Alle de brieven. Deel 14: 1701-1704

[p. 372]

Zaak- en naamregister¹

A.

Aal. Zie: Paling.

Aalbes, *bladluis 334, 346.

*Aalkijker 6.

Aardbeving 270-272.

Aardbol 270-272, 278, 302.

Aarde 224, 240, 244, 254-264.

Aarde *grond 300, 350.

Aas (gewicht) 66-68, 192-194, 324.

*Abdomen, cochenille 336, 344.

Abrikoos, zaad 218-220.

Adem 76-94.

Ademhaling 80-84.

Ademhaling benauwdheid 76-78.

Ademhaling Zie ook: Long.

Ader, paling 6.

Ader, Zie ook: Arterie, *Trachee, Vat.

Albast 310.

Altaar 274, 310.

Aluin 152.

Amandel, zaad 218-220, 224, 238.

Amerika 322-324.

Amsterdam 308, 322, 366, 370.

*Antenne, cochenille 330, 350-354.

*Anthophysa vegetans 178, 182-190.

*Anus, spin 52.

*Aphis schneideri 332.

*Aphis schneideri Zie: *Bladluis.

*Arbor philosophica 196.

Arterie, cochenille 330.

Arterie, Zie ook: Bloed, Bloedsomloop, Bloedvat, Hart, Vat.

Aqua regia. Zie: *Koningswater.

*Astronomische kijker 12.

*Aurum potabile 200.

*Azteken 322.

1 Met een sterretje zijn aangeduid de woorden en namen die niet door Leeuwenhoek zijn genoemd, doch in de aantekeningen voorkomen.

B.

Baarmoeder 240.

*Baars, bloedsomloop 146.

*Bacteriën 58, 64-66, 153-154.

*Baker, Henry 4.

Balsem 76-86.

Barba, Alonso 156, 248, 366-368.

Barometer 290.

Beeld 274, 310.

Begin(ne). Zie: *Schepping.

Benauwdheid, ademhaling 76-78.

Bentheim 308-310.

*Bentinck, graaf 370.

Bergkristal 312, 318.

Bergkristal kristallen 312.

Beuk, zaad 242.

*Beweging, kroos 212.

Biksteen 310.

Biksteen Zie ook: *Zandsteen.

*Bladluis 240, 332-338, 344-346.

*Bladluis *embryo 344.

*Bladluis *parthenogenese 240, 334, 344-346.

*Bladluis voedsel 332.

*Bladluis *voortplanting 240, 334, 344-346.

Bleyswijk, Hendrik van 56, 72, 366.

Bloed 4-8.

Bloed kleur 4-6.

Bloed paling 4-8, 146.

Bloed *sprinkhaan 6.

Bloed Zie ook: Arterie, Bloedsomloop, Bloedvat, Hart, Long.

Bloedsomloop, *baars 146.

Bloedsomloop, bot 146.

Bloedsomloop, *karper 146.

Bloedsomloop, mens 76, 153-155.

Bloedsomloop, *paling 4-8, 146.

Bloedsomloop, *schol 146.

Bloedsomloop, *snoek 146.

Bloedsomloop, *voorn 146.

Bloedsomloop, Zie ook: Arterie, Bloed, Bloedvat, Hart.

Bloedvat 228.

Bloedvat cochenille 342-344, 352.

Bloedvat mens 153, 155.

Bloedvat paling 4-8, 146.

Bloedvat schapelong 90-92.

Bloedvat *zijderups 118.

Bloedvat Zie ook: Arterie, Bloed, Bloedsomloop, Hart.

Bloem, *cactus 328.

Boek, Frans 24.

Boek, geschenk Royal Society 4.

Boek, mijnen Peru 156, 248, 366.

Boekhouder 270.

Bol, glas 192, 210-212.

*Bolivia 366.

*Bombyx mori 102.

*Bombyx mori Zie: *Zijderups, *Zijdevlinder.

Bonomo, Giovan Cosimo 24, 366.

Bontekoe, Cornelis 92, 366.

Boom, van *Diana 196.

Boom, sinaasappel 220, 226, 232-236, 240, 244.

Bot (vis), bloedsomloop 146.

Bot (vis), Zie ook: *Leverbot.

*Boyle, Robert 370.

[p. 373]

Brabant 90.

*Brandenburg 370.

*Brandenburg, Hedwig Sophie von 366.

Brandewijn 82.

Brandewijn in waterpas 14-20.

*Bronchiën 76, 82, 88, 92.

*Bronchiën Zie ook: Long.

*Brussel 370.

Buik. Zie: *Abdomen.

*Buis, glas 14-20, 42, 56-70, 78-86, 94, 104, 136-144, 162, 178, 182-190, 196, 232-238, 256-260.

C.

*Cactus 326-328, 346-348.

*Cactus bloem 328.

*Cactus stekel 348.

*Cactus vrucht 328.

*Cambridge 370.

*Carchesium sp. 164.

*Celkern, *erythrocyt zalm 146.

*Cement 268.

*Centen, Job Zieuwerts 366.

Centen, Sieuwert 322, 366.

*Chalaza, zaad *sinaasappel 220-222.

Chamberlayne, John 134, 150-154, 156-158, 180, 248-250, 366.

