Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1
(1844)–Anoniem Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren– AuteursrechtvrijF. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Falck, (Anthon Reinhard)]FALCK, (ANTHON REINHARD Baron) Nederlandsche Staatsminister, een der verlichtste Staatsmannen van zijnen tijd, in 1776 te Utrecht geboren, verwierf hij aldaar zijne eerste kundigheden, en bezocht in het jaar 1800 de Universiteit te Göttingen. In zijn vaderland openden zich hem, bij zijne terugkomst, vele uitzigten. Aanvankelijk was hij Advokaat te Amsterdam, en vervulde toen eenige stedelijke ambten. In het jaar 1802 was hij Gezantschaps-Secretaris aan het Madridsche hof. In dezen tijd vond hij veel gelegenheid, in de geheimen der toenmalige Europesche diplomatie ingewijd te worden, en dit te meer, daar hij een' tijd lang, gedurende de afwezigheid van den Gezant, diens post vervulde. Hij keerde in 1806 naar zijn vaderland terug, sloeg onder Koning lodewijk napoleon iedere aanstelling aan het hof en bij de diplomatie af, tot hij in 1808 als Secretaris-Generaal in het Departement van het zeewezen en der koloniën optrad. Bij de kritische tijdsomstandigheden, in den herfst van 1813, toonde hij evenveel moed als kloekheid. Als Kapitein eener kompagnie der Nationale Garde, was zijn naam de meest gehuldigde in zijnen tijd. Dadelijk tot Secretaris-Generaal gekozen der provisioneele regering, die zich, bij de verwijdering der Franschen, in 's Hage gevestigd had, werd falck, na de aankomst des Prinsen van Oranje uit Engeland, die daarna tot Koning der Nederlanden uitgeroepen werd, tot Staats-Secretaris benoemd, welken post hij tot 1818 vervulde, waarop hem de Ministeriën van het openbaar onderwijs, van de nationale industrie en der koloniën toevertrouwd werden, welke hij tot in 1824 bestuurde. Buitendien had hij verscheidene gewigtige diplomatische zendingen, onder anderen, in 1819 en 1820, naar Weenen. In 1824 verving hij den Baron fagel als Afgezant te Londen, waarheen hij later weder gezonden werd, en er buitengemeen werkzaam was bij de onderhandelingen, wegens de scheiding van België en de Nederlanden. Met den rang van Staatsminister is hij in 1832, nadat hij, uithoofde zijner gekrenkte gezondheid, eene buitenlandsche reis gemaakt had, stil gaan leven. In weerwil, dat zijne geschokte gezondheid hem de rust noodzakelijk maakte, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
golden bij hem de belangen zijns vaderlands zoo zeer boven zijne eigene, dat hij de hem opgedragen post, als afgezant naar België in 1839, waartoe hij hoofdzakelijk benoemd werd, om de algemeene achting, die hem ook aldaar werd toegedragen, aannam. Met zijne gewone werkzaamheid nam hij dien post waar, tot hij op den 16den Maart 1843 te Brussel overleed. Zijn lijk werd van daar met statie overgevoerd naar Utrecht, waar het begraven werd. Kort geleden werd te Brussel ter zijner nagedachtenis eene medaille geslagen. Wat zijne Maç∴ werkzaamheden betreft, werd hij, kort na de vestiging van het G∴ O∴ der Nederlanden, benoemd tot vertegenwoordiger van den G∴ M∴ Nat∴ in de Noordelijke of Oud-Nederlandsche Provinciën, terwijl hem later den post werd opgedragen als Gedeput∴ G∴ M∴ Zeldzaam zal men mannen vinden, die meer doordringendheid van geest met een meer beminnelijk karakter, zachtheid en bevalligheid van manieren en edeler inborst vereenigen. Even zeldzaam waren zijne gaven als staatsman. Daarom zegt ook van der palm ten zijnen opzigte: ‘Door de natuur met smaak en gevoel voor het schoone begiftigd; door oefening rijk in kennis, zoowel der wereld als der boeken; bij uitstek beschaafd, bevallig in den omgang, voor fijne scherts zoowel als gepasten ernst gestemd, is hij in den kring der geletterden, in de gezelschappen van den goeden toon, en in de vergadering der staatslieden, gelijkelijk op zijne plaats. Staatsman te zijn was zijne bestemming, en paart hij met zijne overige talenten al de behoedzaamheid, tot dien stand vereischt; bezit hij de groote kunst, te zwijgen, zonder achterdocht te wekken, en te spreken zonder zich bloot te geven.’ Zijn rusteloos openbaar leven veroorloofde hem niet, zich als schrijver bekend te maken, waartoe enkele kleine verhandelingen in van hemerts kritisch Magazijn, en het geschrift: Over den invloed der Hollandsche civilisatie op de volken van Noord-Europa, bijzonder op de Deenen, in de verhandelingen van het Nederlandsch Instituut, de hoop gaven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Félicitaires]FÉLICITAIRES. Omstreeks 1730 werd de Metselarij der vrouwen ingesteld. Men kent haren daarsteller niet, doch zij verscheen in Frankrijk het eerst, en zij is ook wel gewis een voortbrengsel van Franschen geest. De vormen dezer Maçonnerie zijn echter eerst na 1760 vastgesteld, en zij werd niet vroeger dan in 1774, door het besturend ligchaam der Metselarij erkend en aangenomen. Eerst droeg zij onderscheidene namen en had verschillende Ritualen, die niet tot ons zijn gekomen. In het jaar 1743 had zij zinnebeelden met eene kunsttaal, aan de scheepvaart ontleend. De zusters deden ingebeelde reizen naar het eiland des geluks (Félicité), onder het bestuur der Broeders. Dit was de Orde der Felicitarissen. Zij bevatte de graden van Scheepsjongen, Schipper, Schout bij Nacht en Onder-Admiraal; tot Admiraal, dat is tot Grootmeester, had zij den Broeder de chambonnet, die de oprigter was. De Kandidaat moest geheimhouding zweren aangaande het ceremonieël, waarmede de inwijding gepaard ging. Was deze een man, zoo zwoer hij: ‘Nooit zijn anker te zullen laten vallen in eene haven, waar reeds een ander schip der Orde ten anker lag.’ Was het eene vrouw, dan beloofde zij: ‘Nimmer een vreemd vaartuig in hare haven toe te laten, zoo lang er een schip der Orde lag geankerd.’ Dien eed leide zij af, gezeten op de plaats van den Schout bij Nacht of Voorzitter, welke bij die verrigting voor haar nederknielde. Eene scheuring in deze Orde gaf in 1745 het aanzijn aan de Orde der Ridders en Ridderessen van het Anker, welke slechts eene zuivering der eerste was en hare formulieren had bijbehouden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Fendeurs]FENDEURS. (L'ordre des) De Orde der Houthakkers, of Hout klovers. Deze geheime mannen- en vrouwenverbinding werd den 17den Augustus 1745 te Parijs door den Ridder de beauchaine gesticht. Van dezen beauchaine zegt thory, dat hij bekend was voor den dweepzuchtigsten van de onafzetbare Meesters der oude Groote Loges van Frankrijk. Hij had eene Loge gevestigd in eene herberg, alwaar de gouden Zon uithing; hij sliep in deze Loge, en gaf, tegen betaling van zes francs, op éénen dag al de graden van de Vrijmetselarij aan diegenen, die dezelven wilden ontvangen. Het Rituaal had in al zijne deelen betrekking op den stand der houtklovers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Ferdinand]FERDINAND, Hertog van Brunswijk, geboren den 11den Januarij 1721, overleden den 3den Julij 1792, werd om zijne bekwaamheden als veldheer, zoowel als om zijne kundigheden in andere vakken en om zijne deugden, zeer bemind. Hij was een ijverig aanhanger der Vrijmetselarij, en oefende groote invloed op de orde in Duitschland. Op het convent (zie dat Art.), door de Strikte Observantie, in 1772 te Kohlo gehouden, werd hij tot Grootmeester verkoren der vereenigde Loges van dat systema, in hetwelk hij den naam van Eques a victoria (Ridder der overwinning), droeg. In 1775 riep hij te Brunswijk een convent bijeen van de Loges, onder zijn beheer staande; vervolgens in 1778 een ander te Wolfenbuttel, dat van 15 Julij tot 27 Augustus bijeen bleef, en toen een derde te Wilhelmsbad, in hetwelk hij zelf het voorzitterschap bekleedde, en benoemd werd tot Grootmeester der Martinisten, of weldadige Ridders der Heilige stad. In het eerste dezer drie conventen waren de Baron von hund (zie dat Art.) en de afgevaardigden der drie en twintig oud-Schotsche Loges verschenen, doch had dit convent geen' anderen uitslag dan dat de Loges der Strikte Observantie zich sedert dien tijd de vereenigde Duitsche Loges noemden. De Loge de gekroonde Zuil, in zijne residentiestad, stichtte in 1771 een opvoedings-instituut, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot welks uitbreiding en onderhoud de andere Loges in dat land later medewerkten en bijdroegen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Ferdinand IV]FERDINAND IV, Koning van de beide Siciliën, geboren den 12den Januarij 1751. Reeds gedurende zijne minderjarigheid werden de Maçonnieke bijeenkomsten verboden; vervolgens werden de Vrijmetselaren in zijne Staten met de zwaarste straffen bedreigd. Zijne echtgenoote, carolina van Oostenrijk, gelukte het intusschen, van hem te verkrijgen, dat bij een later edict van den 12den September 1775, alle verbod der Vrijmetselarij, en de straffen, op de overtreding gesteld, herriep, en door hem een eenvoudig opzigt over de vergaderingen aan de Junta werd overgelaten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Ferdinand VII]FERDINAND VII was naauwelijks in het bezit van den Spaanschen troon, of hij beval het sluiten der Loges en verbood de Maçonnieke Broederschap. Den 25sten September werden de Generaal alava, de Markies de tolosa, de Kanunnik marina, lid van de Akademie, de Doctor luque, een der Geneesheeren van het hof, en andere buitenlandsche Broeders, Franschen, Duitschers en Italianen, die zich in Spanje met der woon hadden neêrgezet, te Madrid in hechtenis genomen, en in de kerkers van het Heilig Officie geworpen, als uitmakende een deel der verbodene Broederschap. Dezelfde geweldadigheden hadden andermaal plaats in October 1819. Twee aanzienlijke Vrijmetselaars van Murcia gaven den geest onder de martelingen, die de Inquisitie hen deed ondergaan, om hen bekentenissen af te persen. Den 25sten Augustus 1824 vaardigde ferdinand VII een edict uit tegen de Vrijmetselaars-Orde, waarbij al de Vrijmetselaren ter dood veroordeeld werden, en ten gevolge waarvan zeven voorname personen te Granada, op den 9den September deszelfden jaars, ter oorzake van Vrijmetselarij, werden opgehangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Groote Loge van Engeland, van de nieuwe Metselaren (Modern Masons), in het jaar 1762 en 1763. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Fessler, (Ignatius Aurelius)]FESSLER, (IGNATIUS AURELIUS) Doctor in de Theologie, en sedert 1820 Bisschoppelijk Super-Intendent der Evangelische Gemeente in negen Russische Gouvernementen, en Geestelijk Voorzitter van het Consistorie te Saratof, is in Julij 1756 geboren te Czorndorf, in Neder-Hongarije. Hij bezocht van zijn zevende tot zijn zestiende jaar de Jezuitenschool te Raab, werd in 1773 Kapucijner Monnik, en, na verschrikkelijke kastijdingen, in 1779, naar het Kapucijner Klooster te Weenen, verplaatst zijnde, geraakte hij in kennis met den Prelaat von rautenstrauch en andere waardige mannen, openbaarde Keizer jozef II het gedrag der kloosterlingen, hunne leer en handelingen, en bevorderde deszelfs plan tot hervorming der Kerk, waardoor hij zich den haat der Monniken op den hals haalde. In 1783 benoemde de Keizer hem tot Professor in de Oostersche talen en uitlegkunde te Lemberg, in Gallicië; doch wegens het vervaardigen van het treurspel Sidney, was hij genoodzaakt, in 1788 de vlugt naar Silezië te nemen. Daar ging hij tot de Luthersche gemeente over, huwde, en gaf de geschiedenis van marcus aurelius, aristides en anderen in het licht, die zijnen roem als schrijver bevestigd hebben. Later zette hij zich te Berlijn neder. Zoo merkwaardig fessler zich bij het publiek als schrijver maakte, van eene even zoo uitstekende zijde is hij ook, om zijne werkzaamheid en ijver, bij de Vrijmetselaars-Broederschap bekend. Den 11den Mei 1783 was hij te Lemberg in de Loge Fenix bij de Ronde Tafel aangenomen, ging vervolgens den 2den Junij 1796 tot de Loge Royale York der Vriendschap over, en werd den 3den Junij 1797 tot gedeputeerde Grootmeester gekozen, welke betrekking hij, benevens die van achtbare Meester van de Loge Urania der onsterfelijkheid, tot 1802 waarnam. In 1796 droeg de Moeder-Loge Royal York der Vriendschap aan Professor fessler op een' nieuwen Ritus zamen te stellen. Dit stelsel werd in hetzelfde jaar aangenomen, en kreeg in 1797, de goedkeuring van Koning frederik willem. De Moeder-Loge verklaarde echter in 1800, dat zij alle hoogere | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
graden liet varen en zich uitsluitend aan de drie symbolische zou houden, en, in 1801 verbond zij zich met de Groote Loges van Hanover en Hamburg, met oogmerk, om de Vrijmetselarij tot hare oorspronkelijke zuiverheid terug te voeren. In 1809 werd hij naar Petersburg beroepen, verkreeg den titel van Hofraad en de plaats als corresponderend lid der kommissie van Wetgeving. Gedurende eenige jaren hield hij zijn verblijf te Wolsk, Sarataf, en in de Hernhutters kolonie te Sarepta. Op de laatste plaats vooral, verkeerde hij in den laatsten tijd van zijn verblijf, uithoofde van het plotseling intrekken zijner toelage, in groote behoefte, aan welken toestand Keizer alexander, in 1818, een einde maakte, door hem zijn inkomen terug te geven, en een' werkkring te verschaffen, die aan zijne verdiensten geëvenredigd was. Zie verder over het door hem verrigtte, op de Art. stelsel (fessler's) en york. (royale) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Fichte, (Johan Gottlieb)]FICHTE, (JOHAN GOTTLIEB) Professor in de Philosophie te Berlijn, geboren te Ramenau, in de Opperlausnitz, den 19den Mei 1762, en overleden den 29sten Januarij 1814, was een ijverig aanhanger der Vrijmetselarij, en den Hoogleeraar fessler, bij de herstelling van de Loge Royale York der Vriendschap, behulpzaam. Hij schreef den 7den Junij den M∴ buddee, dat hij bedankte voor het lidmaatschap van de Gr∴ L∴ Royale York, bij welke hij tweede Opziener was. Eenige dagen bevorens had hij de betrekking van Groot-Redenaar nedergelegd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rij 1739, en welk Edict in het Italiaansch en Fransch is te vinden, in Histoire de la fondation du Gr∴ Or∴ de France, p. 289-295. Door deze Bul, versterkt door het Edict, werd het aan een ieder, op straf van excommunicatie, van verbeurdverklaring der bezittingen, en zelfs op doodstraffe, verboden, zich tot Maç∴ vergaderingen te vereenigen, of tot deze toe te treden. De huizen, in welke zoodanige Maç∴ bijeenkomsten geduld werden, moesten gesloopt worden, en zij, wie men den voorslag zoude doen, om zich te laten inwijden, waren verpligt, de personen die hen daartoe aanleiding wilden geven, zoowel als de vergaderplaatsen der Vrijmetselaars aan te geven, op straffe eener boete van 1000 gouden kroonen, of zelfs op straf van de galei. Zie bul. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Florence]FLORENCE. In Italië is de Vrijmetselarij nimmer zeer krachtvol geweest; de geestelijke banvloeken en de nationale vooroordeelen hebben dit voortdurend belet. Zij is er doorgaans alleen het deel geweest van het klein getal der meest uitstekende geesten, en van hare invoering af tot op het tijdstip der Fransche overheersching is zij er steeds in het diepst geheim uitgeoefend. Een gedenkpenning, ter eere van den Hertog van middlesex geslagen, is het eenige teeken, dat ons het bestaan eener Loge te Florence sedert 1733 verraadt. Omstreeks 1737 waren eenige Loges te Florence ontstaan. Jan gaston, de laatste Groot-Hertog uit het huis van medicis, werd ongerust over hare vereenigingen, en gaf een Edict tegen de Broederschap uit. Bij zijnen dood echter, die kort daarna plaats had, gingen de Loges met hare bijeenkomsten voort. Nu klaagde de geestelijkheid van Florence, die kennis droeg van den door gaston genomen' maatregel, de Vrijmetselaars bij Paus clemens XII aan, als voortplanters van doemwaarde leerstellingen. De Heilige Vader zond deswege eenen Inquisiteur naar Florence, die vele leden der Maçonnieke Broederschap liet in hechtenis nemen en in den kerker werpen. Op den 4den der kalenden van Mei (28 April) des volgenden jaars, schoot de Paus tegen deze Orde eenen banvloek uit, in eene | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bul, (door ons onder het Art. bul opgegeven), die, alsof dezelve niet duidelijk genoeg ware, door den Kardinaal firrao, in zijn afkondigingsedict van den 14den Januarij 1739, om alle dubbelzinnigheid te vermijden, dus verklaard werd: ‘Dat niemand vermag bijeen te komen, te vergaderen en zich te verbinden, op welke plaats ook, met de gezegde Broederschap, nog tegenwoordig te zijn bij zulke vergaderingen, op straffe des doods en verbeurte van goederen, die men beloopen zal, zonder verschooning en zonder hoop op genade.’ Bij hetzelfde Edict werd aan alle eigenaars verboden, Maçonnieke vereenigingen te ontvangen, op straffe van hunne huizen te zien afbreken; er werd gelast aan allen, die men had zoeken over te halen om zich te laten inwijden, aan zijne Eminentie op te geven den naam der lieden, welke hen dit voorstel gedaan hadden, alsmede de plaats, waar de vergaderingen der Vrijmetselarij gehouden werden, op straffe voor de overtreders, van in eene boete van duizend gouden kroonen beslagen en naar de galeijen gezonden te worden. Den 24sten April werd een zekere crudelie, te Florence aangehouden en in den kerker der Inquisitie geworpen, op de pijnbank gebragt, en na eene langdurige opsluiting veroordeeld, als verdacht van huisvesting verleend te hebben aan eene Loge van Vrijmetselaars. De Loges van Engeland, berigt van het gebeurde gekregen hebbende, sprongen voor dezen ongelukkige in de bres, verkregen zijne loslating en zonden hem eenen geldelijken onderstand. Maar frans stephanus van lotharingen, dezelfde, die in 1731 te 's Hage was ingewijd, had kortelings bezit van den Groot-Hertogelijken troon genomen, en een der eerste daden van zijne regering was, al de Vrijmetselaars, die de Inquisitie in hare kerkers hield, in vrijheid te stellen. Hij deed meer; hij werkte in eigen persoon mede tot de vestiging van vele Loges, zoo te Florence als in andere steden van zijn Groot-Hertogdom. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der wetenschappen te Londen, was van 1724-1725 gedeputeerd Grootmeester van de Groote Loge van Engeland (van de Modern Masons), onder Hertog karel van richmond. De Vrijmetselaars te Rome deden in 1742, ter zijner eere, eene medaille met zijne beeldtenis slaan, welke achter de Histoire du Gr∴ Or∴ de France, op bl. IV, fig. 14, is afgebeeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Fragmenten voor en tegen de Vrijmetselarij]FRAGMENTEN VOOR EN TEGEN DE VRIJMETSELARIJ, is de titel van een werk, waarvan de schrijver niet bekend is, maar die in de voorrede zegt, dat zij uit overtuiging van een eerlijk, waarheidlievend, vrijmoedig man zijn voortgekomen. Na eenige aanmerkingen op de Vrijmetselarij gemaakt te hebben, spreekt hij de jongelingschap, welke zich nog in het voorportaal des Tempels bevindt, op de volgende wijze aan: ‘Komt dan gij allen, voor wie de blinddoek nog niet van de oogen viel, die met geslotene oogen in de heldere schepping ronddwaalt, en daarin de bouwstoffen herkennen zult, noch kunt, waaruit het heerlijk gebouw opgetrokken zal worden. Die de geheimvolle schatten der natuur in handen houdt en dezelve niet acht, dewijl zij voor u in het gebruik geene waarde hebben, zoo lang uw onverlicht verstand en uwe onreine begeerte niet bevredigd zijn. Komt en hoort de verhevene leer der Vrijmetselarij. Weet, wat uw Meester u, door den mond zijner medehelpers, zal bekend maken. De vlammende ster verlicht uw pad, waarheen gij u begeeft. De passer bepaalt da juistheid uwer handelingen. De winkelhaak brengt uw hart, op de teekenplank des levens, op den regten hoek, opdat gij daar op den kubieksteen uwe gereedschappen scherpt, om de Ac∴ of si∴tak af te snijden, onder welke de Meester der VV∴ MM∴ begraven ligt, om wien de zonen der weduwe rouw dragen, en reeds sedert | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eeuwen jammeren, dewijl het Meesterwoord met hem verloren is gegaan. En dit verloren woord weder te vinden is het streven van den waren Vrijmetselaar, enz.