Alle de brieven. Deel 14: 1701-1704
(1996)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdBrief No. 236 [146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gepubliceerd in:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Korte inhoud:Over de zijderups, de bouw van de zijdedraad en de organen die de draad produceren. Over de ogen, de scharen, de bloedvaten en de verpopping van de zijderups. Over spermatozoën uit een volwassen zijdevlinder en de schubben op diens vleugels. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Figuren:Ga naar margenoot+In de uitgaven A en C zijn de figuren 1-7 bijeengebracht op één plaat tegenoverGa naar margenoot+ respectievelijk blz. 434 en 413; de plaat met de figuren 8-13 is te vinden tegenover respectievelijk blz. 446 en 425. In Hoole zijn de figuren te vinden op Plate II, fig. 26-38. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen:Zie de Opmerkingen bij Brief 235 [146] van 20 april 1702, in dit deel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Letter No. 236 [146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Published in:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Summary:On the silkworm, the structure of the silk thread, and the organs which produce the thread. On the eyes, the pincers, the blood vessels, and the cocooning of the silkworm. On spermatozoa from an adult silk moth, and the scales on its wings. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Figures:Ga naar margenoot+In the editions A and C the figures 1-7 have been put together on a single plateGa naar margenoot+ facing respectively pp. 434 and 413; the plate with the figures 8-13 is to be found facing respectively pp. 446 and 425. In Hoole the figures are to be found on Plate II, figs 26-38. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Remarks:See the Remarks on Letter 235 [146] of 20 April 1702, in this volume. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Delft in Holland den 20. April 1702
Aan Sijne Hoog Doorlugtige Furst
Ga naar margenoot+Als ik voor desen het gespin, ofte draat van een Zijdworm, door het Vergroot glas beschouwdeGa naar voetnoot2, oordeelde ik dat soodanigen draat platagtig was, om dat ikGa naar voetnoota een, ende deselve draat, op de eene plaats mijGa naar voetnootb wel vier maal soo dik voor quamGa naar voetnoot3, dan een weijnig verder. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Delft in Holland, the 20th of April 1702.
To His Serene Highness, Prince
Ga naar margenoot+When formerly I inspected the cocoons or thread of a silkworm through the magnifying glassGa naar voetnoot2, I thought that this thread was flattish, because one and the same thread appeared to me in one place as much as four times thicker than at a point a little further away. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ter occasie dat de kinderen ontrent mijn huijs, boven gemeen doende waren, met Zijdwormen op te voedenGa naar voetnoot4, om die te laten spinnen, heb ik verscheijde malen de draaden, soo als de selve van de Zijdworm af quamGa naar voetnoota, voor het Vergroot-glas gebragt, en mijn selven in gebeeldGa naar voetnoot5, dat de draat, soo als de Zijdworm die komt te maken, een dubbelden draat was, want mij quam meest doorgaansGa naar voetnoot6 te voorenGa naar voetnoot7, dat de gesponnen draat, int midden vande selve, een duijsteragtig wesen haddeGa naar voetnoot8, even als of twee doorschijnende draaden nevens malkanderen waren aan een gekleeft, ende dat de zijden van soo danige draaden, soo doorschijnende niet en waren, als int midden vande selveGa naar voetnoot9. Om mijn selven hier in verder te voldoenGa naar voetnoot10, hebbe ik verscheijde malen, de draaden, soo als ze uijt het lighaam vande Zijdworm quamen, genomen, en welkeGa naar voetnootb draat ons toe scheen een enkelden draat te sijn, van een gescheijdenGa naar voetnootc, waar door mij ten genoegen gebleeken is, dat den draat, soo als die van de Zijdworm komt, een dubbelden draat is. Dit scheijden van soo een dunnen draat, scheen mij int eerst Moeijelijk, maar daar na wasGa naar voetnootd het voor mij geen werk. Met dese mijne waarneminge niet vergenoegt zijnde, hebbe ik in gedagtenGa naar voetnoote genomen, of soo een enkelden draat, niet weder mogt bestaan uijt dunder draatgens, en hebbe eijntelijk, soo een dun draatge weder met kleijne stukjens van een gescheijden, in welk doen mij voor quamGa naar voetnoot7Ga naar voetnootf seer dunne veseltgens, en toe scheen, dat soo een dun draatge, weder uijt veele dunneGa naar voetnootg draatgens, was te samen gesteltGa naar voetnoot11. Vorders hebbe ik een Zijdworm, die begon te spinnen, in soo een glase Tuba gestelt, die ik oordeelde van de wijte te wesen, daar in de Zijdworm sig kon keeren, en wenden. De ZijdwormGa naar voetnoot12 die sijn draat tegen het glas, op seer veel plaatsen, als ook tegen andere gemaakte draaden was hegtende, door een aan klevende stoffe, waar mede de draaden, soo als zeGa naar voetnooth uijt het lighaam van de Zijdworm quam, was beset. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
On the occasion when the children near my house were busily engaged in rearing silkworms in order to make them spin, I placed the threads as they emerged from the silkworm several times before the magnifying glass, and supposed that the thread as the silkworm makes it was a double thread, for I usually saw that in the middle the spun thread had a dark colour, as if two transparent threads were glued together side by side, and that the sides of these threads were not as transparent as the middle thereofGa naar voetnoot3. In order to gain greater certainty about this, I took the threads as they emerged from the body of the silkworm several times, and it seemed to us that this thread was a single thread which had been divided, as a result of which I was satisfied to find that the thread as it emerges from the silkworm is a double thread. This division of so thin a thread at first appeared difficult to me, but later it was not difficult for me. Not being satisfied with this observation, I wondered whether such a single thread might not consist in turn of thinner threads, and at last I divided such a thin thread again into small bits, and while I did so, I saw very thin fibres, and it seemed to me that such a thin thread was composed in turn of many thin threadsGa naar voetnoot4. Further I put a silkworm which began to spin in a glass tube whose width I thought was such that the silkworm could turn about therein. The silkworm was affixing its thread against the glass in a great many places, and also against other threads made by it, with the aid of a sticky substance with which the thread as it emerged from the body of the silkworm was covered. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Zijdworm die de draat, soo als ze gemaakt wierde, niet regt uijt was leggendeGa naar voetnoot13, maar met bogten, ende dat gins ende wederGa naar voetnoot14, eenigsints over een komende met een draat, die wij in een dubbelden strik bragtenGa naar voetnoota, en nu wat hooger en dan nuGa naar voetnootb wat lager, en dusGa naar voetnoot15 veranderde de Zijdworm doorgaansGa naar voetnoot16 van plaats, als ingeschapen zijndeGa naar voetnoot17, zijn gespin om desselfs lighaam even dikGa naar voetnootc te makenGa naar voetnoot18. Dit gespin door het Vergroot glas beschouwende, sagen wij niet op eene plaats, maar meer dan op hondert plaatsen, dat den draat niet een enkelden, maar een dubbelden draat was, ende wel voornamentlijk, daar den draat tegen het glasGa naar voetnootd met korte bogten, aan het glas was gehegt, ofte ook wel aan een andere draat. Ga naar margenoot+Fig: 1. ABCD. vertoont een seer kleijn gedeelte vande draat, van een Zijdworm, die meest soo dubbelt is leggende, als met AB. werd aan gewesen, ende deselve met een korte bogt gelegt werdende, worden de draaden, soo nu als dan, wel van een gescheijden, als met BCD. werd aan gewesenGa naar voetnoot19. Dese dubbelden draat, die alleen door een aan klevende stoffe blijftGa naar voetnoote vereenigt, soo lang als deselve niet door veel int water te leggen, van de aan klevende stoffe werd ontdaan, en als tot het water over gaatGa naar voetnoot20. Als wij nu weten, dat een draat van een Zijdworm niet rond, maar plat is, soo moet het ons niet vreemt voor komen, datter geen gewerkteGa naar voetnoot21 stoffe konnen gemaakt werden, het sij van Wolle, ofte Vlas, hoe fijn die ook mogten zijn, die de glans, die de Zijde stoffen hebben konnen op halenGa naar voetnoot22, om dat de draatgens van de Zij plat sijnde, het ligt op de plattigheijt vallende, weder om kaastGa naar voetnootf, ende aldus een glans veroorsaaktGa naar voetnootg, daarGa naar voetnoot23 het ligt vallende op een dun rond lighaam niet kan wederom kaatsenGa naar voetnooth. Om de plattigheijt van soo een dubbelden gesponnen draat den Teijkenaar voor de oogen te stellen, hebbe ik eenige draaden wat om gevrongen, ofte een draeij gegeven, ende dan voor een Vergroot glas gestelt, ende soo een draatge laten af teijkenen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
