Alle de brieven. Deel 14: 1701-1704
(1996)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdBiografisch registerGa naar voetnoot1Barba, Alvaro Alonso (1569-ca. 1640).Barba werd geboren op 15 november 1569 in Lepe (provincie Huelva, Spanje). Nadat hij priester geworden was, werd hij door de kerk naar Peru gestuurd. Daar verrichtte hij mineralogische en metallurgische studies, in het bijzonder naar het behandelen van zilverertsen door amalgameren. Zijn oorspronkelijk in 1640 in Madrid verschenen Arte de los Metales... kende vele herdrukken en vertalingen. Het is het eerste belangrijke boek over metalen in de Spaanse taal en het enige zeventiende-eeuwse werk dat grotendeels op origineel onderzoek berustte. Barba overleed rond 1640, vermoedelijk in Potosi (toen Peru, thans Bolivia). Literatuur: Smith, ‘Barba’. | |
Centen, Siewert Jopsz (ca. 1669-1720).Centen werd omstreeks 1669 te Leeuwarden geboren als zoon van de bakker Job Zieuwertsz en Soetje Gosensdr. De doopsgezinde Centen vestigde zich later als winkelier in de Warmoesstraat te Amsterdam. Hij werd op 19 februari 1720 in de Noorderkerk aldaar begraven. | |
Heinsius, Anthonie (1641-1720).Zie Biografisch Register, Dl. 3, blz. 484. Literatuur: Veenendaal, Correspondentie. | |
Hessen-Kassel, Friedrich von (1676-1751).Zoon van landgraaf Karl (1654-1730) en Marie Amalie von Kurland (1653-1711). Na ingeschreven te zijn geweest aan de universiteit van Utrecht, werd hij in 1696 volontair bij de militaire campagnes van koning-stadhouder Willem III. In 1697 was hij in Den Haag in verband met de onderhandelingen die leidden tot de vrede van Rijswijk in datzelfde jaar. Na zijn in 1715 gesloten huwelijk met de Zweedse troonopvolgster Ulrike Eleonora (1688-1741) werd hij in 1720 na haar abdicatie tot koning van Zweden gekozen. In 1730 werd hij tevens landgraaf van Hessen-Kassel. Literatuur: Philippi, Landgraf Karl. | |
Hessen-Kassel, Karl von (1654-1730).Zoon van landgraaf Wilhelm VI von Hessen-Kassel (1629-1663) en Hedwig Sophie von Brandenburg (1623-1683). In 1670 volgde hij zijn jong overleden broer Wilhelm VII (1651-1670) op als landgraaf van Hessen-Kassel. Zijn inspanningen waren erop gericht de Hessische landen te verenigen en met grote militaire inzet de protestantse bondgenootschappen in Noordwest-Europa te ondersteunen. Grote belangstelling had hij voor kunsten en wetenschappen wat onder meer leidde tot verfraaiing van de hoofdstad Kassel, het stichten van het Collegium Carolinum in 1710 en de uitbreiding van de reeds aanwezige verzamelingen kunstvoorwerpen en wetenschappelijke instrumenten. Literatuur: Landgraf Karl; Von Mackensen, Sammlung; Philippi, Landgraf Karl. | |
Hessen-Philippstal, Philipp von (1655-1721).Philipp was de stichter van de zijlijn Hessen-Philippstal. Hij had een slechte verhouding met zijn broer Karl. In 1697 trok hij zich na een militaire carrière met zijn familie terug in de Republiek en voerde daar een eigen huishouden in het Hessenhof in Den Haag, wat Karl een schande voor zijn huis vond. Literatuur: Philippi, Landgraf Karl, blz. 578; Buijnsters, Van Effen, blz. 150-152. | |
Biographical registerGa naar voetnoot1Barba, Alvaro Alonso (1569-ca. 1640).Barba was born on 15 November 1569 in Lepe (province Huelva, Spain). After he had become a priest, the church sent him to Peru. There he made mineralogical and metallurgical studies, in particular of the way to treat silver ore by amalgamating. His Arte de los Metales..., first published in Madrid in 1640, went through many reprintings and translations. It is the first important book on metals in the Spanish language, and the only seventeenth-century work which was mainly founded on original investigations. Barba died around 1640, probably in Potosi (at that time in Peru, now in Bolivia). Literature: Smith, ‘Barba’. | |
Heinsius, Anthonie (1641-1720).See the Biographical Register, vol. 3, p. 485. Literature: Veenendaal, Correspondentie. | |
