Eenige berichten omtrent het noorden en noord-oosten van Europa. Deel 6(1806)–Johan Meerman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 226] [p. 226] IV. Grafschrift op ZemireGa naar voetnoot(a) Hier stiers Zemire! en ach! de Gratiën in rouw Bestrooijen haaré zerk met keur der beste bloemen. Standvastig in haar smaark, in 't loopen vlug en aardig, Gelijk haar Vader Tom, gelijk haar Moeder Lady, Had zij slechts ééne fout, een weinigje humeur; En dit wierdt zelfs alleen door 't goede hart geboren. Wat vreest men niet, wanneer men sterk bemint! En hoe beminde zij Haar, die de gantsche Waereld Gelijk Zemire mint! Hoe kan die ook met rust beminnen, Die duizend Volkeren tot mededingers heeft? De Goden, die haar liefde zagen, En haare weêrgaêlooze trouw, Verëerden haar de onsterflijkheid, Ten einde zij in eeuwigheid Zou zijn bij haar doorluchte Vrouw. voetnoot(a) Eene vertaaling van het Fransche Vers, in het derde Deel deezer Berichten, bl. 397 medegedeeld, op een' der meest begunstigde honden van Catharina II. Vorige Volgende