Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694
(1976)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| |||||||
Korte inhoud:Over de kleuren van de veren van de papegaai en van wol. Onderzoekingen over de metamorfose, de structuur van de monddelen en de anatomie van de poten van de vlo. Waarnemingen van de copulatie van de vlo. Kritiek op Kircher's mededelingen over de vlo. | |||||||
Figuren:De twintig gegraveerde figuren zijn bijeengebracht op één plaat. | |||||||
Opmerkingen:L. heeft geen eigenhandige brief met tekeningen aan de Royal Society gezonden, maar een gedrukt exemplaar en een gravure (zie blz. 206, aant. 1). Beide laatste bevinden zich te Londen, Royal Society, MS. 1953, Early Letters L. 2. 44. De hier afgedrukte tekst is gebaseerd op [A]. | |||||||
Letter No. 126 [76]
| |||||||
Published in:
| |||||||
Summary:On the colours of the feathers of the parrot and of wool. Research concerning the metamorphosis, the structure of the mouth parts, and the anatomy of the legs of the flea. Observations of the copulation of the flea. Critical remarks on Kircher's report on the flea. | |||||||
Figures:The twenty engraved figures have been combined in one plate. | |||||||
Notes:L. did not send an autograph letter with drawings to the Royal Society, but a printed copy and an engraving (see p. 207, note 1). The two latter are to be found in London, Royal Society, MS. 1953, Early Letters L. 2. 44. The text as here printed is based on [A]. | |||||||
Den 15. October 1693Ga naar voetnoot1).
HOOG-EDELE HEEREN,
IK hebbe in de Missive die de Heer Richart Waller, hare Hoog Ed: Secretaris, aan mij schrijftGa naar voetnoot2), gesien, dat mijn twee laatste Missiven in de Coninklijke Societeyt, met genoeginge van de geene die present waren sijn gelesenGa naar voetnoot3). Sijn Ed: seyt onder andere: Van het maaksel van de Pluymen in 't gemeen, sult UE. een seer net verhaal vinden in Micrographia van Doctor Hook, Observ: 36. pag: 168. met eene gissinge, aangaande de oorsaake van hare verscheyde Couleuren, de schoonheyt en helderheyt, van welke hij oordeelt te ontstaanGa naar voetnoot4), uyt de uytnemende kleynheyt van de reflecterende deelen: soo dat het proef van UE. voortreffelijke vergroot-glasen mogte weerdig sijn, of UE. wat verder als hy gedaen heeft, de componerende deeltjens van de pluyme kond ontdekken; en of daar sy eenig onderscheytGa naar voetnoot5), tusschen de weefsels van de verscheyde deelen, van een enkele draatGa naar voetnoot6) van een Pluym, wanneer sy van verscheyde Couleuren sijn: by exempel, of dat geene dat root | |||||||
The 15th of October 1693.
VERY NOBLE SIRS,
I have seen from the missive which Mr. Richart WallerGa naar voetnoot1), Your Honours' Secretary, writes to meGa naar voetnoot2) that my last two Missives have been read in a meeting of the Royal Society to the satisfaction of those who were presentGa naar voetnoot3). His Honour says among other things: As regards the structure of the Plumes in general Your Honour will find a very neat account in Micrographia by Doctor Hook, Observ. 36, p. 168, with a conjecture as to the cause of their different Colours, the beauty and clarity of which he believes are due to the extreme smallness of the reflecting parts, so that it might be worth while testing by means of Your Honour's excellent magnifying glasses whether Your Honour could discover, a little further than he has already done, the component parts of the plumes; and whether there is any difference between the textures of the divers parts of a single thread of a PlumeGa naar voetnoot4) | |||||||