The silkworm did not put the thread, as soon as it had been made, in a straight line, but in bends, to and fro, somewhat in the way of a thread that we should lay in a double knot, and now somewhat higher and then somewhat lower, and thus the silkworm continually changed its position, because it was innate in it to make its cocoon everywhere equally thick about its bodyGa naar voetnoot5. When we inspected this cocoon through the magnifying glass, we saw, not in one place, but in more than a hundred places, that the thread was not a single but a double thread, and this principally where the thread was affixed in short bends to the glass, or sometimes to another thread. Ga naar margenoot+Fig. 1. ABCD represents a very small part of the thread of a silkworm, which is usually disposed double as designated by AB, and when it is disposed in a short bend, the threads are separated now and then from each other, as designated by BCDGa naar voetnoot6. This double thread remains united only by a sticky substance as long as it is not stripped of the sticky substance as a result of lying a long time in water and is dissolved as it were into the waterGa naar voetnoot7. If we now know that a thread of a silkworm is not round but flat, it must not appear strange to us that no woven fabrics can be made either of wool or flax, however delicate they may be, which have been able to equal the lustre of silk fabrics, because the threads of silk, being flat, reflect the light falling on the flat surface and thus produce a lustre, whereas the light falling on a thin, round body cannot be reflected. In order to show the draughtsman the flatness of such a double spun thread, I twisted or turned some threads a little and then placed them before a magnifying glass, and asked him to draw a little thread in this position. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Fig: 2. EFGHI. vertoont een geseijden draat, die men tusschen FG. ende HI. op sijn kant komt te sien, en dus aangewesen werdGa naar voetnoot24, dat de gemaakte draaden plat ende niet rond zijn, en bijGa naar voetnoot25 haar dunheijt soo doorschijnende, dat den draat die onder een anderen draat is leggende seer bequaamGa naar voetnoot26 sal gesien werdenGa naar voetnoot27. Als wij nu sien, het samen stelsel van een draat, die de Zijdworm komt te maken, ende daar bij gedenken, wat een wonderbare maaksel het lighaam van een Zijdworm moet sijn, waar uijt soo een twee voudigen draat komt, ende dat ijder van die draaden, weder uijt een menigte van lange deelen, ons toe schijnen te bestaan, ende dat deselveGa naar voetnoota uijt soo een water agtig lighaam sijn voort komende, als de Zijdworm is, en welke draat soo stark is, en soo veel leet kan weder staanGa naar voetnoot28, soo mogen wij wel uijt roepen, hoe onnaspeurlijkGa naar voetnootb sijn de werken der verborgenthedenGa naar voetnoot29. Dus verre sijn mijne aanteekeninge die ik inden jare 1700. op het papierGa naar voetnootc hadde gestelt. Ga naar margenoot+Nu inde voor ledene Soomer heeft men 3. â. 400. Zijdwormen, die al twee â. drie weeken out waren, in mijn huijs verder op gevoet, te meer, om dat wij van twee Moerbesie Boomen sijn versienGa naar voetnoot30. Dit heeft mij gelegentheijt gegeven, om meerder waarnemingen ontrent de Zijdwormen te doen. Wanneer nu de Zijdwormen haar laaste vervellinge hadden volbragt, hebbe ik veel malen haar verwisselde hoornagtige huijt, die het gantsche hooft omvangt, door het Vergroot glas beschouwt, en met verwondering gesien, alle de WerktuijgenGa naar voetnoot31 die aan hetGa naar voetnootd hooft sijn, en wel voornamentlijk als ik sag, hoe aan ijder sijde van het hooft, stonden ses uijt puijlendeGa naar voetnoote oogen, die soo in ordre stonden, en geschikt waren, omGa naar voetnoot32 de saaken die ontrent haar waren, te konnen sien. Ga naar margenoot+Ik hebbe ook verscheijde Zijdwormen als ze volwassen waren, het hooft af gesneden, om dat anders deselve in soo een bewegingeGa naar voetnootf waren, datze niet wel konde besien werden, ende dus de oogen beschouwt. Als mede wanneer deselve tot een popje waren gekomen, de hoorn agtige verwisselde huijt van het hooft, nevens de verlatene huijt, van het gantsche lighaam voor het Vergrootglas gebragt, ende door gaansGa naar voetnoot16 waar genomen, dat de hoornvliesen vande Oogen mede verwisseldenGa naar voetnoot33. HebbendeGa naar voetnootg dan verscheijde deelen vande hoofden, daar de oogen op stonden, voor Vergroot glasen gestelt, ende den Teijkenaar inde hand gegeven, om de oogen soo als deselve op de eene zijde van het hooft stonden, af te teijkenen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Fig. 2. EFGHI represents such a thread, which is seen from the side between FG and HI, and thus it is designated that the spun threads are flat, and not round, and owing to their thinness so transparent that the thread lying underneath another thread can be seen very easilyGa naar voetnoot8. If we now see the structure of a thread which the silkworm makes, and further bear in mind how wonderful must be the constitution of the body of a silkworm from which such a double thread emerges, each of which threads appears to us to consist in turn of a great many long parts, and they emerge from so watery a body as the silkworm, and they are so strong and can endure so much, we cannot but exclaim: how inscrutable are the secrets of nature! These are the notes I had set down on paper so far in the year 1700. Now last summer three to four hundred silkworms, which were already two to three weeks old, were reared further in my house, the more so as we have two mulberry treesGa naar voetnoot9. Ga naar margenoot+This gave me an opportunity to make further observations on silkworms. When the silkworms had cast their skin the last time, I inspected many times their cast horny skin, which surrounds the whole of their head, through the magnifying glass, and saw to my astonishment all the organs on the head, and particularly when I saw that on each side of the head there were six protruding eyes so arranged that they could see whatever was in their vicinity. Ga naar margenoot+I also cut off the head of several silkworms when they were full-grown, because otherwise they were moving about so violently that one could not look at them properly, and thus I inspected the eyes. When they had become a pupa, I also put the horny cast skin of the head as well as the abandoned skin of the whole body before the magnifying glass, and noted each time that the corneas of the eyes were also castGa naar voetnoot10. I then put different parts of the heads on which the eyes were mounted before magnifying glasses and handed them to the draughtsman for him to draw the eyes as they were mounted on one side of the head. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Fig: 3. KLMNOP. vertoont een gedeelte van het hooft van een ZijdwormGa naar voetnoot34, soo als het op zij voort komtGa naar voetnoot35. Ga naar margenoot+QRSTVW. vertoonen de ses oogen, al waar ons seer naaktGa naar voetnoot36 was blijkende, dat het oog met Q. aan gewesen, gemaakt was, om regt voor waarts uijt te sien, Ende het Oog met R. aan gewesen, om een weijnig schuijns voor waarts uijt, ende datGa naar voetnoot37 na de hoogte, te sien. Het Oog met S. aan gewesen komt ons voor, om ter sijde van het Dier, ende dat een weijnig schuijns, opwaarts te sien. Het Oog met T. aan gewesen, om een weijnig agterwaarts uijt, ende dat schuijnsGa naar voetnoota om hoog te sien. Het Oog met V. aan gewesen, om agter waarts uijt te sien. Het Oog met W. aan gewesen, om benedewaarts te sien. Als wij nu vast stellenGa naar voetnoot38, dat de Hoornvliesen vande Oogen vande Zijdworm niet en konnen bewegen, soo konnen wij ons wel in beelden-Ga naar voetnoot5, datGa naar voetnootb dus mosten geschiktGa naar voetnoot39 wesen, soude de ZijdwormenGa naar voetnootc, het geene ontrent haar is, gewaar werdenGa naar voetnoot40. Ga naar margenoot+Vorders quamGa naar voetnootd als doen ook int gesigt de Tanden, of Scharen, die aan de eene zijde van het hooft staan, waar mede de bladeren werden verbrijseltGa naar voetnoote. Nu komtGa naar voetnootf aan de andere zijde van het hooft, gelijkGa naar voetnootg TandenGa naar voetnoot41, die seer netGa naar voetnoot42 in den anderenGa naar voetnoot43 sluijtenGa naar voetnoot44. Ga naar margenoot+Fig: 3. KLMN. verbeeld alleen den ommetrek vande Tanden aan de eene zijde van het hooft, die hier niet in haar natuurlijke stand werdGa naar voetnooth aan gewesen, want als deselve in ordreGa naar voetnoot45 tegen het hooft aan lagen, soo soudemen dusGa naar voetnoot15 de scharen niet komen te sien, maar nu was de hoornagtige huijt, daar de eene zijde vande Tanden aan waren, van het hooft gescheijden. Ik hebbe verscheijde Tanden van het hooft vande Zijdworm gescheijden, om soo veel mij doenlijk was, het ware maaksel voor de oogen te stellen, en hebbe een vande selve, met der selver binnen zijde die tegen het hooft aan leijt, laten af teijkenen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Fig. 3. KLMNOP represents a part of the head of a silkworm as it is seen from the sideGa naar voetnoot11. Ga naar margenoot+QRSTVW represents the six eyes, where it was very clear to us that the eye designated by Q was made to look straight ahead, and the eye designated by R to look a little obliquely forwards, and that upwards. It seems to us that the eye designated by S is made to look to the side of the animal, and that a little obliquely upwards. The eye designated by T seems to be made to look a little backwards, and that obliquely upwards. The eye designated by V seems to be made to look backwards, the eye designated by W to look downwards. If we now assume that the corneas of the eyes of the silkworm cannot move, we may suppose that they had to be arranged in this way if the silkworms were to perceive what is in their vicinityGa naar voetnoot12. Ga naar margenoot+Furthermore, the teeth or pincers then also became visible, which are mounted on one side of the head and with which the leaves are crushed. Now on the other side of the head there are organs resembling teeth, which fit very precisely into each otherGa naar voetnoot13. Ga naar margenoot+Fig. 3. KLMN only represents the contour of the teeth on one side of the head, which are not designated here in their natural position, for if they were mounted in their natural position against the head, one would not thus see the pincers, but now the horny skin on which one side of the teeth was mounted, had been separated from the head. I separated several teeth from the head of the silkworm in order to make the true structure visible as much as possible, and made the draughtsman draw one of them, with its inside lying against the head. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Fig: 4. ABCDE. vertoont de geseijde Schare, of Tanden, die aan de regter zijde van het hooft heeft gelegen, waar aan getoont werd, hoe ijder Schaar, of Tand, int midden een dikte heeft, om daar door de scharen een starkte toe te brengen, loopende de Tanden tusschen DE. seer scharp, of dunGa naar voetnoot46, om alsoo met gemak, de bladeren te konnen verbrijselenGa naar voetnoot47. Gelijk nu ijder Schaar, of Tand, binne waart een dikte heeft, soo is ook ijder Tand, op de buijte zijde, met gelijke dikte versien. Met ABC.Ga naar voetnoota werd aan gewesen, dat deel ofte zijde van de Tand, die in fig: 3. met NM. werd aan gewesen, die aldaar van een uijtstekende dikte is, naGa naar voetnoot48 de groote van dat deel, en als men de Tanden nader besiet, bevint men dat die dikte geen vast been, maar hol is, daar na alle aparentie een Muscul in sal gelegen hebbenGa naar voetnoot49. Met AB. werd aan gewesen twee been agtige ronde deelen, die, na mijn gedagten, in ronde holligheden sullen geplaast sijn, om de beweginge vande Tanden, op de gemakkelijkste wijse te bevorderen. Ga naar margenoot+Dog het voornaamste waar op mijn toe leg was, dat was om het werktuijgGa naar voetnoot31 soo veel mij doenlijk was, te ontdekken, waar uijt de twee spinnende draadenGa naar voetnoot50 voortkomen, en hoe die draaden soo digt bij den anderenGa naar voetnoot43 geplaast werden, die den Gemenen Man sig inbeeldGa naar voetnoot5, dat uijtGa naar voetnootb de de Mond vande Sijdworm voortkomen. Om hier toe te komen, most ik de Zijdworm sijn hooft niet van vooren, ofte op sij, maar als of den selven voor een gedeelte op de rugge was leggende, besien, eer dat het werktuijg daar de draaden uijt komen, mij int oog quam, als sijnde geplaast beneden de Mond. Ga naar margenoot+Fig: 5. ABC. vertoont het werktuijg daar de draaden uijt komenGa naar voetnoot51. Met DE. ende FG. werden aan gewesen, die deelen die wat beneden de mond staan, en nog wat lager staat het geseijde werktuijg, daar de draaden uijt voortkomen. Inde geseijde fig: 5. quam den Teijkenaar een gedeelte vandeGa naar voetnootc Scharen, ofte Tanden int Oog, die den selven met HIK. heeft aangewesen, om daar door nog nader aan te wijsen, dat de draaden niet uijt de mond, (gelijk het gemene gevoelen is) voortkomen. Dit geseijde ontdekt hebbende, tragte ik de stoffe te ontdekken, waar uijt de draaden int lighaam vande Zijdworm voort quamen. Ik opende dan verscheijde Zijdwormen, die soo verre gekomen waren dat ze sponnen, ontrent het hooft, alwaar dan als uijtpuijlende uijt de huijt, quamenGa naar voetnootd twee, vier dubbelt leggende lange ronde lighamen, die ik vorder uijt het lighaam haaldeGa naar voetnoot52. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Fig. 4. ABCDE represents the said pincers or teeth which lay on the right side of the head, where it is shown that each pincer or tooth has a thickening in the middle, in order thus to impart strength to the pincers, the teeth tapering between D and E to a very sharp or thin point, in order that they may thus be able to crush the leaves very easilyGa naar voetnoot14. As each pincer or tooth has a thickening on the inside, so each tooth is also provided with a similar thickening on the outside. By ABC is designated that part or side of the tooth which is designated in Fig. 3 by NM, which is extraordinarily thick there as compared with the size of that part, and when one looks more closely at the teeth, one finds that this thickening is not solid bone but hollow, in which cavity to all appearances a muscle will have lainGa naar voetnoot15. By A and B are designated two bony round parts, which I assume to be placed in round cavities in order to promote the movements of the teeth in the easiest way. Ga naar margenoot+But my principal intention was to discover as much as possible the organ from which the two spun threads emerge, and how those threads are placed so close together, which the common man assumes to emerge from the mouth of the silkworm. In order to attain this object, I had to look at the head of the silkworm not in front or on the side, but as if it lay partly on its back, before the organ from which the threads emerge became visible to me as being placed underneath the mouth. Ga naar margenoot+Fig. 5. ABC designates the organ from which the threads emergeGa naar voetnoot16. By DE and FG are designated those parts which are placed somewhat lower than the mouth, and somewhat lower still is mounted the said organ from which the threads emerge. In the said Fig. 5 the draughtsman caught sight of a part of the pincers or teeth, which he designated by HIK, to show thus even further that the threads do not emerge from the mouth (as is the common view). When I had discovered this, I tried to discover the substance from which the threads in the body of the silkworm emerged. I therefore opened several silkworms, which had reached the point where they were spinning, near the head, where protruding as it were from the skin there were two long round bodies arranged fourfold, which I pulled further from the bodyGa naar voetnoot17. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dese deelen waren bij na twee maal soo lang, als de Zijdworm is, loopende aan het eene eijnde, dat ik vast steldeGa naar voetnoot38 dat in het hooft hadde gelegen, seer spits toe, en het is mij ook wel voor gekomen, dat uijt het laast geseijde dunne eijnde, een kleijne seer dunne draat volgde, die wel vier maal soo lang was als de Zijdworm is. Dese werktuijgen, of beter geseijt vaaten, sijn op haar dikste van een blijGa naar voetnoot53 roode Orangie couluur, maar door het Vergroot glas deselve besiende, vertoonden het maar een hoog geelGa naar voetnoot54, en wanneer ik het buijtenste gedeelte van het binnenste scheijde, hadde het binnenste in ons bloote oog, een schoone geele couluurGa naar voetnoot55. Ga naar margenoot+Fig: 6. LMN. vertoont het verhaalde deel, dat hier niet grooterGa naar voetnoota is verbeeld, als hetGa naar margenoot+ in ons bloote oog is, na dat het was ingedroogtGa naar voetnoot56. Met MN. werd aan gewesen, soo verreGa naar voetnootb het een schoone roode Couluur heeft. Van L. tot M. hadde het een schoone geele couluur, die ik stelde vastGa naar voetnootc, dat de gesponne draat die was behoudendeGa naar voetnoot57. Met N werd aan gewesen het dunne eijnde, dat na het hooft, en ook in het selvige is geplaast geweest. Met LO. werd voor een gedeelte aan gewesen, waar door ik mij in beeldeGa naar voetnoot5, dat de stoffe wierde toe gevoert, waar uijt den draat gemaakt werd; dit deel hadde een geelagtige couluur, het welke langer was, als hier werd vertoont, dat aan O. was af gebrooken. Soo danig een tweede deel lag inde Zijdwormen, en uijt welkeGa naar voetnootd twee deelen het voetsel tot twee bijsondereGa naar voetnoot58 draaden is voort komende. Het is mij ook wel voorgekomen, dat wanneer een vande geseijde deelen ontrent N. was af gebrooken, datGa naar voetnoote ik dan een kleijne holligheijt inde selve gewaar wierde. Ik hebbe ook verscheijde malen, de draat die de Zijdworm komt te maken, als hij sig om spint, wel vijfentwintig maal vaardigerGa naar voetnoot59 uijt het lijf getrokken, als deselve die door gaans komt te makenGa naar voetnoot60, en waar genomen, dat als den draat 12. 15. en ook 16. duijmenGa naar voetnoot61 lang was, deselve aan het verhaalde werktuijg, daar den draat uijt komt, inGa naar margenoot+ fig: 5. met C. aan gewesen, of int lighaam van de Zijdworm, ontstukken brak. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
These parts were almost twice as long as the silkworm is, and tapered very sharply at one end, which I assumed for certain had lain in the head, and I sometimes found that from the latter thin end there emerged a small very thin thread which was at least four times as long as the silkworm is. These organs, or rather vessels, have a bright orange colour where they are thickest, but when viewed through the magnifying glass, this was only a light yellow, and when I separated the outer from the inner part, to the naked eye the inner part had a beautiful yellow colourGa naar voetnoot18. Ga naar margenoot+Fig. 6. LMN represents the said part, which here is not shown as being larger than it is to the naked eye after it had dried upGa naar voetnoot19. Ga naar margenoot+By MN is designated how far it has a beautiful red colour. From L to M it had a beautiful yellow colour, which I assumed the spun thread retainedGa naar voetnoot20. By N is designated the thin end, which had been placed near the head and also in it. By LO is designated a part through which I suppose the substance was conveyed from which the thread is made; this part had a yellowish colour; it was longer than is shown here and had been broken off at O. A second similar part lay in the silkworms, from which two parts the nutriment for two separate threads emerges. I have sometimes also found that when one of the said parts had been broken off in the vicinity of N, I perceived a small cavity in it. Several times I also pulled the thread which the silkworm makes when it spins a cocoon at least twenty-five times more quickly from the body than it usually spins it, and I observed that when the thread was 12, 15, and also 16 inchesGa naar voetnoot21 long, it brokeGa naar margenoot+ into pieces on the said organ from which the thread emerges, designated in Fig. 5 by C, or in the body of the silkworm. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+GelijkGa naar voetnoot62 nu de draaden die de spinnende Zijdworm komt te maken door gaansGa naar voetnoot63 met een weijnig aan klevende stoffe isGa naar voetnoota beset, ende de eene draat meerder als de andere, op veele plaatsen nog met een heldere aan klevende vogtigheijt is versien, die aan de draaden door het Vergroot glas te beschouwen, soo kleijn sijn als het sandGa naar voetnoot64 in ons bloote Oog is, soo sijn de draaden die ik vaardig uijt de Zijdworm trok, niet alleen met grooter deeltgens van een aan klevendeGa naar voetnootb stoffe beladen, maar die aan klevende stoffe, hadde op veele plaatsen, een geele CouluurGa naar voetnoot65. Wijders hebbe ik genomen een Zijdworm, die wat meerderGa naar voetnootc gesponnen hadde alsGa naar margenoot+ de voor gaande, ende deselve openende, sag ik dat gelijkGa naar voetnoot62 fig: 5. schoon Orangje van couluur was, soo was het laaste maar eenGa naar voetnootd schoone geele couluur; en wanneer ik een Zijdworm opende, die als uijt gesponnen was, soo waren die deelen maar van een bleijke geele couluur. Ik hebbe soo een laast geseijde deel, daar ik stelGa naar voetnoot66 dat den draat uijt voortkomt, seer sagt int midden daar de selve dikst is, van een getrokken, en waar genomen, dat eer het selvige quam te breekenGa naar voetnoot67, wel twaelf duijmen lang wasGa naar voetnoot68. Ga naar margenoot+En vorders verscheijde malen, het geseijde deel fig: 6. aan N. seer sagt een seer kleijn stukje af gebrooken, waar door mij dan een seer dunne draat quam te volgen, die ik, wanneer ik deselve seer langsaam was uijt windendeGa naar voetnoote, wel gesien hebGa naar voetnootf, dat soo een draat welGa naar voetnootg vierentwintig duijmen lang was, eer deselve quam te breeken. Dese uijt gewonnenGa naar voetnoot69 draat, met het bloote oog besiende, soudemen wel oordeelen, dat soo dun was, als die de Zijdworm komt te maken, maar door het Vergroot glas beschouwende, sag ik dat deselve op de eene plaats veel dikker was, als een duijm breet verder, en daar deselve op sijn dunst was, soude men wel oordeelen, datGa naar voetnoot70 niet dikker was, als een gemaakten draat van een Zijdworm. Dese uijt getrokkene draaden, waren ook met kleijne deeltgens van een heldere gomagtige stoffe, op verscheijde plaatsen beset, gelijk de draaden die de Zijdwormen voortbrengen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+While the threads which the spinning silkworm produces are always covered with a small amount of sticky substance, and one thread more than the other is also provided in many places with a clear sticky fluid which, when viewed through the magnifying glass, is as small on the threads as sandGa naar voetnoot22 is to the naked eye, the threads which I quickly pulled from the silkworm are not only covered with larger particles of a sticky substance, but that sticky substance had a yellow colour in many placesGa naar voetnoot23. Further I took a silkworm which had spun a little more than the preceding one,Ga naar margenoot+ and when I opened it, the part had a beautiful orange colour, I saw that, while in Fig. 5 the latter had only a bright yellow colour. And when I opened a silkworm which as it were had finished spinning, those parts had only a pale yellow colour. I very softly pulled apart such a part as last mentioned, from which I think the thread emerges, in the middle, where it is thickest, and observed that this part was at least twelve inches long before it brokeGa naar voetnoot24. And further I very softly broke off several times a very small piece of the said partGa naar margenoot+ (as designated) in Fig. 6 at N, as a result of which a very thin thread followed, and when I unwound it very slowly, I saw that such a thread was at least twenty-four inches long before it broke. When looking at this unwound thread with the naked eye, one would think that it was as thin as the one which the silkworm makes, but when inspecting it through the magnifying glass, I saw that in one place it was much thicker than (in a place) an inch further away, and where it was thinnest, one would think that it was not thicker than a thread spun by a silkworm. These unwound threads were also covered in several places with small particles of a clear gummy substance, like the threads which the silkworms produce. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Als ik het verhaalde deel fig: 6. tusschen LM. en N. door het Vergroot glas besag,Ga naar margenoot+ ontdekten ik op deselve een groote menigte van Bloet-vaaten, waar van de grooste uijt rings gewijse deelen waren te samen gestelt; en al hoewel dese Bloetvaaten, een bruijne of swartagtige gedaante hadden, soo en konde ik niet ontdekken, dat arterien, en vena, met den anderenGa naar voetnoot43 vereenigden, hoe naeuwkeurig ik ook toe sag, het sij op dese of andere werktuijgenandere werktuijgenGa naar voetnoot31, ofte in de in gewanden, daar de Bloet-vaaten mij in een onbedenkelijkeGa naar voetnoot71 menigte te vooren quamen, want als ik mijn Oog liet gaan, op de dunste vaaten, soo ontweken deselve op alle plaatze die ik beschouwde het gesigtGa naar voetnoot72. Om eenGa naar voetnoota bevattinge van de rings gewijse deelen vande Bloet vaaten te hebben, heb ik een kleijn gedeelte van een Bloet-vat, dieGa naar voetnootb sig in twee takken verdeelt, laten af teijkenen. Ga naar margenoot+Fig: 7. FGHIK.Ga naar voetnootc verbeeld een Adertak, uijt een Zijdworm genomen, die sig aan G. in twee takken spreijtGa naar voetnoot73. Dese Ader TakGa naar voetnootd, en was niet van de grooste, want daar nevens aan lag een Ader, die wel vier maal soo wijd was, als die met FK. werd aan gewesen. Ga naar margenoot+Ik hebbe verscheijde Zijdwormen, als ik oordeelde dat ze bij na uijtgesponnen waren, uijt haar gespin gesneden, om haar veranderingGa naar voetnoot74 te sien, en waar genomen, dat wanneer haar huijt ontrent haarGa naar voetnoote hooft, een weijnig los wierde, dat dan de Worm al in een popje was verandert, en datter dan niet anders aan ontbrak, als het verwisselen van desselfs huijt; en wanneer ik soo een Worm, welkers huijt een gedeelte was afgestroopt, desselfs huijt verder wilde af doen, vonde ik de onderhuijt soo sagt, dat ik deselve quam te quetsen. Ga naar margenoot+Het Vliegende Schepsel uijt het popje komende, dat wij dan een UijltgeGa naar voetnoot75 noemen, hebbe ik verscheijde malen der selverGa naar voetnootf darm, en werktuijgen, digt aan den uijt gang leggende, uijt hare lighame genomen, ende deselveGa naar voetnootg door het Vergroot glas bekeken, en door gaansGa naar voetnoot16 met groote verwondering gesien, de groote beweginge die inde uijt genome darmGa naar voetnooth was, want nu neep de darm sig op de eene plaats toe, en stiet de weijnige stoffe die inde selve was, alsGa naar voetnoot76 na den uijt gang, en soo ras en was die stoffe daar niet gekomen, of de darm neep sig aldaar weder toe, en stiet de stoffe weder te rug, ende dit gins en weder stooten vande stoffe inde darm, ende dat indeGa naar voetnooti lengte van een sestiende deel van een duijmGa naar voetnoot61, ende dat soo veel maal en soo lang, dat mijn gesigt moede wierdeGa naar voetnoot77Ga naar voetnootj. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+When I looked at the said part of Fig. 6 between LM and N through the magnifyingGa naar margenoot+ glass, I discovered therein a great many blood vessels, the largest of which were composed of annular parts; and although these blood vessels were brownish or blackish, I could not discover that arteries and veins united with each other, however accurately I looked, either at these or other organs, or in the intestines, where the blood vessels became visible to me in inconceivably large numbers, for when I cast my eye over the thinnest vessels, they escaped the sight in all places I inspectedGa naar voetnoot25. In order to gain some comprehension of the annular parts of the blood vessels, I asked the draughtsman to draw a small portion of a blood vessel, which splits into two branches. Ga naar margenoot+Fig. 7. FGHIK represents a branch of a vein, taken from a silkworm, which splits into two branches at GGa naar voetnoot26. This branch of a vein was not one of the widest, for beside it there was a vein which was at least four times as wide as the one designated by FK. Ga naar margenoot+I cut several silkworms out of their cocoons when I judged that they had almost stopped spinning, in order to see their metamorphosis, and I observed that when its skin in the vicinity of its head was somewhat loosened, the worm had already been metamorphosed into a little pupa, and that then the only thing still lacking was the casting of its skin. And when I wanted to strip such a worm, part of whose skin had been stripped off, further of its skin, I found the underlying skin to be so soft that I injured it. Ga naar margenoot+I removed several times the intestine and the organs near the outlet from the body of the flying creature emerging from the pupa, which creature we then call a moth, and I inspected it through the magnifying glass. And each time I saw to my great astonishment the great movement in the removed intestine, for at one moment the intestine contracted in one place and ejected the small amount of substance therein as it were towards the outlet, and as soon as that substance had got there, the intestine contracted again in that place and pushed the substance back again. And this pushing to and fro of the substance in the intestine, and that across a length of one-sixteenth of an inch, and this so many times and so long, tired my eyesGa naar voetnoot27. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Dese laastgeseijde onder soekingen, en strekten tot geen ander eijnde, omGa naar voetnoota was het mogelijk de Dierkens in het Mannelijk zaad te ontdekken. In dit na soeken hebbeGa naar voetnootb ik niet te regt konnen komenGa naar voetnoot78, hoe menigmaal ik mijne onder soekingen hervatten. Vorders hebbe ik de Mannekens Uijltgens aan haar agterlijf gedrukt, om te vernemen of ik door sulk doen het Mannelijk zaad uijt haar agterlijf soude drukken, ende de levende Dierkens inde selve ontdekken. Dese uijt komende stoffe beschouwende, hebbe ik eensGa naar voetnoot79 gesien dat in't selvige swommen, een groote menigte van Dierkens, welkers lighame wel vier maal soo lang als breet waren, en daar bij was haar rugge dikker als haar onderlijf, seer naGa naar voetnoot80 in maaksel over een komende met de rivier vis, die wij Voorn noemen, dese haar lengte oordeelde ik de helft te sijn van een hair breeteGa naar voetnoot81. Op een andere tijd ontdekten ik in de stoffe, die ik uijt een ander Uijltge drukte, Dierkens die wel tien maal korter waren, als de eerst geseijde Dierkens. Dese waren in een over groot getal, en ik konde mij niet versekeren, of de geseijde levende schepsels, of van het Mannelijk zaad, of van de excremente, die ik mede uijt het lijf hadde gedrukt, waren af hangendeGa naar voetnoot82. Ga naar margenoot+Ik hebbe voor en na de twee geseijde ontdekkinge, nog veele en onvermoeijde na sporingen gedaan, en mij veel malen in gebeeldGa naar voetnoot5Ga naar voetnootc, dat ik Dierkens sag leven, Maar alsoo de bewegingen die ik sag, niet en geschiede, alsGa naar voetnoot83 ik in levende schepsels gewoon ben te sien, datze vaardigGa naar voetnoot84 door malkanderen swemmen, dat mij hier misteGa naar voetnoot85, ende dat ze in tegendeel met een trillende beweginge na de gront sakte, soo hebbe ik mijn selven niet konnen voldoenGa naar voetnoot86, en soo het Dierkens waren, soo souden deselve soo kleijn sijn, dat ze met haar duijsent Milioenen soo veel lighaams niet konnen uijt maken, als een grof sandGa naar voetnoot87 groot is. Ik hebbe hier vooren geseijt, dat de Zijdworm aan ijder zijde van het hooft ses oogen