Alle de brieven. Deel 14: 1701-1704
(1996)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdBrief No. 234 [145]
| ||||||
Gepubliceerd in:
| ||||||
Korte inhoud:Over de onmogelijkheid dat op de borst gesmeerde balsem in de longen zou kunnen komen. Beschrijving van een door L. zelf ontworpen toestel om rook en damp in te kunnen ademen. Over de gevoeligheid van de longen voor allerlei kwalen. Over de bloedvaten in de longen van zieke en gezonde schapen. Veronderstelling dat het inademen van te koude lucht de oorzaak is van longziekten. Toepassing van kaneeldamp als geneesmiddel tegen verkoudheid, zoals aanbevolen door Bontekoe. | ||||||
Figuren:L. zond de oorspronkelijke tekeningen naar de Royal Society. In de uitgaven A enGa naar margenoot+ C zijn de drie figuren bijeengebracht op één plaat tegenover respectievelijk blz. 418 en 399. | ||||||
Opmerkingen:Een eigentijdse, Engelse vertaling van de brief bevindt zich in handschrift te Londen, Royal Society, MS 2008, Early Letters L.3.43; 8 foliobladzijden. De brief werd voorgelezen op de vergadering van de Royal Society van 25 maart 1702, O.S. (Royal Society, Journal Book Original, Dl. 10, blz. 244). Zie voor de Oude Stijl (O.S.) de Opmerkingen bij Brief 228 [140] van 2 augustus 1701, in dit deel. | ||||||
Letter No. 234 [145]
| ||||||
Published in:
| ||||||
Summary:Balsam, rubbed on the chest, cannot possibly enter the lungs. Description of an apparatus, designed by L. himself, for to be able to inhale smoke and vapour. On the lungs' susceptibility for all kinds of diseases. On the blood vessels in the lungs of sick and healthy sheep. Hypothesis that inhaling air which is too cold may be the cause of pulmonary diseases. Applying vapour of cinnamon as a remedy for colds, as recommended by Bontekoe. | ||||||
Figures:L. sent the original drawings to the Royal Society. In the editions A and C theGa naar margenoot+ three figures have been put together on a single plate facing respectively pp. 418 and 399. | ||||||
Remarks:A contemporary English translation in manuscript of the letter is to be found in London, Royal Society, MS 2008, Early Letters L.3.43; 8 folios. The letter was read in the meeting of the Royal Society of 25 March 1702, O.S. (Royal Society, Journal Book Original, vol. 10, p. 224). For the Old Style (O.S.) see the Remarks on Letter 228 [140] of 2 August 1701, in this volume. | ||||||
Delft in Holland den 14e feb. 1702.
Hoog Edele Heeren
Mijn laasten alder onderdanigsten aan Hare Hoog Edelen is geweestGa naar voetnoota den 20e DecemberGa naar voetnoot1, die ik wil hoopen dat wel sal ontfangen wesenGa naar voetnootb. Ik ben van verscheijde Heeren aangemoedigt, om dese nevensgaande afteekeninge, endeGa naar voetnootc beschrijvinge om het selve werkstellig te makenGa naar voetnoot2 UE. Hoog Edele toe te senden, om ofGa naar voetnoot3 men een benaeuwde Adem halingeGa naar voetnoot4 eenige verligtinge soude konnen toe brengen. Ga naar margenoot+Weijnige tijd voor het vertrek van sijn Majesteit van Groot BrittanjenGa naar voetnoot5, uijt dese landen na Engeland, hebbe ik verscheijde malen hooren spreeken, ontrent de genesinge van een benauwde Ademhalinge, waar vanGa naar voetnootd seker Doctor inde kring van eenige Menschen, daar ik mede onder was, beroemdeGa naar voetnoot6, dat de Balsematique saaken, die daar toe bequaamGa naar voetnoot7 mogtenGa naar voetnoot8 wesen, hem mede bekentGa naar voetnoote waren; maar dat men deselve onmogelijk tot inde longeGa naar voetnoot9 konde voeren, om dienst aan de longe toe te brengen, en schoon men de borst, met soo danige Balsemen quam te smeeren, dat de longeGa naar voetnoot10 daar geen deel van konde hebben, en datmenGa naar voetnoot11 deGa naar voetnootf ruek vande Balsemen, dieGa naar voetnoot12 men vernamGa naar voetnootg int uijt asemen, van soo danigen die de Balsemen op de borst gesmeert waren, niet uijt de longe pijpenGa naar voetnoot13 voort quam, maar dat die rueken vande borst bij den hals op quamen. Dit seggen hadde bij mij een ingang, om dat het bij mij vast staat, dat geen saaken dieGa naar voetnooth in onse maag en darmen sijn, tot de longe konnen over gevoert werden, ten sij die stoffe het Hert gepasseert sijn, veelGa naar voetnooti minder dan de Balsemen, die men op de borst komt te smeerenGa naar voetnoot14. | ||||||
Delft in Holland, the 14th of February, 1702.