Chirurgijn 153.

*Chitinebuis, *zijdevlinder 128.

*Chlamydomonas sp. 56, 68.

*Chlorogoudzuur 200.

Chyl, *ciliaat 178.

*Ciliaat 64, 70, 170, 178, 186, 260.

*Ciliaat chyl 178.

*Ciliaat *conjugatie 178, 186.

*Ciliaat darm 178.

*Ciliaat Zie ook: *Coleps, *Cothurnia, *Kerona, *Trichodina.

*Citroen, zaad 218.

*Citrus aurantium 220.

*Citrus aurantium Zie: *Sinaasappel.

*Citrus limon 218.

*Citrus limon Zie: *Citroen.

*Citrus medica 218.

*Citrus medica Zie: *Citroen.

*Citrus sp. 222-224, 238.

*Citrus Zie: *Sinaasappel.

Cochenille 322-354.

Cochenille *abdomen 336, 344.

Cochenille *antenne 330, 350-354.

Cochenille arterie 330.

Cochenille bloedvat 342-344, 352.

Cochenille ei 328-330, 334, 338-346, 350-352.

Cochenille eischaal 328, 332, 340-342.

Cochenille *embryo 328-332, 340-344, 352-354.

Cochenille excrementen 348.

Cochenille *gedaanteverwisseling 324, 336, 350.

Cochenille klauw 348.

Cochenille *larve 324, 328, 350.

Cochenille mannetje 334-336, 346.

Cochenille *nymfe 328-330, 334.

Cochenille *ovariolen 342-344.

Cochenille *ovarium 338, 342-344.

Cochenille *paring 346.

Cochenille poot 328-330, 348-350, 354.

Cochenille *rostrum 332, 340-342.

Cochenille schild 350-352.

Cochenille streng 330.

Cochenille vat 342.

Cochenille vleugel 324-328, 346, 350-352.

Cochenille *voortplanting 346.

Cochenille *vrouwtje 328, 334, 346.

Cochenille *was 324, 348.

*Cocon, *zijderups 106, 114, 132.

*Coleps sp. 64.

Comptoir 60, 64, 68-70, 136, 186, 234, 294.

*Conjugatie, *ciliaat 178.

*Cothurnia crystallina 166, 260.

*Cothurnia crystallina *trilharen 166.

*Cotyl, zaad *sinaasappel 224-228.

*Cromwell, Oliver 368.

Cuba 346.

Curaçao 238.

*Cyclops sp. 168.

D.

*Dactylopius coccus 322.

*Dactylopius coccus Zie: Cochenille.

Darm, *ciliaat 178.

Darm, haan 42.

Darm, mens 76.

Darm, *zijdevlinder 118.

*Deeltjestheorie, *cartesiaans 242.

Delfshaven 160, 182.

Delft 4, 12, 32, 36, 48, 56, 76, 86, 98, 102, 136, 152, 160, 182, 218, 248, 252, 268, 286, 294, 322, 368.

*Den Haag 366.

Denemarken 146.

Diamant 272, 300-304, 308.

*Diana, boom van 196.

Dier 240-242.

Dier Zie ook: *Zoogdier.

Dierkens, *Anthophysa 182-190.

Dierkens, *bacteriën 58, 64-66.

Dierkens, *bladluis 240, 332-338, 344-346.

Dierkens, *Carchesium 164.

Dierkens, *Chlamydomonas 56, 68.

Dierkens, *ciliaat 178, 186, 258-264.

Dierkens, cochenille 322-354.

Dierkens, *Cothurnia 166.

Dierkens, *flagellaat 64, 138.

[p. 374]

Dierkens, *Haematococcus 56-58, 70.

Dierkens, *Hydra 168-172.

Dierkens, *infectieziekten 25.

Dierkens, *Kerona 170.

Dierkens, *kiezelwier 164.

Dierkens, *leverbot 252-254.

Dierkens, mijt 24.

Dierkens, *protozoën 66, 70, 136-140, 146, 176.

Dierkens, *raderdiertjes 58-72, 164-166.

Dierkens, *spermatozoën 32, 36-44, 50-52, 120, 130, 240-242.

Dierkens, *Trichodina 170.

Dierkens, *Vorticella 162-164, 172.

Dierkens, *watermijt 178.

Dierkens, *Zoothamnium 162-164, 172.

Doctor medicinae 76.

*Dolomiet 302.

Domkerk, Utrecht 294.

Doosje 230-234, 244.

*Draadworm 256.

Druif 352.

Duim (maat) 14-16, 56, 78-80, 114-118, 126, 138, 186, 192-194, 208, 228, 256.

*Duitsland 310.

E.

Ei, cochenille 328-330, 334, 338-346, 350-352.

Ei, hoen 36, 44, 330.

Ei, *zijdevlinder 102, 130-132.

Eiernest. Zie: *Ovarium.

Eischaal, cochenille 328, 332, 340-342.

*Embryo, *bladluis 344.

*Embryo, cochenille 328-332, 340-344, 352-354.

*Embryo, zaad plant 218, 238.

*Embryo, zaad *sinaasappel 222-228, 232-240.

*Emmerik 370.

