Alle de brieven. Deel 1: 1673-1676
(1939)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendBiographisch RegisterGa naar voetnoot1.Abbot, Thomas (?-1679).Abbot, die uit Engeland afkomstig is, schijnt al vroeg naar Delft gekomen te zijn, waar hij, tegen een salaris van ƒ 40.- per jaar, in 1665, de eerste voorzanger van de Engelsche kerk werd. Ook ziekenverzorging nam hij op zich. Het gezin verkeerde in behoeftige omstandigheden en Abbot's ontwikkeling schijnt niet op hoogen trap te hebben gestaan. [B-s.] Bronnen: Gemeente-archief Delft, Doop- en trouwboek Engelsche Kerk; Archief Gasthuis te Delft, Collecteboeken Engelsche Kerk. | |
*Archimedes (287-212 v. Chr.).Na zijn studietijd in Alexandrië, keerde Archimedes naar zijn geboortestad Syracuse terug, in dienst tredend van koning Hiëron. Hij is o.a. bekend als uitvinder van de waterschroef, belegerings- en andere machines en in de eerste plaats door de ontdekking van den opwaartschen druk, welke in vloeistof gedompelde voorwerpen ondergaan. Bij de inneming van Syracuse door de Romeinen vond hij den dood. | |
*Bartholinus, Thomas (1616-1680).Bartholinus werd geboren te Kopenhagen. Hij bereisde als jonge man gedurende tien jaren de voornaamste Europeesche landen, o.a. ook Nederland. In 1647 werd hij professor in de wiskunde aan de Universiteit te Kopenhagen, en in het volgend jaar hoogleeraar in de ontleedkunde aldaar. Op zijn naam staan de ontdekkingen van den ductus thoracicus en van het lymphevatenstelsel (stelsel der ‘watervaten’). Zijn bekendste werk is de Anatomia, uitgegeven in 1641 en vertaald in vrijwel alle Europeesche talen en in het Chineesch. Vele jaren werd dit geschrift algemeen gebruikt als anatomisch hand- en leerboek. Literatuur: V. Maar, Thomas Bartholinus 1616-1680. Janus 21, 1916. | |
*Berengario da Carpi, Jacopo (1470-1530).Deze chirurg, geboortig uit Carpi bij Modena, was hoogleeraar in de ontleedkunde te Bologna, en is bekend als schrijver van een commentaar op de Anatomia van Mundino en van een kort leerboek der ontleedkunde. Hoewel hij veel zelfstandige anatomische waarnemingen op lijken heeft gedaan, stond hij te zeer onder invloed der Galenische anatomie, om niet dan bij uitzondering, eigen onderzoek tegenover de autoriteit van Galenus te durven stellen. Literatuur: J.L. Pagel Einführung in die Geschichte der Medizin. Berlin, 1915. | |
Beverwijck, Johan van (1594-1647).Van Beverwijck oefende de practijk uit als geneesheer in zijn geboorteplaats Dordrecht, na gestudeerd te hebben in Leiden, Caën, Parijs, Montpellier en Padua, in welke laatste stad hij promoveerde. Hij was de eerste in Nederland, die Harvey's leer van den bloedsomloop verdedigde. Bekend werd hij | |
Biographical registerGa naar voetnoot1.Abbot, Thomas (?-1679).It would seem that Abbot, a native of England, at an early age came to Delft, where, in 1665, he was the first precentor of the English church, at an annual salary of 40 florins. He also undertook sick-nursing. Abbot and his family seem to have lived in needy circumstances. Evidently he was a man of low culture. (Municipal archives of Delft: registers of baptisms and marriages in the English Church at Delft; Archives of the Delft Hospital: Charity-books of the English Church.) [B-s.] | |
*Archimedes (287-212 b.C.).After his studies at Alexandria, Archimedes returned to his native town, Syracuse, where he entered the service of King Hieron. He is well-known as the inventor of the Archimedean screw and of various engines, such as appliances for besieging. He is most famous, however, as the discoverer of the vertical pressure of immersed objects. Archimedes was killed when the Romans took Syracuse. | |
*Bartholinus, Thomas (1616-1680).Bartholinus was born at Copenhagen. He travelled in his youth for ten years in the principal countries of Europe, the Netherlands i.a. He was made a professor of mathematics in the University of Copenhagen in 1647, and the next year professor of anatomy. He is the discoverer of the ductus thoracicus and of the lymphatic system (system of ‘water-vessels’). His best-known book is the Anatomia, published in 1641 and translated into most of the European languages and into Chinese. For many years it was in general use as a manual of anatomy. (V. Maar, Thomas Bartholinus, 1616-1680. Janus 21, 1916). | |
*Berengario da Carpi, Jacopo (1470-1530).This surgeon, a native of Carpi near Modena, was a professor of anatomy at Bologna, and is known as the writer of a commentary on Mundino's Anatomia and of a concise manual of anatomy. Though he did a good deal of anatomical research on corpses he was too much influenced by Galenic anatomy to advance his own investigations in opposition to Galen's authority, except on rare occasions. (J.L. Pagel, Einführung in die Geschichte der Medizin. Berlin, 1915.) | |
o.a. door zijn werken: Schat der gezondheit (1638), Schat der ongezondheit ofte geneeskonst van de ziekten (1641), en Vande uijtnementheijt des vrouwelicken geslachts (1639). In dit laatste geschrift toont hij zich een overtuigd ovulist. | |
Beijeren, Adriaen van (1651-1683).Adriaen van Beijeren behoorde tot een welgestelde Delftsche familie. Zijn vader Abraham Adriaensz. van Beijeren, was zijdelakenkoopman en winkelier in stoffen en komt voor als bewoner van een huis aan de Hippolytusbuurt, ten noorden van ‘het Vergulde Hooft’. Het is niet onmogelijk, dat de vestiging van L.'s manufacturen- en stoffenzaak op dezelfde gracht, verband hield met het stopzetten van de nering van Abraham van Beijeren, toen deze in 1651 overleed. Vermoedelijk heeft L. Abraham van Beijeren wel eens diensten bewezen, door in zijn kwaliteit van kamerbewaarder, invloed uit te oefenen op aankoopen ten behoeve van het stadhuis. In de thesauriersrekeningen komen eenige malen terugbetalingen aan L. voor, van voorschotten voor dergelijke aankoopen. Het is dus geen wonder, dat de destijds 23-jarige Adriaen gaarne aan L. een vriendelijkheid bewees. [B-s.] Bronnen: Gemeente-archief Delft, Doop-, trouw- en begraafboeken, Thesauriersrekeningen, Weeskamer en Protocol der huizen. | |
*Blasius, Geerard (? - 1682).Blasius, die in Holstein geboren werd, was de oudste zoon van den architect van den Deenschen koning. Hij studeerde eerst te Kopenhagen en daarna te Leiden, waar hij ongeveer in 1647 promoveerde tot doctor in de medicijnen. Na een tienjarige practijk in Vlaanderen, vestigde hij zich plm. 1658 te Amsterdam, waar hij particuliere lessen in de ontleedkunde gaf. Spoedig volgde zijn benoeming tot btg. hoogleeraar in de geneeskunde aan het Athenaeum; in 1666 werd hij gewoon hoogleeraar. Als resultaat van de onderzoekingen van een groep doktoren waartoe ook Swammerdam behoorde, verscheen in 1667 van zijn hand: Observationes anatomicae selectiores collegii privati Amstelodamensis. Andere werken zijn: Medicina generalis, nova accurataque methodo fundamenta exhibens (1661), Observata anatomica (1674), Anatomia animalium (1681) en een nieuwe uitgave van J. Willis' Opera Omnia. Bekend is Blasius' strijd met Nicolaas Steno over de prioriteit van de ontdekking van den ductus Stenonianus, den uitvoergang van de glandula parotis. Literatuur: J. Banga Geschiedenis van de geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland. I. Leeuwarden, 1868. | |
Boogaert, Adriaen Nicolaesz., Heer van Belois (1634-1708).Boogaert behoorde tot een patricisch Delftsch geslacht. Na in Leiden in de rechten gestudeerd te hebben, werd hij in 1656 door Burgemeesteren voorgedragen als Bewindhebber der O.I. Compagnie, en als zoodanig benoemd. Later werd hij veertigraad van de stad, maar in 1672 moest hij aftreden in verband met den politieken toestand van het land. In 1680 trad hij weer op en werd daarna 7 maal telkens voor 2 jaar tot burgemeester van Delft benoemd. De naam Belois kreeg Boogaert door de heerlijkheid Belois op Schouwen, welke hij vanaf 1670 bezat. Het huis ‘Het Wapen van Savoy’ te Delft, waar Boogaert zijn geheele leven woonde, bestaat nog en is thans in gebruik bij het Burgerlijk Armbestuur. Uit notarieele beschikkingen blijkt | |
circulation of the blood. He won himself a reputation by such books as: Schat der gezondheit (1638), Schat der ongezondheit ofte geneeskonst van de ziekten (1641) and Vande uijtnementheijt des vrouwelicken geslachts (1639). In the last-mentioned book he proves to be a convinced ovulist. | |
Beijeren, Adriaen van (1651-1683).Adriaen van Beijeren was a member of a well-to-do Delft family. His father Abraham Adriaensz. van Beijeren, was a mercer and had a shop where he sold textile fabrics. He is mentioned as the occupant of a house at the ‘Hippolytusbuurt’, to the North of ‘het vergulde Hooft’. It is quite possible that L.'s setting up in business as a draper was a result of Abraham van Beijerens shop being closed after his death in 1651. It is quite probable that L. in his capacity of chamberlain rendered van Beijeren a service now and then in his dealings with the authorities at the Townhall. Occasionally we come across restitutions of money, advanced for such dealings, in the Town Treasurer's account. No wonder that Adriaen, then twenty-three, was eager to do L. a kind turn. (Municipal archives of Delft.) [B-s.] | |