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Francs Regeneres]FRANCS REGENERES. (LES) Eene politieke Cotterie in Frankrijk, gedurende de jaren 1815 en 1816, die wegschool onder den dekmantel van Maçonnieke gebruiken. Ofschoon zij weldra door de policie werd vernietigd, gaf haar bestaan nogtans aanleiding, dat de vreedzame Loges der wezenlijke Vrijmetselarij, vooral in de Departementen, door de policie zeer verontrust, en zelfs een' tijd lang in hunnen arbeid geheel belet werden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Frankfort aan den Main]FRANKFORT AAN DEN MAIN. In het jaar 1742 bevond zich aldaar eene Loge, onder den naam van: De drie Distels, in welke de Baron von hund (zie dat Art.) werd aangenomen. In het jaar 1766 constitueerde de Groote Loge van Engeland (van de Modern Masons) aldaar eene Provinciale Loge voor Frankenland, den Boven- en Beneden-Rijn, die echter, te gelijk met den dood van den toenmaligen Provincialen Grootmeester Br∴ johann peter gogel, te niet ging. In het daarop volgende jaar ontstond daarentegen de thans nog bestaande Directoriaal-Loge van het Eclectische stelsel. (zie dat Art.) Behalve de beide daar ter plaatse vereenigde Loges: zur Einigkeit en Socrates zur Verschwiegenheit, werd op den 12den Junij 1808, ten gevolge van de wederregtelijke weigering der andere Loges, om Israëlitische Prof∴ in te wijden, of Isr∴ BB∴ bij den arbeid toe te laten, in weerwil, dat zij voorzien waren van behoorlijke bewijzen, door bevoegde Maç∴ authoriteiten afgegeven, eene Loge gesticht, onder den titel zur Aufgehende Morgenröthe. Deze Loge werd door het Groot-Oosten van Frankrijk geconstitueerd, die daartoe de Loge Les Amis Rèunis van Mentz afvaardigde. De, omstreeks 1817, in Duitschland heerschende geest was zoo zeer gestemd tegen alles wat Fransch was, dat alles, goed en kwaad, wat een Franschen oorsprong had, veroordeeld werd. De genoemde Lo- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ge, die vreesde, dat men haar van Franschgezindheid zoude beschuldigen, en deze beschuldiging als middel zoude aannemen om haar bij het burgerlijke bestuur aan te klagen, dat met gretigheid deze aanklagte tot middel zoude hebben gemaakt, om een blijk te geven van hare onverdraagzame denkwijze en terugkeer tot middeleeuwsche handelingen jegens de leden, toen allen Israëlieten. Hierdoor tot dubbele voorzigtigheid verpligt, vraagde de Loge, in dat jaar, om eene Engelsche Constitutie, welke haar, op den 30sten April van het jaar 1817, door den Eng∴ Gr∴ M∴ Br∴ Hertog van sussex, werd uitgereikt, benoemende de BB∴ goldschmidt, geisenheimer en gerson als M∴ en Opzieners. Later werd er eene andere Loge, onder Fransche Constitutie en onder den naam: zum Frankfurter Adler, opgerigt. Deze Loge sloot geene geloofsbelijdenis uit, en verheugde zich weldra in een groot aantal achtingswaarde Leden, welke zoo zeer vermeerderden, dat de Loge weldra een eigen gebouw daarstelde, zoo prachtig als welligt geen eigen gebouw eener bijzondere Loge ter wereld. Behalve een doelmatig geordonneerde voorgevel en dergelijke voorzalen, bevat dit gebouw, behalve de gewone en noodige bijzalen, eene grootsche Logezaal en eene banketzaal, terwijl er zich ook, ten behoeve eener bij die Loge behoorende societeit, eene conversatie- en billardzaal, eene boeken- en leeszaal, en een tuin bij bevinden. Dezelfde Loge heeft, in den jare 1834, een steeds klimmend fonds gesticht, waaruit verarmde BB∴, of hunne weduwen en weezen, door middel van vaste jaarlijksche toelagen, ondersteund worden, terwijl men ook later het plan opvatte, een tweede fonds daar te stellen, om verdienstelijke jongelingen, zonen van BB∴, studiebeurzen of toelagen uit te reiken. Een verschil, tusschen de LL∴ de Morgenröthe en de Adler gerezen, was oorzaak, dat de eerste, den leden der tweede den toegang tot hare werkzaamheden, en hare eigene leden het bezoek dezer L∴ verbood. Op zich zelf was dit interdict reeds eene bedroevende gebeurtenis, een onzin, die echter des te meer gewigt kreeg, door dat men bij de opgemelde, te Frankfort toen nog bestaande weigering, tot aanneming van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prof∴, of toelating van BB∴, in het burgerlijk leven de Mozaïsche leer toegedaan, en na de welsprekendste pleitredenen en vertoogen van eenige der geleerdste en verlichtste BB∴ van verschillende geloofsbelijdenissen, geene redelijke gronden meer wetende aan te voeren voor die wederregtelijke uitsluiting, eindelijk dit verschil en het daarop gevolgde interdict, door de Morgenröthe uitgevaardigd, tot voorwendsel nam, om de bestaande uitsluiting te doen in wezen blijven. Eindelijk werd dit geschil vereffend, en het interdict der Morgenröthe opgeheven, waarna men, ten gevolge van langdurige en aanhoudende pogingen van verschillende verlichte BB∴, en vooral van Br∴ kretschmar (zie dat Art.), het verbod van toelating, (niet van inwijding) bij de Eclectische LL∴ te Frankfort ophief. Zie israëlieten en uitsluiting. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Franklin, (Benjamin)]FRANKLIN, (BENJAMIN) geboren te Boston, op den 17den Januarij 1706, en aldaar overleden op den 17den April 1790. Deze beroemde Amerikaansche staatsman, geleerde en natuurkundige, was de stichter en Reg∴ M∴ der eerste Loge in Philadelphia. Deze Broeder is in elk opzigt beroemd; wat hij schreef, kenmerkt zich door eenvoudigheid, gezond verstand, diepe kennis van het menschelijke hart, beminnelijke wijsbegeerte, bevallige voordragt en bevattelijken stijl. Aan de bevrijding van zijn vaderland, in den onafhankelijksoorlog, een gewigtig deel genomen hebbende, maakte hij zich ook als natuurkundige onsterfelijk, door het uitvinden van de bliksemafleiders. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Frankrijk]FRANKRIJK. (Geschiedenis der V∴ M∴ in) Naar luid van het Keulsche Charter en van eenige Fransche schrijvers, zoude het blijken, dat er reeds in 1535 eene Loge te Parijs, en eene andere te Lyon zoude hebben bestaan, en dat in 1668 de V∴ M∴ in Frankrijk, meer stellig zou ingevoerd zijn. Zoo veel men met zekerheid weet, is in het jaar 1725 eene Loge in Frankrijk, en wel in Parijs opgerigt, waarop spoedig vele andere volgden. Deze eerste Loge, welke eene Engelsche constitutie had, werd opgerigt door Lord dervent waters, den Ridder maskelyne, den Heer d'heguetty, benevens nog eenige Franschen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nadat de V∴ M∴ zich zoodanig had uitgebreid, dat er zich te Parijs een zeshonderdtal BB∴ bevonden, vereenigden zich de verschillende inmiddels opgerigte Loges, en benoemden in 1736 Lord harnoesters tot Grootmeester en opvolger van Lord dervent waters, welke in 1738 vervangen werd door den Hertog d'antin. Reeds in 1742 telde de Orde 22 Loges te Parijs, en omtrent 200 in de verschillende Provinciën. Zeer spoedig ontaardde in dit land de Vrijmetselarij, waartoe eensdeels de aankomst van den verdreven Koning jacobus II van Engeland (1689 in Parijs, in het Jezuitenklooster van Clermont) bijdroeg, en vele aanhangers deszelven, welke de Vrijmetselarij mede naar Frankrijk bragten, in verschillende geheime Ordegraden werkten, waardoor de grond tot de talrijke hoogere graden gelegd werd; anderdeels uit de eigendommelijke zucht der Fransche natie voor ceremoniën, titels, rangen en ordeteekens. Volgens bazot, Manuel du Franc-Maçon, zouden er geschiedkundige bescheiden bestaan, die vermelden, dat reeds in 924 door Fransche Metselaars pogingen zouden zijn aangewend bij athelstan, kleinzoon van alfred den Grooten, Koning van Engeland, om de Metselaars uit verschillende oorden bijeen te trekken, en met dezen eene Loge te vormen, en dat dienvolgens door deze Vorst al de Vrijmetselaars zijner Staten vereenigd zouden zijn geworden, met zijnen broeder edwin aan het hoofd. Eene begunstiging van de zijde des Staats had de Vrijmetselarij in dien tijd niet te wachten, daar zij verscheidene malen, in de jaren 1737, 1744 en 1745, werd verboden door Koning lodewijk XIV, waarbij de overtreders met eene boete van 3000 franken of gevangenis bedreigd werden, ofschoon zij echter zoo niet vervolgd werd, als in Portugal en Spanje; van daar verklaart men ook, dat de Hertog van antin, ofschoon de Koning hem de deelneming in de Vrijmetselarij strengelijk verboden had, en niemand als zoodanig aan zijn hof dulde, zich de keuze van levenslang Grootmeester, in 1738, liet welgevallen, en dit ambt tot aan zijnen dood in 1743 bekleedde, waarop hem in dit jaar een Prins van koninklijk