Engeland 136, 310, 368.

Engels (maat) 198.

*Erts, goud 312.

*Erts, zilver 198, 312.

*Erythrocyten, *celkern 146.

*Erythrocyten, *kabeljauw 146.

*Erythrocyten, kikker 146.

*Erythrocyten, *paling 6-8, 146.

*Erythrocyten, *rog 146.

*Erythrocyten, *vis 146.

*Erythrocyten, *vogel 146.

*Erythrocyten, zalm 146.

*Erythrocyten, Zie ook: Arterie, Bloedsomloop, Bloedvat, Hart.

Esdoorn, zaad 242.

*Eucallipterus tiliae 332, 338.

*Eucallipterus tiliae Zie: *Bladluis.

Excrementen, cochenille 348.

Excrementen, spin 52.

Excrementen, *zijdevlinder 120.

F.

*Facet, *zijdevlinder 122.

Fasciola hepatica 252.

Fasciola hepatica Zie: *Leverbot.

*Fibrinogeen, *zijderups 104, 114.

*Flagel, *Haematococcus 56.

*Flagellaat 64, 138.

*Flagellaat *Anthophysa 178, 182-190.

*Folkes, Martin 4.

*Frankfort aan de Main 370.

*Fytoflagellaat 56.

*Fytoflagellaat Zie ook: *Haematococcus.

G.

Gallois, Jean 20.

Garnaal 240

Garnaal mannelijke 240, 336.

*Gedaanteverwisseling, cochenille 324, 336, 350.

*Gedaanteverwisseling, rups 66, 336.

*Gedaanteverwisseling, *zijderups 108, 118, 124, 130, 336.

Geerst greintje (maat) 50.

Geleerd Heer 78.

Gemberwater 58.

Geneesheer 153.

Geneesmiddel 152, 154-156.

*Genève 370.

Genezer 84.

Gerst 244.

*Gips 310.

Glas 200, 204, 210.

Glas *lens 12-14.

Glasblazer 20.

*Goes, Josina van der 368.

*Gosensdr, Soetje 366.

Goud 4, 192, 198-210, 312.

Goud *erts 312.

Goud *oplossing 192, 198-210.

Goud *zouten 200-210.

*Goudchloride 200.

Goudsmid 200.

*Goudzouten 200-210.

*Goudzouten kristallen 200-210.

Grachtwater 160-162, 172, 182-190, 212.

*Graniet 180.

Gras 254, 258.

Gras *wortelhaar 236.

*'s-Gravenhage 366, 370.

Gresham College 2, 134, 284.

*Groene melkdistelluis 332.

*Groene melkdistelluis Zie: *Bladluis.

Groot-Brittannië 76.

H.

Haan, darm 42.

[p. 375]

Haan, maag 42.

Haan, *sperma 36-44.

Haan, *spermatozoën 32, 36-44.

Haan, testikel, *vas deferens 42.

Haan, Zie ook: Hoen.

Haar (maat) 120, 126.

Haar van mijn baart (maat) 278.

Haar van ons hooft (maat) 58, 348.

Haar van varken (maat) 336.

*Haematococcus pluvialis 56-58, 70.

*Haematococcus pluvialis *flagel 56.

Hardsteen. Zie: *Zandsteen.

Hart, mens 76.

Hart, *raderdiertje 62.

Hart, Zie ook: Arterie, Bloed, Bloedsomloop, Bloedvat.

Hazelnoot, *bladluis 334, 346.

Hazelnoot, zaad 218-220, 224, 238.

Heere Maker van het Geheel Al 66, 238-240.

Heinsius, Anthonie 322, 366.

Hemel 242.

Hen. Zie: Hoen.

Hersenen, *zijdevlinder 124.

's-Hertogenbosch 20.

Hessen-Kassel, Friedrich von 98, 366.

Hessen-Kassel, Karl von 98, 102, 366.

*Hessen-Kassel, Wilhelm VI, von 366.

*Hessen-Kassel, Wilhelm VII, von 366.

Hessen-Philippstal, Philipp von 98, 366.

Hispaniola 346.

Hoen, ei 36, 44, 330.

Hoen, *ovarium 44.

Hoen, *paring 36, 44.

Hoen, Zie ook: Haan.

Hoenderkoper 40.

Holland 12, 36, 48, 56, 76, 98, 102, 152, 160, 182, 218, 252, 268, 286, 294, 322, 368-370.

Honing 152.

Hoornvlies, *zijderups 108-110.

Hoornvlies, Zie ook: Oog.

Horloge 166, 230.

Hout 258, 310, 350.

Houtskool 136.

*Huelva 366.

Huid, *zijderups 108-112, 118, 128-130.

Huis 130, 286-288.

Huygens, Christiaan 98, 242, 368.

*Hyalopterus pruni 332.

*Hyalopterus pruni Zie: *Bladluis.

*Hydra sp. 168-172, 370.

*Hydra *knopvorming 168-170.

*Hydra *tentakels 168-172.

*Hydra *voortplanting 170.

*Hydra vulgaris 168.

*Hyperomyzus lactucae 332.

*Hyperomyzus lactucae Zie: *Bladluis.

I.

*Ierland 370.