*Blasius, Geerard (?-1682).Blasius, born in Holstein, was the eldest son of the Royal Architect of Denmark. He first studied at Copenhagen and afterwards at Leiden, where he took his degree of doctor of medicine circa 1647. After practising for ten years in Flanders, he came to Amsterdam circa 1658, where he gave private lessons in anatomy. He was soon made an extraordinary professor of medicine in the Athenaeum, obtaining an ordinary professorship in 1666. As the result of the investigations of a group of physicians, Swammerdam being one of them, there appeared in 1667 Observationes anatomicae selectiores collegii privati Amstelodamensis, written by Blasius. He also published Medicina generalis, nova accurataque methodo fundamenta exhibens (1661), Observata anatomica (1674), Anatomia animalium (1681) and a new edition of J. Willis' Opera omnia. He is noted for his quarrel with Nicholas Steno about the priority of the discovery of the ductus Stenonianus, the duct of the parotic gland. (J. Banga, Geschiedenis van de geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland. Vol. I. Leeuwarden, 1868.) | |
Boogaert, Adriaen Nicolaesz., Seigneur de Belois (1634-1708).Boogaert was a member of a patrician family of Delft. After studying law at Leiden he was proposed by the Burgomasters as Director of the East India Company, and appointed as such in 1656. Afterwards he became a member of the town-council, but had to resign in 1672 owing to political circumstances. He resumed functions in 1680 and was a Burgomaster seven times, each time for two years. The additional name of Belois he took from the seigniory of that name in the Isle of Schouwen, acquired by him in 1670. ‘Het wapen van Savoye’, the house at Delft, where Boogaert spent his whole life, is still in existence and is occupied by the Public Assistance Committee. From notarial acts it is evident that the Boogaerts were a wealthy family. It seems that L.'s | |
de rijkdom der familie. Het is niet onwaarschijnlijk, dat Leeuwenhoeck met deze kringen meer een wetenschappelijken dan een persoonlijken omgang had, wat aan standsverschil te wijten was, een verschil dat zich echter, naar mate hij in leeftijd en aanzien steeg, meer en meer oploste. [B-s.] Bronnen: Gemeente-archief Delft, Weeskamer en Notariëel archief ten Rijksarchieve. Literatuur: Nieuw Biographisch Woordenboek I. | |
Boyle, Robert (1627-1691).Ier van geboorte, kreeg Boyle, als zoon van den Earl of Cork, een uiterst zorgvuldige opvoeding. Hij maakte in zijn jeugd reizen naar Italië en Frankrijk. Hij deed, evenals Torricelli, Mariotte en Pascal proeven met lucht en ontdekte daarbij de later naar hem genoemde wet. Hij behoorde tot de stichters der Royal Society. Zijn belangrijkste geschriften zijn: New Experiments physico-mechanicall touching Spring of the Air (1660) en The Sceptical Chymist (1661). | |
*Cat, Claude Nicolas le (1700-1768).Le Cat, geboren te Blérancourt in Picardië, was hoogleeraar te Rouen. In zijn Dissertation sur l'existence du fluide des nerfs (1753), verlucht met fantastische afbeeldingen, verdedigde hij het bestaan van een zenuwfluidum. In zijn Traité des sens (1755) verklaarde hij de dura mater identiek met de sclera, de pia met de chorioidea en de hersensubstantie met de retina. Literatuur: K. Sprengel Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. IV. Halle, 1801. | |
Conincxbrugh, Justus van (1650 -?).Van het leven van Justus van Conincxbrugh is weinig meer bekend, dan dat hij, als zoon van den secretaris dier gemeente, Cornelis Doessen van Conincxbrugh, en van Machteld Joostendr van Lodensteijn, te Zoetermeer geboren werd en daar in 1677 huwde. Mogelijk leerde Leeuwenhoeck de familie Conincxbrugh kennen in den tijd dat hij, als jonge man, werkte op de secretarie van het nabij gelegen Benthuizen. Ook was de aan Leeuwenhoeck bekende familie van Beijeren door huwelijk verbonden met het geslacht van Lodensteijn. [B-s.] Bronnen: Gemeente-archief Delft, Doop- en trouwboeken; Zoetermeer, Doop- en trouwboeken. Literatuur: Nederlandsche Leeuw 1890. | |
*Descartes, René (1596-1650).Descartes werd geboren te Lahaye in het graafschap Touraine. Hij werd opgevoed door de Jezuïeten. Van 1613 tot 1623 reisde hij door Europa, korten tijd verbonden aan het leger van prins Maurits en later aan dat van Tilly. In 1629 vestigde hij zich in Nederland, waar hij tot 1649 bleef. Toen trok hij, op verzoek van koningin Christina van Zweden, naar Stockholm, waar hij echter het volgend jaar reeds overleed. Tijdens zijn verblijf in Nederland schreef hij zijn beroemde Discours de la méthode pour bien conduire sa raison et chercher la vérité dans les sciences (1637) en de Principia philosophiae (1644). Zijn geschriften, waarin de fundamenteele vraagstukken der geneeskunde worden besproken, oefenden grooten invloed uit op de medische wetenschap van zijn tijd. Zijn zuiver mechanistische denkbeelden op het gebied der physiologie droegen veel bij tot de ontwikkeling van het | |
relations with this family were scientific rather than personal, owing to class distinction. This difference in social position tended to disappear as L. became older and more famous. (Municipal archives of Delft; Orphan's Court and Notaries' archives in the Public Record Office at the Hague. - Nieuw Biographisch Woordenboek, Vol. I.) [B-s.] | |
Boyle, Robert (1627-1691).Boyle, an Irishman by birth and a son of the Earl of Cork, was educated with the greatest care. When a young man he travelled in Italy and France. Like Torricelli, Mariotte and Pascal he made experiments with air and discovered the law called after him. He was one of the founders of the Royal Society. His most important writings are: New experiments physicomechanicall touching Spring of the Air (1660) and The Sceptical Chymist (1661). | |
*Cat, Claude Nicolas le (1700-1768).Le Cat, born at Blérancourt in Picardy, was a professor at Rouen. In his Dissertation sur l'existence du fluide des nerfs (1753) he defends the existence of a nervous fluid. His treatise is illustrated with fantastic figures. In his Traité des sens (1755) he declared the dura mater to be identical with the sclerotic, the pia with the choroid, and the cerebral matter with the retina. (K. Sprengel, Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. Vol. IV. Halle, 1801.) | |
Conincxbrugh, Justus van (1650-?).We know little more about Justus van Conincxbrugh than that he was the son of the vestry-clerk of Zoetermeer, his native village, where he was married in 1677. The names of his parents were Cornelis Doessen van Conincxbrugh and Machteld Joostendr. (i.e. daughter of Joost) van Lodensteijn. Perhaps Leeuwenhoeck became acquainted with the Conincxbrughs in his youth when he was at Benthuizen near Zoetermeer, doing work in the vestry-clerk's office. The van Beijerens with whom Leeuwenhoeck was acquainted were related by marriage to the van Lodensteijns. (Registers of baptisms and marriages in the Delft municipal archives; Registers of baptisms and marriages at Zoetermeer. - Nederlandsche Leeuw, 1890.) [B-s.] | |
*Descartes, René (1596-1650).Descartes was born at Lahaye in the county of Touraine. He was educated by the Jesuits. He travelled in Europe from 1613-1623, serving for some time in Prince Maurice's army, and later in Tilly's. In 1629 he settled in Holland, where he remained till 1649. At the request of Queen Christina of Sweden he went to Stockholm, where he died in 1650. During his residence in Holland he wrote his celebrated Discours de la méthode pour bien conduire sa raison et chercher la vérité dans les sciences (1637), and Principia philosophiae (1644). His writings, in which fundamental medical questions are discussed. have exercised great influence on the medical science of his day. His purely mechanistic views in questions of physiology largely contributed to the | |
experimenteel physisch-chemisch onderzoek. Hij was ook één der eerste aanhangers van Harvey's leer van den bloedsomloop. | |
*Divini, Eustachius (1620-1695).Te Rome gevestigd en aldaar een zeer bekend slijper van lenzen en vervaardiger van microscopen en kijkers, verbeterde Divini ook den Hollandschen kijker. In plaats van het negatieve oculair gebruikte hij een positief, daarbij in het brandvlak een draadnet aanbrengend, waardoor hij het nateekenen vergemakkelijkte. Hij was één der eerste constructeurs van samengestelde microscopen. | |
*Galenus, Claudius (129-plm. 195).Deze geneesheer, die geboren werd te Pergamon, was na Hippocrates wel de beroemdste der Oudheid en tot in den nieuwen tijd bleef hij één der voornaamste autoriteiten. Dit gezag dankte hij hoofdzakelijk aan zijn humoraalpathologisch systeem, dat den medicus een bruikbare en aannemelijke verklaring kon geven van de physiologische en pathologische verschijnselen van het menschelijk organisme. Zijn De usu partium corporis humani en De humoribus vooral hadden grooten invloed tot op Leeuwenhoeck's tijd. | |
Goedaerdt, Jan (1617-1668).Goedaerdt, ook wel Goedhart of Goedartius geheeten, was een bekend Middelburgsch schilder, die zich vooral toelegde op het maken van zeer nauwkeurige aquarellen van vogels en insecten. Ook als scheikundige en natuuronderzoeker had hij eenigen naam. De resultaten van zijn entomologisch onderzoek legde hij neer in zijn Metamorphosis naturalis ofte historische beschrijvinghe van den oirspronck, aerd, eijgenschappen ende vreemde veranderinghen der wormen, enz., met ongeveer 130 door hem zelf vervaardigde teekeningen verlucht (1662-1667). Goedaerdt toonde zich in dit werk, dat uit drie deelen bestaat, één der eerste zelfstandige onderzoekers der natuur, o.a. doordat hij zelf insecten opkweekte. | |