voort komtGa naar voetnoot7), sy van een verscheyde maaksel, verschillendeGa naar voetnoot8) van het deel dat wit, geel, of swart isGa naar voetnoot9). Ga naar margenoot+Ik moet hier op seggen, dat ik een groote groene Papegaey, al eenige jaren in mijn huys hebbe gehad, welkers slagvederen met bysondereGa naar voetnoot10) couleuren sijn versien; soo dat eene veder of pluym, voor een gedeelte, schoonGa naar voetnoot11) root, geel, groen, blaeuw en ook swart isGa naar voetnoot12). Dese pluymen heb ik veel maal, soo nu als dan beschout, om was het mogelijk, de oorsaak van der selver bysondere couleuren te ontdekken, maer ik hebbe daar in nietGa naar voetnoot13) konnen sien, waer uyt ik een vast besluyt, ontrent de verschillende couleuren konde makenGa naar voetnoot14). Alleen schijnt my dit het naaste ontrent het swartGa naar voetnoot15), dat hoe minder de deelen doorschijnende sijn, hoe swarter die ons voorkomen. Ga naar margenoot+Wanneer mijn meeste speculatien op de couleuren warenGa naar voetnoot16), nam ik ook een gesponne draat van grof geweven wolle stoffe, die ik aan soodanige kleyne stukjens snede, als het geraseerde hair van een Baart is, dese kleyne stukjens hairtjens, of wol, kleefde ik door een seer dunne gom, op een smal seer dun en plat glaasje, by my daar toe geblasen, en die stelden ik dan voor het Vergrootglas, om dusGa naar voetnoot17), (indien de wolle stoffe de reden van de couleur verschafte) de ware oorsaak van de couleur te ontdekken, dog ik konde niet als gissinge, daar uyt voortbrengen, en het en was geen onaangenaam gesigtGa naar voetnoot18), wanneer ik de bly roodeGa naar voetnoot19) couleur, die men scharlaken, of ook wel kuffelaars couleurGa naar voetnoot20) noemt, quam te beschouwen, en dat om de menigvuldige verschillende couleuren, die de ontstukken gesneden deeltjens wol, komen te vertoonen, en wel | |||||||
when they are of different Colours; for example, whether that which looks red is of another texture, different from the part which is white, yellow, or blackGa naar voetnoot5). Ga naar margenoot+To this I must say that I have had in my house, for some years already, a large green Parrot, whose flight-feathers have different colours, so that one feather or plume is partly a beautiful red, yellow, green, blue, and even blackGa naar voetnoot6). I have examined these plumes on many occasions in order to discover, if possible, the cause of their different colours, but I have not been able to see anything therein from which I could draw a definite conclusion with regard to the different colours. It only seems most obvious to me with respect to the black that the less transparent the parts are, the blacker they appear to us. Ga naar margenoot+At the time when I gave most thought to the colours I also took a spun thread of coarsely woven woollen material, which I cut into fragments as tiny as the shaven hair of a Beard; I stuck these tiny fragments of little hairs or wool by means of a very thin gum on to a narrow, very thin and flat piece of glass, blown by me for the purpose. And I then put this before the magnifying glass, in order thus to discover (if the woollen material was the cause of the colour) the true origin of the colour, but I could only make merely a guess about it. And it was quite a pleasant sight when I beheld the brilliant red colour, which is called scarlet, or sometimes ‘kuffelaars’ colourGa naar voetnoot7), this because of the manifold different colours which the bits of wool, thus cut to pieces, display, | |||||||
voornamentlijk, als men het gesponne draatje wol, komt ontstukken te snyden, alwaar het met andere draatjens wol, wat vast op een heeft gelegen, en dus niet welGa naar voetnoot21) doorverft is: ja het was my soo schoon in 't oog, dat ik dit voor een vergroot-glas hebbe laten staan, en aan eenige liefhebbers hebbe laten sien, want hier sagen wy stukjens wol die als geen couleurGa naar voetnoot22) hadden; in 't kort, men sag veel couleuren, stekende de een boven de andere in meerder roodigheyt uyt. De schoone bly roode couleur van die wolle beelde ik my inGa naar voetnoot23) hierin te bestaan, dat de Verw, de hairtjens wol in 't verwen, hare doorschijnentheyt niet en beneemt. En wanneer van soo een hooge schoon roode couleurGa naar voetnoot24), een onderkleet gemaakt, en gedragen werd, en door sweet is, wy als dan komen te sien, dat de schoon roode couleur, ter plaatse daar het door sweet is, in een vuyl roode couleur werd verandert, alleen uyt oorsaak (beeld ik my in) om dat de doorschynentheyt van yder draatje of hairtje wol, daar door belet werdGa naar voetnoot25). Het was my ook aangenaam te sien, dat men by de Coninklyke Societeyt van myn sentiment was, en waar op sijn Ed:Ga naar voetnoot26) komt te seggen. Ga naar margenoot+Datter geen