Very Noble Sirs,
My last most humble letter to Your Honours was that of the 20th of DecemberGa naar voetnoot1, which I hope was duly received. I have been encouraged by several gentlemen to send to you the enclosed drawing and description with a view to its practical application, in case one might be able to relieve difficult breathing to some degree. Ga naar margenoot+Shortly before His Majesty of Great BritainGa naar voetnoot2 left this country for England, I heard several accounts about the cure of difficult breathing on which a certain doctor prided himself in the circle of some people, among whom I was too, viz. that the balsamic substances which could be suitable for it were also known to him, but that they could not possibly be conveyed into the lungs in order to be beneficial for the lungs. And even though the chest were smeared with such balsam, the lungs could not have their share therein, and the smell of the balsam, which one perceived in the expiration of those on whose chest the balsam had been smeared did not proceed from the trachea, but arose from the chest along the neck. This statement appealed to me, because I am convinced that no substances present in our stomach and intestines can be conveyed to the lungs unless those substances have passed through the heart, and much less so can the balsam that is smeared on the chestGa naar voetnoot3. | ||||||
Ga naar margenoot+Dit verhaalde sedert eenige dagen over wegende, en op den 6e jann: 1702. een seer Geleert Heer in mijn huijs hebbende, viel onse redencavelingeGa naar voetnoot15, opGa naar voetnoota een benaeuwde Ademhalinge, en ik voerGa naar voetnootb dien Heer te gemoet, dat de eenigste middel die ik hadde konnen bedenken, om onsienlijke deelen vande Balsemen, tot inde longe te doen komen, was, dat men in een stukje silver, of kooper, vande groote als ontrent een schellingGa naar voetnoot16, een gedeelte van een klootzeGa naar voetnoot17 holte soude brengen, en in die holte plaaste of voldeGa naar voetnoot18, met de Balsemen de longe dienstig, voor een kort Adem halendeGa naar voetnoot19, ende dat men dit geseijde toe stelGa naar voetnoot20 soude plaatzen op de tonge, en soo menigmaal als men de Adem quam in te halen, dat men die door de mond soude laten gaan, ende de Nuesgaaten in die tijd, met de Vingers toe houden, en wanneer men quam uijt te Asemen, dat men als dan de mond geslooten hielde, ende de uijt aseminge door de Nues liet gaan, ende dus doende, eenigeGa naar voetnoot21 onsienlijke deeltgens, die vande Balsemen quamen uijt te wasemen, die wij de geestenGa naar voetnoot22 vande Balsemen wel mogen noemen, tot inde longe pijpen soude konnen gevoert werden. Dit mijn seggen stemden de geseijde Heer toeGa naar voetnoot23, met bij voeginge dat zeGa naar voetnoot24 goet warenGa naar voetnootc, en dat als ik mijne verdere gedagten, daar ontrent liet gaan, dat ikGa naar voetnootd wel bequamerGa naar voetnoot25 middelen soude bedenken. Na het vertrek vande geseijde Heer, nam ik twee glase Tuba, den eenen van negen duijmenGa naar voetnoot26, ende den anderen van agtien duijmen lang, en welkersGa naar voetnoote diameters holte, seer naGa naar voetnoot27 een halven duijm was. Aan dese glase TubaGa naar voetnoot28, bragt ik eenige bogten, en aan ijder vande selve bragt ik aan het eene eijnde een kleijne opening, tot mijn voornemen dienstig, om de geseijde eijnde vande Tuba inde mond te plaatsen, ende deseGa naar voetnoot29Ga naar voetnootf Tuba half vol met balsemen gevolt zijnde, en horisontaal leggende, de lugt, die met het in AdemendeGa naar voetnootg, over de Balsemen gevoert werdendeGa naar voetnooth, dus te meerderGa naar voetnoot30 inde longe soude gebragt werdenGa naar voetnooti, dan de weijnige Balsemen die inde mond geplaast waren. | ||||||
Ga naar margenoot+After having considered this statement for some days, when on the 6th of January 1702 a very learned gentleman was in my house, we fell talking about difficult breathing and I told that gentleman that the only expedient I had been able to devise in order to make invisible particles of the balsam to enter the lungs was that in a piece of silver or copper about the size of a schellingGa naar voetnoot4 a part of a spherical cavity should be made and in that cavity should be placed, or it should be filled with, the balsam which was to be beneficial for the lungs for a person suffering from shortness of breath, and that this device should be put on the tongue. And whenever one inhaled, one should allow the breath to pass through the mouth and at the same time stop the nostrils with one's fingers; and when one exhaled, one should keep one's mouth shut, allowing the expiration to take place through the nose, and thus some invisible particles exuded from the balsam, which we might call the spirits of the balsam, could be introduced into the tracheae. The said gentleman agreed with this statement of mine, adding that my ideas were correct and that, if I considered them further, I should probably devise more suitable means. After the said gentleman had left, I took two glass tubes, one nine inchesGa naar voetnoot5 long and the other eighteen inches long, the diameter of which was approximately half an inch. On these glass tubes I made some bends, and at the end of each of them I made a small opening, suitable for my purpose, to put the said end of the tube in the mouth, and in order that, when the tube had been filled half-way with balsam and was disposed horizontally, the air which was passed over the balsam with the inhalation should thus be introduced further into the lungs than the small amount of balsam that had been put in the mouth. | ||||||