Graaf, Regnier de (1641-1673).Deze medicus, die geboren werd in Schoonhoven, studeerde in Leuven onder Plempius, in Utrecht onder Diemerbroek en in Leiden onder van Horne en de le Boë Sylvius, waarna hij in 1665 te Angers promoveerde. Twee jaar later vestigde hij zich te Delft. Hij was de eerste, die wees op de belangrijke functie van het pancreas, maar zijn roem dankt hij aan zijn nauwkeurige anatomische onderzoekingen der vrouwelijke geslachtsorganen, die hij publiceerde in De mulierum organis generationi inservientibus tractatus novus (1672). Hij ontdekte o.a. de naar hem genoemde follikels. Met Oldenburg, den secretaris der Royal Society te Londen, correspondeerde hij geregeld en hij vestigde diens aandacht op zijn stadgenoot Leeuwenhoeck, wat het begin werd van Leeuwenhoeck's briefwisseling met dit college, een briefwisseling, welke ten slotte leidde tot diens benoeming als lid. | |
's Gravesande, Cornelis (1631-1691).Delftenaar van geboorte, heeft 's Gravesande, na in Leiden te hebben gestudeerd en na gepromoveerd te zijn in Angers, vanaf 1661 zijn vaderstad als ‘stadsanatomicus’ gediend. Ook was hij deken van het ‘collegium pharmaceuticum’ en in 1672 behoorde hij bij den door stadhouder Willem III nieuw- | |
development of experimental physico-chemical research. He was also one of the first adherents of Harvey's doctrine of the circulation of the blood. | |
*Divini, Eustachius (1620-1695).Divini was a well-known lens-grinder and maker of microscopes and telescopes at Rome. He improved the Dutch telescope by using a positive instead of a negative ocular and facilitated drawing figures by applying cross-wires in the focus of the eye-piece. He was one of the first to construct compound microscopes. | |
*Galenus, Claudius (129-circa 195).This physician, born at Pergamon, was after Hippocrates the most famous surgeon of antiquity. He was one of the greatest authorities, mainly owing to his humoral-pathological system, which gave the physician an acceptable and serviceable explanation of the physiological and pathological phenomena in the human organism. It was especially his De usu partium corporis humani and De humoribus that influenced Leeuwenhoeck's contemporaries. | |
Goedaerdt, Jan (1617-1668).Goedaerdt, also called Goedhart or Goedartius, was a well-known painter at Middelburg. He specialised in precise watercolours of birds and insects. He also made a name as chemist and naturalist. He published the results of his entomological research in Metamorphosis naturalis ofte historische beschrijvinghe van den oirspronck, aerd, eygenschappen ende vreemde veranderinghen der wormen, with circa 130 illustrations by the author (1662-1667). Goedaerdt in this book of three volumes proves to be one of the first independent students of nature, for one thing by breeding insects. | |
Graaf, Regnier de (1641-1673).This physician was born at Schoonhoven, studied at Louvain under Plempius, at Utrecht under Diemerbroek, at Leiden under van Horne and de le Boe Sylvius and took his doctor's degree at Angers in 1665. Two years later he set up as a practitioner at Delft. He was the first to point to the important function of the pancreas, but he owes his fame to his accurate anatomical investigations of the female sexual organs, published in De mulierum organis generationi inservientibus tractatus novus (1672). Among other things he discovered the follicles named after him. He regularly corresponded with Oldenburg, the Secretary of the Royal Society. He drew Oldenburg's attention to his fellow-citizen Leeuwenhoeck. This was the beginning of Leeuwenhoeck's correspondence with the Royal Society of which he ultimately became a member. | |
's Gravesande, Cornelis (1631-1691).'s Gravesande was born at Delft, studied medicine at Leiden, took his doctor's degree at Angers, and became municipal anatomist in his native town in 1661. He was president of the ‘collegium pharmaceuticum’, a member of the ‘council of forty’ instituted by William III in 1672, alderman, and | |
benoemden veertigraad, terwijl hij later schepen en weesmeester werd. Verscheiden jaren heeft hij aan de Hippolytusbuurt gewoond, wellicht in het huis op den hoek van de Nieuwstraat, naast dat van Leeuwenhoeck, toebehoorend aan een neef, François Cornelisz 's Gravesande. Leeuwenhoeck moet aan den omgang met den krachtigen en scherpzinnigen 's Gravesande - wiens portret o.a. met dat van Leeuwenhoeck voorkomt op een ‘Anatomische les’, geschilderd door Cornelis de Man (1681) - veel gehad hebben. [B-s.] Bronnen: Gemeente-archief Delft, Doop-, trouw- en begraafboeken, Memorialen van Burgemeesteren, Hs. van der Lely, de Veertigraden, Hs. Register van Doctoren. | |
*Harris, John (1677? - 1719).Harris, in zijn tijd bekend als schrijver van wetenschappelijke werken, geestelijke en topograaf, studeerde in Cambridge theologie en werd daarna geestelijke van den Lord Chancelor Sir William Cowper. Behalve met zaken op kerkelijk gebied, hield hij zich ook bezig met natuurwetenschappen. In 1696 werd hij lid van de Royal Society en in 1699 kreeg hij den graad van B.D. te Cambridge, nadat hij reeds eerder M.A. te Oxford was geworden. Hij hield eenigen tijd voordrachten over wiskundige onderwerpen en schreef de eerste Engelsche Dictionary of Arts and Sciences (1704). Literatuur: Biographisches Lexicon hervorragender Aerzte. III. Berlin-Wien, 1931. | |
*Havers, Clopton (plm. 1650-plm. 1710).Havers, die lid was van de Royal Society te Londen, is vooral bekend door zijn onderzoekingen over de structuur van het beenweefsel, waarbij hij ook de naar hem genoemde fijne kanaaltjes ontdekte. Literatuur: Biographisches Lexicon hervorragender Aerzte. III. Berlin-Wien, 1931. | |
*Herophilus (eind 4de eeuw v. Chr. -?).Deze geleerde, die geboren werd te Chalcedon in Bithynië, werkte ten tijde van Ptolemaeus I in Alexandrië aan het beroemde Museum aldaar. Hij beoefende hoofdzakelijk de ontleedkunde en leverde belangrijke bijdragen tot de kennis der zenuwen, die hij duidelijk onderscheidde in sensitieve en motorische, iets wat voordien niet gedaan werd. Literatuur: M. Neuburger Geschichte der Medizin. Stuttgart, 1906. | |
*Hippocrates (plm. 460 v. Chr. - 377 v. Chr.).Hippocrates, wiens stamboom van vaderszijde tot Asklepios zou opklimmen, werd geboren op Kos, en is bekend als de ‘vader der geneeskunde’. Zijn naam is verbonden aan het Corpus Hippocraticum, een verzameling geschriften, in den tijd der Ptolemaei bijeengebracht. Slechts een zeer klein deel daarvan kan met eenig recht aan Hippocrates zelf worden toegeschreven. De Hippocratische geneeskunde dankt haar gezag en onvergankelijkheid aan de grondbeginselen waarop zij berust, n.l. de onbevangen nuchtere waarneming en de klinische ervaring. | |
guardian of the town's orphans. He lived for many years at the ‘Hippolytusbuurt’, probably in a house at the corner of the ‘Nieuwstraat’, next-door to Leeuwenhoeck and the property of a relation, François Cornelisz 's Gravesande. No doubt Leeuwenhoeck derived much benefit from the society of this energetic, sagacious man. 's Gravesande's portrait, together with that of Leeuwenhoeck, can be seen on an anatomical lesson painted by Cornelis de Man (1681). (Municipal archives of Delft.) [B-s.] | |
*Harris, John (1677?-1719).In his day Harris made a name as the author of scientific books, as topographer and as theologian. He studied theology at Cambridge and became chaplain to the Lord Chancellor Sir William Cowper. He took an interest in religious matters and in natural science and was made a member of the Royal Society in 1696. He was an Oxford M.A. when he took his degree of B.D. at Cambridge in 1699. For some time he lectured on mathematics and was the author of the first English Dictionary of arts and sciences (1704). (Biographisches Lexikon hervorragender Aerzte, III. Berlin, etc., 1931.) | |
*Herophilus (close of the 4th century b.C. -?).This scientist was born at Chalcedon in Bithynia, and pursued medical studies in the famous Museum of Alexandria in the days of Ptolemy I. He especially studied anatomy and greatly promoted a knowledge of the nerves, being the first to distinguish between sensory and motory nerves. (M. Neuburger, Geschichte der Medizin. Stuttgart, 1906.) | |
*Hippocrates (ca. 460 b.C. - 377 b.C.).Hippocrates - popularly believed to be a descendant of Asklepios - was born in the isle of Cos and is famous as ‘the father of medicine’. His name is connected with the Corpus Hippocraticum, a collection of writings made in the days of the Ptolemaei. Only a small part of it has any claim to be ascribed to Hippocrates. Hippocratic medicine owes its imperishable authority to its foundations: objective, unprejudiced observation and clinical experience. | |
*Hoogvliet, Arnold (1687-1763).Deze Vlaardingsche koopman-dichter, die als tafelhouder van de Bank van Leening een ruim bestaan vond, werd vooral bekend door zijn Bijbelsch heldendicht Abraham de Aartsvader (1729). Hij interesseerde zich echter ook voor natuurkundige onderzoekingen; o.a. zijn gedicht ‘Op de Brieven van den zeer geleerden Heere Antoni van Leeuwenhoek, uitgegeven in het 86. jaar zijns ouderdoms’, dat vóór in de Send-brieven werd opgenomen, getuigt hiervan. Literatuur: J. te Winkel Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. II3. Haarlem, 1924. | |
Hooke, Robert (1635 - 1703).Hooke was afkomstig uit Freshwater op het eiland Wight. Hij studeerde te Oxford, waar hij in 1663 den graad M.A. verwierf. In hetzelfde jaar werd hij gekozen tot lid van de Royal Society, van welk college hij van 1677-1682 secretaris was. In 1665 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de geometrie aan het Gresham College. Hooke was vooral een scherpzinnig en vindingrijk experimentator en uitvinder, echter zonder voldoende mathematische ontwikkeling. Hij werkte op velerlei gebied, voornamelijk op dat der mechanica en natuurkunde, maar ook op dat der anatomie, morphologie, palaeontologie, chemie, astronomie, techniek en architectuur. In de geschiedenis der natuurkunde leeft zijn naam voort in de ‘Wet van Hooke’ betreffende de elastische uitrekking van vaste lichamen. Hij was de eerste, die het smeltpunt van ijs als nulpunt voor thermometers invoerde; ook de (nog gebruikte) katrolbarometer staat op zijn naam. | |