heeft, dat mij bewogen heeft, om soo veel het doenlijk was, te onder soeken, hoe veel oogen de Zijdworm heeft, nu hij bij veranderingGa naar voetnoot88, een Vliegent Schepsel is geworden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+These last-mentioned researches were intended for no other purpose than that of discovering, if possible, the animalcules in the male seed. In this I have not succeeded, however frequently I resumed my researches. Further I pressed on the abdomen of the male moths, to find out whether by this method I should force the male seed out of their abdomen and discover the living animalcules therein. When inspecting this emerging substance, on one occasion I saw that in the latter were swimming a great many animalcules, whose bodies were at least four times longer than broad, while their back was thicker than their abdomen, in structure approximately like the river-fish we call roach; I estimated its length at one half of a hair's breadthGa naar voetnoot28. At another time I discovered in the substance I forced out of another moth animalcules which were at least ten times shorter than the first-mentioned animalcules. These were extremely numerous, and I could not gain certainty as to whether the said living creatures were connected with the male seed or with the excrements, which I had also forced out of the body. Before and after the two said discoveries I made many more untiring researches and I frequently thought I saw animalcules living, but since the movements I saw did not take place in the way I am accustomed to see them in living creatures, i.e. that they are swimming rapidly among one another, which I did not see in this case, and since on the contrary they sank to the bottom in a fluttering movement, I have not been able to gain certainty. And if they were animalcules, they would be so small that in their thousands of millions they would not form as large a volume as that of a coarse grain of sandGa naar voetnoot29. Ga naar margenoot+I have said before that the silkworm has six eyes on either side of the head, which induced me to investigate as well as possible how many eyes the silkworm has when, through metamorphosis, it has become a flying creature. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+HebbendeGa naar voetnoota dan dat deel, dat wij in diergelijke schepsel een Oog noemen, voor het Vergrootglas gestelt, welk deel wat hooger uijt het hooft is staande, als een halve klootze ronteGa naar voetnoot89, ende na mijn beste vermogen, de gesigtenGa naar voetnoot90 staande int geseijde deel vande gront van het rond, tot op het boven punct van het rond, het welkeGa naar voetnootb een vierde deel van een klootze rond is uijt makende, getelt, tot op sesendertig gesigten. Met dese mijne tellinge niet vergenoegt zijnde, gaf ik het den Teijkenaar inde hand, om gelijke waar neminge te doen, die vijf en dertig gesigten telden. Laten wij nu het laaste aan nemen, en seggen, dat opGa naar voetnootc een vierendeel van een klootze ronte, staan vijf en dertig gesigten, soo staan inde lengte van den grooten Circul op de kloot 140. gesigten. Nu leert MetiusGa naar voetnoot91, dat als gegeven werd, de lengte van de groote Circul inde Sphera, om de superfitie te berekenen, de korste weg, als men seijt, de beste is;Ga naar voetnootd gelijk als 22. geven 7. wat geeft het quadraatvan den Circul, het facitGa naar voetnoot92 wat te kleijn. DitGa naar voetnoote soo sijnde, soo soude dat kleijne deel, dat de gemene Man voor een Oog aan siet, meer dan uijt drie duijsent gesigten bestaan, ende soo men beijde die deelen voor een klootze ronte aan neemt, bestaan uijt 6236. gesigten. Soo danig deel hebbe ik laten af teijkenen, soo groot als het int bloote Oog den Teijkenaar voor quam, op dat men het verwonderens waardigeGa naar voetnoot93 maakselGa naar voetnootf van soo eenGa naar margenoot+ kleijn schepsel, sig soude konnen te binnen brengen; het welke fig: 8. tusschen L. ende M. werd aan gewesen. IJder van dese gesigten, sijn ook als met ses sijden om trokkenGa naar voetnootg, over een komende met de geschikste ordreGa naar voetnoot94 die wij bedenken konnen, waar van een weijnige gesigtenGa naar voetnooth door het Vergroot glas sijn af geteikent, als met fig: 8. abcd. werden aan gewesenGa naar voetnoot95. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+I therefore placed that part which we call an eye in such a creature before the magnifying glass; this part rises somewhat more above the head, like a semi-sphere, and I counted, to the best of my ability, the facets in the said part, from the basis of the sphere to the upper point of the sphere, which constitutes one-fourth of a sphere, as being thirty-six facets. Not being satisfied with this count, I handed it to the draughtsman for him to make the same observation, and he counted thirty-five facets. Now let us assume the latter, and say that there are thirty-five facets in one-fourth of a sphere, then there are 140 facets on the whole of the great circle on the sphere. Now MetiusGa naar voetnoot30 states that if the length of the great circle on the sphere is given, the shortest route for calculating the surface, as it is said, is the best; as, if 22 give 7, what is the cube of the circle? The result is a little too small. ThisGa naar voetnoota being so, that small part which the common man takes to be an eye would consist more than three thousand facets, and if one takes both parts to be a sphere, it would consist of 6236 facets. I asked the draughtsman to draw such an organ as large as it appeared to his naked eye, in order that one might realize the wonderful structure of so small a creature,Ga naar margenoot+ which is designated in Fig. 8 between L and M. Each of these facets is also surrounded as it were by six sides, which corresponds to the best arrangement we can think of, some of which facets have been drawn as viewed through the magnifying glass, as is designated in Fig. 8 by abcdGa naar voetnoot31. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Als wij nu hetGa naar voetnoota geseijde kleijne deel van sijn gesigt senuwen hadde gereijnigt, ende voor het Vergroot glas hadden gestelt, soo konde wij de voorwerpen, door ijder gesigt bekennen, maar seer kleijn, soo dat den grooten toorn, van de nieuwe Kerk,Ga naar voetnootb die niet verre van mijn huijs af staat, door veele gesigten, nietGa naar voetnootc grooter vertoonden, als de punct van een kleijne spelt, in ons bloote oog isGa naar voetnoot96. Hier uijt is ook wel af te meten, hoe kleijn mij de gesigt senuwe sijn voor gekomen. Ook mede sag ik inde Hersenen, een onbedenkelijkeGa naar voetnoot71 menigte van dunneGa naar voetnootd aderkens. Als wij nu weten, dat een Zijdworm inde tijd van agt â. negen dagen niet alleen sijn gespin volbrengt, maar dan ook al verandert is in een popke, ende als dan niet alleen de oogen, maar alle de leden, van het vliegende schepsel, al gemaakt sijn, soo moeten wij als verbaastGa naar voetnoote staan, over alle de Wonder werken, die in eenGa naar voetnootf schepsel de Zijdworm te beschouwen sijn, en hoe weijnig is het geene wij ontdekken, bij dat geene, dat voor onse oogen nog verborgen sal blijven, en ik beeld mij inGa naar voetnoot5, dat geen Mensch soo verre sal komen, dieGa naar voetnoot97Ga naar voetnootg alle de zaaken, die in een Zijdworm sijn te ontdekken, der selverGa naar voetnooth uijtwerkingeGa naar voetnoot98, sal weten aan te wijsen. Ga naar margenoot+Laten wij door het Vergrootglas besien de Wieken, soo sullen wij bevinden, dat deselve aan beijde de zijden beset sijn, met een onbegrijpelijkeGa naar voetnooti menigte van veerenGa naar voetnoot99, die soo verscheijde van maaksels sijn, dat schoon wijGa naar voetnoot100 hondert en meer, bij malkanderen sien leggen, die alle van een bijsondereGa naar voetnoot101 maaksel sijnGa naar voetnoot102. Ik hebbe om dit wonderwerk, nog meer voor de Oogen te stellen, 8. distincte Veeren laten af teikenen, om dat mij niet gedenkt, dat ik soo danige nette maaksels van Veeren, op vliegendeGa naar voetnootj schepsels hebbe gevonden. Ga naar margenoot+Fig: 9. AB: CD: EF: GH: IK: LM: NO: vertoonen de geseijde Veeren, alwaar met A: C: E: G: I: L: N: de schagten vande Veeren sijn aangewesenGa naar voetnootk, die in het Vlies van de Wiek gestaan hebbenGa naar voetnoot103. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