Dit des nagts over wegende, verwierp ik mijne verhaalde toestelGa naar voetnoot31 vande glase Tuba, en ik stelde des 's mergensGa naar voetnoota mijne gedagten int werk, nemende tot dien eijnde een glase Tuba, die vijftien duijmen lang was, ende seer na, voor het meerendeel des diametersGa naar margenoot+ wijte een duijmGa naar voetnoot26 was, als fig: 1. met ABCDEFGHI. werd verbeeld. Die aanGa naar voetnoot32 het eene eijnde, dat men inde mond soude brengen, om daar door de Adem halinge te bekomen, als met DEF. werd aan gewesen. Dese glase Tuba soude aan AIK. open sijn, en inGa naar voetnootb welke openheijt men soude plaatsen, een stukje lijnwaat, dat men gaas, ofte netel doek noemt, ofte ook wel een stukje spons, soo danig, dat deselve sonder eenig gewelt daar op te doenGa naar voetnoot33, inde Tuba konde geplaast werde, ende dat aan ditGa naar voetnootc in gesteekenGa naar voetnoot34 deel een draat soude wesen, op dat men het lijnwaat, ofte spons, tot allen tijden daar uijt soude konnen trekken, als met KL. werd aan gewesen, en dat men al vooren, eer men het geseijde inde Tuba quam te plaatzen, soudeGa naar voetnootd nat maken, indeGa naar voetnoote Balsemen de longe dienstig, als hier met BCGH. werd aan gewesen. Maar gedenkendeGa naar voetnoot35 dat wanneer het geseijde lijnwaat ofte spons, niet rondomme aan het glas was aan rakende, dat de lugt ter plaatze daar een openheijt was, soude passeren, ende dat wanneer men de lugt soude brengen door het lijnwaat, ofte spons, die beset was met Balsemen, seer beswaarlijk den Adem daar door soude te halen sijn, en voornamentlijk als de Balsemen dikagtig waren. Dese Tuba soo toe gestelt hebbende, verwierp ik mede, en ik neemGa naar voetnootf een andere glase Tuba, vande geseijde lengte en wijte als de voorgaande alleen met dit onderscheijt, dat dese laaste Tuba seer na doorgaans van een ende deselve wijte wasGa naar voetnoot36. Ga naar margenoot+In dese glase Tuba die met fig: 2. MNOPQRSTVWX. werd verbeeld, brenge ik aan ijder eijnde een kurk, als met MNWX. ende PQST. werd aangewesen. Inde bovenste kurk PQST. brenge ik een rond gaatge, die door deselve tot inde holligheijt vande Tuba gaat, en in welk gat vande kurk, ik met een stijve in drukkinge, plaatsGa naar voetnootg een korte glase Tuba, als met fig: 2. met R. werd aan gewesenGa naar voetnooth, die tot inde holligheijt vande groote glase Tuba is komende; soo danigen kurk brenge ik mede int onderste vande glase Tuba, die hier metGa naar voetnooti fig: 2. met MNWX. werd aan gewesen. Dit soo verrigt hebbende, brenge ik inde onderste kurk, een dunne glase Tuba, bij mij tot dien eijnde soo krom geboogen, als fig: 2. met IJ.Z.a.Ga naar voetnootj werd aan gewesen. Aan welke laast geseijde glase Tuba, het dunne eijnde als Z.a. hebbeGa naar voetnoot37 gebragt, met oogmerkGa naar voetnootk, dat met het in ademenGa naar voetnootl door de Tuba aan R. de lugt langsaam door de naeuwte Z.a. soude in komen. | ||||||
When I considered this during the night, I rejected my device of the glass tube, and in the morning I began to think about the matter and took a glass tube which was fifteen inches long and whose diameter was approximately one inch, as represented inGa naar margenoot+ Fig. 1 by ABCDEFGHI. One end of it, which one was to put in one's mouth in order to inhale the air through it, is designated by DEF. This glass tube was to be open at AIK, and into the opening was to be inserted a piece of linen, which is called gauze or muslin or a bit of a sponge, in such a way that it could be placed in the tube without using any force. And on this part introduced into the tube there was to be a thread, as designated at KL, in order that the linen or sponge could be pulled out at any time, and before it was placed in the tube, it should be moistened in balsam beneficial for the lungs, as designated here at BCGH. But as I considered that, if the said linen or sponge did not touch the glass all round, the air would pass by wherever there was an opening, and that if the air were passed through the linen or sponge covered with balsam, it would be very difficult to breathe through it, and particularly when the balsam was thick, I also rejected this tube thus made, and I took another glass tube of the same length and width as the preceding one, with the only difference that this last tube had approximately the same width along its whole length. Ga naar margenoot+In this glass tube, which is represented in Fig. 2 by MNOPQRSTVWX, at either end I inserted a cork, as designated by MNWX and PQST. In the uppermost cork PQST, I made a small round hole passing all through it to the inside of the tube, and into this hole in the cork I forced a short glass tube, as designated in Fig. 2 by R, which reaches into the inside of the large glass tube. I also placed such a cork in the lower part of the glass tube, which cork is designated here in Fig. 2 by MNWX. After having done this, I inserted into the lowermost cork a narrow glass tube, bent by me for this purpose in such a way as designated in Fig. 2 by YZa. On this last glass tube I made the narrow end Za, in order that, when one inhales through the tube at R, the air might enter slowly through the narrow part Za. | ||||||
