Lijkkransje uit fraaije bloemen (op den Nederlandschen Helikon geplukt) zamen gevlochten, neergelegd op het graf van Henriette Wilhelmina Rojer

Aan V.R.
Op het overlyden van zynen broeder.

Wat reden hebt gij toch tot treuren?

Uw Broeder is uit zijne ellend';

En 't geen ons allen moest gebeuren,

Dat is bereids bij hem volend.

Ligt hij in 't duister graf verzwolgen?

Wat nood? Laat u ten beste raân:

Hij is, om ons te leeren volgen,

Alleen maar zacht vooruitgegaan.