De volmaakte Hollandsche keuken-meid
(1752)–Anoniem Volmaakte Hollandsche keuken-meid, De– Auteursrechtvrij
[pagina *1r]
| |
Aanhangzel, van de volmaakte Hollandsche keuken-meid.Onderwyzende Veelerhande zaaken omtrent het toebereiden der Spyzen, Confituuren, en Nagerechten, zelfs voor de Roomsgezinden op Visdagen en in de Vasten. Het inleggen van alles tegens de Winter, en wat verder de Slacht-Tyd aangaat; behorende tot het voorige Stukje.
Alsmede Nog eenige zeer heilzaame Huismiddelen Tegens veelerhande quaalen en Toevallen. Neevens eenigen zeer dienstige Geheimen.
Hier is in 't byzonder by gevoegt De Kunst, Om allerhande Tafel-geregten Voortesnyden: De delikaatste stukken te kennen om aan de Gasten Voor te dienen.
Nevens de Wyze om allerhande Tafel-goed Konstig en cierlyk te Vouwen. Vergadert uit verscheidene handschriften van eenige Hollandsche Mevrouwen en Juffrouwen.
Opgeheldert en verciert met Koopere plaaten.
t'Amsterdam, By Steven van Esveldt, in de Beurssteeg by den Dam, 1754. | |
[pagina *1v]
| |
Den Uitgever erkent geene Exemplaren voor echt, dan die door den Drukker Steven van Esveldt dus eigenhandig zyn onderteekent. | |
[pagina *2r]
| |
Korte voorafspraak aan de Waarde Leezers.En in 't byzonder aan de deftige Huis-Moeders. Jonggetrouwde Vrouwen. Huuwbaare jonge Juffrouwen. Huis-Houwsters. en Keuken-Meiden. Aan wien het vorige werkje is opgedraagen.De ongemeene liefde en achting, waar mede gy dit Werkje hebt ontfangen, heeft niet alleen onze verwagting beantwoord, als overtuigt zynde van deszelfs waardy en nuttigheid; maar wy moeten het | |
[pagina *2v]
| |
bekennen, zy is dezelve verre te boven gegaan. Dit spoorde ons aan om by eenige ervarene Menschen, in de Kunst van het Huishouden, zo wel Mannen als Vrouwen, hun oordeel hier over in te neemen, die den verdienden lof daar aan gaven: Dog veelen waren van gevoelen, dat aan dit werkje nog vry veel ontbrak, om tot een algemeen gebruik te dienen; en de meesten zogten ons te bewegen om het zelve door een Aanhangzel te volmaaken; ook ondervonden wy, dat de meeste Dames, geschrevene Kookboeken hadden, daar nog al iets in gevonden wierd het geen in het onze ontbrak: dierhalven zo hebben wy deeze raad ernstig overwogen, en ondervonden dat het gezegde op zeer goede gronden steunden, waarom wy aanstonds alle mogelyke moeiten hebben aangewend om die handschriften magtig te worden. Ook zagen wy, dat 'er van veele Hollandsche gerechten, of die ten minsten by ons genaturalizeerd zyn, in dit werkje niet gesproken wierd: Dat de Voorsny-Kunst, by onze Jongelingen weinig bekend was, die daar door maar een geringe figuur aan de Tafels, in het Voordienen der Vrouwen en andere Gasten, maakten, het geen men met regt als een groote feil in de opvoeding, waar door hunne natuurlyke bevalligheid | |
[pagina *3r]
| |
verduisterd wierd, konden aanmerken: Dat het in Gastmalen niet genoeg is de spyzen in een welgeschikte order op te disschen, maar dat het cierlyk dekken der Tafels een zeer bevallige zaak is, die de Gasten een verheven denkbeeld geeft van de bekwaamheid dier geener aan wien de zorge daar van is toevertrouwt; dat het dierhalven noodig was, de Wyze hoe men allerhande Tafelgoed cierlyk kan vouwen, hierby te voegen: eindelyk wierden ons ook nog eenige beproefde Huismiddelen ter hand gesteld, dien wy om derzelver