Dese glase Tuba soo toe gestelt hebbende, ende de kurken in de glaseGa naar voetnoota Tuba, ende de dunne TubenGa naar voetnootb inde kurken, soo stark in geparst hebbende, dat niet alleen de kurken water digtGa naar voetnootc, maar ook geen lugt lieten door gaan, oordeelde ik mijn laaste toe stelGa naar voetnoot38 volbragt te sijn. Omme hier van een proef te nemen, hoe het geseijde toe stel sig soude schikkenGa naar voetnoot39,Ga naar margenoot+ soo hebbe ik de kurk fig: 2. met PQST. aan gewesen, uijt de Tuba getrokken, ende in deselve een weijnig Brandewijn gegooten, als hier met NOVW. werd aan gewesen, ende als dan de geseijde kurk, met de kleijne glase Tuba inde selve, weder inde glase Tuba geplaast hebbende, de kleijne glase Tuba als aan R. tusschen mijn lippen nemende, ende door deselve mijn Adem halendeGa naar voetnootd, is de lugt door de openheijt als aan Za. aan a, inde Tuba gestortGa naar voetnoote, ende door de Brandewijn moetende passerenGa naar voetnoot40, een op borrelinge inde Brandewijn veroorsaakt, door welke beweginge inde Brandewijn, de geestenGa naar voetnoot22 vande selve (soo ik die soo mag noemen) tot inde mond, en bij gevolg tot inde longepijpen, meer als gemeenGa naar voetnoot41 sijn gevoertGa naar voetnootf, gelijk de uijt komst, ten genoegen geleert heeft. SooGa naar voetnoot42 nu de uijtwasemende, of vluggeGa naar voetnoot43 deelen vande Balsemen, dienstig zijn, om een niet wel gesteldeGa naar voetnoot44 longe verquikkinge, en selfs herstellinge toe te brengen, ende dat met hoe meerder geesten vande Balsemen, hoe beeter, soo is mijn meningeGa naar voetnoot45 niet, om als de geseijde Tuba soo verre gevolt was met Balsem, als deselve met Brandewijn is gevolt, soo simpel als de lugt doorGa naar voetnootg de Brandewijn was gegaan, te laten passeren, maar mijn gedagten en toe stel was ook gemaakt, omGa naar voetnoot46 de glase Tuba soo hoog als de Balsemen indeselve sijnGa naar voetnooth, in heet water te setten, niet dat men de Tuba in heet, en alsGa naar voetnoot47 kookende water steekt, maar dat men de Tuba in een kom, die men oordeelt dienstig daar toe te sijn, stelt, ende dat in die kom is gedaan een weijnig kout water, en dat men bij dit water langsaam is gietende, kookent heet water, op dat door sulk doen, de glase Tuba geen schielijke hitte soude bekomen, en barsten. Ofte dat men de glase Tuba stelt, in een kom met kout water, ende deselve kom op het vuijer stellende, dusGa naar voetnoot30 de glase Tuba met de Balsemen daar in, soo laat heet werden. Door welk doen de uijt wasemende Geesten vande Balsemen, veel meer sullen sijn, dan ofGa naar voetnoot48 de Balsemen kout waren, maar wij sullen door sulk doen, soo een warmte in onse longe pijpen komen te voeren, beeld ik mij inGa naar voetnoot49, dat ons het sweet sal uijt breeken. | ||||||
After thus having made this glass tube and having forced the corks into the glass tube and the narrow tubes into the corks so vigorously that not only were the corks water-tight, but they also did not allow air to pass through, I judged that I had completed my last device. In order to test how the said device would work, I pulled the cork designated inGa naar margenoot+ Fig. 2 by PQST out of the tube and poured into it a little brandy, as designated here by NOVW, and when I had then inserted the said cork, with the narrow glass tube therein, into the glass tube again, and took the narrow tube at R between my lips and breathed through it, the air was poured into the tube through the open end of Za at a, and since it had to pass through the brandy, this caused a bubbling in the brandy, through which movement in the brandy the spirits of the latter (if I may call them thus) were conveyed extremely vigorously into the mouth and thus into the trachea, as the outcome has shown to my satisfaction. Now if the evaporating or volatile particles of the balsam help to bring relief to and even to heal an unhealthy lung, and this the better as the balsam exhales more spirits, it was not my intention that, if the said tube were filled with balsam as far as it was with brandy, the air should pass through the balsam as simply as it had done through the brandy, but I also planned, and my device had also been made, to place the glass tube, to the level of the balsam therein, in hot water. Not that the tube should be put in hot and as it were boiling water, but it should be placed in a basin judged to be suitable for this; and some cold water should be poured into that basin, and to this water one should slowly add boiling water, in order that thus the glass tube should not be subjected to sudden heat and burst. Or one might place the glass tube in a basin with cold water and, putting the latter upon a fire, thus heat the glass tube containing the balsam. In this way the evaporating spirits of the balsam will be much more than if the balsam were cold, but thus we shall, I think, convey so much heat into our tracheae that we shall break into a perspiration. | ||||||
Ik hebbe ook wel in gedagten genomen, is het niet een kort Adem halinge, het is doorGa naar voetnoot50 eenGa naar voetnoota koude lugt, een dikke stinkende mist, vuijle onverdraagelijke stanken, pestilentiale lugt, in te AsemenGa naar voetnootb, de longe eenige verligtinge, is het nietGa naar voetnootc een gantsche herstellinge soude konnen te weeg gebragtGa naar voetnootd werden, sijn het geen Balsemen, het sijnGa naar voetnoote Cordiale gommen, kruijden, of sappen. Ga naar margenoot+Men heeft tot mij geseijt, dat de principaalste Balsem Dienstig voor een kort Adem halende longe, is, de Balsem van PeruGa naar voetnoot51, die ik noijt en hebbe gesien, nog ook mijn meijninge niet en isGa naar voetnoot52, om het verhaalde werktuijg door Balsemen werkstellig te makenGa naar voetnoot2, ik belijde gaarne dat ik de verhaalde Balsem niet en ken, nog ook geen kennisse van gommen of kruijden hebbe. Ik hebbe die ondervindinge, dat een stank mijn longe seer hinderlijk is. Mijn voornemen is niemantGa naar voetnootf tot het gebruijk van mijn geseijde werktuijg aan te raaden, ik laat het over aan een vertrouwtGa naar voetnoot53 