Eenige berichten omtrent het noorden en noord-oosten van Europa. Deel 6
(1806)–Johan Meerman– Auteursrechtvrij
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||
Bijlaage VI.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||
Geschiedenis der Moscousche pest in 1770-1772.Ga naar voetnoot(a)Na dat Pest geduurende 116 jaaren Moscou verschoond had, begon zij er in 1770 op nieuw te woeden. Het eerst vertoonde zij zich in den voorlaatsten Turkenkrijg in de Wallachey, en verbreidde zich van daar, door de Moldau, door Polen en Klein-Rusland tot naar Sjewsk en Brjänsk, twee steden niet ver van de Ukrainesche grenzen. In Kiëw duurde zij van Augustus 1770 tot den volgenden Februarij; zij verscheen wel weder bij herhaaling in den Zomer, doch wierdt ras gestuit. In 't geheel werkten in die streeken de middelen van voorziening zoo sterk, dat men in Neshin alleen, eene tweede zwaardere uitbersting van Julij tot November 1771 bespeurde. Geheel anders ging het intusschen in Moscou toe. Niettegenstaande alle behoedmiddelen, drong de Pest tot in deeze Hoofdstad door, waar zij zich het eerst in November 1770, schoon weining opge- | |||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||
merkt, in eenige huizen openbaarde. Doch toen zij ook op den 17 December in het algemeen Landhospitaal uitberstite, en de Oppergeneesheer van hetzelve aan het Medische Collegie daar van bericht had gegeeven, wierdt het, op den 22 December, na dat 8 Artzen de ziekte waarlijk voor de Pest verklaard hadden, ingeslooten, en van de 27 zieken genazen er hier slechts 5. Eerst na eene Quarantaine van 6 weeken wierdt het Hospitaal weder geöpend, en het gebouw, in welk zich de Pest vertoond had, verbrand. De aansteeking was, volgens duidelijke spooren, door lieden geschied, die uit de streeken van het tooneel des oorlogs kwamen. In Maart 1771 wierdt het voor 't eerst bekend, dat er reeds sedert hee begin des jaars eene ongewoone sterste onder het werkvolk der groote Laken-fabriek heerschte. Allengskens ontdekte zich dezelve ook in andere gedeelten der stad. Nu wierden wel, na een enderzoek van Geneesheeren op den 11 Maart, zoo ras mogelijk alle menschen uit deeze Manufactuur weggeleid, en zoo wel zieken als gezonden onder een nauwkeurig opzicht gehouden: doch reeds te vooren waren er verscheidenen ontsnapt, en ook lieden uit de stad hadden de Fabriek van tijd tot tijd bezocht. - Hier door breidde zich natuurlijkerwijze de Epidemie meer en meer uit. Nu wierden er van de zijde der Overheid, maatregelen in 't werk gesteld. De Police eischte berichten van elken zie- | |||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||
ken en stervenden; ook verzamelde de Senaat een Medischen Raad van elf Geneesheeren, die tot de oprichting eener grootere Commissie duurde. Deeze Raad begeerde, in zijne tweede, Vergadering, den 23 Maart, dat al het Werkvolk, tot de Lakenfabriek behoorende, geheel uit de stad verwijderd wierdt een last, die niet nauwkeurig gevolgd kon worden, terwijl men verscheidenen derzelven in 't geheel niet vinden kon. Drie dagen laater, gaven negen leden des Raads, op de vraag des Opperbevelhebbers der Stad, den Veldmaarschalk Soltikow, het schriftelijk antwoord, dat deeze ziekte weezentlijk de Pest zij; de twee overige leden spraken echter dit gevoelen tegen, ten grooten nadeele van het algemeen, 't geen het met hun eens was, en derhalven de noodige voorzichtigheid uit het oog verloor. Op den laatsten Maart echter ondertekenden alle elf leden de gemeenschappelijk beraamde voorslagen van behoeding tegen deeze gevaarlijke