*Houttuyn, Martinus (1720 -?).Houttuyn, wiens geboorteplaats onbekend is, studeerde in Leiden medicijnen, waarna hij de geneeskunde uitoefende in Hoorn. Hij vertaalde Linnaeus' Systema naturae en voorzag dit werk van talrijke uitbreidingen. Van zijn vele publicaties op natuur-historisch gebied, is het meest bekend: Natuurlijke historie of uitvoerige beschrijving der dieren, planten en mineralen, volgens het samenstel van den heer Linnaeus (1761). Literatuur: Biographisch Woordenboek der Nederlanden. VIII2. | |
Huijgens, Christiaan (1629-1695).Als zoon van den dichter Constantijn Huijgens werd Christiaan te Den Haag geboren, waar hij een voor dien tijd moderne opvoeding ontving. In 1645 werd hij te Leiden ingeschreven als student in de rechten, maar in 1646 vertrok hij naar de Illustre school te Breda, waar hij zich vooral op de wiskunde toelegde. Verscheiden wiskundige werken verschenen van zijn hand. Met door hem zelf geslepen lenzen ontdekte hij in 1655 een satelliet van Saturnus, waarna hij publiceerde Christiani Hugenii De Saturni Luna Observatio nova en Systema Saturnium. Uit 1656 dateert zijn uitvinding van het slingeruurwerk. Reeds spoedig na de oprichting van de Royal Society werd hij tot lid benoemd. In 1666 vertrok hij op verzoek van Colbert, naar Parijs, waar hij één der stichters werd van de Académie Royale des Sciences. In 1681 in Holland teruggekeerd, verdiepte hij zich vooral in de studie van optische verschijnselen. De vrucht was zijn Traité de la lumière (1690), waarin ook zijn beroemd geworden golftheorie van het licht staat. | |
*Hoogvliet, Arnold (1687-1763).This merchant-poet, who was amply paid as manager of the municipal pawnbroking establishment at Vlaardingen, made himself a name by his biblical epic Abraham de Aartsvader (1729). However, he also took an interest in scientific research. This is proved by a poem ‘Op de Brieven van den zeer geleerden Heere Antoni van Leeuwenhoek, uitgegeven in het 86. jaar zijns ouderdoms’ (On the letters of the very learned Mr. Antoni van Leeuwenhoek, published when he was 86 years of age), printed in front of the Sendbrieven. (J. te Winkel, Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. II, 3. Haarlem, 1924.) | |
Hooke, Robert (1635-1703).Hooke was born at Freshwater in the Isle of Wight. He went to Oxford where he took his M.A. degree in 1663. He was elected a member of the Royal Society in the same year, and acted as its secretary from 1677-1682. In 1665 he was appointed as professor of geometry at Gresham College. Hooke was above all an acute and inventive experimentor and inventor, but his knowledge of mathematics was insufficient. He did work in various fields, principally mechanics and physics, but also anatomy, morphology, palaeontology, chemistry, astronomy, technics and architecture. His name is remembered in the history of physics by Hooke's law about the elastic extension of solid bodies. He was the first to introduce zero, the melting-point of ice, for thermometers. Also the wheel-barometer (still in use!) stands to his name. | |
*Houttuyn, Martinus (1720-?).It is not known where Houttuyn was born. He studied medicine at Leiden and practised at Hoorn. He translated Linnaeus' Systema naturae adding a number of details. Best-known among his numerous publications in the field of natural history is his Natuurlijke historie of uitvoerige beschrijving der dieren, planten en mineralen, volgens het samenstel van den heer Linnaeus (1761). (Biographisch Woordenboek der Nederlanden, Vol. VIII, 2.) | |
Huygens, Christiaan (1629-1695).Christian, a son of Constantine, the poet, was born at the Hague, where he received a liberal and advanced education. He matriculated at Leiden in 1645 and studied law, but went to Breda in 1646 where he applied himself especially to mathematics at the Athenaeum Illustre. He published several mathematical writings. In 1655 he discovered a satellite of Saturn by means of lenses ground by himself, a discovery described in Christiani Hugenii De Saturni luna observatio nova and Systema Saturnium. In 1656 he invented the pendulum-clock. He was made a member of the Royal Society soon after its foundation. At the request of Colbert he went to Paris in 1666, where he came to be one of the founders of the Académie Royale des Sciences. On his return in Holland in 1681 he became engrossed in the study of optical phenomena, which resulted in his Traité de la lumière (1690), containing his famous theory of the undulatory motion of light. | |
Huijgens Sr., Constantijn (1596-1687).De vader van Constantijn Huijgens, die secretaris was van prins Willem de Zwijger, gaf zijn zoon, welke geboren werd te den Haag, een zeer alzijdige opvoeding. Reeds jong toonde Constantijn buitengewonen aanleg voor talen, wiskunde en muziek. Na in Leiden gestudeerd te hebben in de rechtswetenschappen en verschillende gezantschapsreizen te hebben gemaakt, o.a. naar Italië en Engeland, werd hij in 1626 secretaris van den stadhouder, in welke functie hij achtereenvolgens drie vorsten diende. Huijgens, die behalve op literair (in de Korenbloemen (1658) verzamelde hij het grootste deel van zijn gedichten) ook op muzikaal gebied zeer verdienstelijk werk heeft nagelaten, was een uiterst veelzijdig man. Behalve voor bouw- en schilderkunst interesseerde hij zich voor wis- en natuurkunde en hij leefde geheel mee met de werkzaamheden van zijn zoon Christiaan. Dezen hield hij geregeld op de hoogte van Leeuwenhoecks onderzoekingen, waarin hij eerder vertrouwen had dan zijn destijds in Frankrijk verblijvende zoon. In 1673 schreef Huijgens, die met vrijwel alle geleerden en kunstenaars van zijn tijd in briefwisseling stond, en o.a. met Descartes een hartelijke vriendschapsbetrekking onderhield, een aanbevelingsbrief voor Leeuwenhoeck aan Hooke. Literatuur: G. Kalff Studiën over Nederlandsche dichters der zeventiende eeuw II. Haarlem, 1901. J. te Winkel Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. II1. Haarlem, 1923. | |
Leeuwen, Claes Jansz. van (?-1671).Van van Leeuwen, die gehuwd was met Leeuwenhoeck's zuster Catharina, zijn plaats noch datum van geboorte bekend. Reeds in 1663 wordt hij vermeld als vendumeester te Rotterdam. Uit het testament, dat het echtpaar in 1671 liet opmaken, blijkt, dat hij een welgesteld man was. Kort voor zijn dood kocht hij het oude Gemeenlandshuis van Schieland, op den hoek van de Zeeriddersteeg en de Hoogstraat, waar hij zijn kantoor vestigde en ook zijn gezin onderbracht. Behalve in Rotterdam had hij in Zierikzee zakelijke belangen. [B-s.] Bronnen: Gemeente-archief Delft, Doop-, trouw- en begraafboeken; Gemeentearchief Rotterdam, Doopboeken Ned. Herv. Kerk; Notariëele protocollen Jac. Delphius, no. 369, fo. 184; Philips Basteels, no. 921, fo. 333; id. no. 929, fo. 219; id. no. 933, fo. 717 en 719; id. no. 935, fo. 3; Resoluties burgemeester 1664, fo. 42, vlg. 1657, fo. 136 vlg.; Giftenboek 1669, no. 41; Schepenarchief 520; id. 1671, no. 43-522; id. 1681, no. 46-525; id. 1736, no. 77-557. Literatuur: Petra Beydals, Twee testamenten van Leeuwenhoeck. (Ned. Tschr. v. Geneeskunde. 77. 1933). G. van Reyn Geschiedkundige beschrijving der stad Rotterdam. 1832. I. blz. 181 en II. blz. 17 over het Gemeenlandshuis in de Hoogstraat. | |
Leeuwenhoeck, Catharina Philipsdochter (1637-1708).Catharina werd den 24sten Mei 1637 te Delft gedoopt. Zij huwde met Claes Jansz van Leeuwen. De familie woonde te Rotterdam in een huis, dat vroeger als Gemeenlandshuis van Schieland dienst had gedaan. Uit de doopacten blijkt, dat er in ieder geval tien van de elf uit dit huwelijk geboren kinderen, te Rotterdam gedoopt zijn. Tevens getuigen zij van een zeer nauwe relatie met de familie in Delft. Na den dood van haar man in 1671, bleef Catharina wonen in het oude Gemeenlandshuis, van waaruit zij op 5 Juni 1708 begraven werd. [B-s.] Bronnen: Zie Leeuwen, Claes Jansz van. | |
Huygens Sr., Constantine (1596-1687).Huygens, born at the Hague, was the son of William the Taciturn's secretary. Liberally educated, he early displayed an exceptional aptitude for languages and mathematics and a turn for music. He studied law at Leiden and travelled in various countries, i.a. England and Italy, as attaché. In 1626 he was appointed secretary to the Stadtholder, a function in which he served three princes. Huygens was a many-sided man. His literary qualities are proved by the Korenbloemen (1658) in which he collected the greater part of his poems, and his turn for music is evident from meritorious compositions. He took an interest as well in architecture and painting as in mathematics and physics, and sympathetically watched his son Christian's occupations. He regularly kept him informed of Leeuwenhoeck's discoveries, in which he put earlier trust than Christian did, who was staying in France at the time. Huygens, who corresponded with most of the scholars, scientists and artists of his day, and entertained friendly relations with Descartes, in 1673 wrote a letter introducing Leeuwenhoeck to Hooke. (G. Kalff, Studiën over Nederlandsche dichters der 17e eeuw. Vol. II. Haarlem, 1901. - J. te Winkel, Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. II, 1. Haarlem, 1923.) | |