voorteelinge is, nog ook kan sijn, sonder Voorteelder, dat de waarheyt daar van meer en meer daaglijks werd bevestigt, soo door UE.Ga naar voetnoot27) als andere curieuse aanmerkersGa naar voetnoot28) van de natuer, dewijl men geduurig bevind, dat alle de schepselen worden geteelt, op een geregelde wijseGa naar voetnoot29), dewelke de onwetende en luyheytGa naar voetnoot30) van de voorgaande Eeuwen, meende de uytwerkselen te sijn van verderfGa naar voetnoot31), tot groote schande van de Natuer. enz: Vorders seyt sijn Ed:Ga naar voetnoot26) en alhoewel het werk sonder bepalingeGa naar voetnoot32) schijnt te wesen, en over groot, nogtans en sullen wy het niet onverwinnelijk bevinden. Soo de regte weg wierd ingeslagen, het soude seer vermindert werden; en ik mag vrijmoedig seggen, dat meer van de waarheyt is, in dese laatste ondersoekende Eeuwe ontdekt geweest, als in alle de voorgaande menigte van jaren, daar in men soo veel gedisputeertGa naar voetnoot33) heeft, enz.Ga naar voetnoot34) Hier op sal ik seggen, dat ik in den Jare 1682. in de na-somer veel moeyten hadde aangewent omme na te speuren, hoe veel tyd het Ey van de Vloo van | |||||||
especially when one cuts to pieces the little spun thread of wool in the place where it has lain packed rather tightly together with other little threads of wool and thus has not been dyed through and through. Nay, it was so beautiful to my eye that I left it standing before a magnifying glass and showed it to some interested people, for here we saw little bits of wool which had hardly any colour; briefly, one saw many colours, one being much redder than the other. I assumed that the beautiful brilliant red colour of that wool was due to the fact that the Dye does not take away the transparency of the little hairs of wool during the dyeing process. And when an undergarment of such a brilliant and beautiful red colour is made and worn, and is wet with sweat, we can see that in the place where it is wet with sweat the beautiful red colour is changed to a dirty red colour, merely because (as I assume) the transparency of each little thread or hair is suppressed by itGa naar voetnoot8). I was also pleased to see that the Fellows of the Royal Society shared my view, whereupon His HonourGa naar voetnoot9) proceeds to say: Ga naar margenoot+that there is no procreation, nor can there be, without a Procreator, and that the truth of this is confirmed more and more every day, both by Your HonourGa naar voetnoot10) and by other keen observers of nature, because it is invariably found that all creatures are generated according to certain rules, which the ignorance and laziness of former ages believed to be the effects of corruption, to the great affront of Nature, etc.. His HonourGa naar voetnoot9) further says: and although the task seems to be endless and very great, we shall nevertheless not find it insuperable. If the right method were applied, it would be very much reduced; and I may frankly say that more of the truth has been discovered in this last searching age than in all the many previous years, during which there was so much dispute, etc.Ga naar voetnoot11). I will now say that in the late summer of the year 1682 I had taken a great deal of trouble to investigate how much time the Egg of a Flea needed | |||||||
doen hadde, om tot een volkome Vloo te worden. Dog alsoo ik doen ter tyd myn oogwit niet en konde bereyken, so heb ik myn Missive van den 22. Jann: 1683.Ga naar voetnoot35) aan Hare Hoog Ed: geschreven, dat ik de Eyeren die een Vloo hadde geleyt, in myn sak (in een glase tuba opgeslooten) hebbe gedragen, uyt de welke in vier dagen wormkensGa naar voetnoot36) voortquamen, en dat ik dese wormkens niet langer als twaalf dagen hadde in 't leven konnen behoudenGa naar voetnoot37), en alsoo die wormen in die tyd, geen vierde deel van haar groote en bereykte, als deselveGa naar margenoot+ syn, wanneer die haar tot het spinnen begevenGa naar voetnoot38), soo heb ik doen ter tyd my begeven op een Duyve-kot, daar veel Duyven waren, aldaar heb ik verscheyde nesten op een wit papier gestort, en daar uyt gesogt de Wormen, die ik my versekerde dat uyt de Vloo-Eyeren waren voortgekomen, en welke Wormen ik oordeelde de volwassenste te sijnGa naar voetnoot39). Als ook mede nam ik eenige jonge Duyven uyt haar nesten, en haalde van haar lijf verscheyde Wormen, die in de huyt van de Duyven, met haar hooft vast saten, de welke soo veel bloet uyt de Duyven hadden gesogen, dat haar lighamen voor het meerendeel root warenGa naar voetnoot40). Dit dede ik met die gedachte dat ik dusGa naar voetnoot17) eenige wormen soude aantreffen, die hare volkome wasdom hadden; ende als doen gesienGa naar voetnoot41), dat deselvige 8. â 10. dagen doorbragten met haar gespin, en stroopten als dan haar huytje | |||||||