ziekte. Zij betroffen meest de zindelijkheid der huizen, straaten, lucht enz. Het werpen van kalk op de begraavene lijken wierdt afgeraaden. Gerookt had men reeds te vooren op openbaare plaatsen, doch meest met mist en andere morssige dingen. Ook verzegelde men in deeze maand de openbaare Baden. Catharina II. scheen intusschen te begrijpen, dat alle tot nu toe in 't werk gestelde voorzorgen vruchteloos zouden zijn; zij gelastte dus op den 25 Maart, tot veel sterkere maatregelen over te | |||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||
gaan, en droeg de uitvoering daarvan aan den Generaal-Lieutenant van Jeropkin op. Thans wierdt in elk Quartier der Stad een Staatsbeämpte als Opzichter over deeze ziekte aangesteld, en alle Geneesheeren moesten zijne bevelen naarkomen. Uit de dagelijksche sterflijstenGa naar voetnoot(a) zag men wel den | |||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||
voortgang der Pest; doch, daar men te vooren nooit te Moscou sterflijsten vervaardigd had, zoo konde men de afwijking van de gewoone jaaren daar niet meê vergelijken. Naar evenredigheid der grootte en volksmeenigte der stad hieldt men het getal der stervenden in April 1771. voor maatig; en het schijnt, dat men toen meer dan ooit te vooren aan het bestaan der Pest getwijffeld hebbe. Intuschen moesten, op een eigenhandig bevel der Keizerin, alle lijken buiten de stad begraaven worden; ook sloot men eenige: Barrières, die in Moscou binnen voerden. Gedurende April en Meij had de Pest onder het bovengemelde werkvolk der Lakenfabricq in de Kloosters, die hun tot Hospitaalen dienden, bijna volkomen opgehouden; en in de stad miskende men ze, om dat de inwooners aan verzinselen, om haar eene andere gedaante te geeven, onuitputtelijk waren. - In Junij beval men de verspreide kleederen en goederen van het volk der Lankenfabricq op te zoeken en te verbranden; doch deeze, gelijk meening andere heilzaame maatregel, deed juist eene tegenövergestelde uitwerking; want nu bracht men deeze dingen heimelijk in andere huizen, en verbreidde dus de Epidemie zoo veel te meer. Daar, door het vluchten der aanzienlijken en bemiddelden, 't welk reeds eenige maanden voortduurde, de ziekte ook op het land moest uitbreeken, zoo kwam er in Augustus een bevel, dat hunne bedienden onderzocht moesten worden, | |||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||
en de geen, van welken men niet zeker was, achter blijven; aan de overigen wierdt het vertrekken toegestaan. Men sloot nu ook de gemeene herbergen, en herhaalde de order om de baden te verzegelen. In deeze maand vertoonden zich de verwoestingen der Pest reeds op eene zeer geduchte wijze; veele inwoners poogden zich dus door het fluiten van hunne huizen en hoven te beveiligen. Het gemeen zag alle voorschriften der Overheid niet dan met het grootste ongenoegen aan. Vooräl was het zeer tegen de Krankenhuizen en Quarantainen, die het als noodelooze uitvindingen der Artzen beschouwde; verzettede zich tegen de bezichtiging der kranken, en zoude den Oppergeneesheer van 't Land-Hospitaal vermoord hebben, indien hem niet een Quartieröpziender gered had. Daarëtegen onderscheidde zich de Secte, die onder den naam van Raskolniken bekend is, zeer van den grooten hoop. Aslen, die tot dezelve behoorden, en in de stad, veelen zelfs in de buurt, woonächtig waren, onderhielden op hunne eigene kosten buiten Moscou een Zieken- en een Quarantaine - huis. De maand September was de vreesselijkste van alle. Bij de verwoestingen der Pest, die thans op 't hoogst geklommen waren, voegde zich nu ook de bekende oproer van 't gemeen, waar in de Aartsbisschop van Moscou op den zestienden om 't leven kwam, en welke waarschijnlijk met zoo weinig Tröupen niet had kunnen gestild worden, zo | |||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||||