Leeuwen, Claes Jansz. van (?-1671).We do not know when or where van Leeuwen, who married Leeuwenhoeck's sister Catharine, was born. He is mentioned as early as 1663 as auctioneer at Rotterdam. From a will which van Leeuwen and his wife made in 1671 it appears that he was a well-to-do man. A short time before his death he bought the old ‘Gemeenlandshuis van Schieland’ at the corner of the ‘Zeeriddersteeg’ and ‘Hoogstraat’, where he lived with his family and had his office. He also had business relations with Zierikzee. (Municipal archives of Delft; Municipal archives of Rotterdam. - P. Beydals, Twee testamenten van Leeuwenhoeck. Ned. Tijdschr. voor Geneesk. 77, No. 9. 1933. - G. van Reyn, Geschiedkundige beschrijving der stad Rotterdam. 1832. Vol. I, p. 181; Vol. II, p. 17.) [B-s.] | |
Leeuwenhoeck, Catharina Philipsdochter (1637-1708).Catharine was baptized at Delft on the 24th of May 1637. She was married to Claes Jansz van Leeuwen. They lived in the former ‘Gemeenlandshuis’ of Schieland. It appears from the baptismal registers that ten of their eleven children were baptized at Rotterdam. It also appears from these registers that they entertained close relations with the Delft family. Catharine continued to live in the ‘Gemeenlandshuis’ after her husband's death in 1671. She was buried on the 5th of June, 1708. (For sources, etc. see Leeuwen, Claes Jansz. van.) [B-s.] | |
*Leske, Nathanael Gottfried (1751/1752?-1786).Leske, die afkomstig was uit Muskau in de Nieder-Lausitz, studeerde te Leipzig en werd in 1775 hoogleeraar in de natuurlijke historie, in 1778 in de alchemie aldaar. Door zijn uitgave van Abhandlungen zur Naturgeschichte, Physik und Oekonomie, aus den Philosophischen Transaktionen und Samlungen von dem ersten Bande angefangen (1779-1780) bewees hij den Duitschen medici groote diensten. Literatuur: Biographisches Lexicon hervorragender Aerzte. III. Berlin-Wien, 1931. | |
*Linnaeus, Carl (1707-1778).Linnaeus, die geboren werd te Råshult in Småland, ontving zijn opleiding in Växiö, Lund en Upsala. In 1735 promoveerde hij in Nederland te Harderwijk tot doctor in de medicijnen. Zijn voornaamste werken Systema naturae, Critica botanica, Hortus Cliffortianus en Musa Cliffortiana florens Hartecampi prope Harlemum werden in Nederland uitgegeven. In 1737 verscheen Genera plantarum, een geschrift, dat den grondslag vormt van de moderne plantensystematiek. In 1741 werd Linnaeus hoogleeraar te Upsala, eerst in de geneeskunde, later in de plantkunde. | |
Lister, Martin (1638-1711).Lister, die te Cambridge studeerde (hij was geboren te Radcliffe in Buckinghamshire) vestigde zich in 1670 als arts in York, na een wetenschappelijke reis naar Frankrijk, In 1683 promoveerde hij te Oxford en het volgend jaar werd hij lid van de Royal Society. In 1690 benoemde koningin Anna hem tot haar lijfarts. Behalve verscheiden medische werken, waarvan vooral de Exercitationes medicinales seu de morbis quibusdam chronicis (1694) te noemen valt, leverde hij belangrijke bijdragen op het gebied der conchologie en entomologie. Literatuur: Biographisches Lexicon hervorragender Aerzte. III. Berlin-Wien, 1931. | |
*Maerlant, Jacob van (plm. 1235-plm. 1295).Jacob van Maerlant, geboren in de omstreken van Brugge, is de eerste Nederlandsche dichter van beteekenis. Na een verblijf in Maerlant op het eiland Voorne, werd hij schepen te Damme in Vlaanderen. Hier schreef hij zijn belangrijkste werken. Behalve lyrische gedichten verschenen ook geschiedkundige en populair-wetenschappelijke geschriften, van welke laatste Der naturen bloeme (plm. 1267), vrij vertaald uit het Latijn van Thomas Cantimpré, het voornaamste is. Dit boek bevat o.a. een populaire gezondheidsleer, gebouwd op het systeem der ‘humeuren’, en een Middeleeuwsche pharmacopoea. Ook in zijn Heimelijkheid der Heimelijkheden (1266?) gaf Maerlant uitvoerige leefregels in verband met de verschillende jaargetijden en toonde hij zich een volgeling van Galenus. Literatuur: J. te Winkel Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. II1 en 2. Haarlem, 1922. | |
*Leske, Nathanael Gottfried (1751/1752?-1786).Leske, a native of Muskau in Lower-Lusatia, studied at the University of Leipzic, where he was appointed professor of natural history in 1775 and of alchemy in 1778. He rendered an important service to the German physicians by the publication in 1779-1780 of Abhandlungen zur Naturgeschichte, Physik und Oekonomie, aus den Philosophischen Transaktionen und Samlungen von dem ersten Bande angefangen. (Biographisches Lexikon hervorragender Aerzte, III. Berlin, etc., 1931.) | |
*Linnaeus, Carl (1707-1778).Linnaeus, who was born at Råshult in Småland, was educated at Växiö, Lund and Upsala. He took the degree of M.D. at Harderwijk in Holland in 1735. His principal works Systema naturae, Critica botanica, Hortus Cliffortianus and Musa Cliffortiana florens Hartecampi prope Harlemum were published in Holland. In 1737 Genera plantarum appeared, which came to be the foundation of modern systematics. In 1741 Linnaeus was appointed professor of medicine, afterwards of botany, at Upsala. | |
Lister, Martin (1638-1711).Lister was born at Radcliffe in Buckinghamshire, and went to Cambridge. He set up as a physician in York in 1670 after travelling in France for scientific purposes. He took his doctor's degree at Oxford in 1683 and the next year became a member of the Royal Society. In 1690 Queen Anne made him her court-physician. He was the author of important contributions to conchology and entomology, but is best known as the writer of Exercitationes medicinales seu de morbis quibusdam chronicis (1694). (Biographisches Lexikon hervorragender Aerzte, III. Berlin, etc., 1931.) | |
*Maerlant, Jacob van (circa 1235-circa 1295).Jacob van Maerlant, who was born in the neighbourhood of Bruges, is the first Dutch poet of any importance. After a stay at Maerlant in the Isle of Voorne (Holland), he became alderman of Damme in Flanders where he wrote his most important works. Besides lyrical poetry he also composed historical, and popular scientific writings. Most important of the latter is Der naturen bloeme (c. 1267), a free rendering of Thomas Cantimpré's Latin text. This book contains i.a. a popular medical treatise, based on the doctrine of the humours, and a mediaeval pharmacopoeia. Also in his Heimelijkheid der Heimelijkheden (1266?) Maerlant gave a circumstantial regimen in connexion with the seasons, showing himself to be a disciple of Galen. (J. te Winkel, Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Vol. II, 1 and 2. Haarlem, 1922.) | |
zoekingen is hij bekend. Zijn naam komt herhaaldelijk voor in de anatomische nomenclatuur. Met zijn werken De formatione pulli in ovo (1666) en De ovo incubato legde hij de grondslagen van de embryologie. In 1665 beschreef hij de roode bloedlichaampjes reeds, maar hij zag ze toen voor vetbolletjes aan. Later herstelde hij die fout. In De pulmonibus (1661) gaf hij een juiste beschrijving van den anatomischen bouw der longen en hierbij noemde hij ook de capillairen als verbinding tusschen slagaderen en aderen, welke anastomose door Leeuwenhoeck eerst 28 Dec. 1683 werd medegedeeld. | |
*Mariotte, Edmé (1620-1684).Mariotte, afkomstig uit Bourgogne, werd voor den geestelijken stand opgeleid en bekleedde een aantal jaren het ambt van Prior van St. Martin-sous-Beaune. Kort na de stichting (1666) van de Académie des Sciences te Parijs werd hij benoemd tot lid van dit college, waarop hij zich in de hoofdstad vestigde. Hoewel niet behoorend tot de grootsten van zijn eeuw, heeft Mariotte de wetenschap met menige belangrijke vondst verrijkt. Hij ontdekte de blinde vlek in het oog, construeerde een vernuftig waterpasinstrument en een toestel om de wetten der botsing aan de proef te toetsen; hij vond dat de dichtheid der lucht in hoogere atmospheer afneemt; zijn naam leeft nog voort in de z.g. flesch van Mariotte. Ook op wijsgeerig en botanisch gebied bewoog hij zich. Zijn Oeuvres complètes verschenen te Leiden in 1717 en beleefden eenige herdrukken. | |
*Mort, Jacob le (1650-1718).Le Mort, geboren te Haarlem, studeerde sinds 1665 medicijnen en theologie. Hij legde zich na 1676 toe op de pharmacie en chemie en hield te Leiden een apotheek. In 1676 verkreeg hij den doctorsgraad te Utrecht. In 1694 werd hem de venia legendi aan de Leidsche Universiteit verleend en in 1702 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de materies medica, chemie en pharmacie aldaar. Hij overleed te Leiden in 1718. Van zijn hand verschenen een aantal geschriften, waaronder genoemd mogen worden: Compendium chemicum (1680), Christophori Love Morley Collectanea chymica Leydensia, id est Maetsiana, Margraviana, Lemortiana, etc. (1684); Chymia medico-physica rationibus et experimentis instructa (1664) (vertaald door Jac. Romain, Amsterdam, 1696); Pharmacia medico-physica ratione et experientia nobilitata (1684); Metallurgia contracta (1696); enz. In zijn Chymia vermeldt hij o.a. de bereiding van calomel: Hg2Cl2 (Mercurius dulcis; aquila alba) door verhitting van een mengsel van kwikzilver, keukenzout en kalk, in plaats van de oudere bereidingsmethode uit sublimaat. | |
*Munting, Abraham (1626-1683).Munting, die in Groningen geboren werd als zoon van den arts Hendrik Munting, volgde in 1658 zijn vader op als hoogleeraar in de kruid- en scheikunde in zijn geboorteplaats. Van zijn werken zijn bekend: Ware oeffening der planten (1672), 't Brittannisch kruid (1677) en de na zijn dood verschenen Naauwkeurige beschrijving der aardgewassen (1696). | |