to develop into a full-grown Flea. But since I could not at that time achieve my object, I wrote in my Missive of the 22nd of January 1683Ga naar voetnoot12) to Your Honours that I carried the Eggs which a Flea had laid (enclosed in a glass tube) in my pocket, from which Eggs in four days' time little wormsGa naar voetnoot13) emerged, and that I had not been able to keep these little worms alive longer than twelve daysGa naar voetnoot14). And since these worms had not in that time reached a fourth part of the size that they have when they start to spin their cocoons, IGa naar margenoot+ then went to a Dovecot, where there were many Pigeons. There I dropped several nests on a piece of white paper, and selected therefrom the Worms which I felt sure had emerged from the Flea-Eggs and which Worms I thought to be the most fully grownGa naar voetnoot15). I also took a few young Pigeons from their nests and removed from their bodies divers Worms, which were sticking with their heads in the skin of the Pigeons and which had sucked so much blood out of the Pigeons that their bodies were largely redGa naar voetnoot16). I did this, thinking that I should thus come across a few worms that were fully grown; and I then saw that they spent 8 to 10 days spinning their cocoons and then stripped off their little skin | |||||||
af, en wierden een tonneke of popke, ende dat dese popkens 4. dagen out sijnde, sag bewegen, ende dat die helder wit waren; op den sesden dag het hooft root wierd, ende op den tienden dag, de vloo het gespin ontstukke arbeydeGa naar voetnoot42), en door het glas sprong, en seven dagen sonder eenig voetsel te gebruyken de Vloo nog in 't leven bleef. Ga naar margenoot+Met dese verhaalde waarnemingen en heb ik my niet vergenoegt gehoudenGa naar voetnoot43), en sedert de verhaalde tyd verscheyde maal de Wormen uyt de Vloo-Eyeren, tot haar volkome groote tragten op te voeden, maar ik hebbe het niet als van dese somerGa naar voetnoot44) konnen te weeg brengen. Ik was des te meer begeerig daar toe, om dat wanneer in de Maant Maart ofte April, (al na dat het warm weder is) de Vloon uyt haar gespinGa naar voetnoot45) daar deselvige een gantsche winter in gelegen hebben, voor den dag komen, die eerste Vloon gestorven, ofte opgevangenGa naar voetnoot46), wy wel een korten tijd, geen of weynig Vloon vernemenGa naar voetnoot47), soo dat ik in soodanigen tyd, wel hebbe horen seggen, de Vloon hebben al gedaanGa naar voetnoot48). Ik hebbe nu in de Maant van July weder Vloon opgeslooten, op dat sy Eyeren souden leggen, de Wormen daar uyt komende heb ik soo veel besorgtGa naar voetnoot49), als my doenlyk was, en alle dagen gespyst met Vliegen, die ik alvoorens hadde gedoot; daar sy soo graatig van aten, dat deselvige in twee dagen meer in groote toenamen, als te vooren in ses dagen, ja aten haar soo sat, dat sy als sonder beweginge bleven leggen, en hare lighamen waren, voor het meerendeel swart van de spys van de VliegenGa naar voetnoot50). Myne aantekeningen die ik laatst daar van gehouden hebbe sijn dese. De Vloo-Wormen sijn den 6. July uyt de Eyeren gekomen. | |||||||