When we had cleared the said small organ of its optic nerves and had placed it before the magnifying glass, we could see objects through each facet, but very small, so that the big tower of the New Church, which is not far from my house, was viewed through many facets as no larger than the tip of a small pin is before the naked eyeGa naar voetnoot32. From this it may be inferred how small the optic nerves appeared to me. I also saw in the brain an inconceivably large number of very narrow little veins. If we now know that in a period of eight to nine days a silkworm not only completes its cocoon, but then has already been metamorphosed into a pupa, and then not only the eyes but all the organs of the flying creature have already been made, we must be as it were astonished about all the wonders that can be seen in such a creature as the silkworm, and how little is that which we discover as compared with what will still remain hidden from our eyes. And I think that no man will get so far as to discover all things in a silkworm and to show their functioning. Ga naar margenoot+If we inspect through the magnifying glass the wings, we shall find that they are covered on both sides with an incredible number of scales, which are so different in structure that even if we see a hundred and more of them lying close together, they are all differently madeGa naar voetnoot33. In order to make this wonder even more visible, I asked the draughtsman to draw 8 different scales, because I cannot remember having found such neat structures of scales on flying creatures. Ga naar margenoot+Fig. 9. AB, CD, EF, GH, IK, LM, and NO represent the said scales, in which A, C, E, G, I, L, and N designate the quills of the scales, which stood in the membrane of the wingGa naar voetnoot34. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoe wel het Vergroot glas, daar dese Veeren door geteijkent zijn, seer scharp was ontdekkende, soo konde den Teijkenaar de striemen, of zenuwenGa naar voetnoot104, daar ijder Veer mede is versien, niet bekennen, voor dat ik hem onderrigten. Om deselve het maaksel vande VeerenGa naar voetnoota naakterGa naar voetnoot36 voor de Oogen te stellen, gaf ik hemGa naar voetnootb een Vergroot glas inde hand, dat seer na soo vergrootende wasGa naar voetnoot105, als daar de Zijdworm-draat door geteijkent is, met bevel datGa naar voetnoot106 een Veder soude af teijkenen, die hem best int oog quam. Ga naar margenoot+Fig: 10. PQR. vertoont de geseijde Veder, waar in men naakt komt te sien, de menigte van striemen, ofte zenuagtige deelen, die de Veder een stijfte toe brengt, en welkeGa naar voetnootc striemen inde breete vande Veer ontrent R. in eenigeGa naar voetnoot107 Veeren ikGa naar voetnootd wel tot dertig getelt heb. Als wij nu gedenken, dat ijder Veer sijn groot makinge heeft bekomen, door der selver schagt, die inde geseijde figuur met P. werd aan gewesen, wat al bij sondere vaatenGa naar voetnoot108, in soo een schagje moet zijnGa naar voetnoote, sal de Veer sijn groot makinge daar door ontfangenGa naar voetnoot109. Om dit Wonderbare schepsel, nog naakter voor de Oogen te stellen, heb ik door een pinceel de Veders vandeGa naar voetnootf Wiek af geveegt, om de menbrane vande Wiek te beschouwen, ten anderenGa naar voetnoot110, om dat mij de lidtekensGa naar voetnoot111Ga naar voetnootg die inde menbrane sijn, waar in de schagten vande Veeren hadden geweestGa naar voetnooth te ontdekken, om daar uijt te konnen sien, hoe digt de Veeren bij den anderenGa naar voetnoot43 hadden gestaan, waar uyt my bleek, dat ontrent yder hair breet spatieGa naar voetnoot112 van den anderen een Veer hadde gestaanGa naar voetnoot113. Als wy nu vast stellenGa naar voetnoot38, dat 640. hairbreeten, gelijk.... seijtGa naar voetnoot114, de lengte van een duijmbreet uijt maken. Dit soo sijnde soo souden meer dan vier maal hondert duijsent, Veertgens op de vier Wieken van soo een Uijltge staan. Want de geseijde vier WiekenGa naar voetnooti bij den anderen leggende, maken ontrent ¾ van een duijm uijt. Gelijk nu aan weder zijden vande Wieken de Veertgens staan soo souden ze de spatie wel beslaan van 1½ duijm. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Although the magnifying glass through which these scales have been drawn gave a very sharp image, the draughtsman could not detect the stripes or sinewsGa naar voetnoot35 with which each scale is provided before I instructed him. In order to make the structure of the scales more clearly visible to him, I handed him a magnifying glass whose magnification was almost as great as the one through which the silkworm thread has been drawn, and asked him to draw a scale which was clearest to him. Ga naar margenoot+Fig. 10. PQR represents the said scale, in which one clearly sees the numerous stripes or sinew-like parts which impart stiffness to the scale, of which stripes in the breadth of the scale near R, I counted at least thirty in some scales. If we now bear in mind that each scale has received its growth through its quill, which is designated by P in the said figure, how many different vessels must there be in such a little quill if the scale is to receive its growth from itGa naar voetnoot36. In order to make this wonderful creature even more clearly visible, I rubbed off the scales from the wing with a brush to look at the membrane of the wing, and secondly to discover the scars in the membrane in which the quills of the scales had been, so as to see how close to each other the scales had been, from which I found that there had been a scale at a space of one hair's breadthGa naar voetnoot37 from each other. If we now assume for certain that 640 hair's breadths make a length of one inch, as.... saysGa naar voetnoot38, this being so, there would be more than four times a hundred thousand scales on the four wings of such a moth. For when the four wings are placed together, they form approximately ¾ of an inch. Since the scales are on either side of the wings, they would take up the space of at least 1½ inches. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Soo wij ons nu inbeeldenGa naar voetnoot115, dat ookGa naar voetnoota het lighaam en pooten van een verhaalt Uijltge met soo veel veeren sijn beset, als op de vier Wieken staan, soo moeten wij het geseijde getal twee vout nemen. Ga naar margenoot+Nu quam mijGa naar voetnootb int oog, de beenen of senuwen, die de wiek een stijfte toe brengtGa naar voetnootc, om het uijt spansel van de Wiek te verrigtenGa naar voetnoot116, ende in de selve, naakter als in andere vliegende schepsels, de gekrinkelde Aders inde selveGa naar voetnoot117. Dese beenen waren nog met een menbrane omvangen, en op die menbrane stondenGa naar voetnootd weder Veertgens. Ik hebbe ook goet gedagt, een stukje van een Been, die de Wiek een stijfte toe brengt, te laten af teijkenen. Ga naar margenoot+Fig: 11. ABCDEFG. vertoont een kleijn gedeelte van het geseijde Been, daar in men sietGa naar voetnoote de Ader, soo gekrinkelt als deselve daar in was leggende, ende daar het Been sig in twee takken verspreijt, de Ader insgelijks komt te doen, dog in andere gedeeltensGa naar voetnoot118 van de Beenen, daar lagen de Aders in soo veel bogten niet, als hier werd aan gewesenGa naar voetnoot119. Inde geseijde fig: 11. werd met ABH aan gewesen, een kleijn gedeelte vande menbrane van de Wiek, sonder VeerenGa naar voetnootf, ende de stippen daar in aan gewesen, sijn de putten, daar in de schagjens vande Veeren hebben gestaan. Ga naar margenoot+Sien wij opGa naar voetnootg de wel gemaakte klaeutjens, waar medeGa naar voetnooth ijder van de ses korte pootenGa naar voetnooti waar mede het voorste gedeelte van het lighaam vande Zijdworm is versien, en welkeGa naar margenoot+ klaeutjens mede verwisselen, als de Zijdworm sijn huijt verwisselt, enGa naar voetnootj werd fig: 12. met IKL. soo een klaeutje aan gewesenGa naar voetnoot120. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