Indiaanse vijg 326.

Indiaanse Zie: *Cactus.

*Infectieziekten 25.

Ingewanden, *raderdiertje 58, 62.

*Inhalatietoestel 78-86, 94.

*Integument, zaad *sinaasappel 220-222, 226.

Invloeisels, ster 24, 244.

Italië 302, 310.

J.

Jamaica 326, 346.

Jeuk 24.

Journal des Sçavans 20.

K.

*Kaak, *zijderups 110-112.

Kabeljauw, *erythrocyten 146.

Kabinet 198.

Kalk 296.

Kalk *tandsteen 153-155.

*Kalksteen 302.

Kamerijk, doekje 94.

Kaneel 92-94.

Karaat (maat) 202.

*Karmijnrood 322.

*Karper, bloedsomloop 146.

*Kassel 366.

Kastanje, zaad 242.

*Kerona polyporum 170.

Kers 352.

*Keukenzout 288.

Kever, *larve 350.

Kever, schild 350.

Kever, voedsel 350.

*Kieming, zaad *sinaasappel 230-240, 244.

(Kiem)plant. Zie: *Embryo.

*Kiezelwier 164.

Kikker, *erythrocyten 146.

Kip. Zie: Hoen.

Klauw, cochenille 348.

Klauw, *zijderups 128-130.

Klauw, *zijdevlinder 128-130.

Klaver 258.

Klei 254, 258, 290.

*Klein kroos. Zie: Kroos.

*Kleine besseluis 332-334, 346.

*Kleine besseluis Zie: *Bladluis.

Kleur, bloed 4-6.

*Knopvorming, *Hydra 168-170.

Koffie, geneesmiddel 152, 156.

*Koningswater 192, 198-210.

Koninklijke Societeit. Zie: Royal Society.

[p. 376]

*Kop, *zijderups 108-112, 118-122.

Kopenhagen 146, 370.

Koper 196, 202-206, 230-234, 244.

Koper *oplossing 196.

*Korenmot 124.

Kristallen, bergkristal 312.

Kristallen, *goudzouten 200-210.

Kristallen, steen 312-316.

Kroos 160-164, 172-176, 212.

Kroos beweging 212.

Kroos wortel 162-164, 174-176.

Kunstschilder 274.

Kurk 80-82, 86, 234, 238-240.

*Kurland, Marie Amalie von 366.

*Kwarts 296, 312.

Kwik 290.

L.

*Larve, cochenille 324, 328, 350.

*Larve, kever 350.

*Larve, *uit tand 154.

*Larve, vlo 102.

*Larve, Zie ook: *Zijderups.

*Leeuwarden 366.

*Leeuwen, Claes Jansz. van 156, 368.

*Leeuwen, Philips van 156, 368.

*Leeuwenhoek, Catharina van 156, 368.

*Legaat, microscopen 4, 24, 29.

*Leiden 370.

*Lemna minor 160.

*Lemna minor Zie: Kroos.

*Lemna trisulca 160.

*Lemna trisulca Zie: Kroos.

*Lens, waterpas 12-14.

*Lepe 366.

*Levensduur, *spermatozoën 44.

Lever, rund 254.

Lever, schaap 88, 252-254.

Leverbot 252-254.

Lieveheersbeestje 326.

*Limnias ceratophylli 164, 172.

*Limnias ceratophylli Zie: *Raderdiertjes.

Limoen. Zie: *Citroen.

Linde, *wortelhaar 236.

*Lindebladluis 332-334, 338, 344-346.

*Lindebladluis Zie: *Bladluis.

Linnenbleker 174, 262.

Londen 24, 29, 48, 76, 156, 160, 182, 218, 246, 252, 268, 284-286, 294, 322.

Long, mens 76-86, 92-94.

Long, schaap 86-92.

Longpijp. Zie: *Bronchiën.

Lucht. Zie: Adem.

Luchtbellen, in water 142-144.

Luchtbellen, in *oplossing zilver 192-196.

*Luchtpomp 144, 194.

Luik 20, 234.

Luis 334.

Luis Zie ook: *Bladluis.

*Lumbricus terrestris 256.

M.

Maag, haan 42.

Maag, mens 76.

Maan 244.

Maankijker 12.

Maas 160, 176, 182.

*Macrosiphum rosae 332.

*Macrosiphum rosae Zie: *Bladluis.

*Magneet 190.

Mannelijk zaad. Zie: *Sperma, *Spermatozoën.

Mannelijke cochenille 334-336, 346.

Mannelijke garnaal 240, 336.

Mannelijke paling 336.

Mannelijke sexe 240.

Mannelijke spin 44, 48-52.

Marmer 302-310.

Marmer *zoutkristallen 304-308.

Marmer Zie ook: *Zandkorrels.

*Mastax, *raderdiertje 62.

*Meer, Elisabeth van der 368.

*Melicerta ringens 166.

*Melicerta ringens Zie: *Raderdiertjes.

*Melige pruimluis 332, 346.

*Melige pruimluis Zie: *Bladluis.

*Mens, bloedsomloop 76, 153-155.

*Mens, bloedvat 153, 155.

*Mens, darm 76.

*Mens, hart 76.

*Mens, long 76-86, 92-94.