and became a little barrel or pupa. And when these pupae were 4 days old, I saw that they were moving and that they were a brilliant white. On the sixth day the head became red and on the tenth day the flea broke the cocoon to pieces and jumped about through the glass tube, and the Flea still remained alive for seven days without taking any food. Ga naar margenoot+With the observations here described I was not satisfied, and since the time mentioned I tried several times to rear the Worms from the Flea-Eggs till they were fully grown, but I have not been able to bring this about until this summer. I was the more eager to do this because, when in the Month of March or April (according to the warmth of the weather) the Fleas emerge from their cocoons, in which they have lain a whole winter, the first Fleas having either died or been caught, we may indeed see only few Fleas or none at all for a short time, so that I have sometimes heard it said at such a time that the Fleas were gone. Now in the Month of July I shut up Fleas again, in order that they might lay Eggs; I looked after the Worms emerging therefrom as well as I could, and I fed them every day with Flies which I had previously killed. They ate so greedily thereof that in two days they increased more in size than they had previously done in six days. Nay, they ate their fill so completely that they lay almost motionless, and their bodies were largely black owing to the nourishment they got from the FliesGa naar voetnoot17). The notes which I recently kept of this are as follows: The Flea-Worms emerged from the Eggs on the 6th of July. | |||||||
Den 17. July was de Vloo-Worm sijn lighaam doorgaansGa naar voetnoot51) wit, waar uyt ik een besluyt maakte, dat hy sterven soude, ik versorgde hem nog, tot tweemaal toe met versche vliegen, maar wildeGa naar voetnoot52) niet eeten, en het scheen my toe dat hy stil bleef leggen; dog als met het vergroot-glas hem beschoude, soo vernam ik dat den selven doende was met hemGa naar voetnoot53) te omspinnen. Den 21. July was de Worm verandert in een Popke of Tonneke, dat seer helder wit was. Den 25. July veranderde het Tonneke of Popke een weinig na de roode couleur, en na die tyd nam het Popke in roodigheyt toe. Den 30. July sag ik des mergens dat het Popke gans root was, ende des avonts sprong de Vloo door het glas. Sien wy nuGa naar voetnoot54) dat in 't midden van de somer in vier dagen tyd, een Vloo een Ey geleyt heeft, een Worm uyt dat Ey voortkomt, ende dat de Worm elf dagen out sijnde, sijn volkome groote kan bekomen, en dat de Worm in vier dagen daar na al in een Popke is verandert, en na verloop van nog negen dagen, een volkome Vloo is geworden. Soo wy nu vast stellenGa naar voetnoot55), gelyk het in meest alle schepselen, die op gelyke manier veranderenGa naar voetnoot56), (voor soo veel my bekent) dusGa naar voetnoot57) toegaat, dat de Eyeren al in haar lighamen geformeert syn, eer sy voor den dag komen, soo konnen de Vloon aanstonts versamelenGa naar voetnoot58) en na dat die drie â vier dagen, uytGa naar voetnoot59) haar gespin syn voortgekomen, weder Eyeren leggen, en dus in den tyd van agtentwintig dagen uyt een eerst geleyde Ey van een Vloo weder een Vloo voortkomenGa naar voetnoot60). Dit soo synde, soo hebben wy ons niet te verwonderen, dat wy in de somer in de huysen, op de eene tyd, als geen VloonGa naar voetnoot61) vernemenGa naar voetnoot47), en op een ander tyd veel meerder Vloon werden gevonden, schoon ons geen Vloon van buytenen werden toegebragt. Als wy nu stellenGa naar voetnoot62), gelyk het by my vast staat, dat de Vloon versameltGa naar voetnoot58) geweest sijnde, en haar Eyeren, waar mede haar lighamen syn beset geweest, uytgeleyt hebben, dan komen te sterven soo en sullen wy niet lang van een ende deselvige Vloon geplaagt werdenGa naar voetnoot63). | |||||||
On the 17th of July the body of the Flea-Worm was quite white, from which I drew the conclusion that it was about to die. I again provided it twice with fresh flies, but it refused to eat, and it seemed to me that it remained motionless; but when I watched it through the magnifying glass, I saw that it was spinning its cocoon. On the 21st of July the Worm was transformed into a little Pupa or Barrel, which was a very brilliant white. On the 25th of July the colour of the little Barrel or Pupa changed a little to red, and after that time the Pupa became redder. On the 30th of July I saw in the morning that the Pupa was quite red, and in the evening the Flea was jumping about in the glass tube. Now we see that in the middle of the summer, within four days, a Flea has laid an Egg and