beschouwing van en het onderzoek naar den waren grond des Bijbels, terwijl hij zich overgaf aan den omgang met hemelsche wezens. De leer, ontwikkeld in zijne theologiesche geschriften als het nieuwe Jeruzalem, of de nieuwe kerk op aarde, verschafte hem vele aanhangers in Zweden, Duitschland, Nederland en Rusland. Hij was de insteller van een geheel nieuw systema. Swedenborg verdeelt de geestelijke wereld, of het hemelsch Jeruzalem, in drie hemelen; den bovensten of derden hemel, den geestelijken of tweeden hemel, welke het midden beslaat, en den benedensten of eersten hemel, die onze wereld bevat. De | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bewoners van den derden hemel zijn de volmaakste onder de engelen; zij hebben het grootste aandeel in de goddelijke inwerkingen, en ontvangen die onmiddellijk van God, dien zij van aangezigt tot aangezigt aanschouwen. God is de zon der onzigtbare wereld; uit hem vloeijen de waarheid en de liefde, welker licht en warmte slechts zinnebeelden zijn. De engelen van den tweeden hemel ontvangen op eene middellijke wijze, door den bovensten hemel, de goddelijke inwerking; zij zien God duidelijk, maar niet in al zijnen luister; Hij is voor hen een gesternte zonder stralen, gelijk ons de maan voorkomt, die meer licht dan warmte geeft. De bewoners van den benedensten hemel krijgen de goddelijke inwerking op eene middellijke wijze, door de beide andere hemelen. Deze hebben de liefde en de kennis, gene de kracht als kenmerkende eigenschappen. Ieder van deze hemelsche rijken wordt bewoond door tallooze maatschappijen. De engelen, waaruit deze bestaan, zijn mannen of vrouwen. Zij sluiten huwelijken, die eeuwig duren, omdat hunne keus door gelijkheid in neigingen en gevoelens wordt bepaald. Elk paar is gehuisvest in een prachtig paleis, omgeven van heerlijke tuinen. Beneden de hemelsche gewesten is het rijk der geesten. Daarheen gaan regtstreeks alle menschen bij hunnen dood. De goddelijke inwerking, welke zij vroeger door hun stoffelijk omkleedsel niet konden gevoelen, openbaart zich trapswijze in hen, en bewerkt hunnen overgang tot den staat der engelen, indien zij daartoe zijn voorbeschikt. De herinnering der wereld, die zij verlaten hebben, verdwijnt allengs uit het geheugen; hunne ingeschapen aandrift ontwikkelt zich onbedwongen, en bereidt hen voor tot den hemel of de hel. Gelijk het verblijf des hemels vol is van luister, liefde en genietingen, zoo is de hel gevuld met duisternis en smarten, wanhoop en haat. De Swedenborgsche Vrijmetselarij bleef niet besloten binnen de Loge van Avignon, welke haar het eerst had geherbergd, maar trad ookonder allerlei gedaanten naar buiten. Na swedenborgs dood verbonden zich niet slechts onderscheidene geheime gezelschappen, Rozenkruisers, geestenzieners en anderen, met diens aanhangers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op naauwere wijze, maar de Swedenborgers sloten zich ook aan de vrienden en verdedigers van het dierlijk magnetisme en het sonnambulisme, in Duitschland en Frankrijk. In Zweden had zich in dien tijd een afzonderlijk gezelschap, onder den naam van Exegetiesche en filantropiesche Maatschappij opgedaan, welke swedenborgs leer met de voorgewende stellingen der magnetizeurs wilde vereenigen, en daardoor de verschijnsels van het dierlijk magnetisme en sonnambulisme wilde verklaren. Hij heeft onder anderen geschreven 1o. een werk, getiteld: Het Hemelsch Jeruzalem, of de Geestelijke Wereld; en 2o. De Wonderen des Hemels en der Hel en van de planetarische en astrale Landen, door den Abt pernetti uit het Latijn in het Fransch vertaald. Voor de Berlijnsche uitgave van dit werk (1782, gr. 8vo.) staat zijn portret, en daaronder de regels:
Les cieux et les enfers ne sont plus un mystère,
Et Dieu même s'est devoilé:
Pour vous il m'a tout revêlé:
Par son ordre je vous éclaire.