Geneser die kennis van Balsemen, en kruijden, en sappen heeft, de longe dienstig. De seer geleerde Heer hier vooren van gesprooken, en sijn mond mede aan de Tuba settende, ende de geest vande Brandewijn in Ademende, en daar bij tot hem seggendeGa naar voetnoot54Ga naar voetnootg, dat wij onse Nues niet behoeven toe te houden, als wij quamen in te Asemen,Ga naar margenoot+ enGa naar voetnoot55 soo ras als wij in geademt hadde, de mond, de Tuba fig: 1. DEF. maar hadde te verlaaten, enGa naar voetnoot56 uijt geasemt hebbende, de mond, maar weder aan de Tuba hadden te voegen, en daar door in ademendeGa naar voetnoot57, en sulks soo langGa naar voetnoot58Ga naar voetnooth, als men oordeeldGa naar voetnooti welGa naar voetnoot59 te sijn, haddeGa naar voetnootj sulken genoege inde uijt werkinge, datGa naar voetnoot60 mij aan moedigde het publijck te maken, ofGa naar voetnoot61 het de Werelt te nutte mogte sijn. | ||||||
I have also considered that, if it is not a case of shortness of breath, at any rate if cold air, a thick, stinking fog, foul, intolerable stench, or pestilential air is inhaled, some relief, if not a complete healing, might be given to the lungs, if not by balsam, then by cordial gums, herbs, or juices. Ga naar margenoot+I have been told that the principal balsam beneficial for the lungs in case of shortness of breath is Peruvian balsamGa naar voetnoot6, which I have never seen, nor have I intended to use the said device by means of balsam. I freely own that I do not know the said balsam and do not have any knowledge of gums or herbs either. I have experienced that a foul smell is very obnoxious to my lungs. I do not intend to recommend the use of my said device to anyone; I leave this to an approved physician who is acquainted with balsams, herbs, and juices beneficial for the lungs. The very learned gentleman referred to above, who put his mouth to the tube and inhaled the spirits of the brandy, while I said to him that we need not keep our nose shut when we inhale, and as soon as we have inhaled, only have to take our mouth offGa naar margenoot+ the tube, designated in Fig. 1 by DEF, and after having exhaled only have to put our mouth to the tube again and inhale through it, and this as long as we judge this to be useful, took such delight in the effect that he encouraged me to make it public, in case it might be of use to the world. | ||||||
Ga naar margenoot+Nu hadde ik om de glase Tuba fig: 1. mede tot soo een gebruijk te konnen maken, als fig: 2. is, het toestel gemaakt als met Fig: 3. ABCDEF. werd aan gewesen, om de kurk ABCD. te konnen plaatsen aan fig: 1. in AI. en welke dunne glase Tuba als fig: 3. EF. ikGa naar voetnoota langer hebbe genomen, als die in fig: 2. met YZa. is, met die insigte dat als sulks isGa naar voetnoot62, deGa naar voetnootb glase Tuba dieper int water soude konnen plaatsen, soo men meerder Balsemen, of sappen in de Tuba genegen was te doen. Als wij nu over wegen het maaksel van ons lighaam, voor soo veel ons bekent is, soo staat het bij ons vast, dat geen deel in ons lighaam meerder qualen onderworpen is, als de longe, want hoe ligt kan deselve een ongemakGa naar voetnoot63 toe gebragt werden, als wij maar gaan in een starke koude wind, waar door wij dan koomen te loosen fluijmen, en kuggen, en hoesten, en griesenGa naar voetnoot64; want hoe ligt konnenGa naar voetnootc de bolletgens bloet inde kleijne vaatgens vande longe, door de koude komenGa naar voetnootd te stremmenGa naar voetnoot65. Ga naar margenoot+Ik hebbe om mijn selven te voldoenGa naar voetnoot66, weder op nieuw genomen het dunste vande longens van twee, bijsondereGa naar voetnoot67 schaapen, om die deelen door het vergroot glas te beschouwen, en ik sag metGa naar voetnoote verwondering, in dat deel dat ik hadde, dat de lugt vaaten gevolt waren met etter, en selfs tot aan het uijterste, ofte dunste vande longe. Ik vervoegden mij op de Vlees halGa naar voetnoot68, en ik bragt een Vlees slagter die niet vande minsteGa naar voetnoot69 was, bij die longe, en ik vraagden hem wat ongemak soo danig schaap onderhevig hadde geweest, dese onder tasteGa naar voetnoot70 de longe op verscheijde plaatsen, en wees mij eenige harde deelen, vande lengte en breete van twee vingeren, met bijvoeginge dat het schaap was verkouwen geweest, ende dat dit het ongemak vande longe hadde veroorsaakt, en dit getuijgden, verscheijde andere van die Menschen, om hem staande. Ik vraagden of soodanigen schaap, van soo een ongemak niet soude gestorven hebben; kreeg daar op tot antwoort, dat de hardigheijt wel weder soude verdweenen hebben. Ik kondeGa naar voetnootf in de lugt vaaten van de longen van twee andere schaapen, geen de minste etter ontdekken, en dese longen waren van een aangename Couluur, in vergelijkinge van de andere. | ||||||
Ga naar margenoot+Now in order to make it possible to use the glass tube of Fig. 1 in the same way as that of Fig. 2, I had made the device designated in Fig. 3 by ABCDEF, so as to place the cork ABCD in Fig. 1 at AI. And I took this narrow glass tube EF of Fig. 3 longer than the one designated in Fig. 2 by YZa, with the intention that in that case one might place the glass tube deeper in the water if one wished to put more balsam or juices in the tube. If we now consider the structure of our body in so far as it is known to us, we may be convinced that no part of our body is exposed to more diseases than the lungs, for how easily can they become diseased if only we walk in a strong, cold wind, as a result of which we then begin to discharge phlegm, and cough, and sneeze; for how easily can the blood corpuscles in the narrow vessels of the lungs coagulate by the