a Worm emerged from that Egg, and that the Worm, when eleven days old, reached its full size, and that four days after this the Worm was changed already into a Pupa, and had become a complete Flea after another nine days. Now we assume for certain that, as happens (to my knowledge) in nearly all creatures which are changed in a similar way, the Eggs have already been formed in their bodies before they emerge, the Fleas are able to copulate straight awayGa naar voetnoot18) and three to four days after they emerged from their cocoon can again lay Eggs, so that, in the space of twenty-eight days, from an Egg of a Flea as first laid another Flea may come forthGa naar voetnoot19). This being so, we need not be surprised that in summer we see hardly any Fleas in the houses at one time and that, at another time, a much greater number of Fleas are found, although no Fleas are brought to us from outside. If we now assume, as I am firmly convinced, that the Fleas, after having copulated and laid their Eggs, with which their bodies were filled, die, we shall not be vexed for long by the same FleasGa naar voetnoot20). | |||||||
Ga naar margenoot+Maar gelyk veele kleyne vliegende schepsels hare eyeren in weynig dagen agter den anderenGa naar voetnoot64) leggen, soo en gaat het met de Vloon niet toe, want als my een Vloo 4. 5. 6. 7. 8. ende ook wel 12. Eyeren in eene nagt of dag, heeft geleyt, soo en sullen deselvige na die tijd, geen meer Eyeren opgeslooten sijnde, leggenGa naar voetnoot65), en wanneer ik na die tijd de Vloon kome te openen, en het Eyer-NestGa naar voetnoot66) daar uyt neem, soo sie ik nog veel Eyeren, waar van eenige uytnemende kleyn sijn, soo dat ik myn selven inbeeld, dat een Vloo dus opgeslooten sijnde, geen meer Eyeren komt te leggen, alleen veroorsaakt werd, om dat hem het voetsel ontbreektGa naar voetnoot67). Om myn selven hier in te voldoenGa naar voetnoot68), heb ik verscheyde Vloon van 't Vrouwelyk geslagt, na dat sy my in 't eerst Eyeren hadden geleyt, op myn hand, schoon opgeslooten sijndeGa naar voetnoot69) gestelt, op dat deselvige het bloet uyt myn hand tot voetsel souden trekken, ende die het bloet daar uyt trok, dede dat met sulken gratigheyt, dat hy als op sijn hooft staande, de agterste en middelste pooten om hoog stak, en welke pooten, met een groote trillinge bewogen wierdenGa naar voetnoot70), en welke Vloo des anderen daags twee â drie Eyeren hadde geleyt, ik stelde deselvige Vloo twee â drie dagen agter den anderenGa naar voetnoot64) weder op myn hand, om datGa naar voetnoot71) deselvige sijn voetsel daar van soude trekken, maar het was te vergeefs, en hy dede niet als springen, en tragte van de hand af te sijnGa naar voetnoot72). Dit is my niet eens, maar verscheyde malen te vooren gekomenGa naar voetnoot73), en hadde de Vloon doorgaansGa naar voetnoot74) het bloet uyt myn arm of hand willen halen ik soude myn devoir gedaanGa naar voetnoot75) hebben, om te onderstaanGa naar voetnoot76) hoe lang dat een Vloo soude blyven leven. Syn Ed: seyt onder andere nog in desselfs Missive. Onse betragtinge sijn daarom veel beter voldaanGa naar voetnoot77), wanneer wy ondersoeken het maaksel van de schepselen, ende de wijsen van de Teelinge ende voortsettingenGa naar voetnoot78) enz. | |||||||
Ga naar margenoot+But whilst many small flying creatures lay their eggs during a few days in succession, this does not happen in the case of Fleas. For if a Flea has laid 4, 5, 6, 7, 8, and even 12 Eggs in one night or day, after that time if shut up, they will lay no more Eggs, and when I dissect the Fleas after that time and remove the Ovary therefrom, I still see many Eggs, some of which are extremely small, so that I imagine that the sole reason why a Flea, when thus shut up, does not lay any more Eggs is that it is short of foodGa naar voetnoot21). In order to satisfy myself about this, I placed several Fleas of the Female sex, after they had first laid Eggs, although shut upGa naar voetnoot22), on my hand, in order that they might suck the blood from my hand as food. And the one which sucked the blood therefrom did so with such greediness that, standing as it were on its head, it stuck the hind and