door het vluchten en sterven het getal der inwooners niet zoo zeer verminderd was. De Keizerin, door deezen treurigen toestand op het diepst getroffen, zondt, daar haar voorneemen om zelve naar Moscou te reizen, al te veel zwaarigheden ontmoette, den Generaal - Veldtuigmeester (daarna Vorst) Orlow daar heen, en gaf hem, volmagt, alles in 't werk te stellen, 't geen hij ter uitrotting deezer schrikkelijke plaag zou noodig oordeelen. Zijne tegenwoordigheid en zijne voorschriften deeden ras ene goede werking. Verscheiden lieden, die vertrokken waren, keerden weêr in de Stad terug, en het Gemeen zelf veränderde zijne gezindheid. Nu wierden er twee Commissiën opgericht, die haare bezigheden op den 12 October aanvaardden. De Afwendings- en Heelings-commissie had, volgens haare benoeming, alles te bezorgen, 't geen de geneezing en toekomende afwending der Pest bewerken konde; van haar hingen alle Artzen, Apotheeken, Hospitaalen en wat iets meer is, af. De Volvoerings-commisie moest, behalven andere Police-zaaken, ook de verördeningen der eerste Commissie ten uitvoer brengen. Deeze eerste maakte terstond in een gedrukt stuk de middelen bekend, langs, welke men zich voor de Pest kon hoeden, en, als men er door aangetast was, tot zijn herstel zelf zoo veel mogelijk toebrengen. Daar de voortduurende af keer der inwooners tegen open-baare Ziekenhuizen nog steeds verbergingen te | |||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||||
weeg bracht, zoo, kwam men op, de gedachte, aan iederen geneezenen, bij zijn afscheid, behalven de tot nu toe bedeelde levensmiddelen, en de nieuwe kleeding, vijf, of, zo hij gehuwd was, tien Roebels mede te geeven. Nu verscheenen wel een hoope zieken, maar tevens ook gezonden, die zich uit winzucht ziek hielden. Voor de, kinderen der aan de Pest gestorven ouders bezorgde de Prins Orlow de aanlegging van een eigen Weeshuis. Na deeze en veel andere met gevaar verknochte voorzorgen, keerde hij op den 21 November naar Petersburg terug. Te deezer tijd waren de ongelukkigs bewooners van Mosou eindelijk van hunne treurige dwaaling omtrent de natuur der krankheid terug gekomen. Hunne gehoorzaamheid en bereidwilligheid, om aan de weldaadige verördeningen der Regeering behulpsaam te zijn, verminderde het getal der stervenden dag bij dag; tot dat eindelijk in Januarij 1772 de laatste spooren der Pest verdweenen. Zie hier nog eenige trekken uit het treurig tafreel van den toestand deezer groote en volkrijke stad geduurende de ziekte. Tallooze bezigheden van het burgerlijk leven hielden volkomen op, en nieuwe ontstonden er in derzelver plaats. Veele huizen waren geslooten, op de straaten vertoonden zich slechts weinig menschen, en iedere dag baarde nieuwe, ijsselijke tooneelen. Om het gebrek van levensmiddelen voor te komen, liet de Regeering buiten de stad groote huizen bouwen, waarin men | |||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| |||||||||||||||||||||