and physiological investigations. We meet his name repeatedly in the nomenclature of anatomy. He laid the foundations of embryology by his De formatione pulli in ovo (1666) and De ovo incubato. He had already described the red blood-corpuscles in 1665, but mistook them for fat-globules. Afterwards he corrected this error. In De pulmonibus (1661) he gave a correct description of the anatomical structure of the lungs, mentioning at the same time the capillaries as the connexion between arteries and veins. This anastomosis was not communicated by Leeuwenhoeck till December 28th 1683. | |
*Mariotte, Edmé (1620-1684).Mariotte, a native of Burgundy, was intended for the church and was for some time Prior of St. Martin-sous-Beaune. Shortly after the foundation of the Académie des Sciences at Paris (1666), he was made a member and took up his abode in the capital. Though not one of the greatest scientists of his age, Mariotte enriched science with many an important discovery. He discovered the blind spot in the eye and constructed an ingenious level and an instrument for showing the laws of collision by experiment. He proved that the density of the air decreases in the higher atmosphere. His name still lives in the so-called bottle of Mariotte. He was also active as a philosopher and a botanist. His Oeuvres complètes were published at Leiden (1717) and were reprinted several times. | |
*Mort, Jacob le (1650-1718).Le Mort was born at Haarlem. He began to study medicine and theology in 1665. After 1676 he applied himself to pharmacy and chemistry, and had a chemist's shop at Leiden. In 1676 he took his doctor's degree at Utrecht. In 1694 he obtained the venia legendi in the University of Leiden. In 1702 he was made a professor there of medicine, chemistry and pharmacy. He died at Leiden in 1718. Of his numerous writings we mention: Compendium chemicum (1680); Christophori Love Morley Collectanea chymica Leydensia, id est Maetsiana, Margraviana, Lemortiana, etc. (1684); Chymia medico-physica rationibus et experimentis instructa (1664) (translated by Jac. Romain, Amsterdam, 1696); Pharmacia medico-physica ratione et experientia nobilitata (1684); Metallurgia contracta (1696); etc. In his Chymia he mentions i.a. a method of preparing calomel: Hg2Cl2 (Mercurius dulcis, aquila alba) by heating a mixture of mercury, kitchen-salt and lime, instead of the old method, according to which it was made from sublimate. | |
*Munting, Abraham (1626-1683).Munting, born at Groningen, was the son of the physician Hendrik Munting. He succeeded his father in 1658 as professor of botany and chemistry in the University of his native town. The best-known of his books are: Ware oeffening der planten (1672), 't Brittannisch kruid (1677) and the posthumous Naauwkeurige beschrijving der aardgewassen (1696). | |
opnieuw naar Engeland. Daar wijdde hij zich verder aan letteren en natuurwetenschappen. Na een verblijf aan de universiteit van Oxford, reisde hij eenigen tijd door Frankrijk en Duitschland. In Engeland teruggekeerd, werd hij benoemd tot secretaris van de pas opgerichte Royal Society. In deze functie correspondeerde hij met de meeste geleerden in het buitenland. Uit vrees wegens deze uitgebreide briefwisseling van spionage verdacht te worden, verzocht hij zijn correspondenten, de brieven nu en dan onder een anderen naam, o.a. Grubendol, aan hem te adresseeren. Niettegenstaande deze voorzorgen werd hij toch in de Tower gevangen gezet, doch na enkele maanden liet men hem weer vrij. Literatuur: Dictionary of national Biography. XLII. | |
*Pascal, Blaise (1623-1662).Pascal, die geboren werd te Clermont Ferrand in Auvergne, woonde al jong in Rouen, waar hij door zijn vader, die sterk onder invloed van de Jansenisten stond, wetenschappelijk werd gevormd. In 1647 publiceerde hij Nouvelles expériences sur le vide en het volgend jaar toonde hij, met behulp van een kwikthermometer aan, dat de druk in hoogere luchtlagen vermindert. In 1663 verscheen zijn reeds elf jaar te voren geschreven werk Philosophia naturalis, waardoor hij de grondlegger der hydrostatica werd. In dezen tijd reeds had Pascal, vooral onder invloed van Descartes, zich op het gebied der wijsbegeerte begeven (Discours sur les passions de l'amour). In 1654 volgde zijn bekeering en trok hij zich terug in Port-Royal, waar hij zijn Pensées en Lettres provinciales schreef, die hoofdzakelijk gewijd zijn aan metaphysische onderwerpen. | |
*Pecquet, Jean (plm. 1622-1674).Pecquet, die geboren was te Dieppe, werd hoogleeraar in de medicijnen in Montpellier. Hij is hoofdzakelijk bekend door zijn beschrijving van den loop der chylvaten en hun verbinding met den ductus thoracicus. Literatuur: K. Sprengel Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. IV. Halle, 1801. | |
*Plempius, Vopiscus Fortunatus (1601-1671).Amsterdammer van geboorte, studeerde Plempius philosophie te Leuven en later geneeskunde in Leiden, Padua en Bologna, in welke laatste stad hij promoveerde in 1624. Hij vestigde zich te Amsterdam, doch vertrok in 1633 naar Leuven, waar hij tot hoogleeraar in de geneeskunde was benoemd. In den eersten druk van zijn Fundamenta medicinae (1638) bestreed Plempius Harvey's leer van den bloedsomloop. In den tweeden druk echter bekende hij door nader onderzoek geheel bekeerd te zijn. Sindsdien beijverde hij zich tot zijn dood toe, Harvey's leer in de zuidelijke Nederlanden ingang te doen vinden. Literatuur: J. Banga Geschiedenis van de Geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland. Leeuwarden, 1868. | |
*Puteus. Franciscus (Francesco del Pozzo) (?-?).Puteus werd geboren te Vercelli en was een tijdgenoot van Vesalus. Ter gelegenheid van een sectie van dezen anatoom in Bologna in 1544, opponeerde hij ten gunste der Galenische anatomie. Deze rede is in 1562 te Venetië uitgegeven onder den titel Apologia in anatome pro Galeno contra Andream | |
literature and physics, and spent some time at the University of Oxford. After travelling in France and Germany he returned to England, where he was appointed secretary of the newly founded Royal Society. In this quality he carried on a correspondence with most of the continental scientists. Fearing that this extensive correspondence might lead to his being suspected of espionage, he invited his correspondents occasionally to direct letters to him under another name, for instance Grubendol. In spite of these precautions he was sent to the Tower, but released after a few months. (Dictionary of national biography. Vol. XLII.) | |
*Pascal, Blaise (1623-1662).Pascal was born at Clermont Ferrand in Auvergne, but went to Rouen at an early age. His father, who was strongly influenced by the Jansenists gave him a scientific education. In 1647 he published Nouvelles expériences sur le vide and in the next year he proved by means of a mercurial thermometer that the atmospheric pressure decreases in higher strata of air. In 1663 his Philosophia naturalis was published. This book which had been written eleven years before, made him the founder of hydrostatics. Under the influence of Descartes Pascal had already turned to philosophy (Discours sur les passions de l'amour). He was converted in 1654 and lived in retirement at Port-Royal where he wrote his Pensées and Lettres provinciales, mainly devoted to metaphysical subjects. | |
*Plempius, Vopiscus Fortunatus (1601-1671).Plempius was born at Amsterdam, studied philosophy at Louvain, and subsequently medicine at Leiden, Padua and Bologna, where he took his doctor's degree in 1624. He settled in Amsterdam but went in 1633 to Louvain, where he had been appointed professor of medicine. In the first edition of his Fundamenta medicinae (1638) Plempius contested Harvey's doctrine of the circulation of the blood, but in the second edition confessed that further research had fully converted him. From that time onward he actively promoted Harvey's doctrine in the Low-Countries. (J. Banga, Geschiedenis van de geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland. Leeuwarden, 1868.) | |
*Puteus, Franciscus (Francesco del Pozzo) (ca. 1540).Puteus, a contemporary of Vesalius, was born at Vercelli. When this anatomist made a section at Bologna in 1544, Puteus spoke in opposition in defense of the Galenic anatomy. This discourse was published at Venice in 1562 under the title of Apologia in anatome pro Galeno contra Andream | |
Vesalium Bruxellensem.Hierin pleitte hij ook voor Galenus' meening, dat de zenuwen hol zijn, op grond van het feit dat hij in de gezichtszenuw van het rund een holte kon aantoonen. Vesalius heeft later uitdrukkelijk ontkend, ondanks Puteus' verzekering, ooit de pori van Galenus gezien te hebben. Literatuur: K. Sprengel Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. III. Halle, 1801. M. Roth, Andreas Vesalius Bruxellensis. Berlin, 1892. | |
Redi, Francesco (1626-1697).Redi, afkomstig uit Arezzo, studeerde medicijnen en philosophie in Florence en Pisa, in welke laatste stad hij promoveerde. Al spoedig werd hij lijfarts van den groothertog van Toscane en hoogleeraar te Pisa. Hij verzette zich op grond van uitvoerige proefnemingen (waarbij hij organische stoffen zóó bewaarde, dat ze voor insecten ontoegankelijk waren) tegen de meening, als zouden lagere dieren uit rottingsproducten ontstaan. Zijn hoofdwerk Esperienze intorno alla generazione degli insetti (1668) was één der eerste boeken, waarin het leerstuk der generatio spontanea werd bestreden. | |