nuttigheid noodig oordeelden daar by te voegen; schoon wy dit zeer spaarzaam gedaan hebben, gebruikende alleen zodanige middelen die beproefd, en volmaakt goed bevonden zyn; die ligt toebereid konnen worden, en die tegens de gemeenste quaalen van een algemeen gebruik zyn, dewyl men zoude konnen zeggen, de Huismiddelen behooren niet tot de Kook-Kunst of het tracteeren der Gasten. Wy bekennen het, dog zy zyn daarom niet minder van een nuttig gebruik, zo niet volstrekt nootzakelyk in een Huishouden, en daarom zyn ze hier ingevoegd. Hier by kwam de verpligting, die op ons lag, om met dankbaarheid, de liefde en achting, daar gy dit Werkje mede ontfangen | |
[pagina *3v]
| |
hebt, te beantwoorden; en dit heeft ons aangezet om het algemeen goedvinden, om dit Werkje door een Aanhangzel te volmaaken, te gehoorzamen: dit beslooten zynde, zo hebben wy onze toevlugt genomen tot die Mevrouwen en Juffrouwen, die vermaarde Handschriften hiervan hadden, en eenige daar van hebben de goedheid gehad van ons dezelve te te leenen, en andere stonden toe, die tegens het onze na te zien om daar uit over te neemen het geen ons ontbrak, gelyk wy, zo wy ons niet bedriegen, by deezen gedaan hebben; want wy zyn van gevoelen dat het nu Volmaakt mag genoemt worden. Het is waar, veele zullen zeggen, daar ontbreekt nog zo veel aan. Meent gy in zo weinig bladeren alles te bevatten, daar de Franschen, Duitschers, Engelsen en Italianen zo veele deelen en groote Boeken over geschreven hebben? Wy antwoorden neen. Maar wat hebben wy met alle die vreemde gerechten, die by ons niet in gebruik zyn, en met de Hollandsche smaak stryden, van doen. En die grondig verstaat het geen in dit Werkje geleerd werd, zal volkomen in staat zyn om in alles zodanig een verandering te maaken als goedgevonden word; het geen ook noodzakelyk is; want daar is | |
[pagina *4r]
| |
niets onderscheidener en daar men minder reden van weet te geeven, dan van de smaak, zo dat ieder met verstand hieromtrent moet leeren handelen, en dan zal dit Werkje met regt Volmaakt genaamt mogen worden, en deeze tegenwerping vervallen. Ook zou het om die zelve reeden niet wys gehandelt zyn, iets dat ons in 't byzonder bevald, als een zaak die niet goed is, te verwerpen: of gelyk anderen doen, te zeggen, dit werkje is niet volleedig, want daar staat dit of dat kosje, hetgeen ik uitgevonden heb, niet in, schoon weinig menschen met hem daar smaak in zouden vinden: eindelyk zyn 'er Menschen die wilden hebben dat men de eenvoudigste zaaken hier in zoude voegen; als het Kooken van gekarnde Melk, Rystenbry enz.; en anderen keuren dit geheel af, en ergeren zig, dat men zelfs van het toebereiden der Saladen gesprooken heeft; en dus blykt het klaar dat men ieder een onmogelyk voldoen kan; ook is het ons genoeg dat de bescheidenste en ervarenste menschen, in de Kunst van het Huishouden erkennen, dat dit Werkje nu met regt Volmaakt in zyn zoort mag genaamt worden. Wy zeggen UWE, niet alleen dank wegens de achting die gy tot nu toe voor ons | |
[pagina *4v]
| |
