Eenige berichten omtrent het noorden en noord-oosten van Europa. Deel 6(1806)–Johan Meerman– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Bijlaage II. Waaröm de christelijke leer die van Odin verdrongen heeft. Door P.F. Suhm. Uit het Deensch. Waaröm de christelijke leer die van Odin verdrongen heeft. Bijlaage III. Gustaaf Wasa, een lyrisch treurspel, ontworpen door koning Gustaaf III, en uit de Zweedsche versen van Joh. Hendr. Kellgren in Nederduitsche overgebracht. Voorrede. Persoonen. Gustaaf Wasa. Eerste bedryf. Tweede bedryf. Derde bedrijf. Bijlaage IV. Over de Kamschatkasche honden, en de steen- of ijs-vossen van de eilanden in de Ijs-zee en-den Oostelijken oceaan. Over de Kamschatkasche honden. Over de steen- of ijsvossen. Welke in de eilanden in de IJszee en den Oostelijke oceaan in groote meenigte ontmoet worden. Bijlaage V. Over de catacombes van Kiëw. Over de catacomben van Kiëw Bijlaage VI. Geschiedenis der Moscousche pest in 1770-1772. Geschiedenis der Moscousche pest in 1770-1772. Bijlaage VII. Over de Plica Polonica, of Weixel-vlecht. Over de Plica Polonica, of Weixel-vlecht. Bijlaage VIII. Eenige gedichten, tot deeze reize betrekkelijk. Door vrouwe A.C. Meerman geboren Mollerus. I. Vertaaling van het Deensche gedicht van Baggesen: Da jeg war lille. II. Op mijne nederdaaling in de ijzergroeve van Dannemora in Zweden. III. Wenta-Penjer, of de belooning voor het wachten. IV. Grafschrift op Zemire V. Op onze reiskoets.