*Regius, Henricus (1598-1679).Utrechtenaar van geboorte, studeerde Regius, die eigenlijk Henrik de Roy heette, o.a. in Franeker in de medicijnen en na een rectorschap te Naarden, werd hij in 1638 hoogleeraar in de genees- en plantkunde te Utrecht. Aanvankelijk behoorde hij tot de aanhangers van Descartes, maar al gauw ging hij eigen wegen. Hij was één der eersten in Nederland, die Harvey's leer van den bloedsomloop verdedigde. Op geneeskundig gebied schreef hij vele werken, welke herhaaldelijk herdrukt werden en waarvan de voornaamste zijn: Fundamenta physices (1646), Fundamenta medicinae (1647) en Philosophia naturalis (1651). Hij verwierp de leer der aangeboren ideeën en beleed een primitief sensualisme, waardoor hij als natuurwetenschappelijk denker op hooger niveau stond dan Descartes. | |
*Santoro, Santorio (1561-1636).Santoro, die geboren werd te Capo d'Istria, werd na jarenlang verblijf in Polen, professor in Padua. Later vestigde hij zich in Venetië. Hij is bekend door zijn onderzoekingen over de stofwisseling, waarbij hij uitging van nauwkeurige wegingen en metingen, en die hij neerlegde in zijn Ars de statica medicina (1614). Hij trachtte de lichaamsverrichtingen, vooral die der spijsvertering en de assimilatie, mechanisch te verklaren. Het verschil tusschen het gewicht der in het lichaam opgenomen stoffen en de toeneming van het lichaamsgewicht verklaarde hij door de perspiratio insensibilis, d.i. de niet waarneembare verdamping door huid en longen. Aan deze functie schreef hij grooten invloed toe op den gezondheidstoestand. Als één der eersten, die de zintuiglijke waarnemingen door nauwkeurige registratie met instrumenten (weegschaal, thermometer, hygrometer) aanvulde, mag Santoro een voorganger van de moderne diagnostiek genoemd worden. Literatuur: F.H. Garrison An Introduction to the History of Medicine. Philadelphia-Londen, 1922. | |
Vesalium Bruxellensem.In it he also defended Galen's opinion that the nerves are hollow, on the strength of the fact that he could prove the presence of a cavity in the visual nerve of a cow. Afterwards Vesalius explicitly denied ever having seen Galen's pores, in spite of Puteus' asseveration. (K. Sprengel, Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. Vol. III. Halle, 1801. - M. Roth, Andreas Vesalius Bruxellensis. Berlin, 1892.) | |
Redi, Francesco (1626-1697).Redi, a native of Arezzo, studied medicine and philosophy at Florence and at Padua where he took his doctor's degree. Soon after he became court-physician to the Archduke of Toscana and professor of medicine in the University of Pisa. On the strength of extensive research he disputed the opinion that lower animals proceed from putrescent matter. During his experiments he kept organic matter inaccessible to insects. His principal book Esperienze intorno alla generazione degli insetti (1668) was one of the first books to contest the doctrine of spontaneous generation. | |
*Regius, Henricus (1598-1679).Regius, whose actual name was Hendrik de Roy, was born at Utrecht, studied medicine at Franeker and elsewhere, was headmaster at Naarden for some time, and was appointed professor of medicine and botany at Utrecht in 1638. At first he was an adherent of Descartes, but he soon struck out a course for himself. He was one of the first in Holland to defend Harvey's doctrine of the circulation of the blood. He wrote many medical books that were frequently reprinted. The most important of these are: Fundamenta physices (1646), Fundamenta medicinae (1647) and Philosophia naturalis (1651). He rejected the doctrine of innate ideas and professed a primitive sensualism which raised him to a higher level as a thinker, in matters of natural science, than Descartes. | |
*Santoro, Santorio (1561-1636).Santoro, born at Capo d'Istria, became a professor of medicine at Padua, after a lengthy residence in Poland. Afterwards he settled in Venice. He made a name for himself by his research on metabolism. His investigations, based on accurate weighings and measurements, are embodied in his Ars de statica medicina (1614). He tried to explain the bodily functions, especially digestion and assimilation, according to the mechanical theory. He explained the difference between the weight of the assimilated matter and the increase of the weight of the body by the ‘perspiratio insensibilis’, that is to say the perspiration of the skin and the lungs, which is so slight as to escape observation. He attributed great influence upon the state of health to this function. Santoro can be considered as one of the forerunners of modern diagnostics, as he was one of the first to supply sensorial observation by accurate instrumental registration (using scales, thermometers and hygrometers). (F.H. Garrison, An introduction to the history of medicine. Philadelphia, London, 1922.) | |
der Jezuïeten, en later werd hij verbonden aan het hof van den keizer van Oostenrijk. In 1619 gaf hij uit Oculus, sive fundamentum opticum. In dit werk toonde hij aan, dat lens en glasvocht van het oog dienen om de lichtstralen zoodanig te geleiden, dat zich een beeld op het netvlies vormt. Hij berekende de breking der lichtstralen in de verschillende media van het oog, merkte op dat de lens, in verband met den afstand van het voorwerp waarop de blik zich richt, ten opzichte van de retina zich verplaatst en dat de pupil zich bij accommodatie vernauwt. Hij erkende de sclera als identiek met de dura, de chorioidea met de pia overeenkomend. Literatuur: K. Sprengel Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. IV. Halle, 1801. | |
*Schouten, Wouter (1638-1704).Wouter Schouten, geboren te Haarlem, werd in 1658 onder-heelmeester bij de O.-I. Compagnie. In 1665 kwam hij in het vaderland terug. Hij vestigde zich het volgend jaar als heelmeester te Haarlem, in welke stad hij in 1692 tot bestuurder of ‘vinder’ van het Chirurgijnsgilde werd verkozen. Behalve zijn Aanmerckelijke Voyagie, gedaan door Wouter Schouten naar Oost-Indiën (1676) schreef hij Het gewonde Hooft, of korte verhandeling van de Opper-hooftswonden en Bekkeneelsbreuken enz. (1694) en de aan Fred. Ruysch opgedragen: Verhandeling van de tegennatuurlijke Gezwellen, enz. (1727), vele jaren na zijn dood uitgegeven. Literatuur: E.D. Baumann Een Haarlemsch Chirurgijn uit de XVIIde eeuw. z. pl. en j. | |
*Stelluti, Francesco (1577-1653).Stelluti, die geboren werd te Fabriano, was lid van de Academia dei Lyncei. Hij vertaalde o.a. de Latijnsche gedichten van Persius in het Italiaansch (1630) en nam hierin een paar afbeeldingen op van bijen en één van een snuittor, alle ongeveer 5 maal vergroot. Een teekening van de monddeelen van de bij, welke eveneens in het werkje staat, geeft deze 10 maal vergroot weer. | |
Swammerdam, Jan (1637-1680).Swammerdam, Amsterdammer van geboorte, werd in 1661 te Leiden ingeschreven als student in de medicijnen. In dezelfde stad promoveerde hij in 1667, na een tweejarig studieverblijf te Saumur aan de Loire. Zijn eerste wetenschappelijk werk Tractatus physico-anatomico-medicus de respiratione usuque pulmonum zag het licht in 1667. In 1669 verscheen de Algemeene verhandeling der bloedeloose dierkens of Historia generalis, waarin hij, als eerste, de insecten ordende naar de ontwikkelingsgeschiedenis. Hij doet zich hierin tevens als een overtuigd ovulist kennen. Zijn hoofdwerk, Bijbel der natuure (Biblia naturae) werd in 1737 door Herman Boerhaave uitgegeven. Hierin is opgenomen Tractatus singularis de rana, vermoedelijk in 1668 geschreven, waarin hij reeds zeven jaar vóór Leeuwenhoeck, de roode bloedlichaampjes beschreef. In deze verhandeling komt ook een verslag voor van zijn uitmuntende proeven over de spierphysiologie. De Bijbel der Natuure bevat verder de resultaten van zijn meesterlijke anatomische onderzoekingen der lagere dieren. Na 1673 heeft Swammerdam door ziekte en overspanning bijna niet meer kunnen werken. Een jaar tevoren was nog, als resultaat van de samenwerking | |
the Jesuits, and subsequently functioned at the Imperial Court of Austria. In 1619 his Oculus sive fundamentum opticum was published, in which he showed that the lens and the vitreous humour serve to conduct the rays in such a way that an image is formed on the retina. He calculated the fraction in the rays in the various media of the eye, observed that the pupil contracts on accommodation, and that the lens shifts with regard to the retina, dependent on the distance of the object which the eye catches. He recognized the sclerotic as identical with the dura mater, and the choroid as closely connected with the pia mater. (K. Sprengel, Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. Vol. IV. Halle, 1801.) | |
*Schouten, Wouter (1638-1704).Wouter Schouten was born at Haarlem. In 1658 he was appointed surgeon's mate to the East India Company. He returned to Holland in 1665 and set up as surgeon at Haarlem in the next year. He was made director of the college of surgeons of that town in 1692. Besides his Aanmerckelijke Voyagie, gedaan door Wouter Schouten naar Oost-Indiën (1676) he wrote: Het gewonde hooft, of korte verhandeling van de opper-hooftswonden en bekkeneelsbreuken, etc. (1694) and the Verhandeling van de tegennatuurlijke gezwellen, etc. (1727), dedicated to Fred. Ruysch and published many years after his death. (E.D. Baumann, Een Haarlemsch chirurgijn uit de XVIIde eeuw. n.d.) | |
*Stelluti, Francesco (1577-1653).Stelluti, born at Fabriano, was a member of the Accademia dei Lyncei. He translated Persius' Latin poems into Italian (1630), inserting a few figures of bees and one of a snout-beetle, all of them magnified about five times. There is also a drawing in it of the various parts of the mouth of a bee, magnified about ten times. | |