bloed, lode- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wijk van bourbon, Graaf van Clermont, op den 11den December opvolgde, welke tot dezen post benoemd was door de meerderheid van eene vergadering van Meesters en Opz∴ der LL∴, uit het O∴ van Parijs. Dat de keuze op die wijze geschiedde, was het gevolg der bijzondere inrigting der Fransche LL∴, en vooral van die te Parijs, welke de eigendom waren van personen, die Logemeesters genoemd werden. Zoodanige Logemeester, bestuurde zijne L∴ naar welbehagen. Onderling waren zij onafhankelijk en erkenden geene andere magt dan hunne eigene. Te gelijk met de keuze van den G∴ M∴, vormde zich eene G∴ L∴, welker leden, door hunnen stand en hunne verdiensten uitblonken. Van toen af was er een punt van algemeen bestuur gevormd. Men beging nogtans tevens den grooten misslag, de MM∴ der Parijsche LL∴ levenslange benoemingen uit te reiken. Van hare zijde besloten de Parijsche LL∴, dat de G∴ L∴ ter herinnering van de invoering der V∴ M∴, den naam zoude voeren van Engelsche Groote Loge van Frankrijk, welke men in 1756 veranderde, in dien van Gr∴ L∴ van Frankrijk. Deze keuze van den Graaf van Clermont werd echter voor de Vrijmetselarij in Frankrijk in veelvuldige betrekkingen nadeelig, want naauwelijks was hij in zijn ambt van Grootmeester geinstalleerd, of hij liet de Loges aan zich zelve over, en verzuimde het bijeenroepen der Groote Loge. Toen hij later gedrongen werd, in het beheer der Orde te voorzien, stelde hij tot zijne plaatsvervangers ongeschikte personen aan, dat tot de grootste oneenigheden aanleiding gaf. Zijn eerste Gedeputeerd Grootmeester baure, een bankier in Parijs, maakte zich aan het grootste pligtverzuim, ten aanzien der Orde, schuldig; de tweede, in 1761 benoemd, was een Parijsch dansmeester, la corne geheeten, die zich bij den Graaf van Clermont wist in te dringen, doch wien de andere medeleden der Groote Loge weigerden te erkennen of onder zijn voorzitterschap te vergaderen. La corne bekommerde zich daarom weinig, vormde eene nieuwe Groote Loge, benoemde lieden van zijn slag tot Groot-Officieren, en stichtte daardoor eene bittere | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vijandschap tusschen de beide nu bestaande Groote Loges, welke het verbond belagchelijk maakte. Eindelijk zag zich de Graaf van Clermont, op verzoek der Broederschap, gedrongen, la corne, na een jaar den M∴ gevoerd te hebben, te ontslaan, en in het jaar 1762 chaillou de jonville in deszelfs plaats te benoemen, wien het gelukte, de beide partijen te vereenigen, en, ten minste uiterlijk, vrede te bezorgen. Deze vrede duurde echter niet lang; in korten tijd vormden zich nieuwe verschillen, die zoo ernstig werden, dat de regering genoodzaakt was, andermaal de vereenigingen der Vrijmetselaren te verbieden. Dit geschiedde in het jaar 1767. Ook van de zijde der geestelijkheid waren intusschen op vele plaatsen van Frankrijk scherpe edicten door de Bisschoppen uitgevaardigd, b.v. van belsunce de castel moron, Bisschop van Marseille, op den 4den Januarij 1742, en van guyon de crochans, Aartsbisschop van Aignon, volgens de Pauselijke Bul van benedictus XIV, van den 22sten Julij 1751. Om de verwarring te voltooijen, hadden zich middelerwijl ook in Lyon, Bordeaux, Marseille, Orleans en Builton Groote Loges gevormd, die in voortdurenden twist leefden. De afgescheiden BB∴ volgden de Gr∴ L∴ in hare werkeloosheid niet na; maar bij het overlijden van den Graaf van Clermont vereenigden zij zich, en begaven zich naar den Hertog van Luxemburg, zich daar doende aandienen als de leden der wezenlijke Gr∴ L∴ van Frankrijk. De Hertog ontving hen, en bood, namens hen, het Grootmeesterschap aan den Hertog van Chartres, die dien post aannam en a.c. sigismund van montmorency. Hertog van Luxemburg, tot zijnen administrateur-Generaal benoemde. Hierdoor werd het verbod der Vrijmetselarij weder ingetrokken, maar de twist duurde onder de Groote Loges nog voort, ofschoon de Hertog van Orleans niet alleen als Grootmeester der Fransche Vrijmetselarij, maar ook als Souverein Grootmeester van alle Raden, Kapittels en Schotsche Loges van Frankrijk uitgeroepen, en op den 28sten October 1773 feestelijk geinstalleerd werd. Het in 1772 in Parijs opgerigte Groot-Oosten won steeds in magt en aanzien, en het scheen, alsof er eenheid in het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verbond zoude komen, toen eensklaps de Staatsrevolutie uitbrak, die alle vereenigingen verbrak, en nadat de Grootmeester, die, om de op het kussen zittende personen te vleijen, den naam van philippe egalité hebbende aangenomen, niettemin op den 6den November 1793, was geguillotineerd, werd de eene Loge na de andere gesloten, en de twist tusschen de Vrijmetselaren ging ook meer en meer verloren. Kortelijk moeten wij hier vermelden, dat zich de V∴ M∴ niet te verheugen had, over de keuze van den Hertog van Chartres. Het Groot-Oosten van Frankrijk had zich naar de Groote Loge van Londen gevormd, en bestond uit de Representanten van alle Fransche Loges. Het levenslang Meesterschap werd afgeschaft. Er was bepaald, dat alle Loges zich bij haar zouden aanmelden, en den tijd harer constitutie moesten opgeven, terwijl er in het geheel niet werd opgelet, vanwaar zij hunne constitutie ontvangen hadden. Door deze opgave en de bewilliging in eene jaarlijksche bijdrage tot het armenfonds, werden zij erkend. In dezen tijd bestonden reeds in Frankrijk vele Loges van de Strikte Observantie (in welke de Vrijmetselarij als een vervolg der Tempelorde beschouwd werd), en ook deze sloten zich, onder den naam van het Schotsche Directorium, bij het Groot-Oosten aan. Nadat de rust in Frankrijk grootendeels hersteld was, begonnen eenige Loges eerst in 1796 hunnen arbeid weder te hervatten, echter waren zij vriendschappelijker omtrent elkander, dan voorheen. Van nu af werd er wezenlijk leven in het verbond der Vrijmetselaren opgemerkt, zoo als blijkt, dat tusschen de jaren 1805, in welk jaar jozef napoleon (van 1806 Koning van Napels en Sicilië, en naderhand, sedert 1808, Koning van Spanje) tot Grootmeester, en de Aartskanselier Prins cambaceres, en murat Koning van Napels, tot zijne Adjuncten benoemd waren geworden, en het jaar 1812, in Parijs alleen, tusschen 128 en 130 Loges bestonden, en in het gansche Fransche rijk bij de 1200 geteld werden. Deze hereeniging en de bloei, waarin zich de V∴ M∴ in mogt verheugen, was het werk van eenen enkelen Br∴, die, met de levendigste | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zucht voor de Orde bezield, dezen uitslag met de grootste zelfverloochening en volharding te weeg bragt, zijnde dit de Br∴ alexander lodewijk roettiers de montaleau. (zie dat Art.) Zoo stond de Vrijmetselarij in eenen grooten bloei, gedurende het Keizerrijk, ofschoon napoleon wantrouwen tegen dezelve had opgevat. Desniettegenstaande benoemde hij zijnen broeder jozef tot Grootmeester, dewijl hij, met het ligt vuur vattend karakter der Franschen bekend, de Vrijmetselaren niet geheel aan hen zelven wilde overlaten, of hoopte eenmaal van hen voordeel te trekken. Als Grootmeester had jozef nimmer eene Loge bezocht, maar dit was ook niet noodig, daar napoleon bevolen had, in het gansche verbond de fijne draden van zijn staatkundig systema in te weven. De woelige staatkundige aangelegenheden, in de jaren 1814 en 1815, veroorzaakten weder eene opschorting van den Logearbeid. Zeer spoedig na de herstelling der rust in het Koningrijk, hervatteden zij hunne vergaderingen, en het Groot-Oosten opende zijne werkzaamheden daarmede, dat het den Grootmeester jozef napoleon, die zich, na het verlies zijner kroon en zijns rijks, in de Vereenigde Noord-Amerikaansche Staten, ophield, en deszelfs eersten Adjunct cambaceres, Hertog van Parma, vervallen verklaarden van hunne betrekkingen, en een drietal Groot-Conservateurs der Orde benoemde, namelijk, macdonald, Hertog van Tarente, de Graaf beurnonville, Staatsminister, Maarschalk en Pair van Frankrijk, en tembrune thiembrone, Graaf van Valence, ook Maarschalk en Pair van Frankrijk. Nu had men eindelijk ook in Frankrijk rust en de vrede in het Vrijmetselaarsverbond, zoo als op de gansche beschaafde aarde het geval is, durven verwachten, maar de wortel der twisten, die nog voortduurden, lag in de talrijke hoogere graden, welke de Fransche ijdelheid niet wilde vernietigen. Tot in 1754 had de Orde in Frankrijk zich alleen bezig gehouden met de blaauwe Maç∴, maar in dat jaar voerde de Ridder de bonneville de roode of zoogenaamde Schotsche graden in, en rigtte een Kapittel op, onder den naam van Kap∴ van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Clermont. Het Fransche volkskarakter deed deze nieuwigheid spoedig ingang vinden. De Kapittels der hooge graden (zie dat Art.) vermenigvuldigden, groeiden aan in getal, en dwongen het Gr∴ O∴, die graden aan te nemen. De Graaf van Grasse-Tilly, die zich langen tijd in Noord-Amerika opgehouden, en van den Suprême Conseil van de 33 graden in Charlestown de volmagt had bekomen, in alle oorden, waar hij komen mogt, de Vrijmetselaren tot den 33sten graad te bevorderen, en Loges, Kapittels, Raden en Consistoriën van dit systema op te rigten, trad, na zijnen terugkeer naar Frankrijk in 1804, in vereeniging met de Broederen hacquet en pyron op, om dit zoogenaamde Engelsche, op het vaste land onbekende systema te verbreiden, en in Parijs een Suprême Conseil (zie hooge graden en schotsch stelsel) op te rigten voor het nieuwe stelsel, dat men het oude en aangenomen Schotsche stelsel noemde, en aan het hoofd van welken hoogen raad hij zich stelde, onder