de noodzaakelijkste artikelen van Consumtie op elkander hoopte. Aan de ledige lieden, wier onderhoud of beroep was afgebroken, gaf men middelen van bestaan of bezigheid, terwijl men den zoogenaamden Camer-collegie-wal liet verhoogen, en zijne gracht verdiepen. Men zag zich met dat gedwongen, om de doodsstraf voor de geenen vast te stellen, die de goederen van lieden, die met de Pest waren bezocht geweest, uit de ledig staande huizen zouden wegsteelen, of de graven zouden openen, om hen, die van de ziekte gestorven waren, te berooven. De Huizen of Hoven, uit welken slechts eenigen, die ze bewoonden, aan de Pest stierven, bedroegen over de 6000, en die, in welken zij allen stierven, over de 3000. Daar nu Moscou vóór de Pest in 't geheel 12,538 Woongebouwen telde, zoor volgt hier uit, dat niet eens het vierde gedeelte derzelven van de Epidemie is vrij gebleeven. Van April 1771 tot aan het einde van Februarij 1772, wierden er in de Ziekenhuizen en Quarantainen 12,565 menschen op Kroonskosten onderhouden. Zoodanig was de toestand der stad geduurende deeze schrikkelijke Periöde; en hoe veel verördeningen en arbeids kostte het niet, om alle inrichtingen te herstellen, alle zaaken weder aan den gang te brengen, handel en wandel weder vrij te maaken: en dit alles met veiligheid, en zonder het gevaar eener tweede verwoesting te loopen! De drin- | |||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| |||||||||||||||||||||
gendste en noodzaakelijkste maatregel betrof de reiniging der aangestoken huizen, waarmede men op den 12 December 1771 een begin maakte, en tot de volgende lente voortging. Onder de gebouwen, die men weezentlijk reinigde, behoorden: 1) 117 Kerken; die haare Priesters of Kerkendienaars door de Pest verlooren hadden, en om die reden verzegeld waren. 2) 45 Gerichts- of Regeerings-, benevens nog 46 andere Kroon-huizen, met insluiting van die gebouwen, die, om de ziekte slechts, aan het openbaar gebruik waren gewijd geweest, gelijk b.v. eenige Kloosters en het huis van Prins Orlow, 't geen hij tot Ziekenhuis voor den Adel gegeeven had. 3) 7000 Woonhuizen of Hoven, die men waard hieldt gereinigd te worden, en over de 2000 slechte of bouwvallige, die geheel wierden afgebroken. 4) 113 Fabriquen, waaronder 68, die linnen, wollen en zijdene stoffen weefden, en met elkander 2716 Weefgetouwen hadden. De reiniging zelve geschiedde door het wegruimen van aangestoken zaaken, door toelaating van versche lucht, door het laaten uitvriezen, het berooken en andere middelen. De Afwendings-commissie liet de Recepten van drie goedgekeurde Rookpoederen bekend maaken, ook de Poederen zelve in alle Apotheeken goedkoop veil bieden, en onder arme lieden, zonder eenigen prijs, uitdeelen. Men had, om ze te beproeven, de met zweet-uitwaasseming bezwangerde kleederen van eenige aan de Pest ge- | |||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||
storven lieden genomen, aan welke zich de stof toonde, die uit de builen en zweeren was uitgevloeid; deeze had men in een huis opgehangen, wiens inwooners alle aan de ziekte gestorven waren; ze vier dagen achter één, dagelijks tweemaal, zeer sterk met deeze Poeders berookt; ze vervolgens zes dagen lang laaten uitluchten, en toen aan zeven lieden laaten aantrekken, die hun leven verbeurd hadden, en die ze in hetzelfde huis zestien dagen lang moesten draagen; zij bleeven alle onäangestoken, en na eene Quarantaine van 15 dagen liet men hen weder toe tot, andere gezonde lieden. Men liet nu ook de 13 aangeweezene begraafplaatzen buiten de stad, over de elle hoog, met aarde overstorten, 't geen alleen 35,000 Roebels kostte. Bij de geheele verdelging van alle overblijfselen van het Pestgift, moest men in 't bijzonder op de lijken acht slaan, die door de Inwooners, om zich aan de Quarantainen te onttrekken, deels in hunne huizen begraaven, deels in heimelijke plaatsen verborgen wierden, en dus in 't voorjaar doodelijke uitwaassemingen verwekken konden. Door de sterke maatregelen, die men ter ontdekking derzelven bij de hand greep, kwamen er bij de duizend lijken te voorschijn, met welke men, om dat zij gedeeltelijk zonder kisten gevonden wierden, op verschillende wijzen te werk ging. Die binnen de huizen lagen, liet men door de daar toe bestemde Galeijslaaven, met een deel der | |||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||