In een' brief van Dr. hartley, geplaatst voor het werk: de coelo et inferno, verhaalt hij hoe hij de goddelijke roeping kreeg, op de volgende wijze: Ik nam mijn middagmaal te Londen zeer laat, en at met groote lust, toen zich eene soort van nevel over mijne oogen verspreidde, en zich de grond van mijn vertrek vertoonde, als bedekt met afzigtelijk gedierte, dat weldra verdween; de nevel klaarde op, en ik zag duidelijk, te midden van een schitterend licht, een man, in den hoek der kamer gezeten, die mij met eene schrikbarende stem zeide: ‘Eet niet zoo veel!’ Bij deze woorden werd het mij duister voor het gezigt, dat van lieverlede voorbij ging, waarna ik mij alleen bevond. Den volgenden nacht vertoonde zich dezelfde persoon, van licht schitterend, voor mij, en zeide: ‘Ik ben God, de Heer, de Schepper en Verlosser; ik heb u verkoren, om den innerlijken en geestelijken zin der geheiligde schriften aan de menschen uit te leggen; ik zal u voorzeggen, wat gij moet schrijven.’ Ik was toen niet geschrikt, en hoe schitterend de verlichting was, maakte zij geen' pijnlijken indruk op mijne oogen. De Heer was in het purper gekleed, en het vizioen duurde een kwartier uurs. In denzelfden nacht werden de oogen van mijn' inwendigen mensch geopend en versterkt; waardoor ik in den hemel, in de geestenwereld en de hel konde zien, en ik er onderscheidene personen van mijne kennis vond, waarvan eenigen voor lang, anderen sedert | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kort gestorven waren, enz. enz. Sedert dien tijd - zoo eindigt de brief - begon ik onderscheidene onbekende Arcana te doen drukken en verspreiden, welke óf door mij-zelven waren gezien, óf mij ontdekt zijn geworden, ten opzigte van den hemel en de hel, den toestand der menschen na den dood, de ware godsvereering, den geestelijken zin der heilige schriften en vele andere gewigtige waarheden, welke betrekking hebben op de zaligheid en de ware wijsheid; en de eenige reden, waarom ik op verschillende tijden mijne woonplaats verliet, en andere landen bezocht, was, opdat de menschen nut uit deze mededeelingen konden trekken. Dit is genoegzaam, hem als geestdrijver, neen, als bedrieger te kenschetsen, en hij, die in dat opzigt meer van swedenborg wil weten, leze: jeder, Geschiedkundige Verscheidenheden (Haarl. 1826, 310 bl. gr. 8vo.), bl. 247-256. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Symbolen]SYMBOLEN. Het woord symbool (zinnebeeld) heeft in het algemeen betrekking op iedere aanschouwelijke voorstelling van een denkbeeld, hetzij dit door woorden, hetzij op eenige andere zinnelijke wijze, geschiede. Aan het gansche menschdom werd, in zijn kindschen staat, alle onderrigt op die wijze door beelden en teekens medegedeeld, en het aloude Priesterdom was gewoon, de gansche meer of min geheimvolle leer der bovenzinnelijke wereld, en de betrekking des menschen tot de Godheid, in teekens en beelden te kleeden. Iedere waarheid werd daardoor nader onder de bevatting der menschen gebragt, dan door de fijnste en schranderste verstandelijke ontwikkeling. Zoo oordeelden er ook vooral de oude Grieken over, die in de mysteriën al hunne geheimvolle leerstukken, als vruchten eener diep indringende natuurwijsheid, in zinnebeelden en zinspreuken hulden; niet slechts om oningewijden den toegang tot die wijsheid af te sluiten, maar ook om haar in de sprekendste beelden aanschouwelijk voor oogen te stellen. Ook het Christendom bezat, van de vroegste tijden af, en heeft thans nog zijne eigendommelijke zinnebeelden. Als zoodanig noemen de Israëlieten de besnijdenis en de Christenen belijders vooral de