den titel van Souverein Groot-Kommandeur-Generaal. Reeds in 1803 was een dergelijke poging gedaan tot invoering van datzelfde stelsel, en daarvoor een afzonderlijk centraal bestuur daar te stellen, doch had het G∴ O∴, door toedoen van Br∴ roettiers de montaleau, verkregen, dat die afgezonderde instelling onder haar bestuur werd vereenigd. Ook de nieuwe hooge raad (onder den naam van algemeene Schotsche G∴ L∴ voor Frankrijk,) vereenigde zich spoedig met het G∴ O∴, zich echter in 1805 weder afscheidende, werd die er nogtans weldra onder cambaceres nogmaals mede vereenigd; hetwelk echter niet belette, dat er in 1812 weder eene zoodanige afzonderlijke hooge magt gesticht werd, onder den naam van Amerikaanschen Raad, terwijl in 1816 een nieuw stelsel werd ingevoerd, onder den naam van Mitzraïmitisch stelsel (zie dat Art.), dat echter voor onwettig werd verklaard. Veel waren de pogingen, welke aangewend werden, om eene vereeniging tot stand te brengen; maar gedurende een' zeer langen tijd bleven de sterkste pogingen zonder uitwerking, ja zelfs was de twist zoo hoog gerezen, dat men elkander uitsloot, het bezoeken der leden verbood, en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zelfs eene der schoonste Loges van Parijs (la Clemente Amitié) door het G∴ O∴ werd vervallen verklaard, omdat zij ondersteuning had verleend aan eenige BB∴ met het G∴ O∴ in vijandschap levende, welk besluit echter kort daarna weder werd ingetrokken. Meer dan één dergelijk, met de grondbeginselen der orde in strijd zijnde besluit werd er genomen, en de grootste spanning heerschte er tusschen de twee magten, tot het in 1841, door de edele en rustelooze pogingen en de mannelijke wegslepende welsprekendheid, vooral der BB∴ bouilly, juge en desanlis, de beide laatsten leden der L∴ la Clemente Amitié, en Officieren van het G∴ O∴ gelukte, zich jegens de V∴ M∴ de verdienste te verwerven, om, na eene langdurige en stormachtige buitengewone vergadering, op den 6den November, de uitsluiting en het interdict te doen opheffen; sedert dien tijd is men er op uit, eene geheele ineensmelting te bewerken, welke maatregel in een dubbel opzigt als doelmatig is aan te merken, omdat het G∴ O∴ een groot aantal LL∴ onder haar beheer heeft, terwijl de Suprême Conseil, bij een alleruitstekendst corps Groot-Officieren, weinig Loges onder hare regtsmagt telt. Sedert 1831 heeft men ook vele pogingen aangewend, opdat de tegenwoordige Koning der Franschen, of een van zijne zonen, den post van G∴ M∴ op zich zoude nemen, welke pogingen echter tot hiertoe zonder gevolg zijn gebleven. De Vrouwen-Maçonnerie [zie het Art. loges (adoptie)], hier met stilzwijgen voorbij gaande, hebben wij nog te vermelden, op welke wijze de V∴ M∴ zich in een gedeelte van Afrika vestigde en uitbreidde. Na het veroveren van Algiers reeds, werd op den 1sten Maart 1832, de eerste L∴ in de hoofdstad van dien naam, onder den titel van Belisarius, gevestigd, weldra gevolgd door de vestiging eener L∴ te Bone, in 1834 te Oran, en in 1836 te Bougie, welke later door meer anderen opgevolgd zijn. Het Fr∴ G∴ O∴ bestaat uit de afgevaardigden van de verschillende LL∴ Bovendien telt het 1 G∴ M∴, 4 GG∴ Dignitarissen en 81 Officieren (waarvan 6 Dignitarissen van het Gr∴ O∴). Het wordt verdeeld in vier kamers, als: 1. K∴ der geldmiddelen en briefwisseling, 2. de symbolische K∴, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. de Hooge Raad der Riten, en 4. de Raad- en Appèlkamer, bovendien een centraal Comité, uit de drie administrative kamers. Elke der drie eerste kamers bestaan uit 27 leden, en vaardigen bij elke der beide andere twee leden af. De kamers vergaderen alle veertien dagen. Eindelijk bestaat er een Groot-Collegie der Riten, dat in zoo veel sectiën verdeeld wordt, als er erkende stelsels onder haar beheer zijn. In de k∴ van correspondentie en financiën zijn twee kommissiën, als: 1. van financie en weldadigheid, en 2. van inspectie voor het secretariaat, de statistiek en de archieven. De Dignitarissen zijn: 1 Gr∴ Zegelbewaarder, 1 Gr∴ Schatmeester, 1 Gr∴ Aalmoezenier, 1 Gr∴ Archivaris, 1 Gr∴ Bouwmeester, 1 Gr∴ Onderzoeker. De Officieren zijn alle drie jaren herkiesbaar. De MM∴ der LL∴ kunnen niet langer dan drie jaren in functie blijven. Nadat het aantal Loges, onder het bestuur van het Gr∴ O∴, in 1833 tot 263 was gezonken, klom dit vóór 1840 weder tot 431. De stelsels onder het G∴ O∴ bewerkt, zijn voornamelijk het zoogenoemde Fransche of nieuwe stelsel (Rite Français of Rite moderne), bestaande, behalve uit de drie blaauwe gr∴, ook uit vier hoogere, namelijk: élu, schot, ridder van het oosten, souverein prins van het rozenkruis. Nadat in 1788 de Raad der Keizers van het Oosten en Westen (Conseil des Empereurs d'Orient en d'Occident), met zijne nieuwe hooge graden was komen opdagen, verscheen in 1766, juist hetzelfde jaar, waarin de oude Groote L∴ die oppergraden had afgewezen, een afgescheiden deel van dien raad met zijn stelsel, ten gevolge waarvan de Gr∴ L∴, die in 1756 reeds den naam had aangenomen van G∴ L∴ van Frankrijk, ook deze graden ter bewerking toeliet, onder den naam van oud of volmaakt stelsel (Rite ancien ou de perfection), bestaande toen uit vijf en twintig graden, verdeeld in zeven klassen, en wel
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Later werden deze vijf en twintig graden vermeerderd met acht andere, en alzoo tot drie en dertig gebragt. Van deze acht graden werd toen in Frankrijk gezegd, dat frederik II, Koning van Pruissen, die zoude hebben daargesteld, hoewel de onwaarheid hiervan duidelijk bewezen is. (Zie het Art. frederik II.) De acht bijgevoegde graden bestonden in:
De Prins Adept, die eerst de 23e. graad was geweest, werd de 28e.; de Kadosch-graad, die de 24e. was geweest, werd de 30e., en de Royal secret, die eerst de 25e. was geweest, werd nu de 32e., zoodat, na nog eenige hervorming de lijst thans is zamengesteld:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Fransche Gr∴ O∴ heeft bijzondere vriendschapsverbonden aangegaan met de G∴ L∴ van Bern, België, Brazilië, Charlestown, Dublin, Haïti, Hamburg, Louisiane, New-York, New-Grenada, Richmond, Virginië, Zweden. Wat betreft de instellingen van weldadigheid en bevordering van Maç∴ deugden, heeft de L∴ Isis Monthyon in 1827, en die des sept Ecossais réunis in 1828, (beide te Parijs), een fonds gesticht, voor een' eereprijs aan diengenen onder de leerlingen der armscholen te Parijs, die zich, gedurende zijnen leertijd, het meest zal hebben onderscheiden, een twaalftal mindere prijzen voor de daarop volgende leerlingen, en een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gouden eerepenning voor den meester, die den hoogst bekroonden leerling zal hebben onderwezen. De Loges les fidèles Ecossais en les Frères unis intimes, bragten in hetzelfde jaar een fonds bijeen, om daaruit op het St. jans-feest eereprijzen uit te reiken aan personen, die door bijzondere deugden hadden uitgeblonken. In het jaar 1858 besloot het G∴ O∴, op voorstel van den Secretaris Br∴ morand, tot het jaarlijks uitreiken van eerepenningen, ter belooning van zulke werkplaatsen en BB∴, die zich zouden hebben onderscheiden, door instellingen of vindingen, die tot nut van het menschdom strekken, door daden van zelfopoffering, door deugd, of door uitstekende diensten jegens de Orde, of eindelijk door werken, die wezenlijk nuttig voor de V∴ M∴ zijn. In hetzelfde jaar werd door twee LL∴ van Lyon, Union et Confiance en les Chevaliers du Temple, elk voor zich zelve inrigtingen daargesteld, om uitstekende Mac∴ of maatschappelijke daden te beloonen, door medailles of door fraaije Maç∴ decoratiën en juweelen, terwijl eindelijk in 1842 te Marseille eene inrigting gevormd is, om jonge meisjes onderwijs te verschaffen, en haar een ambacht te doen leeren, daar zij hun bestaan in kunnen vinden. Eindelijk zijn er op onderscheiden plaatsen bewaarscholen opgerigt, en is ook onder anderen te Parijs, door eene Loge, eene vereeniging daargesteld tot het geven van gratis geneeskundige behandeling aan behoeftige zieken, en regtsgeleerden bijstand aan ongelukkige behoeftigen, zoowel VV∴ MM∴ als profaneu. De Loge la Clémente Amitié te Parijs, die zich reeds zoo vaak op eene bijzondere wijze verdienstelijk had gemaakt, niet slechts door ruime giften, in tijden van nood en aan hulpbehoevenden uitgereikt, maar ook door in 1838 te besluiten, jaarlijks medailles voor deugdzame daden uit te reiken, en in 1840 door het instellen van een' kosteloozen cursus van burgerlijke huishoudkunde voor alle VV∴ MM∴, heeft aan hare pogingen de kroon opgezet, door, op het voorstel van haren Reg∴ M∴, Br∴ desanlis, te besluiten, om met ijver aan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te dringen bij het G∴ O∴, tot het oprigten van eene instelling, welke algemeene navolging verdient, en waartoe het G∴ O∴ ook heeft besloten. Al dadelijk is door het G∴ O∴, de L∴ Clémente Amitié, de BB∴ desanlis, juge, rouhaud en een inmiddels overleden B∴ ingeschreven voor fr. 3150. Deze instelling is die van een centraal gesticht van weldadigheid te Parijs, dat zich bevindt in de Saint-Gilies-straat, No. 10, door eene afzonderlijke kommissie bestuurd wordende. De ondersteuning bestaat in voeding en huisvesting, of alleen in voeding. Een Br∴ kan daar veertien dagen verblijven; is hij reizend Br∴, dan beslist de kommissie, of hem bij zijn vertrek reisgeld zal worden gegeven. De Loges en VV∴ MM∴ die ingeschreven hebben, bezitten alleen het regt tot voordragt der plaatsing, de kommissie beslist. Zijn er meer aanvragen dan plaatsen, dan