If we now suppose that the body and legs of such a moth are also covered with as many scales as are on the four wings, we must double the said figure. Ga naar margenoot+Now I also caught sight of the bones or sinews which impart stiffness to the wing, with a view to spreading the wing, and therein, more clearly visible than in other flying creatures, the crinkled veins thereinGa naar voetnoot39. These bones were also surrounded by a membrane, and on that membrane in turn there were also scales. I therefore thought it appropriate to ask the draughtsman to draw a portion of a bone which imparts stiffness to the wing. Ga naar margenoot+Fig. 11. ABCDEFG represents a small portion of the said bone, in which one sees the vein, as crinkled as it lay therein, and where the bone splits into two branches, the vein does the same, but in other portions of the bones the veins did not lie in so many crinkles as is shown hereGa naar voetnoot40. In the said Fig. 11, ABH designates a small portion of the membrane of the wing, without the scales, and the dots shown there are the pits in which the quills of the scales were placed. Ga naar margenoot+Let us look at the little claws on each of the six short legs with which the front part of the body of the silkworm is provided, and which claws are also cast when theGa naar margenoot+ silkworm casts its skin. In Fig. 12 such a little claw is designated by IKLGa naar voetnoot41. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Als wij nu sien, dat inde veranderingGa naar voetnoot74 de pootjens alleen maar van huijtjens verwisselen, ende dat daar de pootjens gestaan hebben, doen het een Zijdworm was, te voorschijn komen pootenGa naar voetnoot121 die met uijt nemende veel Veeren sijn beset, en dat ijderGa naar margenoot+ van die pooten met twee scharpGa naar voetnoota vattende klaeuwen sijn versien als met fig: 13: MNO.Ga naar voetnootb werd aangewesenGa naar voetnoot122, soo komt ons al weder de onbedenkelijke, en onbegrijpelijke verandering int oog, en nog meer, als wij gedenken dat alle de verwonderens waardigeGa naar voetnoot93 deelen, die wij in, en aan soo een schepsel bevinden, alleen afhankelijk isGa naar voetnootc, van een Dierke uijt het Mannelijk zaad; Want schoon wij ons niet ten genoege hebben konnen voldoenGa naar voetnoot86, ontrent die Mannelijke zaaden, soo staat het nogtans bij ons vast, dat alle die WonderhedenGa naar voetnootd, waar van wij gesprooken hebben, in een Dierke van het Mannelijke zaad, opgeslooten leijtGa naar voetnoote, en was het daar niet in geweest, het soude daar niet uijtkomen. Ga naar margenoot+Dus verre mijne gedagten en naspeuringe, op het papier gestelt hebbende, sie ik dat inde huijsingeGa naar voetnoot123 naast mijn huijs gelegen, daar men mede Zijdwormen hadde op gevoet, op den 28e Augustij, al jonge Zijdwormen uijt de Eijeren waren gekomen, daar nogtansGa naar voetnoot124 de Zijdwormen in mijn huijs, eerder aan het spinnen waren gekomen, ende ook eerder Eijeren uijt de Uijltgens waren gekomenGa naar voetnootf. Ik hadde wel gedagten, datGa naar voetnoot125 haar huijs warmer sijnde, alsooGa naar voetnoot126 een hoekhuijs was, en staande met de Voor gevel tegen het Noortoosten en dus des voor middaags ende een groot gedeelte inde na middag vande Son beschenen werdende, sulkGa naar voetnootg daar door mogte veroorsaakt werden. Maar wat sullen wij hier van seggen, als wij sien, dat schoon wij tien en meer dagen, ontrent die tijd bij dag Eijeren vande Zijdwormen bij ons hebben gedragen, en datGa naar voetnooth daar geen jongen uijt zijn voortgekomenGa naar voetnoot127. Ik nam soo een eerstGa naar voetnoot128 uijt het Eij gekomene Zijdworm, en bragt deselve voor het Vergroot-glas, om soo danigen dunneGa naar voetnooti gesponne draatge, dat soo een Zijdworm komt te maken, te besien, om was het doenlijk te ontdekken, of soo een eerst gemaakte draatGa naar voetnoot129 mede twee voudig was; dat ik maar eensGa naar voetnoot79 hebbe komen te sien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
If we now see that during the metamorphosis the legs only cast their skin and that, where the legs are when it was a silkworm, legs appear which are covered with an extremely large number of scales, and that each of those legs is provided with two veryGa naar margenoot+ sharp claws as designated in Fig. 13 by MNOGa naar voetnoot42, the inconceivable and incomprehensible metamorphosis again strikes us, and this even more so when we bear in mind that all the wonderful organs we find in and on such a creature originate only from an animalcule from the male seed. For although we have not been able to gain certainty about those male seeds, nevertheless we are convinced that all the wonders of which we have spoken are enclosed in an animalcule of the male seed, and if it had not been therein, it would not emerge therefrom. Ga naar margenoot+After having committed to paper my thoughts and investigations so far, I saw that in the house adjacent to mine, where silkworms had also been reared, already on the 28th of August young silkworms had emerged from the eggs, although the silkworms in my house had started spinning at an earlier moment and eggs had also emerged earlier from the moths. I considered that this might be due to the fact that their house was warmer because it was a corner house and stood with its front facing Northeast, so that the sun shone on it in the morning and a large part of the afternoon. But what shall we say about this if we see that although around that time we carried eggs of the silkworms on our person by day for ten and more days, no young silkworms emerged from themGa naar voetnoot43. I took such a silkworm that had just emerged from the egg and placed it before the magnifying glass in order to inspect such a thin spun thread which such a silkworm makes and to discover, if possible, whether such a thread just made was also double, which I saw only once. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dese eerst gemaakte draaden, oordeelde ik na mijn beste vermogen, dat meer dan duijsent maal dunder sijn als den draat die een Zijdworm komt te maken, als den selven sig om spintGa naar voetnoot130; en gelijk de groote ZijdwormenGa naar voetnoot131, op seer veel plaatsen hare uijt komende draaden met een aan klevende stoffe is beset, om datGa naar voetnoot132 der selver draaden soude konnen vast hegten, soo was het draatge vandeGa naar voetnoota eerst uijt het Eij komende Zijdwormke, mede met soo danige stoffeGa naar voetnoot133, als naar advenandGa naar voetnoot134 de volwassene. Int kort daar is niet aan te twijfelen, of alle de volmaaktheden, aan een Zijdwormke, soo als het uijt het Eij komt sijnder, die wij in een volwassene soude mogenGa naar voetnoot135 ontdekken. Dese geseijde uijt de Eijeren komende Zijdwormen, heeft men soo verre soeken groot te maken, als het doenlijkGa naar voetnootb was, dog de eene voor ende de andere na stervende, heeft de laaste tot ontrent half October geleeft. Hier heeft Sijn Hoog Furstelijke Genade mijne aan teekeninge die ik vande Zijdworm hebbe gehouden, inde welke eenige saaken (wil ik hoopen) sullen gevonden werden, daar inGa naar voetnoot136 een behagen sult vinden. Ik sal blijvenGa naar voetnoot137
Sijne Hoog Furstelijke Genade Alder onderdanigste Dienaar
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I judged to the best of my ability that these threads just made are more than a thousand times thinner than the thread which a silkworm makes when it spins its cocoonGa naar voetnoot44. And as the threads emerging from the big silkworms are covered in very many places with a sticky substance in order that they might be able to attach their threads, the thread of the silkworm just emerging from the egg was also covered with such a substance, in proportion to the full-grown silkworm. Briefly, it cannot be doubted but all the perfect parts we can discover in a full-grown silkworm are present in a silkworm as soon as it emerges from the egg. These silkworms emerging from the eggs were sought to be reared as far as was possible, but one after the other died, and the last lived up to approximately mid-October. Here Your Serene Highness has the notes which I made about the silkworm, in which some matters will (I hope) be found in which you will take pleasure. I remainGa naar voetnoot45,
Your Serene Highness's most obedient servant
|
|