Eenige berichten omtrent het noorden en noord-oosten van Europa. Deel 6
(1806)–Johan Meerman– AuteursrechtvrijJohan Meerman, Eenige berichten omtrent het noorden en noord-oosten van Europa. Deel 6. Erven van Isaac van Cleef, Den Haag 1806
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 109 H 7, scans van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Eenige berichten omtrent het noorden en noord-oosten van Europa. Deel 6 van Johan Meerman uit 1806.
redactionele ingrepen
p. IV: de errata zijn in deze digitale versie doorgevoerd in de lopende tekst. De opgave ervan is verplaatst naar dit colofon.
p. 67: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
p. 228: in het origineel is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 152, 166, 168, 174, 176, 192, 212, 232) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
EENIGE BERICHTEN OMTRENT HET NOORDEN EN NOORD - OOSTEN VAN EUROPA; DOOR MR. JOHAN MEERMAN, HEER VAN DALEM EN VUREN.
ZESDE DEEL.
IN 'S GRAAVENHAAGE, BIJ DE ERVEN VAN ISAAC VAN CLEEF. 1806.
[pagina III]
INHOUD van het ZESDE DEEL.
Bijlaage II. Waaröm de Christelijke leer die van Odin verdrongen heeft, door P.F. Suhm, uit het Deensch. | Bl. 1. |
Bijlaage III. Gustaaf Wasa, een Lyrisch Treurspel, ontworpen door Koning Gustaaf III, en uit de Zweedsche Versen van Joh. Hendr. Kellgren in Nederduitsche overgebracht. | Bl. 55. |
Bijlaage IV. Over de Kamschatkasche Honden, en de Steen- of IJsvossen van de eilanden in de IJszee en den Oostelijken Oceaan. | Bl. 151. |
Bijlaage V. Over de Catacombes van Kiëw. | Bl. 167. |
Bijlaage VI. Geschiedenis der Moscousche Pest in 1770-1772. | Bl. 175. |
Bijlaage VII. Over de Plica Polonica of Weixelvlecht | Bl. 191. |
[pagina IV]
Bijlaage VIII. Eenige Gedichten, tot deeze reize betrekkelijk, van Vrouwe A.C. Meerman, geboren Mollerus. | Bl. 211. |
Van de 5de, 6de en 7de Bijlaagen heeft men op derzelver titelblad bij vergissing de 4de, 5de en 6de gemaakt. Bl. 77 leeze men, in plaats van haasten uwe ons: haasten we ons.
***