coldGa naar voetnoot7. Ga naar margenoot+In order to gain certainty, once again I took the thinnest part of the lungs of two different sheep, to inspect those parts through the magnifying glass. And I saw, to my astonishment, that the air vessels, in that part which I had, were filled with pus, and this even to the extremity or the thinnest part of the lungs. I went to the meat marketGa naar voetnoot8 and I took a butcher, who was not the first comer, with me to see those lungs. And I asked him from what disease this sheep had suffered. He examined the lungs by fingering them in several places and pointed out to me some hard parts, the length and breadth of two fingers, adding that the sheep had had a cold and that this had caused the disease of the lungs. And several others of the people surrounding him attested to this. I asked them whether this sheep would not have died of such a disease, but I was told that the hardness would have disappeared again. In the air vessels of the lungs of two other sheep I could not detect the least pus, and these lungs had a nice colour as compared with the others. | ||||||
Als ik nu van buijtenen een vande wel gesteldeGa naar voetnoot44 longe van een schaap beschouwde, scheen het mij toe, dat onder de vliesen lagen niet dan seer kleijne klieragtige deelen: Dog als ik de vliesen vande lever scheijde, bleek mij dat de verbeeldeGa naar voetnoot71 klieragtige deelen niet waren dan seer kleijne lugt bellenGa naar voetnoota, die om dat ze tegen malkanderen gedrukt wierden, irreguliere deeltgens vertoonden, en welke lugt bellenGa naar voetnootb mij toe scheenen, buijten de lugt vaaten te leggen. Ik hebbe verscheijde stukjens vande longe genomen, ende uijt de vaaten gedrukt, het nog in leggende bloet, en lugt, en met verwondering gesien, de over groote menigte van lugt bellenGa naar voetnootc, die uijt de vaaten voort quamen, waar van veele soo kleijn sijn, dat ze door het Vergroot glas bij na het gesigt ontweeken, en welkeGa naar voetnootd kleijne lugt belletgensGa naar voetnoote, ik mijn selven in beeldeGa naar voetnoot49, dat uijt seer dunne vaatgens waren gekomen, en wanneer het bloet ende lugt, uijt dat deel vande longe, daar geen groote vaaten in waren, was uijt gedrukt, maakten de overblijvende vaaten, welkers rokjensGa naar voetnoot72 uijt nemende dun waren, weijnig stoffe uijt. Wijders hebbe ik nog van twee bijsondereGa naar voetnoot73 schaapen die ongesonde longen hadde, stukken genomen, en welkerGa naar voetnootf deelen int handelen harder waren, als een gesonde longe is, en vernamGa naar voetnoot74 dat de etter stijver, of dikker in dese longens was, als in een voor gaande longe. Wanneer ik nu dese longens van buijtenen beschouwde, sag ik dat op veel plaatsen deselve schenen te bestaan, uijt klieragtige deelen, die verre in groote waren uijt makendeGa naar voetnoot75, de lugt belletgensGa naar voetnootg hier vooren verhaalt. Dese int oog verbeeldende klieragtige deelenGa naar voetnoot76, waren op de eene plaats van een as graeuwe couluur, ende eenige andere daar niet verre van af gelegen, quamen mij watGa naar voetnooth duijsterder voor. Als ik nu de laastGa naar voetnooti geseijde deelen uijt de longe nam, scheenGa naar voetnootj mij die toe dat deselve niet anders waren, als een harde etter, te meer, om datGa naar voetnoot77 wanneer ik deselve van een scheijde, geen lugt deelen in haar beslooten hadden, daarGa naar voetnoot78 wij andersGa naar voetnootk in een gesonde longe, hoe kleijne deelen wij daar van beschouwdeGa naar voetnootl, de aderen aan een zijde gesteltGa naar voetnoot79, het meeren deel vande longe, niet en isGa naar voetnootm alsGa naar voetnoot80 lugt belletgensGa naar voetnootn die ik nietGa naar voetnooto konde bekennen, datGa naar voetnoot81 in aderen beslooten lagen. GelijkGa naar voetnoot82 nu de geseijde verbeeldeGa naar voetnoot71 klieragtige deelen in een gesonde longe nietGa naar voetnootp waren, soo most ik besluijten, dat alle die deelen tot dunne etter soude werden, om soo uijt geworpen te werden, soude het schaap in gesontheijt herstelt sijn. | ||||||
When I now inspected the outside of one of the healthy lungs of a sheep, it seemed to me that underneath the membranes there lay nothing but very small glandular particles. But when I separated the membranes from the liver, I found that the supposed glandular particles were nothing but very tiny air-bubbles which, because they were compressed, appeared to be irregular particles; and it seemed to me that those air-bubbles lay outside the air vessels. I took several pieces of the lung and forced from the vessels the blood and the air therein, and I was amazed to see the extremely large number of air-bubbles emerging from the vessels, many of which were so small that they were almost invisible through the magnifying glass, and I supposed that these small air-bubbles had emerged from very narrow vessels. And when the blood and the air had been forced out of that part of the lung where there were no wide vessels, the remaining vessels, whose walls were extremely thin, formed only very little matter. Further I also took some pieces out of the unhealthy lungs of two other sheep. These parts were harder in the handling than a healthy lung, and I saw that the pus was stiffer or thicker in these lungs than in the former one. When I now inspected the outside of these lungs, I saw that in many places they seemed to consist of glandular parts which far exceeded in size the air-bubbles described above. These parts, which looked like glandular parts, were ash-coloured in one place, while it appeared to me that some others, not far from them, were a little darker. Now when I took the last-mentioned parts out of the lungs, it appeared to me that they were nothing but a hard pus, the more so because, when I separated them, they did not contain any air particles, while otherwise, in the case of a healthy lung, however small parts thereof we examined, leaving the veins out of account, the greater part of the lung consists of nothing but air-bubbles, which I could not detect to be enclosed in veins. Now since the said supposed glandular parts were not present in a healthy lung, I was bound to conclude that all those parts would turn into thin pus, thus to be ejected if the sheep should recover. | ||||||