Sakramenten, als zigtbare teekenen van een onzigtbaar heil, en de goddelijke beloften en genadewerkingen daarin vervat. In dien | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zin worden Doop en Avondmaal, reeds bij de oude volken aanwezig, als de eigenlijke Sakramenten, zinnebeelden genoemd. Zie hieroglyfen en rituaal. De V∴ M∴ heeft hare symbolen van de oude mysteriën, de Esseërs en de bouwkorporatiën overgenomen. Deze symbolen zijn van groot nut, daar zij tot allen spreken, en de eigenlijke taal zijn voor het bovenzinnelijke. De symbolen zijn nogtans ook dààr, gelijk overal, slechts hulsels van het onuitsprekelijke. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Symbolieke diepte der Loge]SYMBOLIEKE DIEPTE DER LOGE gaat van de oppervlakte der aarde tot aan haar middelpunt, als makende al de VV∴ MM∴, op de aarde verspreid, slechts een volk uit, door gelijke wetten bestuurd en aan gelijke gebruiken onderworpen. Zie gedaante. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Synedrium, of Sanhedrin]SYNEDRIUM, of SANHEDRIN, (Het) was het hoogste nationale geregtshof der Israëlieten, en bestond uit den Hoogepriester en 70 leden, welke deels uit de Priesters, deels uit de oudsten der twaalf stammen van Israël gekozen werden. Het had zijnen zetel te Jeruzalem in een eigen gebouw, dat tot den Tempel behoorde. In vele hoogere graden der Vrijmetselaren worden de vergaderingen aldus genoemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Systema (Een Maçonniek]SYSTEMA (Een MAÇONNIEK) is het leerstelsel der Vrijmetselarij, door de Konstitutie en door het Rituaal vastgesteld. Niet alleen heeft elke Groote Loge haar bijzonder systema of Rituaal, welke beide woorden dikwijls in gelijke beteekenis voorkomen, maar zelfs enkele Loges vormden zich eigen systemas, waarvan er, voornamelijk in Frankrijk, eene ontelbare menigte bestonden en nog bestaan, en welke in de laatste helft der vorige eeuw door onderlinge vijandigheid en vervolging veel ergernis baarden, en buitendien aanleiding gaven tot velerhande dwalingen en misbegrippen in de V∴ M∴ De volgende systema's zijn of waren het meest algemeen bekend en beoefend, als: de Afrikaansche Bouwheeren, de Aziatiesche Broederen, het systeem den Koninklijken Boog (Royal Arche), het Kollegie van Clermont, het Eclectiesch stelsel, dat der Koninklijke Orde van Herodom van Kilwinning, het klerikaal systema, de Hermetiesche Vrijmetselarij, het stelsel der drie Johannes-graden, of het Johannes-systema, dat der Illuminaten, der Maçonnerie d'Adop- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tion, de Martinisten, het stelsel van melesino, van mizraïm, der Observantia Stricta, der Philaleten, van roza, van het Rozenkruis, het Schotsche, dat van de weldadige Ridders der Heilige Stad, of het gerectifieerde Rituaal, dat der Tempelheeren-Orde, der Yorksche Konstitutie en dat van zinnendorf. Zie verder op de verschillende Art. stelsel. Het Engelsche systema der vrije en aangenomene Vrijmetselaren, dat zich (1717) in het oud-Engelsche of het Yorksche systema, en in het nieuw-Engelsche verdeelde. Het systema van fessler, of dat der Groote Loge R∴ Y∴ te Berlijn. Het Fransche systema, zijnde er de Johannes-graden, ten opzigte der hoogere graden, die der blaauwe Vrijmetselarij genoemd, met het Engelsche overeenkomend. Het hermetiesche stelsel van Avignon, het gerektifieerde stelsel, het systema der Groote Nationale Moeder-Loge zu den drei Weltkugeln te Berlijn, het oorspronkelijke, het oude en aangenomen, en het Schotsch wijsgeerige stelsel, het systema van schröder, het wijsgeerig Perziesche en het Zweedsche stelsel. |
|