Der stadt Leyden Dienst-bouc(1602)–Jan van Hout– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Opte Duyfkens de blijde tijdinge brengende vant Leydtsche ontset. Den Eerntfesten, VVijzen, ende zeer bescheydenen Heeren, de Heeren Schout, Burgermeesteren, Schepenen, Vroetschappen ende Veertighen dezer stadt Leyden. [Indient een goede oude Loffelicke ende Christelicke ghewoonte is] Opt ontset van Leyden Lofsang. Der stadt Leyden Dienst-bouc, innehoudende verclaringhe van tvvezen ende ghelegentheyt vande zelve Stadt, ghelijck die van outs ghevveest, ende verdeelt is: vande vermeerderingen ende vergrootingen van dien: Mitsgaders van de gestiften tot geestelicken ofte godsvruchtigen zaecken, aldaer, met namentlicke verclaringe van de gene die van outs her, in regeeringhe zijn gheweest. [Int jaer ons Heeren duyzent vijf hondert ende tvvaelf] [Ego Florencivs Comes Hollandiae] [Tprivilegie hier voren inneghelijft] [Florencivs Comes Hollandiae] [Wat gherechticheyt de Burchgraven] [De voorschreven brief bestaende] Inden name Goets ons Heren Inden name Gods ons Heren [Tvoorgaende oudtste Privilegie] [Den voorgaenden brief bestaende, volgende de afdeelinghen hier boven] [Willem Hertoge van Beyeren, Graue van Hollant] [Getrocken ende genomen uyt tvoorgaende oude Privilegie bouc] [Hertoghe Willem van Beyeren, Graue van Henegouwen] [Dirc van Wassenair, Burchgraue van Leyden Ridder] [Dieric van Wassenaer, Burchgraue van Leyden Ridder] [Dirc van Wassenaer, Burchgraue van Leyden, Ridder] [Hoe langhe de zaecken tusschen den Burchgraven ende der Stadt] [Phillips byder gracien Goids, Hertoge van Bourgongen] [Wy Philips heer van Wassenaer] [Tot voltreckinge van welcke quijtscheldinge] [Maect u van hier gy honden woedich]