*Mens, maag 76.

*Mens, mond 152-155.

*Mens, tand 152-156.

*Mens, tandpijn 152-155.

*Mens, tandvlees 152-155.

*Mermes subnigrescens 256.

Metaal 274, 300, 312.

Metius, Adriaan 122, 368.

*Microörganismen, in regenwater 56-72, 136-144.

*Microörganismen, in *tandplak 153-154.

*Micropyle, zaad *sinaasappel 230, 238.

*Microscoop. Zie: Vergrootglas.

Mineraal 156, 300, 312-314.

Minuut 153.

Mirre 152.

Moerbei 102, 108, 328.

*Moffet, Thomas 102, 368.

*Monas vulgaris 138.

Mond, mens 152-155.

Mond, *zijderups 112.

*Monddelen, cochenille 332, 340-342.

*Morus alba 102.

*Morus alba Zie: Moerbei.

[p. 377]

*Morus nigra 102.

*Morus nigra Zie: Moerbei.

Mot, *schub 124.

Mot, *vleugel 124.

Muscul. Zie: *Spier.

*Muskaatnoot, zaad 220.

Mijn 314.

Mijn Peru 248, 366.

Mijt, jeuk 24.

*Myroxylon balsamum 84.

*Myzus cerasi 332.

*Myzus cerasi Zie: *Bladluis.

N.

*Naaldwijk 368.

Natuur 72.

*Nematode 256.

Nieuwekerkstoren, Delft 124.

*Noordelijke Nederlanden 108.

*Nymfe, cochenille 328-330, 334.

O.

Okkernoot. Zie: Walnoot.

Olifant, tand 156.

Ons (gewicht) 66.

Oog, *zijderups 108-110.

Oog, *zijdevlinder 120-124.

Oog, Zie ook: Hoornvlies.

Oogzenuw, *zijdevlinder 124.

Oostindisch schip 270.

Oostindische Compagnie 136, 270.

*Oplossing, goud 192, 198-210.

*Oplossing, koper 196.

*Oplossing, zilver 192-196, 200-202.

*Opuntia ficus-indica 326, 348.

*Opuntia ficus-indica Zie ook: *Cactus.

Orangie appel. Zie: *Sinaasappel.

*Ovariolen, cochenille 342-344.

*Ovarium, cochenille 338, 342-344.

*Ovarium, hoen 44.

*Oxford 370.

P.

*Paard, tand 152.

*Paling 38.

*Paling ader 6.

*Paling bloed 4-8, 146.

*Paling bloedsomloop 4-8, 146.

*Paling bloedvaten 4-8, 146.

*Paling *erythrocyten 6-8, 146.

*Paling mannelijke 240, 336.

*Paring, cochenille 346.

*Paring, hoen 36, 44.

*Paring, spin 48-50.

*Parthenogenese, *bladluis 240, 334, 344-346.

Pauw (familie) 136, 146, 366.

*Pauw, Diederik 368.

*Pauw, Engelbrecht 368.

*Pauw, Franco 368.

*Pauw, Joan 368.

*Pauw, Maarten 368.

*Pedipalpen, spin 50.

Peperwater 58.

Peru 156, 248, 366.

Perubalsem 84.

Perzik, zaad 218-220, 224, 238.

*Philodina roseola 58, 62.

*Philodina roseola Zie ook: *Raderdiertjes.

Philosophical Transactions 4, 8, 156, 198, 248, 326-328, 336, 354, 368.

Pilaar 274, 294.

Pit. Zie: Zaad.

Plant 324.

Plant zaad 198, 238, 244.

Plant Zie ook: *Embryo.

*Poliepenluis. Zie: *Kerona, *Trichodina.

*Polyembryonie, *sinaasappel 218, 224, 232.

Pond (gewicht) 312, 324.

Poot, cochenille 328-330, 348-350, 354.

Poot, *zijderups 128-130.

Poot, *zijdevlinder 128-130.

*Pop, rups 66.

*Pop, *uitdroging 66.

*Pop, *zijderups 118, 124, 350.

Porselein 136-138.

*Portugal 370.

Potosi 156, 366.

*Protozoën 66, 70, 136-140, 146, 176.

Pruim, *bladluis 332, 346.

*Puntkroos. Zie: Kroos.

*Pyriet 312.

R.

*Raderdiertjes 58-72, 164-166, 172, 260, 264.

*Raderdiertjes hart 62.

*Raderdiertjes ingewanden 58, 62.

*Raderdiertjes *mastax 62.

*Raderdiertjes *raderorgaan 62-64, 166, 260.

*Raderdiertjes *trilharen 166.

*Raderdiertjes *uitdroging 60, 70.

*Raderdiertjes voedsel 58-62.

*Raderorgaan, *raderdiertje 62-64, 166, 260.

Ram. Zie: Schaap.

*Raphe, zaad *sinaasappel 220-222, 226.

Reede van Renswoude, Frederik Adriaan van 12, 20, 368.

Regengoot 262.

*Regensburg 370.

Regenwater 196, 236, 258-264, 286-288, 306-308, 340, 344.

Regenwater luchtbellen 142-144.

Regenwater *microörganismen 56-72, 136-144.

