Den boom der gierigheyt, met sijn vruchten, d'welck gemaeckt is op de vrage wat gierigheyt is ende wat haer vruchten zijn

Inhoudsopgave

De Eerste Clausule

De tweede Clausule.

De derde Clausule.

De Vierde Clausule.

De Vijfde Clausule.

De seste Clausule.

De sevende Clausule.

De achtste Clausule.

Den neghende Clausule.

Van de Barmhertigheyt ende mildigheyt, dat men singhen mach Veers voor Veers, voor elcke Clause van't stuck dat hier voor staet, Ghenaemt den Boom der Gierigheyt,

Een Nieuw Liedeken,

Geestelijck Amoureus Liedt,

Een Nieuw Liedt, vanden tegenwoordigen tijdt, hoe dat nu over al soo jammerlijck gaet,

Een Nieuw Liedt, Klaegh-reden uyt der Schrift, over de Herders die des Heeren Schapen niet recht en weyden;

Een Nieuw Liedt, daer in is bewesen, dat de Schriftuer niet voort en is ghekomen uyt den Mensche, maer door het bevel en kracht Godts.

Een nieuw Liedt, Inhoudende alle de Geboden ende verboden,

Een Nieuw Liedt, uyt de Heylighe Schrift, dat wel mach ghenoemt zijn, een proeve des Geloofs, daer in elck een die hem een Christen laet noemen, magh beproeven, ende hem selven magh leeren kennen, of hy recht voor God wandelt of niet.

Uerklaeringhe van het beginsel der Heerschappye ende ghewelt, [OCh ick vinde my inwendigh soo seer ghedronghen]

Uerklaringhe van het Geloove, ende korte uytlegginghe wat het Woordt Gheloove is, daer alle Menschen hun af beroemen dat recht te weten: Iae dat meer is, betrouwen ende meenen daer door Saligh te zijn.

De Eerste Clausule.

De Tweede Clausule.

De Derde Clausule.

De Vierde Clausule.

De Vijfde Clausule.

De Seste Clausule.

De Sevende Clausule.

De Achtste Clausule.

De Neghende Clausule.

De Tiende Clausule.

Dancksegginghe voor den Eten,

Lofsangh, Ofte, Dancksegginge nae den Eten.

Een Nieuw Liedeken,

Een Liedt, van de Aelmoessen, hoe zy hun draghen sullen, die t' vermoghen handtreyckinghe den Armen te doen, als oock die Aelmoesse oft handtreyckinghe behoeven. Ende oock wie de Arme zijn, die men helpen sal.

Een Nieuw Liedeken, tot troost van Mans ende Vrouwen, die ghehaet ende versmaedt zijn om der waerheydt Godts wille, van hun eyghen wederpaer, die t'samen een Lichaem zijn, door den Bant des Houwelijcks: Oft tot trooste van die lijden moeten om hun vrome wandelinghe in Christo Iesu.

Een Nieuw Liedeken,