hebben de voordragten der LL∴ de voorkeur. Er bestaan correspondenten, om over de verzoekers informatiën in te winnen, welke zij binnen 24 uren moeten inzenden. Geen Br∴ wordt toegelaten, tenzij in het bezit van zijne papieren, en behoeftig en onbesproken van gedrag zijnde. Bij het intreden moet de toegelatene zijne papieren aan den directeur afgeven, van wien hij ze bij zijn vertrek terug ontvangt. Buiten de voeding en het verblijf in het gesticht, kan de kommissie ook daar buiten onderstand in natura verleenen, als: brood, vleesch, hout en kleedingstukken. In meer dan gewone gevallen kan de kommissie ook ondersteuning in geld uitreiken, en ook voorloopig ondersteuning geven tot het inkomen van het noodige berigt. Ten einde de kommissie in staat te stellen tot het verschaffen van arbeid aan BB∴, die zonder werk mogten wezen, maken de Reg∴ M∴ bij elke te houden L∴ bekend, welke soort van werklieden geplaatst wenschen te worden, en noodigen de aanwezigen uit tot de mededeeling, of zij, en zoo ja, welke werklieden zij kunnen plaatsen, terwijl de kommissie geene andere werklieden ter plaatsing zal voorslaan dan hen, omtrent wier zedelijk gedrag en ijver zij voldoende berigten hebben ontvangen. De kommissie vergadert ten minste een's weeks op een' vastgestelden avond. Dagelijks bezoekt een der leden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij beurten het gesticht, onderzoekt de spijzen, neemt de klagten aan, en maakt een dagrapport, Drie malen achtereen verzuimende, zonder wettige redenen, is hij van zijnen post vervallen. Behalve de ingekomen ruime bijdragen in geld en kleedingstukken, hebben hout- en wijnkoopers aangeboden, ieder op zijne beurt het gesticht voor een' geheelen winter van het in hun vak noodige te voorzien, en is door onderscheidene BB∴, op hunnen naam, ieder een bed met al het noodige geschonken. Door de oprigting van dat voorbeeldig gebouw, hoopt men der wezenlijke behoefte te gemoet te komen, en het misbruik, dat van de liefdegiften gemaakt wordt, uit den weg te ruimen, terwijl daardoor tevens gelegenheid is gegeven, de behoeftige BB∴, die zonder werk zijn, dit op eene behoorlijke wijze te verschaffen. - Het G∴ O∴ heeft een nieuw gebouwd eigen lokaal, in hetwelk men eene bibliotheek en een penningkabinet heeft aangelegd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Frans I, (Stephanus)]FRANS I, (STEPHANUS) Roomsch-Duitsch Keizer, gemaal der Oostenrijksche Keizerin maria theresia, geboren den 8sten December 1708, overleden den 18den Augustus 1765. Hij werd in het jaar 1731, toen hij nog Hertog van Lotharingen was, in 's Hage onder het voorzitterschap van den Graaf van chesterfield (zie het Art. dormer stanhope) tot leerling en gezel opgenomen. Naar preston's Illustratiën (Ed. 1821, bl. 231), en noorthouck Const., bekleedden daarbij de Esquire strickland het ambt van gedeputeerde Meester, benjamin hadley en een Hollandsche (Dutch) Broeder de Opzienersposten. Uit dit Dutch hebben de Franschen den naam Ducth gemaakt, (zie dutch.) In Londen ontving hij in hetzelfde jaar den Meestergraad. Toen hij na den dood van johannes gasto van medicis, in het jaar 1737, de regering van het Groot-Hertogdom Toskanen aanvaardde, liet hij niet slechts in zijne Staten alle voormalige vervolgingen tegen de Vrijmetselaren ophouden, maar beschermde hen ook tegen de geestelijkheid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verschillende tijdvakken. In het jaar 1794 liet hij, op den rijksdag te Regensburg, den voorslag doen, alle geheime gezelschappen, zoo als: de Vrijmetselaren, Rozenkruizen en Illuminaten, te onderdrukken. Doch op de vertoogen der gezanten van Pruissen, Brunswijk en Hanover, weigerden de Stenden het besluit, en antwoordden den Keizer, dat hij wel in zijne eigene Staten de Loges kon verbieden, dat men echter in de overige Duitsche Staten de vrijheid wilde handhaven. Ten gevolge van de verordening des Keizers, van 23 April 1801, moesten toen alle staatsdienaren, zoowel die aangesteld zouden worden, als zij, die reeds eenig ambt bekleedden, een eed afleggen, dat zij in geene geheime verbindingen stonden, en moesten beloven, in geen geval zich met hen in te laten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Frederik II]FREDERIK II. Het is genoeg bekend, en op nieuw door de levensbeschrijving van frederik den Grooten als Vrijmetselaar, voor alle medeleden des verbonds uitvoerig bewezen, dat Pruissens groote held het besluit in Holland opvatte, om Vrijmetselaar te worden. In de maand Julij 1738 kwam hij namelijk met zijnen vader, den toen regerenden Koning frederik willem I, en de Prinsen van Anhalt-Dessau en Holstein-Beck, den Graaf von der lippe buckerurg, en verscheidene andere voorname Heeren, van Middagten, over Zutphen, naar het Loo, om den Prins van Oranje en diens gemalin, frederik willems nicht, een bezoek te geven, welligt ook, om nog eenige aangelegenheden nopens de nalatenschap van willem III te regelen. Toen zij aan tafel zaten, liet Koning frederik willem I, zich met hevigheid uit tegen het verbond der Vrijmetselaren, die hem als Atheïsten en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ketters afgemaald waren. Toen de regerende Graaf von der lippe, die als Vrijmetselaar bekend stond, de Orde openlijk verdedigde, en zulks met kracht deed, ontkiemde in frederiks borst de wensch, om ook Vrijmetselaar te worden, en nog dienzelfden dag gaf hij zijne begeerte te kennen aan dien verdediger des verbonds, die ook door bemiddeling eens Broeders, den Baron von albedyll, in Hanover (daar hij zelf in Engeland aangenomen, en met den stand der Vrijmetselarij in Duitschland niet bekend was), den wensch des Kroonprins ten uitvoer bragt. Wie de betrekking kende tusschen den Kroonprins en zijnen vader, die geene tegenspraak dulde, en ongaarne tegenkantingen ondervond of aanhoorde, had veelligt tot het vermoeden aanleiding kunnen krijgen, dat juist de tegenovergestelde inzigten des Konings voor den Kroonprins eene bijzondere beweegrede tot de niet aanneming zouden geweest zijn. Maar frederik de Groote wide anders beoordeeld zijn; hij, die zich met zijnen doorluchtigen en voorwaarts strevenden geest blindeling aan den wil zijns vaders moest onderwerpen, zonder eenig woord tot zijnen regtvaardiging te kunnen inbrengen; die jegens zijnen vader geheel onderwerping was, schatte in den Graaf von der lippe den mannelijken moed, de waarheidsliefde en de vrijmoedigheid zeer hoog, en verkreeg daardoor de overtuiging, dat een zoo edel man ook eene goede zaak moest voorstaan. De nacht van den 14den op den 15den Augustus 1738, toen de Kroonprins met zijnen vader in Brunswijk wilde zijn, werd tot de aanneming bepaald, en de eerste Hamburger Loge, (die in den jare 1740 den naam van Absalom aannam), waartoe de Baron von albedyll behoorde, zond de afgevaardigden von oberg, löwen en bielfeld, bij welke zich nog de Graven von der lippe en von kielmansegge en de Baron von abedyll bevonden, en voltrokken de aanneming in de drie graden, op uitdrukkelijken wensch des Kroonprinsen, met alle ceremoniën. Op de reis van Hamburg naar Brunswijk voerden de afgevaardigde BB∴, Baronnen von bielfeld, oberg en löwen, een' grooten koffer met zich, waarin zich de noodige werktuigen, meubelen, enz. bevonden. Uit hoofde van degen koffer moesten zij, om onaangenaamheden te ontgaan, bij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het doorzoeken hunner bagaadje door de kommiesen, en ten einde nadeelige vermoedens te ontgaan, zich voor kwakzalvers uitgeven. Deze stad werd met opzet gekozen, eensdeels, omdat men daartoe VV∴ MM∴ van Hamburg wilde doen komen, en anderdeels, omdat tegen het bepaalde tijdstip aldaar mis of jaarmarkt zoude gehouden worden, welke eene menigte vreemdelingen daarheen lokte; door welke omstandigheid men hoopte, de geheele zaak te bedekken voor den Koning, die hen alle, als de zaak hem bekend ware geworden, zeker niet zeer zoetsappig behandeld zoude hebben. In den aanvang moest de Kroonprins zijne aanneming in de Orde zeer geheim houden, om des Konings argwaan niet op te wekken; dus werden op het Slot Rhijnsberg, waarheen de Kroonprins de Hamburger Broeders von oberg en bielfeld ontboden had, vele vergaderingen naar Maçonniek gebruik gehouden. Reeds op den 2den Junij 1740, vier dagen na zijne troonsbeklimming, verklaarde de Koning openlijk, dat hij Vrijmetselaar was, hield tien dagen later, op het Koninklijk Slot te Charlottenburg, eene Loge, waarin bij zelf den hamer voerde, en den Prins wilhelm van Pruissen (oudste broeder des Konings), den Markgraaf karel, den Hertog van Holstein-Beck en den Kapitein von möllendorf, in de beide eerste graden aannam. Deze heette Loge Première. De voornaamste Leden dezer worden zelfs in prof∴ werken van dien tijd opgegeven, en wel in de volgende bewoordingen: ‘Al dadelijk bij den aanvang werden van de Medeleden derzelve te Berlijn de navolgende bekend gemaakt. De Graven