[p. 378]

Regenwater *zoutkristallen 288.

*Regenworm 256.

Renswoude 12.

Rode bloedlichaampjes. Zie: *Erythrocyten.

Rode steen. Zie: *Zandkorrels.

Roede (maat) 146, 262.

*Rog, *erythrocyten 146.

Rogge 244.

Roken, tabak 155.

*Rostrum, cochenille 332, 340-342.

*Rotifera. Zie: *Raderdiertjes.

Rotterdam 156, 160.

Royal Society 4, 8, 24-25, 29, 32, 36, 44, 48, 52, 76, 94, 136, 146, 152, 160, 178, 182, 198, 214, 218, 244, 252, 264, 268, 282, 286, 290, 294, 316, 322, 354, 368-370.

*Rozenbladluis 332.

*Rozenbladluis Zie: *Bladluis.

Rund, lever 254.

Rund, tand 156.

Rups 58, 66, 330-332, 336.

Rups *gedaanteverwisseling 66, 336.

Rups pop 66.

Rups Zie ook: *Zijderups.

*Rijswijk 366-370.

S.

Sal armoniac 200.

*Salida 312.

Salie 152.

*Salmiak 200.

*Salpeterzuur 192, 198, 272, 296.

*Salpeterzuur Zie: Sterk water.

Sandwich, graaf van 156, 368.

Schaap, bloedvaten 90-92.

Schaap, lever 88, 252-254.

Schaap, leverbot 252-254.

Schaap, long 86-92.

Schaap, *spermatozoën 38.

Schaap, verkoudheid 86-92.

Schaapherder 90.

Schaar, *zijderups 110-112.

Schelling 78.

*Schepping 270, 282, 300-302.

Scheurbuik 152.

Schie 176, 182.

Schild, cochenille 350-352.

Schild, kever 350.

*Schildluis. Zie: Cochenille.

Schoenlapper 124.

*Schol, bloedsomloop 146.

*Schub, mot 124.

*Schub, *zijdevlinder 124-128.

Schuurzand 230-240, 244, 258, 278.

Seconde 153, 196.

*Sericine, *zijderups 104-106, 114.

*Silicaat 296.

*Sinaasappel 218-240.

*Sinaasappel boom 220, 226, 232-236, 240, 244.

*Sinaasappel wortel 230-240.

*Sinaasappel *wortelhaar 236.

*Sinaasappel zaad 218-240.

*Sinaasappel *chalaza 220-222.

*Sinaasappel *cotyl 224-228.

*Sinaasappel *embryo 222-228, 232-240.

*Sinaasappel *integument 220, 226.

*Sinaasappel *kieming 230-240, 244.

*Sinaasappel *micropyle 230, 238.

*Sinaasappel *polyembryonie 218, 224, 232.

*Sinaasappel *raphe 220-222, 226.

*Sinaasappel vaten 220, 224, 228.

*Sinaasappel *zaadhuid 222-224, 238-240.

*Slagader. Zie: Arterie.

Slag(t)er. Zie: Vleesslachter.

Slak 254.

Sloane, Hans 4, 24-25, 29, 32, 36, 146, 248, 368.

Sloot, water 160, 176, 252.

*Snoek, bloedsomloop 146.

Somers, John 26, 29, 32, 36, 48, 368-370.

Southwell, Robert 198, 370.

Spanjaard 322, 326, 332, 336, 346-348.

*Spanje 366.

*Sperma, haan 36-44.

*Sperma, spin 50-52.

*Spermatozoën 32, 36-44, 50-52, 120, 130, 240-242.

*Spermatozoën haan 32, 36-44.

*Spermatozoën *levensduur 44.

*Spermatozoën schaap 38.

*Spermatozoën spin 50-52.

*Spermatozoën *zijdevlinder 120, 128.

*Spermatozoën *zoogdieren 240-242.

*Sphaerella lacustris 56.

*Sphaerella lacustris Zie ook: *Haematococcus.

*Spier, *zijderups 112.

Spin 4, 24, 44, 48-52, 178.

Spin *anus 52.

Spin excrementen 52.

Spin *paring 48-50.

Spin *pedipalpen 50.

Spin *sperma 50-52.

Spin *spermatozoën 50-52.

*Spinsel, *zijderups 102, 106, 118, 124, 132.

*Spinselklier, *zijderups 104, 112-116.

*Spinselmot 102, 124.

*Spintepel, *zijderups 104, 112.

*Spirodela polyrhiza 160-162.

*Spirodela polyrhiza Zie: Kroos.

*Spontane generatie 72

*Spontane generatie Zie ook: *Voortplanting.

*Spreeksnelheid 62.

*Sprinkhaan, bloed 6.

*Spijsvertering, mens 76.

Steen 312-316.

[p. 379]

Steen kristallen 312-316.

Steen zout 316.

Steen Zie ook: *Zandkorrels.

Stekel, *cactus 348.

Ster, invloeisels 244.

Sterk water 192-196, 200-202, 272, 296.

Sterkers, zaad 242.

Stier. Zie: Rund.

*Stikstofdioxide 192, 198.

Storm 138, 262, 270, 286-290, 294.

Streng, cochenille 330.