Hessen-Kassel, Friedrich von (1676-1751).Son of landgrave Karl (1654-1730) and Marie Amalie von Kurland (1653-1711). After having been enrolled as a student at the University of Utrecht, he became in 1696 a volunteer in the military campaigns of King-Stadtholder William III. In 1697 he was in The Hague in connection with the negotiations which resulted in the same year in the Peace of Rijswijk. After his marriage, entered into in 1715, with the Swedish heiress to the throne Ulrike Eleonora (1688-1741), he was elected king of Sweden following her abdication in 1720. In 1730 he also became landgrave of Hessen-Kassel. Literature: Philippi, Landgraf Karl. | |
Hessen-Kassel, Karl von (1654-1730).Son of landgrave Wilhelm VI von Hessen-Kassel (1629-1663) and Hedwig Sophie von Brandenburg (1623-1683). In 1670 he succeeded his brother Wilhelm VII, who died young, (1651-1670) as landgrave of Hessen-Kassel. He exerted himself to unite the Hessian lands and to support the Protestant alliances in N.W. Europe with considerable military efforts. He had great interest in the arts and sciences, which gave rise, among other things, to the embellishment of the capital Kassel, the foundation of the Collegium Carolinum in 1710, and the enlargement of the collections, already present, of works of art and scientific instruments. Literature: Landgraf Karl; Von Mackensen, Sammlung; Philippi, Landgraf Karl. | |
Hessen-Phlippstal, Philipp von (1655-1721).Philipp was the founder of the collateral line Hessen-Philippstal. His relations with his brother Karl were bad. In 1697, after a military career, he retired with his family to the Republic, and there he took up his own residence in the Hessenhof in The Hague; Karl considered this to be a disgrace for his House. Literature: Philippi, Landgraf Karl, p. 578; Buijnsters, Van Effen, pp. 150-152. | |
Pauw.Van de uitgebreide familie Pauw komen drie leden in aanmerking om door L. als bekende te worden aangemerkt. 1. Joan Pauw (1645-1708). Zoon van Diederik Pauw (1618-1688) en Aleyda van Vaerlaer. Hij was een gunsteling van Willem III. In 1689 werd hij heer van Rijnenburg en Patijnenburg onder Naaldwijk, in 1694 ook van Ter Horst, dat hij in 1700 liet veilen. In 1691 werd hij hoogheemraad van Delfland. Literatuur: NNBW, Dl. 9, kol. 766. 2. Franco Pauw (1661-1724). Zoon van Maarten Pauw (1616-1680), advocaat voor den Hove van Holland, bewindhebber van de Verenigde Oostindische Compagnie, veertigraad, schepen en burgemeester van Delft, en Elisabeth van der Meer (1626-1678). Franco Pauw werd in 1720 heer van Langerak. Hij was evenals zijn vader advocaat voor den Hove van Holland, later ook secretaris van de Rekenkamer van Holland en hoogheemraad van Delfland. Literatuur: NP. 3. Maarten Pauw (1678-1721). Zoon van Engelbrecht Pauw (1656-1687), een broer van de hierboven genoemde Franco, advocaat voor den Hove van Holland en secretaris van de Rekenkamer van Holland, en Josina van der Goes (1656-1715). Maarten Pauw was advocaat voor den Hove van Holland en voor de Hoge Raad, veertigraad, schepen, hoofdofficier en havenmeester van Delft en baljuw van Rijswijk. Literatuur: NP; Bouricius, ‘Kwartierstaten’. | |
Sandwich (Edward Montagu), eerste graaf (1625-1672).Montagu werd door Lord-Protector Cromwell tot admiraal en generaal ter zee benoemd. Hij vocht onder meer in de zeeslagen met de vloot van de Republiek. Zijn wetenschappelijke activiteiten beperkten zich tot een bijdrage aan de Philosophical Transactions en de vertaling van het boek van Barba. In 1661 werd hij lid van de Royal Society. Literatuur: DNB, Dl. 13, blz. 679-684. | |
Somers, John (1651-1716).John Somers (ook Sommers) was de eerste baron Somers of Eversham. Hij was ‘Lord Chancellor’ van Engeland van 1697-1700. Van 1698-1703 was hij President van de Royal Society, alhoewel hij nauwelijks actief was. Literatuur: DNB, Dl. 18, blz. 629-637; Hunter, Royal Society, blz. 248-249. | |