von wartensleben, von truchsess, von waldburg, de Heeren von queist, von kaiserling, von knobelsdorf, Geheimraad jordan, von möllendorf en fredersdorf.’ Opmerkelijk is het, dat het meerderdeel der genoemde personen behoorden tot diegenen, welke, tijdens 's Prinsen verbanning van het Hof zijns vaders, zijn stil en afgezonderd leven te Ruppin, en later te Rhijnsberg, met hem deelden, en op zeer vertrouwden voet met hem omgingen, zoodat men die personen als zijne gunstelingen kon aanmerken, gelijk er dan ook geen onder is, die niet, na de troonsbestijging van den Kroonprins, spoe- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dig tot eer, aanzien en groote posten klom. Vele dezer personen werden later tot de gewigtigste diplomatieke zendingen gebruikt; andere, in hooge krijgsambten geplaatst, deden hunnen naam op de slagvelden van de Silezische en zevenjarige oorlogen schitteren, terwijl eindelijk het laatste gedeelte hunner met gewigtige burgerlijke ambten werd begiftigd. Om dit ons gevoelen met een enkel woord te staven, daar wij, tot ons leedwezen, om het bestek, buiten staat zijn den levensloop van al de hier genoemden in de Pruissische geschiedenis te volgen, zullen wij een' der personen aanhalen, welke, onder de genoemde, de minst verhevene maatschappelijke betrekkingen vervulde, namelijk, den Heer fredersdorf, die toen 's Konings Kamerdienaar was. Fredersdorf, in de laatste jaren 's Prinsen liefste Kamerdienaar, werd dadelijk na de troonsbestijging tot eersten Koninklijken Kamerdienaar benoemd, en hem eene Ridderlijke Heerlijkheid van 20,000 rijksdaalders geschonken. In de daaropvolgende maand September benoemde hem de Koning tot Geheim-Kamerheer en Opper-Thesaurier. Later hield de Koning nog vele Loges in het Slot te Berlijn, in Charlottenburg en Rhijnsberg, en voltrok in November 1740 in zijne kamer de aanneming zijns zwagers, den regerenden Markgraaf van Bayreuth. Den 13den December 1740 werd, met toestemming des Konings, de eerste Loge in Berlijn, onder den naam: de drie Wereldbollen, ingewijd, en verklaarde hij zich tot Grootmeester der Orde, en van dezen tijd af hield de Maçonn∴ werkzaamheid van frederik II, door zijne gewigtige staats- en krijgsaangelegenheden, meer en meer op. De voorname oorzaak tot zijne geheele terugtrekking lag echter in de volgende gebeurtenis. Toen frederik Silezië veroverd had, moest hij ook trachten dat land te behouden, en zijne overige provinciën te dekken. Om dit oogmerk te bereiken, was het noodig de oude vestingen te verbeteren en er nieuwe aan te leggen. De Koning droeg de uitvoering hiervan op aan den Generaal wallrave, een' zijner bekwaamste Ingenieurs. In het bijzonder werd de vesting Neisse versterkt door eenige forten, en door mijnen, die haar tot | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op een kwartieruurs afstands omgaven; want zij was de grensvesting tegen Oostenrijk. Die zelfde Generaal wallrave, die een lieveling des Vorsten en Medelid der L∴ was, in welke zijn Koning als R∴ M∴ voorzat, was, door goud verblind, met Prins kaunitz te Weenen in briefwisseling getreden, en wilde het plan van de vesting Neisse, van de ligging der mijnen, en van derzelver verbinding met de werken, aan het Oostenrijksche Kabinet verkoopen. De onderhandelingen echter werden niet voorzigtig genoeg voortgezet; de Postmeester-Generaal kreeg argwaan, en gaf den Koning berigt. Toen nu weder een brief van wallrave verzonden zoude worden, werd deze aan den Koning gebragt. Frederik brak dien open, en de misdaad stond klaar voor zijne oogen. Hij zag zich aan zijne vijanden verraden; verraden door zijnen gunsteling; door een Medelid zijner L∴, die slechts uit 24 leden bestond, op welker trouw, liefde en verknochtheid hij, krachtens zijn' helderzienden blik, onwrikbaar gebouwd had. Hij zag zich verraden en verkocht als Koning, vriend en B∴, en in de treurige noodzakelijkheid gebragt, hem, dien hij met weldaden overladen en als B∴ omarmd had, als landverrader te straffen. Langen tijd overlegde frederik, totdat hij een besluit nam, tot hetwelk slechts de echte V∴ M∴ in staat is, die, voor zoo verre het den mensch gegund is, den O∴ B∴ H∴ der wereld tracht na te streven. Hij riep eene L∴ bijeen, in welke hij met geestdrift en vuur op eene leerzame wijze sprak over de pligten, welke de echte V∴ M∴, zoowel jegens de O∴, zijne Broeders, als ook jegens het Vaderland moet vervullen. Bij het einde dezer ernstige en indrukmakende redevoering, werd zijn toon ernstig, en zijne woorden deden allen verwonderd staan. De diep gekrenkte Vorst verhief zich van zijnen zetel en sprak: ‘Een der hier vergaderde BB∴ heeft op eene zware, ja, doodschuldige wijze gezondigd tegen de wetten der O∴, tegen zijn' pligt, tegen den Staat, zijn' eed en zijne trouw en dankbaarheid jegens mij, als voorzittend M∴ en als zijn' Koning. Als Koning wil ik het niet weten, als regerend M∴ het hem vergeven, als B∴ bied ik hem de hand, om hem van zijnen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
val weder op te rigten, en als mensch wil ik hetgene geschied is, vergeten. Ik verlang slechts, dat hij zijne misdaad hier bekenne, dat hij in zich zelven keeren en zich zal beteren; in dit geval blijft alles onder ons, en nimmer zal hiervan weder melding gemaakt worden. Zwijgt hij echter, en neemt hij de hem aangebodene vergiffenis niet aan, zoo moet ik als M∴ hem bekend maken, dat ik genoodzaakt zal zijn, de L∴ voor altijd te verlaten, en, als Heer en Koning, als eerste Ambtenaar van den Staat, hem aan de uitspraak der wetten over te geven.’ Ontroerd zagen de leden der Vergadering elkander aan. Niemand kon zich de schrikbarende woorden des Konings verklaren; zelfs wallrave vermoedde niet, dat zijn verraad ontdekt en die op hem gemunt waren. Na eene poos herhaalde de Koning dezelfde woorden. Alle zwegen. Frederik sprak ten derden male. Alle waren verstomd. In de oogen van den grooten Koning blonken tranen. Hij sprak verder: ‘Als V∴ M∴ heb ik mijnen pligt vervuld; ik ontwaar echter, dat onder dit kleine aantal geen V∴ M∴'s gevoel heerscht, dat eed, pligt, trouw noch erkentelijkheid in staat zijn menschen te boeijen, en het alvermogen der hartstogten te beteugelen. Zoo doende sluit ik dan heden en voor altoos deze L∴; nooit zal ik den M∴ weder voeren!’ Plegtig sloot frederik, volgens V∴ M∴'s gebruik, de L∴, en legde, tot in zijn binnenste bewogen en met ontbloot hoofd, den M∴ op het altaar voor altoos neder. In het voorvertrek eischte de Koning den Generaal wallrave den degen af; liet hem in arrest brengen, en later zijn proces opmaken. Hij werd tot streng en levenslang vesting-arrest veroordeeld, en naar eene door hem zelven gebouwde gevangenis gevoerd. Wallrave moest namelijk vroeger op 's Konings bevel, te Maagdeburg in een Fort eene gevangenis bouwen. Deze gevangenis moest voor een' Staatsmisdadiger dienen, en zoodanig ingerigt zijn, dat het onmogelijk ware, daaruit te ontkomen, of zich daarin om te brengen. De wanden en de grond waren opgevuld en met zwart laken overtrokken, zoodat men zich niet eens door stooten konde kwetsen. Wall- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rave leefde hier zeven jaar zonder licht (want slechts eene kleine schemering viel van boven neêr), zonder schrijfbehoeften of boeken, aan zich zelven en aan het scherpknagende gevoel van naberouw overgelaten. Geen mensch mogt bij hem toegelaten worden, en zelfs de Officier die hem het voedsel bragt, dat zoodanig voor hem toebereid was, dat hij het zonder lepel, mes en vork nuttigen konde, mogt geen woord met hem wisselen. Na verloop van zeven jaar, verkreeg hij, op 's Konings last, eene betere gevangenis, met een klein tuintje, waarin hij lucht konde scheppen en zich beweging verschaffen. De overige omstandigheden bleven nogtans dezelfde. Wallrave zat hier tot aan zijnen dood, afgescheiden van de wereld der levenden. Eens waagde hij het, door den 88sten Psalm, om bevrijding uit zijnen kerker te smeeken, waarop de Monarch hem met den 101sten Psalm antwoordde. Van den tijd af, dat frederik II gedwongen was, het strafambt tegen eenen B∴ op zich te nemen, kon hij niet langer Medelid zijn, en dit alleen was de oorzaak, waarom de groote Koning en menschenvriend de L∴-Vergadering niet meer bezocht. Doch de Koning vereerde de O∴ tot aan zijnen dood; want hij was overtuigd, dat de Medeleden der O∴ met liefde, trouw en verknochtheid aan hunnen Koning en aan hun vaderland waren gehecht. Deze daadzaak wordt, wel is waar, tegengesproken door sommigen, en vooral door hen, die aan de Loge de drie Wereldbollen, als eene oorspronkelijk door den Koning gestichtte L∴, een groot overwigt en aanzien wenschten te verschaffen; maar de waarschijnlijkheid pleit er voor. Behalve de voormelde bewijzen zijner op eens bekoelde belangstelling in de Orde, en zijne persoonlijke voorzitting als reg∴ M∴ en bestuurde in wij dingen, is wallrave, van wien hier boven gesproken wordt, bekend in de geschiedenis als zeer in aanzien bij frederik. Bij diens komst tot den troon was wallrave slechts Kolonel der Genie; na het innemen der vesting Brieg echter (4 Mei 1741) werd hij tot Generaal-Majoor bij dat wapen bevorderd, en niet lang daarna (vóór 29 Maart, 1742) tot Chef van het toen op- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gerigte regement pioniers, Generaal en Chef van het corps Koninklijke Pruissische ingenieurs, Kommandant der vesting Neisse en Directeur des vestingbouws te Neisse en Brieg benoemd. Daar den Koning meer dan eens medegedeeld werd, dat Oostenrijk het oogmerk had, om in zijn land te vallen, hetzij langs de grensvestingen van Oud-Pruissen, of wel het oog had geslagen op zijne Silezische vestingen, zoo droeg hij den Generaal wallrave onder anderen op, de werken van Maagdeburg, Wezel, Brieg en Neisse te volmaken en die van Stettin aan te leggen. Wij vinden dan ook de plegtigheden in het breede vermeld, waarmede op den 29sten Maart 1742, te Neisse de algemeene herziening en verbetering der vestingwerken begonnen werd, en ook die, waarmede de Koning in persoon, op den 30sten Maart 1743, den eersten steen legde tot het Fort Pruissen, dat wallrave daar aan zou leggen (gelijk hij er ook een van denzelfden naam te Stettin heeft