Lijkkransje uit fraaije bloemen (op den Nederlandschen Helikon geplukt) zamen gevlochten, neergelegd op het graf van Henriette Wilhelmina Rojer(1850)–Jacobus Josephus Putman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Bede. Gelatenheid, myn God! in voor en tegenspoed; Gelatenheid, myn God! in al wat my ontmoet; Een ziel, die door uw hand zich wenden laat en keeren, Is 't, dat ik van u gunst blyf bidden en begeeren. Te willen 't geen Gy wilt, te denken zoo Gy 't denkt, 't Zy, dat Gy zoeten most of bittren alsem schenkt; 't Zy Gy my geeft in vrede en stille rust te leven, Of dat ik zwerven moet, door rampspoed omgedreven, Geen aardsche weelde ga my immer aan het hart: Geen aardsch verdriet beknell' myn ziel met scherpe smart. Myn ware droefheid zy 't gevoelen myner zonden; Myn vreugd, dat ik in U myn' Vader heb gevonden. Vorige Volgende