Als wij een gesonde longe aan sien, soo soude men mede welGa naar voetnoota oordeelen, dat deselve mede uijt klieragtige deelen bestond, maar deselve met op merkinge beschouwende, bevond ik dat de verbeelde klieragtige deelen alleen veroorsaakt wierdenGa naar voetnoot83, door de menigte van Bloet vaaten, leggende int vlies vande longe, en verbeeldenGa naar voetnootb op veel plaatsen een scheijdinge vande lugt bellenGa naar voetnootc te makenGa naar voetnoot84. Alsoo ik nu van geen andere gedagten was, of alle de geseijde qualen, die ik aan de longe van schapen hadde gesien, wierde veroorsaakt door koude lugt, die de schaapen waren in ademende, soo vraagden ik aan twee Vleeshouwers, waar uijt de quaal van dese longens was spruijtende. Dese oordeelde, dat wanneer de schaapen int najaar soo lang inde weijde liepen, dat het gras bevrooren, ofte met ijs beset was, en dat selve waren eetende, haar sulken verkoutheijtGa naar voetnoot85 inde longe veroorsaakten, dat die bedurvenGa naar voetnoot86 wierde, en dit kondenGa naar voetnootd de schaapenGa naar voetnoot87, wanneer inde maant Meij koude dagen sijn, mede die siekte bekomen. Wij konnen ons beter voldoenGa naar voetnoot88, als wij vast stellenGa naar voetnoot89, dat het bevroore gras, geen ongemak aan de longe, maar veel eer aan de maag soude veroorsaaken, ende dat de geseijde siektens vande longen, vande koude lugt af hangende isGa naar voetnoote. AlsooGa naar voetnoot90 bij mij bekent wasGa naar voetnootf, dat veel vette schaapen uijt Brabant, aan onse Vlees slagters verkogt werden, en welkeGa naar voetnootg schaapen des 's mergens met een schaapenhoeder, werden int velt gebragt, ende des 's nagts in schaapkoeijen werden opgeslooten, daarfGa naar voetnoot78 in tegendeel, onse schaapen van dat men die int begin vande maant Meij, inde weijde doet, (die niet geslagt werden) soo lang inde weijde laatGa naar voetnooth, tot dat het sneeuwt of vriest. Hier op vraagden ik de slagters, of de Brabantze schaapen, mede soo wel als de onse, met quade longens waren besmet, waar op mij wierde geantwoort, dat de Brabantze schaapen geenGa naar voetnooti, of seer selden een quade longeGa naar voetnootj hadde. Uijt welk seggen, wij meer als te vooren moeten besluijten, dat het ongemak van quade longens, die de schaapen, en welGa naar voetnootk voor namentlijk inde koude lange nagten, op het velt leggende deGa naar voetnootl koude lugt in ademende, werd veroorsaakt. Vorders vraagden ik of sulke schaapen op stal staande, wel vet wierden, en of zij de schaapen, soo als sij levendigGa naar voetnoot91 in hare kotten liepen, wel onderscheijden konden, welke quade longe hadden. | ||||||
If we look at a healthy lung, one would be inclined to think that this also consisted of glandular parts, but when I examined it more attentively, I found that the impression of glandular parts only arose from the numerous blood vessels lying in the membrane of the lung and appearing to make a division of the air-bubbles in many places. Since I could not think but that all the said diseases I had seen on the lungs of sheep were caused by cold air which the sheep inhaled, I asked two butchers from what the disease of these lungs arose. They thought that when in the autumn the sheep were in the fields until the grass was frozen or covered with ice and they ate it, this caused their lungs to cool so much that they became unhealthy, and when there are cold days in the month of May the sheep could also contract that disease. We can account for this more satisfactorily if we consider it to be certain that the frozen grass will not cause disease of the lungs, but rather of the stomach, and that the said diseases of the lungs are caused by the cold air. It was known to me that many fat sheep from Brabant are sold to our butchers, which sheep are driven to the fields in the morning and folded in the evening by a shepherd, whereas from the beginning of the month of May, when they are brought to the fields (those which are not killed), our sheep are left in the fields, until it snows or freezes. Upon this I asked the butchers whether the Brabant sheep, just like ours, were tainted with unhealthy lungs, to which I received the answer that the Brabant sheep had no unhealthy lungs, or very seldom. From this statement we are bound to conclude even more than before that the disease of unhealthy lungs is caused by the fact that the sheep, especially in the long cold nights, inhale the cold air where they lie in the fields. Further I asked whether such sheep did become fat when stalled, and whether, when the sheep were going about alive in their folds, they were able to tell which of them had unhealthy lungs. | ||||||