Werk betoond hebt; maar wy betuigen in 't openbaar dat wy dit Aanhangzel, meestendeelen verpligt zyn, aan die Mevrouwen en Juffrouwen, die ons haare Handschriften hebben gelieven toe te vertrouwen. Wy bedanken Haar E. met een opregte erkentenisse; en alle, die hier uit eenig nut komen te trekken, zyn meer aan Haar E. dan aan ons verpligt; waarom wy haar E. van herte voor derzelver goedheid bedanken: Die menschen welke ons wilde doen besluiten om een reeks van beproefde Geneesmiddelen, tegens alle bekende quaalen, hier in te voegen, zullen het dan niet qualyk neemen dat wy hun verzoek en raad, om deeze redenen hebben van de hand gewezen, als niet volstrekt tot ons onderwerp behoorende, dewyl dit beeter in een Huis-Apotheek zoude voegen; en het is genoeg volgens ons oogwit, het noodigste aan te haalen, gelyk geschied is. Niet tegenstaande dit alles zo zou de zugt om iedereen, na vermogen genoegen te geven, ons mogelijk te verre hebben doen uitwyden; dog een overweging van groot gewigt, heeft ons daar in bepaald. Wy beleven een tyd, waar in de Afgunst en booze Lasterzucht niet alleen vermaak scheppen hunne Evennaasten, zo in 't openbaar als in 't geheim, te beliegen en te belasteren, maar die teffens de onnozelste daaden en pryswaardigste | |
[pagina *5r]
| |
voornemens, door hun vergiftige tong, weeten te beswalken. Hadden wy nu onzen zucht om ieder een te voldoen, den teugel gevierd, dan zou het geweest zyn, daar is de inhaaligheid wederom gaande, die met de drift van het gemeen hun voordeel doende, de Menschen het geld uit de beurs zoeken te halen. Om tot deeze lastering geen aanleiding te geeven, als mede dewyl het ieder een niet gelegen komt zo veel geld uit te geeven; en dat een klein Werkje beeter tot het algemeen gebruik is dan een groot, zo hebben wy niets in dit Aanhangzel gevoegd dan het geen volstrekt nootzakelyk was om het zelve te volmaaken; en dus heeft men in deeze twee stukjes een beknopt, dog volledig werkje, van een middelbaare prys. Om de kosten te spaaren zo zouden wy graag de bygevoegde kopere plaaten agter gelaten hebben, dog bevindende dat weinig menschen, zonder dezelve ons zouden verstaan, zo zyn wy daar toe genootzaakt geweest, dewyl ons oogwit, nog de begeerte van zo vele braave menschen anders niet konde voldaan worden. Bovendien zo verzekeren wy yder een, op ons woord van eer, dat wy hier niets meer by voegen zullen, maar wy meenen het daar by te laaten beruste. Dat wy hier een Aanhangzel van het eerste stuk, en niet een nieuw Werkje van | |
[pagina *5v]
| |
gemaakt hebben, heeft ook zyne redenen, dewyl wy dan veele zaaken uit het eerste stuk zouden hebben moeten herhaalen, dat nu niet noodig was; en het een kon niet volmaakt zyn zonder het anderen. Ook moeten wy de Lezers bekend maaken dat in het eerste stukje, als door een Haagsche Dame geschreeven zynde, van Haagse pinten, die een en een half pint ruim te Amsterdam uit maken gesproken word; maar in het Aanhangzel gebruiken wy de Amsterdamse Maat. En door verjuys, het geen zommige niet kennen, verstaat men het sap van uitgeperste druiven, dog dit niet hebbende zo kan men wyn-azyn in de plaats gebruiken. Waarde Lezers en Lezeressen, wy verwagten dat gy dit Aanhangzel met dezelve liefde en achting zult ontfangen, waar mede gy het Werkje zelve ontfangen hebt, dewyl het anders niet volmaakt zoude zyn, en gy daar van het gehoopte nut niet zouden genieten. Dog indien wy hier door ons oogwit bereikt hebben, en wy uwe goedkeuring mogen wegdragen. zo is onzen wensch in deezen vervult; en ik noem my zelve met alle betamelyke achting.
Uwen Ootmoedigen, dog onbekenden Dienaar en Vriend. |
|