De tragedie der werkwoordsvormen

Inhoudsopgave

[Woord vooraf]

Verantwoording

Deel I Historie De spelling der werkwoordelijke vormen sinds de late middeleeuwen I. Inleiding

Eerste periode: II. De werkwoordelijke spelling bij J. Franck en A.E. Lubach

Tweede periode: III. De opkomst van de nationale taal

IV H.L. Spieghel: Twe-spraack vande Nederduitsche Letterkunst (1584)

V Chr. van Heule: De Nederduytsche Spraec-konst ofte Tael-beschrijvinghe (1633)

VI A. Moonen: Nederduitsche Spraekkunst (1706)

VII

VIII K. van der Palm: Nederduitsche Spraekkunst voor de Jeugdt I (1769) E. Zeydelaar: Néderduitsche Spraakkonst, ten dienste der Néderlandsche taalbeminnaars (1781)

IX

X. Samenvatting

Derde periode: De spelling der werkwoordelijke vormen van 1804/1805-1806 tot heden. XI

XII

Deel II Research XIII. Doel en organisatie van het onderzoek

XIV. De herkenning

XV. De beheersing

XVI. De motivering

XVII. Het werkwoord in het vrije schriftelijk taalgebruik

Deel III Therapie? XVIII. Inleiding: ‘een Hollands drama’

XIX. De taaltheoretische basis

XX. De taaldidactische basis

XXI. De technische uitwerking

Literatuur

Stellingen