Waar op mij geantwoort wierdeGa naar voetnoota, dat zeGa naar voetnoot92 niet toe namen in vettigheijt, en dat ze geen veertien dagen, op stal hadden geweest, en met boonen gevoed werdendeGa naar voetnootb, om vet te werden, of het quaat quamGa naar voetnootc te openbaaren, want die geene die quade longen hadden, deden als dan niet dan kuggen; en welkeGa naar voetnootd schaapen sij dan eerst waren slagtende. Ga naar margenoot+Als wij nu vast stellenGa naar voetnoot89, dat een koude lugt, soo schadelijk is voor onse longe, soo moet het ons niet vreemt voor komen, dat onze longe een ongemak over komt, die wij een verkoutheijt noemen, sonder dat wij erinneren konnen, waar de oorsaak ons is van daan gekomen. Ja ik beeld mij inGa naar voetnoot49, dat als men lang agter den anderenGa naar voetnoot93, ende dat met een starken voortgang, tegen een kouden wint werdGa naar voetnoote in gevoert, de longe soo veel schade kan toe gebragt werden, dat een lang duijrige longe siekte, ja de doot selfs daar op volgt; Want als wij gedenken, wat al fluijmen wij loosen, in een siekte die wij verkoutheijt noemen, endeGa naar voetnootf soo deselve groen agtig sijn, bij na niet als etter isGa naar voetnoot94, die uijt de lugt vaaten vande longe is voortkomende, soo staan wij verbaast, en wij hebben redenen om te besluijten, dat die quaal soo verre kan gaan, datter een verteeringe vande longe op volgt. Mijn laaste longe siekte, die wij een verkoutheijt noemen, bleef mij soo lang bij, en ik loosden soo veel groene fluijmen, dat ik bekommert was van oijt herstelt te werden. Dog ik ben nu in soo danigen staat, dat ik des 's mergens niet anders op brenge, als een heldere dikke stoffe, vande groote als een graeuwe Ert, waar uijt ik besluijt, datter geen de minste bloet-vaaten in mijn longe sijn, of het bloet heeft sijn natuurlijke loop door deselve, ende de heldere stoffe is alleen, een door sijpelinge, door de rokjensGa naar voetnoot72 vande kleijne bloet-vaatgens, en welkeGa naar voetnootg stoffe, wij de Weij van het bloet noemen. Ga naar margenoot+Wanneer ik nu in dese dagen, een starke ruek van gestooteGa naar voetnoot95 Caneel gewaar wierde, quam mij te binnen, de groote opheffinge die wijlen doctor Bontekoe (in mijn huijs sijnde) vande Caneel was makende, als sijnde seer hertsterkendeGa naar voetnoot96. | ||||||
I was then told that the latter did not grow fatter, and that they had not been stalled, and fed on beans to grow fat, for a fortnight but the disease was manifested, for those which had unhealthy lungs did nothing but cough, and they then killed those sheep first. Ga naar margenoot+If we now assume it to be certain that cold air is so injurious to our lungs, we cannot consider it strange that our lungs are affected by a disease, which we call a cold, although we are not able to remember what was the cause of it. Yes, I think that if one is driven for a long time on end, and this with a vigorous gait, against a cold wind, the lungs may be injured so much that a prolonged lung disease, and even death, may follow. For if we call to mind how much phlegm we discharge in a disease which we call a cold and that, when this is greenish, it consists almost wholly of pus emerging from the air vessels of the lungs, we are astonished and have every reason to conclude therefrom that this disease may develop into a consumption of the lungs. My most recent lung disease we call a cold lasted so long and I discharged so much green phlegm that I was afraid I should never recover. But I am now in such a condition that in the morning cough up nothing but a clear, thick substance the size of a yellow pea, from which I conclude that there are not blood vessels at all in my lungs but the blood flows naturally through them, and the clear substance is nothing but an exudation through the walls of the narrow blood vessels, which substance we call the serum of the blood. Ga naar margenoot+When one of these days I perceived a strong smell of pounded cinnamon, I recalled how highly the late doctor BontekoeGa naar voetnoot9 (when being in my house) spoke of cinnamon, as being an excellent cordial. | ||||||
Ik hebbe dan genomen een kleijn kameriks doekjeGa naar voetnoot97, ende in het selve gedaan, ontrent twee vingerhoede vol met kleijn gestooten, stark riekende Caneel, ende hetGa naar margenoot+ selvige geplaast inde glase Tuba, fig: 1. BCGH.Ga naar voetnoota (na dat ik het Cameriks doekje met een draat hadde toe gebonden) werd aan gewesenGa naar voetnootb. Als wanneerGa naar voetnoot98 ik mijn mond plaaste, aan dat deel vande geseijde Tuba E. en mijn adem door de openheijt E.Ga naar voetnootc haalendeGa naar voetnoot99, sijn de onsienlijke uijt wasemende deelen, soo inde longe gekomen, dat ik het bescheijdelijkGa naar voetnoot100 gewaar wierde. Dese Caneel inde longe pijpen gevoert sijnde, en konnen wij niet seggen, dat deselve Hertsterkende, maar longe versterkende is; Of wij moeten vast stellenGa naar voetnoot101, dat wanneer de longe verquikt werd, het Hert daar van mede deelt, om dat de een sonder de andere niet kan bestaan. Af breekende, blijve na presentatie van mijn Onderdanige Dienst,Ga naar voetnoot102
Hare Hoogh Edele Onderdanige Dienaar
| ||||||
I therefore took a small piece of cambric and put therein two thimbles of poundedGa naar margenoot+ strong-scented cinnamon, and I put this in the glass tube designated in Fig. 1 by BCGH (after having tied together the piece of cambric with a thread). When I put my mouth to the part E of the said tube and drew in my breath through the opening E, the invisible evaporating particles entered the lungs in such a way that I clearly perceived it. Since this cinnamon was conveyed into the lungs, we cannot say that it strengthens the heart, but rather the lungs. Or we have to assume that when the lungs are refreshed, the heart partakes thereof, since the one cannot exist without the other. Concluding, I remain, after presentation of my humble servicesGa naar voetnoot10,
Very Noble Sirs, your obdient servant,
|
|