| |
| |
| |
| |
Aanhangzel, van de volmaakte Hollandsche keuken-meid.
Eerste Hoofdstuk. Aanhangzel Van het 1ste stuk van Pag. 1
tot 17.
Afhakken van 't vleesch in de slacht-tyd, en hoe men de
stukken best en ten meesten voordeelen zal gebruiken, en hoe men verder met
alles in de slacht-tyd moet handelen.
1. Bloed-Beulingen, hoe men die maaken zal.
Neemt garste gort, en zet het een nacht in vlees-nat te weeken op
een warme plaat dat de gort uitdyen kan: neemt dan Varkens-bloed, met wat zout,
gestoote Nagelen, Peper, Notemuscaat en Varkens Reusel en stopt het in Varkens
darmen, en laat ze een half uur zagjes kooken.
| |
| |
| |
2. Rook-worst van Mevrouw Graafl... hoe men die maken zal.
Zie 1ste stuk Pag. 8.
Neemt 20 pond mager Varkens-vleesch van de Ham; 5 pond
osse-vleesch; 2 ponden spek; doet 'er by schaars 1/4 pond peper, en een pond
zout; dit alles gekapt en onder een gemengt zynde, moet in de wydste ossedarmen
sterk gestopt, en in de Rook gehangen worden; dog moet niet meer dan 3 a 4
weeken rooken.
| |
3. Rolpens, hoe men die moet maaken om te bewaaren: zie
1stuk Pag. 10 No. 9.
Hier omtrent handeldt men gelyk geleerd is; alleen met dit
onderscheid. Anderen willen die zo sterk niet, en nog andere willen die geheel
niet geperst hebben, maar dat men die gekookt zynde slegts zal laaten
verleeken, zeggende dat de pens dan veel lekkerder en sappiger is; en daarom al
zo lang kan duuren.
| |
4. Saucysen de Boulogne, hoe men die maaken
zal.
Neemt even veel Osse-vleesch, en mager Varkensvleesch van yder, by
voorbeeld, een pond, en doet daar een pond versch spek by, met vyf dragmaas
gestoote en twee dragmaas heele peper, en omtrent een dragma fyn zout; hakt dit
wel door malkanderen, en stopt het zeer vast in wyde Ossedarmen; bindze aan
wederzyden met een touwtje toe, dog men moet die niet veel langer maaken dan
ruim een half voet. Legt die dan twee dagen in het zout, en hangt ze in de
schoorsteen te rooken, is puik.
| |
| |
| |
Op een andere wyze.
Neemt 25 ponden varkens-vleesch, half mager en half vet; kapt die
ter degen klein: doet daar by een pond zout, en omtrent vier oncen heele peper,
met een pond varkens bloed en een pintje witte wyn, en dit moet men wel een
quartier uurs door een kneeden; dan stopt men dit in wyde osse-darmen; dog
dewyl men dezelve zo styf moet stoppen als het maar doenlyk is, en de darmen,
daar door ligt komen te barsten, zo bewind men die met een schoon servet, om
zulks te beletten: als men die gestopt heeft bind men ze zo lang af, als de
Saucysen die van Boulogne komen gemeenlyk zyn: Hangt ze dan in de lucht te
droogen, of in de schoorsteen te rooken, maar ze moeten niet te warm hangen,
nog mogen malkanderen niet raaken: als ze zo genoeg gedroogt of gerookt zyn,
doet men 'er het stof schoon af, en men bestrykt ze met wat oly van Olyven, en
men legt ze in een verglaasde pot, met een dekzel daar op, wanneer men die zeer
lang kan bewaaren, is een excellent eeten.
| |
5. Varkens pekel worst van Mevrouw A.V.S. hoe men die
maaken zal. Zie 1stuk Pag. 13. No. 11.
Neemt tot 40 ponden worste-vleesch, dat niet te vet nog te maager
is, 2 loot nagelen, 4 loot notemuscaat, 2 loot foelie, 6 loot peper en 20 loot
zout, roert het wel door een, stopt het in varkens-darmen, en legt die worst in
een dun booter pekeltje, is excellent.
| |
| |
| |
6. Vlees-beulingen hoe men die maaken zal.
Neemt 6 ponden vet varkens-vleesch zeer klein gehakt; en 1 1/2
pint zoete melk, 14 kruimen van witte brooden die men in de melk weekt, en dan
te zaamen tot een dikke pap kookt, daar men 8 klein geklopte Eyeren, een loot
Notemuscaat, ruim een half loot foelie, een half loot Nagelen en een weinigje
peper en zout in doet: Neemt dan 4 dooiren van Eijeren hard gekookt en daar
onder gestrooid, dit alles wel vermengt zynde zo stopt men dit in
Varkensdarmen, haf vol: ook doet men 'er zo veel klein gesneden Reusel onder
als men goedvind: Men laat ze een half uur zoetjes kooken, en men legt ze uit
de pot nemende, op stroo, en men dekt ze met een servet toe tot dat ze koud
zyn, is goed.
| |
7. Worsten, om in de Vasten, voor de Roomsgezinden, te
gebruiken, hoe men die maaken zal.
Neemt paaling, of wat voor vis het u behaagt; doet 'er de graat
schoon uit, en kapt ze met petercelie, kleine prey, zout, peper en wat Chalotte
en versche booter, zeer klein door een; dog indien men andere vis dan paaling
daar toe gebruikt, zo moet men 'er altoos een gedeelte vette paaling onder
doen, wyl de andere vis alleen te droog vald; dan stopt en legt men dezelve, om
die in de vasten te gebruiken, in peper en azyn. Men kan ze eeten als ze daar
24 uuren in gelegen hebben. Wil men ze anders gebruiken, zo neemt men twee
derde waater en een derde witte wyn, daar men eenige fyne kruiden in doet, en
men laat deeze worsten daar in gaar kooken; is zeer goed.
| |
| |
| |
8. Zouten van Spek en Osse vleesch, hoe daar mede te
handelen. Zie 1ste stuk Pag. 16. No. 17.
Veele menschen vergenoegen zig met het spek en vleesch, met zout
in te wryven, en zo in de kuip te leggen, gietende als dan goede pekel daar
boven op in de kuip; dat is mede goed.
Anderen die nog naauwkeuriger zyn, hangen een groote ketel met
sterke pekel over het vuur, het geen eerst wel schoon geschuimt moet worden, en
laten het Osse vleesch daar in een welletje opkooken: dan legt men het op een
vergiettest om te verzygen, en als het koud geworden is, zo word het wel vast
in de kuyp gelegt, en dan giet men 'er schoone pekel boven op: Dit doen veelen,
geloovende dat het vleesch dan egaalder het zout vat en beeter kan duuren;
voornamentlyk in een tyd als deeze, nu veel vleesch geen zout vatten wil.
|
|