Pauw.Three members of the large family Pauw are likely candidates for to be mentioned by L. as acquaintances. 1. Joan Pauw (1645-1708). Son of Diederik Pauw (1618-1688) and Aleyda van Vaerlaer. He was a favourite of William III. In 1689 he became lord of Rijnenburg and Patijnenburg in the immediate vicinity of Naaldwijk, in 1694 also of Ter Horst, which he put up for auction in 1700. In 1691 he became dyke-reeve of Delfland. Literature: NNBW, vol. 9, col. 766. 2. Franco Pauw (1661-1724). Son of Maarten Pauw (1616-1680), barrister at the Court of Holland, director of the United East Indian Company, member of the Council of Forty (municipal council), alderman and burgomaster of Delft, and Elisabeth van der Meer (1626-1678). In 1720 Franco Pauw became lord of Langerak. Like his father he was barrister at the Court of Holland, afterwards also secretary of the Office of the Auditor General of Holland and dyke-reeve of Delfland. Literature: NP. 3. Maarten Pauw (1678-1721). Son of Engelbrecht Pauw (1656-1687), brother of the above-mentioned Franco, barrister at the Court of Holland and secretary of the the Office of Auditor General of Holland, and Josina van der Goes (1656-1715). Maarten Pauw was barrister at the Court of Holland and at the Supreme Court, member of the Council of Forty (municipal council), alderman, field officer, and harbour master of Delft and bailiff of Rijswijk. Literature: NP; Bouricius, ‘Kwartierstaten’. | |
Sandwich (Edward Montagu), first earl of (1625-1672).Montagu was appointed by Lord-Protector Cromwell as admiral and general at sea. He fought in the naval battles with the fleet of the Dutch Republic. His scientific activities were confined to a contribution to the Philosophical Transactions and the translation of Barba's book. In 1661 he was elected as fellow of the Royal Society. Literature: DNB, vol. 13, pp. 679-684. | |
Somers, John (1651-1716).John Somers (also Sommers) was the first baronet Somers of Eversham. He was Lord Chancellor of England from 1697 to 1700. From 1698 to 1703 he was President of the Royal Society, although he displayed hardly any activity. Literature: DNB, vol. 18, pp. 629-637; Hunter, Royal Society, pp. 248-249. | |
Southwell, Robert (1635-1702).De in 1665 geridderde Southwell behoorde tot de lerse landadel. In 1664 werd hij ambtelijk secretaris van de Privy Council; voorts was hij belast met enkele gezantschappen: in 1665 naar Portugal, in 1671 naar Brussel en in 1680 naar Brandenburg. Later hield hij zich bezig met de verdedigingswerken in Ierland tegen de aanvallen van de Nederlanders onder leiding van Willem III. Niettemin benoemde de laatste hem in 1689 tot belangrijkste staatssecretaris voor het koninkrijk Ierland, welke functie hij tot 1702 bekleedde. Op voordracht van Boyle werd hij in 1662 lid van de Royal Society waarvan hij later president werd (1690-1695). Hij was een zeer actief lid en hield ook wetenschappelijke voordrachten onder andere over chemische experimenten met fosfor. Literatuur: Boas Hall, Experimental Learning, blz. 68, 81; DNB, Dl. 18, blz. 707-711; Hunter, Royal Society, blz. 180. | |
*Thévenot, Melchisedec (1620-1692).Zie Biografisch Register, Dl. 4, blz. 350. Literatuur: Lindeboom, Letters, blz. 8-10. | |
*Trembley, Abraham (1710-1784).De in Genève geboren en gestorven Trembley ontving zijn opleiding aan de academie in zijn geboorteplaats. In 1732 werd hij huisleraar in Holland, onder andere bij graaf Bentinck. In diens huis te 's-Gravenhage deed hij zijn onderzoeken aan Hydra. Deze bezorgden hem in 1743 het lidmaatschap van de Royal Society. In 1757 keerde hij terug naar Genève waar hij zich voornamelijk met opvoedkundige en moraalfilosofische vraagstukken bezighield. Literatuur: Baker, ‘Trembley’; Lenhoff & Lenhoff, Hydra. | |