aarde die dezelven omgaf, in opzettelijk daartoe gemaakte kisten naar de gewoone begraafplaatsen voeren, en daar de wagens, op welke zij gebracht waren, verbranden. De graven, uit welke men zulke lijken getrokken had, wierden zorgvuldig met aarde beschud. Bij deezen arbeid, liet men de Galeijslaaven gewaschte kleederen en handschoenen aantrekken, Gember en dergelijke dingen in den mond houden, en in azijn gedoopte boomwol in de neusgaten en ooren steeken. Ten laatsten moesten zij zich met azijn wasschen, en ten minsten acht dagen op eene afzonderlijke plaats blijven; die lijken daat en tegen, die buiten de gebouwen lagen, bleeven onäangeroerd, en wierden slechts eene el hoog met kalk en puin bedekt. Schoon dit begraaven slechts tot in de lente duurde, en het werkvolk de naaste aanraaking der doode ligchaamen niet vermijden konde, zoo wierdt er tog, door de groote voorzichtigheid die men er bij aanwendde, geen enkele derzelven aangestoken. Hoe zeer men al de peststof voor geheel uitgeroeid hieldt, ging men echter tot in den Zomer van 1772 met de behoedmiddelen voort. Van den eersten December af, wierdt Moscou voor eene gezonde en van de Pest bevrijde stad verklaard, en het grootste deel der verördeningen daar tegen allengskens verminderd. Doch de Afwendings-commissie duurde nog tot den 6 September 1775 voort, toen zij eindelijk, tevens niet alle | |||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||
Quarantainen en Troupenplaatsingen binnen het Rijk, door een Ukaze van den Senaat wierdt opgeheven. Deeze openbaare ramp kwam de Kroon zeer hoog te staan; de verlossing van Moscou alleen schattede men op 400,000 Roebelen. Behalven de oorzaaken, reeds uit dit verhaal genoegsaam op te maaken, die belet hebben, dat men de ziekte niet terstond in haare geboorte smooren kon, lag een der grootste hinderpaalen in de geheel eigene plaatselijke gesteldheid van deeze Hoofdstad, die over de 36 Wersten in den omtrek heeft, en eigentlijk geen stad, maar de eerste Provintie van het Rijk kan genoemd worden. De meeste Inwooners staan niet onder den Magistraat, en deeze heeft over hun komen en vertrekken niets te zeggen. Dergelijke lieden waren het, die in 't vervolg, toen zij het gevaar bespeurden, en zich evenwel niet schikken wilden naar de getroffene inrichtingen, hoopswijze naar hunne landgoederen of geboorteplaatsen ijlden, en daar door de Pest in de Gouvernementen van Moscou, Smolensk, Nischney-Novogrod, Kasan en Woronesch uitbreidden. Om dit nadeel te stuiten, zoude men eene halve Armée behoefd hebben; doch toen bevondt er zich, wegens den oorlog, maar één Infanterieregiment in Moscou, en eenige weinige andere troupen. Men zag zich zelfs genoodzaakt, daar er ook veelen van deezen stierven, in de stad een Police-bataillon aan te werven, om de Posten | |||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||
te bezetten, en zoo veel mogelijk rust en order te bewaaren. Het overige bevat eene lijst van gedrukte stukken, die de Regeering ter behoeding van dergelijke onheilen voor 't vervolg heeft laaten uitgeeven, met het bericht van het vaststellen van zekere Quarantaines aan de grenzen.
*** |
|