Streng, Zie ook: Vat.

Stro 136.

*Sumatra 312.

Suriname 220.

T.

Tabak, roken 155.

Tabak, *wortelhaar 236.

Tabaksas, zout 155.

Tand, mens 152-156.

Tand, olifant 152.

Tand, *paard 152.

Tand, rund 152.

Tand, *zijderups 110-112.

Tandestoker 152-153.

*Tandplak, mens 153-154.

Tandpijn, mens 152-155.

Tandvlees, mens 152-155.

Tarwe, *wortelhaar 236.

*Teelt, *zijderups 108.

Tekenaar 38-40, 62, 106-108, 112, 122, 126, 162-164, 170, 174, 188, 222, 228, 234-238, 274-278, 314, 340-344, 352.

Tempel 274.

*Tentakels, *Hydra 168-172.

Testikel, haan 42.

Thee, geneesmiddel 152, 156.

*Thévenot, Melchisedec 20, 370.

Tin 230.

*Tinaea granella 124.

*Trachee, *zijderups 118.

*Trachee, *zijdevlinder 128.

Tras 268.

*Trembley, Abraham 168-170, 370.

*Trichodina pediculus 170.

*Trilharen, *Cothurnia 166.

Tuba. Zie: *Buis.

Tuba Fallopiana 240.

Tuin 48-50.

U.

Uiltje. Zie: *Zijdevlinder.

*Uitdroging, pop 66.

*Uitdroging, *raderdiertjes 60, 70.

Uitwaseming, lichaam 24, 66.

*Ulrike Eleonora, koningin van Zweden 366.

Utrecht 294, 366.

V.

*Vaerlaer, Aleyda van 368.

Valckenier, Petrus 318, 370.

*Valk, Evert 370.

Varkenshaar (maat) 336.

Vat, cochenille 342.

Vat, zaad *sinaasappel 220, 224, 228.

Vat, Zie ook: Arterie, Bloedvat, Bronchie, Trachee.

*Veelwortelig kroos. Zie: Kroos.

Veer. Zie: *Schub.

*Veldspaat 280, 294-296.

*Verenigde Oostindische Compagnie 136, 270, 368.

Vergrootglas 4, 50, 56, 62-64, 70, 88, 102-108, 114-118, 122-126, 130, 142, 146, 164, 170, 174, 184-186, 196-198, 204-206, 210, 228, 234-236, 272, 278-282, 288, 294-298, 302, 306-314, 328, 340, 352.

Vergrootglas legaat 4, 24, 29.

Verkoudheid, schaap 86-92.

*Vernon, Francis 370.

Vernon, James 146, 370.

Verrekijker 12-14.

Vervelling, *zijderups 108, 128-130.

Vis 240-242.

Vis *erythrocyten 146.

Viskoper 146.

*Vitriool 154.

Vizier, waterpas 12, 16-18.

Vlas 106.

Vleeshal 86.

Vleesslachter 86, 90, 254-256.

Vleugel, cochenille 324-328, 346, 350-352.

Vleugel, mot 124.

Vleugel, *zijdevlinder 124-128.

Vlo 334.

Vlo *larve 102.

Voedsel, *bladluis 332.

Voedsel, *larve 350.

Voedsel, *raderdiertjes 58-62.

Voedsel, *zijderups 110.

Voedsel, *zijdevlinder 102, 132.

Voet (maat) 14-16, 56, 182, 256, 288.

Vogel, *erythrocyten 146.

Voorn 120.

Voorn bloedsomloop 146.

*Voortplanting, *bladluis 240, 334, 344-346.

*Voortplanting, cochenille 346.

*Voortplanting, *Hydra 170.

*Voortplanting, Zie ook: *Gedaanteverwisseling, *Spontane generatie.

*Vorticella sp. 162-164, 172.

Vrouwelijke cochenille 328, 334, 346.

[p. 380]

Vrouwelijke spin 48-52.

Vrucht, *cactus 328.

W.

Walnoot, zaad 238, 242.

*Was, cochenille 324, 348.

Water 244, 300.

Water Zie ook: Grachtwater, *Koningswater, Regenwater, Sloot, Sterk water, Zeewater.

*Watermijt 178.

Waterpas 12-20.

Waterpas vizier 12, 16-18.

Watervlo 140.

Weide 254. 258.

Werktuijg. Zie: *Raderorgaan, Waterpas.

West Indië 198.

Westminster 152.

Wiek. Zie: *Vleugel.

Wilg, hout 258.

*Willem III, koning van Engeland 76, 146, 366-370.

*Williamson, Joseph 370.

Wol 106.

Worm 256.

Worm Zie ook: *Larve, *Regenworm, *Zijderups.

Wortel, *sinaasappel 230-240.

*Wortelhaar, gras 236.

*Wortelhaar, linde 236.

*Wortelhaar, *sinaasappel 236.

*Wortelhaar, tabak 236.

*Wortelhaar, tarwe 236.

Y/IJ.

*Yponomeuta malinellus 124.

*Yponomeuta malinellus Zie ook: *Spinselmot.

*IJzeroxide 280, 294-296.

IJzervijlsel 190.

Z.

Zaad (mannelijk). Zie: *Sperma, *Spermatozoën.