Swammerdam, Jan (1637-1680).Swammerdam, a native of Amsterdam, matriculated at Leiden in 1661 as a student of medicine. After a two years' stay in Saumur sur Loire, he took his doctor's degree at Leiden in 1667. His first scientific publication was Tractatus physico-anatomico-medicus de respiratione usuque pulmonum (1667), followed in 1669 by Algemeene verhandeling der bloedeloose dierkens of Historia generalis, in which for the first time insects were classified according to the process of their development. He showed himself to be a convinced ovulist. His principal book, Bijbel der natuure (Biblia naturae) was edited by Boerhaave in 1737. In it is inserted his Tractatus singularis de rana, probably written in 1668, in which he described the red blood-corpuscles seven years before Leeuwenhoeck. There is also in it an account of his excellent research on the physiology of nerves. Furthermore the Bijbel der natuure contains the result of his masterly investigations into the anatomy of the lower animals. After 1673 Swammerdam did hardly any work owing to ill health and nervous | |
met J. van Horne, uitgekomen Miraculum naturae sive uteri muliebris fabrica, notis in J. van Horne prodromum illustrata. In dit geschrift verwijt hij zoowel van Horne plagiaat te zijnen nadeele, als de Graaf dat hij op van Horne's ontdekkingen ten eigen bate aanspraak maakt. Deze kwestie verstoorde blijvend de vroegere vriendschap tusschen de Graaf en Swammerdam. Literatuur: A. Schierbeek, Jan Swammerdam. (Ned. Tschr. v. Geneeskunde. 81. 1937). | |
*Valmont de Bomare, Jacques-Christophe (1731-1807).Valmont de Bomare werd geboren te Rouen en kreeg zijn eerste opleiding van de Jezuïeten. Onder le Cat studeerde hij anatomie in Parijs en legde zich daar ook toe op pharmacie. Daarna maakte hij groote reizen tot in Lapland. Zijn voordrachten, later te Parijs gehouden, hadden verbazend veel succes en werden o.a. door Linnaeus bewonderd. Zijn hoofdwerk is de Dictionnaire raisonné universel d'histoire naturelle (1764), in het Nederlandsch vertaald onder den titel Algemeen en beredenerent woordeboek der natuurlijke historie (1767-1770). Literatuur: Nouvelle biographie générale. VI. | |
*Vesalius, Andreas (1514-1564).Oorspronkelijk heette Vesalius, die geboren werd te Brussel, Witing; zijn Latijnschen naam koos hij zich naar de herkomst van zijn voorvaderen, n.l. Wesel. Na voorbereidend onderwijs in Leuven genoten te hebben, vertrok hij in 1533 (?) naar Parijs, waar hij in de kennis van anatomie en pathologie werd ingeleid. Door den Fransch-Duitschen oorlog gedwongen, keerde hij in 1536 naar Leuven terug. Het volgend jaar begaf hij zich naar Venetië, waar hij zijn lateren medewerker, den schilder Jan Stephan van Calcar, ontmoette. In 1537 promoveerde hij in Padua, en den dag na zijn promotie aanvaardde hij een professoraat in de anatomie aldaar. Zijn voornaamste werken zijn De humani corporis fabrica libri septem (1543) en Suorum de humani corporis fabrica librorum epitome (1543). In deze geschriften, verlucht met natuurgetrouwe afbeeldingen van van Calcar, bouwde Vesalius een geheel nieuwe anatomie op, zich niet storend aan de overgeleverde leer van Galenus. Hij werd hierdoor de hervormer der ontleedkunde en zijn invloed strekte zich uit tot in de 19de eeuw. In 1551 werd Vesalius hofarts van Karel V, waarna zijn wetenschappelijke loopbaan eindigde. In 1564 stierf hij op het eiland Zante, op een terugreis van Jerusalem, onder geheimzinnige omstandigheden. | |
*Vesling, Johann (1598-1649).Deze beroemde ontleedkundige, die geboren werd te Minden in Westfalen, was hoogleeraar te Padua en de eerste, die een goede afbeelding gaf van den door hem in het lijk gepraepareerden ductus thoracicus (1634). In 1636 maakte hij in een brief aan Harvey zijn bezwaren tegen diens leer van den bloedsomloop kenbaar. Op het gebied der zenuwphysiologie bleef hij een aanhanger der oude leer, die inhield dat de zenuwen holle buizen waren, waardoor de spiritus animales uit de hersenholten zich door het lichaam verspreidden. Literatuur: K. Sprengel Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. IV. Halle, 1801. | |
break-down. The year before Miraculum naturae sive uteri muliebris fabrica, notis in J. van Horne prodromum illustrata had been published, the result of collaboration with J. van Horne. In it he reproaches van Horne with having plagiarized him, and de Graaf with using van Horne's discoveries for his own benefit. This question lastingly disturbed the former friendly relations between de Graaf and Swammerdam. (A. Schierbeek, Jan Swammerdam. Ned. Tijdschr. v. Geneeskunde. 81. 1937.) | |
*Valmont de Bomare, Jacques-Christophe (1731-1807).Valmont de Bomare was born at Rouen, and was educated by the Jesuits. He studied anatomy at Paris under le Cat and at the same time applied himself to pharmacy. After that he travelled in Lapland. His lectures, afterwards delivered at Paris, were very successful and were greatly admired by Linnaeus. His principal book is the Dictionnaire raisonné universel d'histoire naturelle (1764) translated into Dutch under the title of Algemeen en beredenerent woordeboek der natuurlijke historie (1767-1770). (Nouvelle biographie générale. Vol. VI.) | |
*Vesalius, Andreas (1514-1564).Vesalius who was born at Brussels, changed his original name of Witing to show that his ancestors originally came from Wesel. After propaedeutics at Louvain he went to Paris (1533?) where he studied botany and pathology. Owing to the Franco-German war he returned to Louvain in 1536. In the next year he went toVenice where he became acquainted with Jan Stephen van Calcar, his future collaborator. He took his doctor's degree at Padua in 1537 and the next day accepted an appointment as professor of anatomy in the University of that town. His principal writings are De humani corporis fabrica libri septem (1543) and Suorum de humani corporis fabrica librorum epitome (1543). In these books, illustrated by van Calcar's faithful figures, Vesalius built up an entirely new anatomy, regardless of Galen's traditional doctrine. His influence lasted till the 19th century. In 1551 Vesalius became court-physician to Charles V, which meant the end of his scientific career. He died under suspicious circumstances in 1564 in the island of Zante on his return from Jerusalem. | |
*Vesling, Johann (1598-1649).This famous anatomist was born at Minden in Westphalia. He was a professor in the University of Padua and the first to give a good illustration of a ductus thoracicus prepared by him in a corpse (1634). In a letter to Harvey of 1636 he laid down his objections of the latter's doctrine of the circulation of the blood. He stuck to the old views on the subject of the physiology of the nerves, the doctrine that nerves are hollow tubes by means of which the spiritus animales spread through the body. (K. Sprengel, Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneikunde. Vol. IV. Halle, 1801.) | |
Willis, Thomas (1621-1675).Willis, afkomstig uit Great Bedwin in Wiltshire, werd al spoedig na zijn studietijd in Oxford, door Karel II benoemd tot lid van de Royal Society. In 1666 vestigde hij zich als geneesheer te Londen. Twee jaar eerder had hij reeds zijn Cerebri anatome gepubliceerd, een werk, dat later gevolgd werd door Pathologia cerebri et nervosi generis (1667) en Affectionum quae dicuntur hystericae et hypochondriacae pathologia spasmodica vindicata (1670). Van zijn verdiensten als clinicus getuigen Practice of Physic (1685) en De febribus (1659). Zijn naam is verbonden aan den nervus Willisii (nervus accessorius), den circulus arteriosus Willisii en het symptoom, bekend als paracusis Willisii. | |
*Yperman, Jan (plm. 1260-plm. 1330).Noch de geboorte-, noch de sterfdatum van Jan Yperman zijn met zekerheid te bepalen. Aan zijn Cyrurgie heeft hij den naam ‘le père de la chirurgie flamande’ te danken. Dit geschrift, dat, getuige de talrijke afschriften, zeer bekend was, toont Yperman als een uiterst ervaren en voorzichtig heelkundige. Zijn reinigingswijze van wonden, manier van bloedstelping, verwijdering van etter en hechten der wonden verschillen in den grond der zaak weinig van de tegenwoordige handelingen op dit gebied. Overigens is van Yperman weinig meer bekend, dan dat hij een niet veel beteekenende Medicina schreef en als burger van Yperen zeer zeker in aanzien stond. Literatuur: E.C. van Leersum De ‘Cyrurgie’ van Meester Jan Yperman. Leiden, [1914]. | |
Willis, Thomas (1621-1675).Willis was born at Great Bedwin in Wiltshire. Soon after leaving Oxford he was made a member of the Royal Society by King Charles II. He took up practice in London in 1666. As early as 1664 his Cerebri anatome was published, followed in 1667 by Pathologia cerebri et nervosi generis and in 1670 by Affectionum quae dicuntur hystericae et hypochondriacae pathologia spasmodica vindicata. His Practice of physic (1685) and De febribus (1659) prove his merits as physician. His name is linked with the nervus Willisii (nervus accessorius), the circulus arteriosus Willisii and a symptom called paracusis Willisii. | |
*Yperman, Jan (circa 1260 - circa 1330).Neither the date of Yperman's birth nor that of his death is known. He owes his name of ‘le père de la chirurgie flamande’ to his Cyrurgie. This treatise, which evidently was in great request, having been copied several times, shows that Yperman was a very experienced and prudent surgeon. His measures for keeping wounds sweet, his manner of staunching effusions of blood, the removing of purulent matter and the suturing of wounds fundamentally differ little from modern methods. For the rest little more is known than that he is the author of a rather insignificant Medicina and that he was no doubt a man of high standing at Ypres. (E.C. van Leersum, De ‘Cyrurgie’ van Meester Jan Yperman, Leiden, [1914]. |