Lijkkransje uit fraaije bloemen (op den Nederlandschen Helikon geplukt) zamen gevlochten, neergelegd op het graf van Henriette Wilhelmina Rojer(1850)–Jacobus Josephus Putman– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Voorberigt, Jesus de vriend der kinderen. Zang van Maria, bij de krib van haar goddelijk kind. De zegening der kinderen. Het onweder. Aan eene moeder, Op het sterven van haar Kind. Aan V.R. Op het overlyden van zynen broeder. Lijkzang over mijn jongste zoontje. Op het kerkhof. Des stervenden afscheid van zijne vrienden en magen. Zucht over het lijk van mijn jongste kind. Bede. Bij het lijkje van een kind. Op den dood van een kind. Bedevaart naar de graven onzer kinderen. Lijkkrans voor mijn dochtertje. Aan Virginie, op het afsterven van haar dochtertje Henriette. Geestbedaardheid. Het graf. Het waarachtig goed. (Fragment.)