De volmaakte Hollandsche keuken-meid(1752)–Anoniem Volmaakte Hollandsche keuken-meid, De– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave De volmaakte Hollandsche keuken-meid. De volmaakte Hollandsche keuken-meid. Eerste Hoofdstuk. Afhakken van 't vleesch in de Slacht-tyd, en hoe men de stukken best en ten meesten voordeelen zal gebruiken, en hoe men verder met alles in de Slacht-tyd, moet handelen. II. Hoofdstuk. Bakken van Pastyen, Taarten, Venezoenen, Vleesch, Struiven, Poddingen, en allerhande gebakken. III. Hoofdstuk. Braaden aan 't Spit, in de Pot, in den Oven, en op de Rooster, van allerhande Vleesch, Gevogelten, Vis, &c. met de byzonderen Sausen die daar toe gebruikt konnen worden. IV. Hoofdstuk. Confyten van allerhande vruchten en het maaken van natte en drooge Confituuren. Het toebereiden van eenige verkwikkende hert sterkende dranken, en hoe men met de Huisdranken zal handelen dat die niet bederven; als mede het maaken en gebruiken van veele schoone Huismiddelen. V. Hoofdstuk. Fruiten van allerhande gerechten zo van Vleesch, als van Vis en Groente. VI. Hoofdstuk. Inleggen, Inzulten van vleesch en Vis en veelerhande groente voor de Winter, als mede het toebereiden van eenige tusschen-geregte, nageregten, Salade &c. VII. Hoofdstuk. Kooken, Stooven van allerhande gerechten, en het maaken van veelerhande Pottagien, en Soepen zo in als buiten de Vasten. VIII. Hoofdstuk. Toebereiding van een ordentelyke tafel, het zy voor een welgeregeld Huisgezin; als om eenige gasten op een gemeenzame of plechtige wyze te onthaalen, zo wel op Vis als op Vleesch. Wat algemeene regelen men daar omtrent in acht moet neemen. Wat onderscheid men in een middag of Avond maaltyd, of in een Collation, of in de tyd des jaars daar omtrent moet maaken. Nevens eenige voorbeelden hoe men de Spyzen en het nagerecht op Tafel zal schikken, het zy men maar eens of meermaalen opdisschen wil: alles geschikt volgens de Hollandsche wyze naa maate van de grootheid van het gezelschap. Privilegie. Aanhangzel, van de volmaakte Hollandsche keuken-meid. Aanhangzel, van de volmaakte Hollandsche keuken-meid. Eerste Hoofdstuk. Aanhangzel Van het 1ste stuk van Pag. 1 tot 17. Afhakken van 't vleesch in de slacht-tyd, en hoe men de stukken best en ten meesten voordeelen zal gebruiken, en hoe men verder met alles in de slacht-tyd moet handelen. II. Hoofdstuk. Aanhangzel. Van het 1ste stuk van Pag. 18 tot 48. Bakken van Pasteyen, Taarten, Venezoenen, Vleesch, Struiven, Poddingen, en allerhande gebakken. III. Hoofdstuk. Aanhangzel. Van het I. Stuk, van Pag. 49 tot 63. Braaden aan 't spit, in de pot, in den Oven en op de Rooster van allerhande vleesch, gevogelten, vis &c. met de byzondere sausen die daar toe gebruikt konnen worden. IV. Hoofdstuk. Aanhangzel. Van het 1. Stuk, van Pag. 63. tot 68. Confyten van allerhande vruchten en het maaken van natte en drooge Confituuren. Het toebereiden van eenige verkwikkende en hertsterkende dranken, en hoe men met de Huisdranken zal handelen dat die niet bederven; als mede het maaken en gebruiken van veele schoone Huismiddelen. V. Hoofdstuk. Aanhangzel. Van het 1. Stuk van Pag. 87 tot 95. Fruiten van allerhande Gerechten, zo van Vleesch als van Vis en Groente. VI. Hoofdstuk. Aanhangzel. Van het 1 stuk van Pag. 96 tot 111. Inleggen, Inzulten van Vleesch en Vis en veelerhanden Groenten voor de winter, als mede het toebereiden van eenige Tusschengeregten, Nageregten, Salade &c. VII. Hoofstuk. Aanhangzel. Van het I. Stuk, van Pag, 113. tot 130. Kooken, stooven van allerhande gerechten, en het maaken van veelerhande potagien en soepen zo in als buiten de Vasten. VIII. Hoofdstuk. Aanhangzel. Van het I Stuk van Pag. 133. tot het einde toe. De Kunst om Vleesch, Visch, en Gevogelte zo gezoden als gebraden voor te snyden, en voor te dienen, en welke de beste stukken zyn om aan Vrouwen en aanzienlyke Gasten voor te dienen. Als mede om de Servetten op een cierlyke wyze, en in allerhande figuuren te vouwen; door twee groote koopere plaaten opgeheldert. De kunst. Om Servetten op een cierlyke wyze, en in allerhande Figuuren te vouwen. Byvoegzel