Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Observationes in Euripidis maxime Hippolytum; Exercitationum Academicarum Specimen primum; quod praeside Joanne Luzac, J.U.D., & in Academia Batava Linguae Graecae & Hist. Patriae Professore ordinario, die 21 Januarii MDCCXCII, publice defendit Abraham Blussé. Lugd. Bat. apud H. Mostert, MDCCXCII. 58 pagg. in 8o maj. Observationes in loca Veterum, praecipue quae sunt de vindicta divina; Exercitationum Academicarum Specimen secundum; quod praeside Joanne Luzac, die 16 Junii MDCCXCII, publice defendit Janus ten Brink. Ibid. MDCCXCII. 60 pagg. in 8o maj.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792 | 1792 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Redevoering, gehouden door den Burger Jan ten Brink, in tegenwoordigheid van den Provisionelen Raad en de Gemeente van Leyden, in de Pieters Kerk aldaar, op den XVII Juny MDCCXCV, het Eerste Jaar der Bataafsche Vryheid. Te Leyden, by Herdingh en du Mortier, 1795. In gr. 8vo, 40 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1795 | 1795 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Bedenkingen tegen het Voorstel van den Burger C.L. van Beyma, gedaan in de Nationaale Vergadering, op Woensdag den 20 Sept. 1797, om door de Amptenaaren te doen afleggen den Eed van Haat aan het Stadhouderschap, de Aristocratie en Regeeringloosheid; door Jan ten Brink, Praeceptor der Latynsche Schoole te Harderwyk. Te Amsterdam, by J. ten Brink, Gerritsz. 1797. In gr. 8vo, 16 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798 | 1798 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Cajus Crispus Sallustius, over de Samenzwering van Lucius Sergius Catilina; benevens vier Redevoeringen van Marcus Tullius Cicero, over het zelfde Onderwerp; uit het Latyn vertaald, en met Aanmerkingen en Ophelderingen vermeerderd, door Jan ten Brink, Praeceptor der Latynsche Schole te Harderwyk. Te Amsterdam, by J. ten Brink, Gz. 1798. In gr. 8vo. 338 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1799 | 1799 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Brieven over Italie, in het Jaar 1785, door den Heer Du Paty, in leeven Voorzitter van het Parlement te Bourdeaux, benevens eene Lofreden op den Schryver; uit het Fransch vertaald, door Jan ten Brink, Rector der Latynsche Schoole te Harderwyk. II Deelen. Te Leyden, by D. du Mortier en Zoon. In 12mo. Te samen 591 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801 | 1801 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Krijgstogt van Cyrus, door Xenophon. Uit het Grieksch vertaald door Jan ten Brink, Hoogleeraar te Harderwijk. Te Amsterdam, bij J. ten Brink, Gerritsz. 1808. In gr. 8vo. XXXII en 508 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1809 | 1809 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Medéa, Treurspel van Euripides, uit het Grieksch vertaald door Mr. Jan ten Brink. Te Amsterdam, bij J. ten Brink, Gz. 1813. In gr. 8vo. 112 Bladz. f 1-5-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1813 | 1813 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Nieuwe Fransche Tirannij, bijzonder onder de Regering van Napoleon Bonaparte; behelzende eene opgave van de onregtvaardigheden en geweldenarijen, door de Franschen in Nederland uitgeöefend, sedert het begin van 1795 tot op het einde van 1813, en vooral in de drie laatste jaren. Ten gebruike voor de Scholen zamengesteld door Mr. Jan ten Brink. Te Amsterdam, bij J. van der Hey. 1814. In kl. 8vo. 100 Bl. f :-6-: De Tijrannijen der Franschen, in de jaaren 1747, 1795-1813, in de Nederlanden gepleegd. Ten leerzamen gebruike voor de Jeugd, op de Scholen, en in de Huisgezinnen, in Zamenspraken opgesteld, door Cornelis vander Aa. Te Amsterdam, bij W. Brave. 1814. (Voor Rekening van den Autheur.) In kl. 8vo. 108 Bl. f :-7-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1814 | 1814 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Cyropedie, of over de Opvoeding en het Leven van den ouden Cyrus; door Xenophon: uit het Grieksch vertaald, door Mr. Jan ten Brink. II Deelen. Te Amsterdam, bij J. ten Brink, Gz. 1813. In gr. 8vo. Te zamen 558 Bl., behalve Voorberigten, enz. f 5-4-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1814 | 1814 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Kort Betoog, dat de Verbondene Mogendheden geregtigd en verpligt zijn, om Napoléon Buonaparte van den Franschen Troon met geweld van wapenen te verdrijven. Door Mr. Jan ten Brink. Te Amsterdam, bij J. van der Hey. 1815. In gr. 8vo. 18 Bl. f :-5-8’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815 | 1815 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Gedenkwaardigheden van Socrates, door Xenophon, uit het Grieksch vertaald, door Mr. J. ten Brink, Hoogleeraar te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1819. In gr. 8vo. 372 Bl. f 3-12-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821 | 1821 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Zedekunde op de Staatkunde toegepast, om tot inleiding te dienen voor de Fransche Zeden in de XIXde Eeuw; door E. Jouy, Lid van het Instituut. Met het Afbeeldsel van den Schrijver. II Deelen. Uit het Fransch vertaald, door Mr. J. ten Brink, Hoogleeraar te Groningen. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1823. In gr. 8vo. Te zamen XXXIV en 584 bl. f 6-: ’, ‘De Grondslagen der Maatschappij, of, naar den Franschen Titel, de Zedekunde op de Staatkunde toegepast; door Joseph Droz, Lid van de Fransche Akademie. Vertaald door P. de Haan, Pz. Te Leyden, bij C.C. van der Hoek. 1826. In gr. 8vo. 246 Bl. f 2-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826 | 1826 |
G. Kalff | ‘II. De Klyn's. Borger. Ten Brink.’ | In: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 7 | 1912 |
J.J. Kloek | ‘Hoofdstuk I Beeldvorming’ | In: Over Werther geschreven... | 1985 |
Patrick De Rynck en Andries Welkenhuysen | De Oudheid in het Nederlands | | 1992 |