Zaad, abrikoos 218-220.

Zaad, amandel 218-220, 224, 238.

Zaad, beuk 242.

Zaad, *citroen 218.

Zaad, esdoorn 242.

Zaad, haan 42.

Zaad, hazelnoot 218-220, 224, 238.

Zaad, kastanje 242.

Zaad, *muskaatnoot 220.

Zaad, perzik 218-220, 224, 238.

Zaad, plant 198, 218-220, 224, 238, 244, 352.

Zaad, *sinaasappel 218-240.

Zaad, *sinaasappel *chalaza 220-222.

Zaad, *sinaasappel *cotyl 224-228.

Zaad, *sinaasappel *embryo 222-228, 232-240.

Zaad, *sinaasappel *integument 220-222, 226.

Zaad, *sinaasappel *kieming 230-240, 244.

Zaad, *sinaasappel *micropyle 230, 238.

Zaad, *sinaasappel *polyembryonie 218, 224, 232.

Zaad, *sinaasappel *raphe 220-222, 226.

Zaad, *sinaasappel vaten 220, 224, 228.

Zaad, *sinaasappel *zaadhuid 222-224, 238-240.

Zaad, sterkers 242.

Zaad, walnoot 238, 242.

*Zaadhuid, zaad *sinaasappel 222-224, 238-240.

*Zaadlob. Zie: *Cotyl.

Zalm, *erythrocyten 146.

Zalm, *celkern 146.

Zand 258.

Zand Zie ook: Schuurzand.

Zand (maat) 40, 50, 58, 64, 116, 196, 212, 280.

Zand grof (maat) 38, 50, 56, 66-68, 120, 140, 192, 210, 226, 236, 258, 272.

Zand klein (maat) 206, 272.

*Zandkorrels, albast 310.

*Zandkorrels, marmer 302-308.

*Zandkorrels, rode steen 268-282, 294-300.

*Zandkorrels, *zandsteen 308-310.

*Zandsteen 294-296.

*Zandsteen *zandkorrels 308-310.

Zeewater 68, 288-290.

Zeewater *zoutkristallen 288-290.

Zeilsteen. Zie: *Magneet.

Zilver 4, 192-202, 272, 312.

Zilver *erts 198, 312.

Zilver luchtbellen 192-196.

Zilver *oplossing 192-196, 200-202.

*Zilverchloride 200.

*Zoetwaterpoliep. Zie: *Hydra.

Zon 244.

*Zoogdier, baarmoeder 240

*Zoogdier, *spermatozoën 240-242.

*Zoothamnium sp. 162-164, 172.

Zout, goud 198-210.

Zout, kalk 302.

Zout, *keukenzout 155, 288.

Zout, steen 316.

Zout, tabaksas 155.

Zoutdeelen. Zie: *Zoutkristallen.

*Zoutkristallen, marmer 304-308.

*Zoutkristallen, regenwater 288.

*Zoutkristallen, zeewater 288-290.

*Zoutzuur 198.

*Zürich 370.

*Zwarte kerseluis 332-334, 346.

*Zwarte kerseluis Zie: *Bladluis.

Zwavel 312.

*Zweden 366.

*Zijderups 102-120, 124, 128-132, 330, 336.

*Zijderups bloedvat 118.

[p. 381]

*Zijderups *cocon 106, 114, 132.

*Zijderups *fibrinogeen 104, 114.

*Zijderups *gedaanteverwisseling 108, 118, 124, 130, 336.

*Zijderups hoornvlies 108-110.

*Zijderups huid 108-112, 118, 128-130.

*Zijderups *kaak 110-112.

*Zijderups klauw 128-130.

*Zijderups *kop 108-112, 118-122.

*Zijderups mond 112.

*Zijderups oog 108-110.

*Zijderups poot 128-130.

*Zijderups pop 118, 124, 350.

*Zijderups schaar 110-112.

*Zijderups *sericine 104-106, 114.

*Zijderups *spier 112.

*Zijderups spinsel 102, 106, 118, 124, 132.

*Zijderups *spinselklier 104, 112-116.

*Zijderups *spintepel 104, 112.

*Zijderups tand 110-112.

*Zijderups *teelt 108.

*Zijderups *trachee 118.

*Zijderups vervelling 108, 128-130.

*Zijderups *voedsel 110.

*Zijderups zijdraad 102-108, 112-116, 126-132.

*Zijdevlinder 102, 118-132.

*Zijdevlinder *chitinebuis 128.

*Zijdevlinder darm 118.

*Zijdevlinder ei 102, 130-132.

*Zijdevlinder excrementen 120.

*Zijdevlinder *facet 122.

*Zijdevlinder hersenen 124.

*Zijdevlinder klauw 128-130.

*Zijdevlinder oog 120-124.

*Zijdevlinder oogzenuw 124.

*Zijdevlinder poot 128-130.

*Zijdevlinder *schub 124-128.

*Zijdevlinder *spermatozoën 120, 128.

*Zijdevlinder *trachee 128.

*Zijdevlinder vleugel 124-128.

*Zijdevlinder *voedsel 102, 132.

Zijdraad, *zijderups 102-108, 112-116, 126-132.