aangelegd). Doordien nu wallrave de meeste vestingen hersteld of aangelegd had, was er niemand in Pruissen, die Oostenrijk vollediger narigten daaromtrent kon geven. Hij was dus een man van groot gewigt voor Oostenrijk; en wanneer men nu bedenkt, dat, gedurende de verschillende oorlogen tusschen Pruissen en Oostenrijk, menschen uit de hoogste standen het van zich konden verkrijgen, om zich tot handlangers en werktuigen van den vijand te laten gebruiken; dat men almede van beide zijden niet altijd even kiesch was in de keuze der middelen, om elkander nadeel toe te brengen, ja dat men het meer dan eens toelegde op frederiks leven, en daartoe zelfs een' Kamerdienaar omkocht, die den Koning vergif in een' kop chocolade aanbood, dan zal men wel kunnen begrijpen, dat er pogingen werden aangewend, om een' persoon te winnen, die zoo vele en alles afdoende inlichtingen kon geven. Bij al het aangevoerde zou het echter eene vooronderstelling blijven, en niets meer, wanneer de schriften van dien tijd, hoewel dan ook gedeeltelijk, daar niet in te gemoet kwamen. Wij vinden dan geboekstaafd, dat de Generaal wallrave, in Februarij 1748, gearresteerd en vervolgens naar Maagdeburg | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vervoerd werd, zijnde tot eene levenslange gevangenis aldaar veroordeeld. Wel is waar (en de waarheidsliefde noopt ons, dit niet met stilzwijgen voorbij te gaan), dat twee schrijvers als oorzaak opgeven, dat dit was uit hoofde van gepleegde ontrouw in zijne directie van den vestingbouw, waarin hij het land met 40,000 rijksdaalders zoude hebben benadeeld; maar hier tegenover staat de getuigenis van een' anderen schrijver (Vie de frederic II, Roi de Prusse, Strasbourg 1788, 8o., T. VI., Suppl. pag. 233.), die, gelijk uit zijn geheele werk blijkt, eenigzins beter ingelicht schijnt. Deze schrijver zegt, na de vermelding van wallrave's vervoer naar Maagdeburg, dat hij de plannen der forten en operatiën, die de Koning hem toevertrouwd had, aan den vijand had gezonden, maar dat zijne brieven onderschept en aan den Koning overgeleverd werden; dat frederik hem had doen komen, hem zijne trouweloosheid verweten, en hem had toegevoegd, dat hij, alles bekennende, volkomene vergiffenis zoude erlangen; en verder, dat wallrave hardnekkig bleef ontkennen; maar dat de Koning hem toen zijne eigene brieven toonde, waarop wallrave verplet aan 's Konings voeten viel, en om genade smeekte; doch dat de Koning daarop zeide, dat het thans te laat was en hem liet wegvoeren. Wel is waar, die schrijver zegt, dat wallrave door eene bijzit verraden werd. Deze omstandigheid kan echter evenzeer waar zijn; zij kan de eerste geweest zijn, die dit berigt aan den Postmeester Generaal bragt en kan alzoo het eerste spoor aangewezen hebben. Na het aangevoerde meenen wij te kunnen besluiten, dat het medegedeelde, hoewel eenigzins gekleurd, waarheid behelst. Wij zagen, dat Generaal wallrave in 's Konings gunst en vertrouwen deelde, en dat deze door onderscheidene schrijvers, hoewel dan ook op verschillende wijzen, van ontrouw beschuldigd wordt. Doch deze tegenstrijdigheid moest uit den aard der zaak zelve geboren worden, en geeft nog meer grond, om de waarheid der daadzaak te gelooven. Het gewigtige van den persoon, het geruchtmakende der zaak, en ook de geheime plaats, waar die was voorgevallen, en die het onmogelijk maakte, dat de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geheele waarheid ter oore van het publiek kwam; dit alles moest natuurlijk aanleiding geven tot vele en vreemdsoortige gissingen, zoo als dan ook een schrijver het bestaan van vele gissingen deswege bevestigt. Frederik II werd dus de grondlegger der eerste Loge in Pruissen, en, voor geheel Duitschland, de magtigste beschermer der van vele zijden verdachte Vrijmetselaars-Broederschap, en de Duitsche Broeders vierden, na het honderdjarig bestaan hunner Groote Loge, in 1840 hiervan nog de plegtige gedachtenis. Zij lieten bij die gelegenheid eene medaille ter gedachtenis van deze gebeurtenis vervaardigen. Deze medaille vertoont aan de eene zijde het borstbeeld des Konings, in toenmalige krijgmanskleeding, met den band van Reg∴ M∴ omhangen; op de keerzijde ziet men een' ingelegden vloer en eene gordijn, op welke de Pruissische adelaar boven het wapen der drie Wereldbollen zweeft; boven de gordijn zijn de stralen van het daarachter geplaatste licht zigtbaar. De Latijnsche spreuken vermelden hem als stichter der V∴ M∴ in Pruissen en de viering van het eeuwfeest. Bij het openen en sluiten werd dezelfde M∴ gebezigd, welke door frederik den Grooten was gebruikt, tijdens hij als Reg∴ M∴ de werkzaamheden zijner L∴ bestuurde. Ook het door hem gedragen schootsvel was aanwezig, terwijl ook later de Loge Horus, te Breslau, aan die der drie Wereldbollen het zwaard schonk, dat bij de aanneming van dien vorstelijken Br∴ was gebruikt. Tot een klaar bewijs voor eene vroeger te Berlijn bestaan hebbende afzonderlijke Loge onder het onmiddelijk bestuur des Konings, en welke zich Loge Noble of Loge Première noemde, en waaruit reeds dadelijk is op te maken, dat zij uit de voornaamste personen bestond, moge dienen, dat de L∴ de drie Wereldbollen, - zelve in hare geschiedenis (Berlijn 1840) opgeeft, dat zij op den 14den Februarij 1743 had besloten, om den Graaf gotter schriftelijk te verzoeken, haar te willen onderrigten, of het waar was, wat men verhaalde, namelijk, dat op den 30sten Januarij, op bevel van den Koning, eene | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereeniging van Vrijmetselaars had plaats gevonden, en dat daarbij slechts aan zekere daartoe uitverkoren BB∴ den toegang vergund was, terwijl er bijgevoegd wordt, dat er in de notulen niets naders wordt gevonden, nopens den uitslag dier zaak, dan alleen, dat dit schrijven op den 21sten Februarij bewerkstelligd, en door eene deputatie, bestaande uit den Reg∴ M∴, benevens twee BB∴, was overhandigd geworden. Bovendien blijkt het, dat de L∴ de drie Wereldbollen, in hare vergadering van 23 Mei 1743, besloten heeft, de Byoux der Loge Noble voor omstreeks 200 thalers (f 360, -) te koopen. Frederik, dit is bekend, vraagde eens den sterrekundige maupertuis, wat de Differentiaal-rekening was. Deze gaf den Koning nu eene oppervlakkige verklaring, waarmede frederik niet tevreden was, en eene meer grondige uitlegging vorderde, waarop de wiskundige ten antwoord gaf: ‘Sire! hiertoe zie ik geene kans; de hoogere wiskunde is even, als het geheim der VV∴ MM∴; door verhalen leert men dit niet kennen; men moet zich doen inwijden, om het geheel te kunnen bevatten,’ hierop hernam de Koning glimlagchend: ‘Dan zal ik de hoogere wiskunde niet leeren; want ik zie het aan mij-zelf, dat de inwijding niet elks zaak is.’ Op den 7den Februarij 1778, antwoordde frederik op de inlevering van eene teekenpl∴ der L∴ Royale York, door een kabinetschrijven, dat eindigde met de woorden: ‘Dat hij altijd belang zoude hechten aan eene vereeniging, die haren hoogsten roem stelt in het onvermoeid en onafgebroken verbreiden van alle deugden, die den regtschapen man en den goeden burger versieren.’ In het gouden boek van den Hoogen Raad van den 33sten graad, in Frankrijk (1808), bladz. 7, staat: ‘dat frederik II, op den 1sten Mei 1786, de hooge graden en Maçonnieke constitutiën van het oude stelsel had doen herzien; dat hij acht graden had gevoegd bij de 25, welke reeds in Pruissen bestonden; dat hij een' Hoogen Raad voor de 33 graden had gesticht, en in persoon, ten dienste van dezen, een reglement in 18 arti- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kels had opgesteld.’ Dit alles is nogtans verdicht. Frederik hield zich op dat tijdstip volstrekt niet meer bezig met de V∴ M∴, uit welke hij zich reeds ruim veertig jaren te voren had teruggetrokken. Buitendien had hij nooit anders gearbeid, dan in de drie eerste graden, en spotte met de hoogere, zoo als hij dan ook, op den 2den Julij 1786, tot zijn' geneesheer Prof. zimmermann had gezegd: ‘Alchymie en Theurgie hebben thans hunnen zetel in de V∴ M∴ opgeslagen; ik bespot deze dwaasheden.’ Op den 24sten Januarij 1712 geboren, overleed hij op den 17den Augustus 1786. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Frederik Willem Lodewijk]FREDERIK WILLEM LODEWIJK, Prins van Pruissen. Ofschoon willem III eerst laat medelid der Vrijmetselaars-Orde is geworden, en nimmer als zoodanig werkzaam was, zoo gaf hij bij het aanvaarden zijner regering der Groote Nat∴ Moederloge: de drie Wereldbollen, de verzekering, haar te willen beschermen, en gaf hij ook die verzekering later aan twee andere GG∴ LL∴, en ten bewijze, welke groote gedachte hij van de Orde had, dient nog de aanneming zijns tweeden zoons, Prins frederik willem lodewijk, en de overgave aan dezen zoon van het Protectoraat der Orde in alle Pruissische Staten, dat kort voor zijnen dood plaats had. Deze aanneming geschiedde op den 22sten Mei 1840, in tegenwoordigheid van de Grootmeesters der Pruissische Groote Loges, terwijl tot aandenken aan dezelve, door den kunstenaar g. loos, een gedenkpenning geslagen werd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Frederik Hendrik]FREDERIK HENDRIK. Het register der notulen van eene Loge, die in 1637 te 's Hage, onder den titel van frederiks Vrededal, bestaan heeft, maakt gewag van de benoeming van Prins frederik hendrik van nassau tot Grootmeester der Vrijmetselarij in de Vereenigde Provinciën, en tot Opper-Uitverkoren Meester, welke benoeming door de in Kapittel vergaderde Broeders was geschied. Zie vredendal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|