Valckenier, Petrus (1641-1712).Valckenier werd geboren te Emmerik, studeerde rechten in Leiden en vestigde zich later als advocaat in Amsterdam. Daarna begon hij een diplomatieke carrière waarin hij de Republiek op drie buitenlandse standplaatsen zou vertegenwoordigen. Allereerst als resident in Frankfort aan de Main (1676-1683), daarna als commissaris bij de Rijksdag in Regensburg (1683-1690; vanaf 1687 als extraordinaris envoyé), en tenslotte als extraordinaris envoyé bij de Zwitserse kantons met als standplaats Zürich (1690-1704). Hij was sterk oranjegezind en publiceerde over politieke vraagstukken. Literatuur: NNBW, Dl. 5, kol. 988-989; Schutte, Repertorium, blz. 152-153, 466. | |
Vernon, James (1646-1727).Geboren als zoon van de diplomaat en reiziger Francis Vernon (?1637-1677), die in 1672 lid van de Royal Society was geworden. Na studies in Oxford en Cambridge begon Vernon een politieke loopbaan. Hij was onder meer parlementslid en behoorde bij de Whigs. In 1671 en 1672 werd hij door Joseph Williamson aangesteld om in Holland inlichtingen te vergaren. Onder Willem III was hij staatssecretaris en werkte hij met John Somers samen bij de voorbereidingen van de Vrede van Rijswijk in 1697. In 1701 en 1702 was hij extraordinaris envoyé bij het Deense hof in Kopenhagen waar hij tot 1706 bleef wonen. Literatuur: DNB, Dl. 20, blz. 277-278. | |
Southwell, Robert (1635-1702).Southwell, knighted in 1665, belonged to the Irish landed gentry. In 1664 he became official secretary of the Privy Council; moreover, he was entrusted with several delegations: in 1665 to Portugal, in 1671 to Brussels, and in 1680 to Brandenburg. Afterwards he occupied himself with the defences in Ireland against the attacks of the Dutch under the command of William III. Even so, the latter appointed him in 1689 as the most important State Secretary for the kingdom of Ireland, which office he held up to 1702. On the recommendation of Boyle he became a member of the Royal Society in 1662; afterwards he became its president (1690-1695). He was a very active member and gave scientific lectures as well on, among other subjects, chemical experiments with phosphorus. Literature: Boas Hall, Experimental Learning, pp. 68, 81; DNB, vol. 18, pp. 707-711; Hunter, Royal Society, p. 180. | |
*Thévenot, Melchisedec (1620-1692).See the Biographical Register, vol. 4, p. 351. Literature: Lindeboom, Letters, pp. 8-10. | |
*Trembley, Abraham (1710-1784).Trembley, who was born and died in Geneva, was educated at the Academy in his birthplace. In 1732 he became a tutor in Holland, among other places, in the household of count Bentinck, In the house of the latter he made his investigations into Hydra. In 1743 these obtained for him the membership of the Royal Society. In 1757 he returned to Geneva, where he devoted himself mainly to issues in the fields of pedagogy and moral philosophy. Literature: Baker, ‘Trembley’; Lenhoff & Lenhoff, Hydra. | |
Valckenier, Petrus (1641-1712).Valckenier was born in Emmerich, studied law in Leiden, and afterwards set up as a barrister in Amsterdam. Subsequently he started on a diplomatic career, during which he was to represent the Republic on three posts abroad. To begin with as a resident in Frankfurt on Main (1676-1683), then as commissioner to the Imperial Diet in Regensburg (1683-1690; from 1687 onwards as an envoy extraordinary), and finally as envoy extraordinary to the Swiss cantons with his residence in Zürich (1690-1704). He was a convinced Orangeist and published writings on political issues. Literature: NNBW, vol. 5, col. 988-989; Schutte, Repertorium, pp. 152-153, 466. | |
Vernon, James (1646-1727).Born the son of the diplomat and traveller Francis Vernon (?1637-1677), who had become a member of the Royal Society in 1672. After his studies in Oxford and Cambridge Vernon began a political career. He was, among other things, a Member of Parliament, and belonged to the Whig party. In 1671 and 1672 he was appointed by Joseph Williamson to collect information in Holland. Under William III he was a state secretary and cooperated with John Somers at the preliminaries of the Peace of Rijswijk in 1697. In 1701 and 1702 he was an envoy extraordinary at the Danish Court in Copenhagen, where he continued to live up to 1706. Literature: DNB, vol. 20, pp. 277-278. | |
|