middle legs upwards, which legs were moved about with great agitationGa naar voetnoot23); and this Flea had laid two or three Eggs the next day. I again put this Flea on my hand on two to three successive days, in order that it might get its food therefrom, but this was in vain and it did nothing but jump about, and it tried to get off my handGa naar voetnoot24). This happened to me not once, but several times, and if the Flea had wanted every time to suck the blood from my arm or hand, I should have done my best to find out how long a Flea can live. His Honour also says in his Missive, among other things: Our endeavours will therefore be much more satisfactory when we examine the structure of the creatures, and the way of their generation and procreation, etc.Ga naar voetnoot25) | |||||||
Hier op moet ik al weder seggen, dat men veel menschen vint die haar alleen schijnen af te rigtenGa naar voetnoot79) om tegen te spreeken, en haar oude doolingen te volgen, en selfsGa naar voetnoot80) te traag sijn, om eenig ondersoek te doen, te meer om dat het na-vorschen van natuurlyke saken veeltyts moeylyk valt, en haar geen gelt inde beurs brengt; ik soude sulke tegenspreekers wel tragten te overtuygen, maar ik denk dan weder dat het als tegen den oven soude gegaapt synGa naar voetnoot81). En wie lust ook soo veel arbeyt, als ik aan dat kleyne veragte schepsel de Vloo hebbe besteet. Ga naar margenoot+Ik hebbe nu meer dan twee maanden agter een, vier en ook wel distincteGa naar voetnoot82) glaasjens met kurkjens daar op, aan myn dienstmaagt ter hand gestelt, om daar in alle de groote Vloon, de welke doorgaansGa naar voetnoot83) Wyfkens sijn, daar in op te sluyten, en sagt te handelenGa naar voetnoot84), op dat men de aderen en andere deelen in 't lighaam niet soude komen te quetsen. Welke Vloon ik dan veelmaal quam te verplaatsen, en haar Eyeren die sy quamen te leggen van haar af nam, ook versorgden ik haar dikmaals van nieuwe glaasjens, op dat de Eyeren die de Vloon quamen te leggen, niet besmet souden werden vande drek die de Vloon inde glaasjens quamen te maken, en in welke drek of excrementen ik wel gesien heb, dat een groote quantiteyt sout-deelen lagen. Sien wy als hier vooren is geseyt, dat in vierentwintig dagen uyt een Ey van een Vloo, weder een volwasse Vloo voortkomt, soo konnen in een somer, of beter geseyt vande maant Maart tot de maant November, seven â agt maal de Vloon voorteelen, en wy dus, soo veel maal op nieuw van de eerst geschapeneGa naar voetnoot85) Vloon geplaagt werden. Ga naar margenoot+Ik hebbe my met de observatien hier vooren verhaalt, niet vergenoegt gehoudenGa naar voetnoot43), maar nog verscheyde maal de Vloo-Wormen groot gemaakt, en waargenomen dat ik in drie dagen uyt de Eyeren van de Vloo Wormen kreeg, ende dat de Wormen wel 12. â 13. en meer dagen tijd van doen hadden, eer sy tot haar volkome wasdom waren gekomen, en ontrent half Augusty kryg ik weder Wormen uyt de Vloo-Eyeren, waar van de eene twee uuren na den anderen uyt het Ey quam, de eerste uytgekomene Worm kleefde ik aan een kleyn koper stifje, door een weynig starke gom, en stelde die voor het vergrootglas, en gaf het den Teykenaar in de hand, om soo veel als het hem doenlyk was, de Worm die hy quam te sien, na te volgenGa naar voetnoot86), want de Worm beweegden hemGa naar voetnoot53) seer stark. Ga naar margenoot+Fig: 1. ABC vertoont de Worm die op sijn rugge was vast gekleeft, en hier voorkomt, als of hy op de rugge lag. A. is het hooft alwaar op het selvige staan twee hoorns-gewyse uytsteeksels, uyt de welke nog soo kleyne scherpe uyt- | |||||||
To this I must say once again that there are found many people who seem only to apply themselves to contradicting others and to persisting in their old errors, and who are themselves too indolent to make any investigation, the more so because research into matters of nature is often difficult and does not bring money into their purse. I would readily endeavour to convince such contradictors, but then I think again that it would be like gaping against the ovenGa naar voetnoot26). And besides, who cares to perform as much labour as I spent on that little despicable creature, the Flea! Ga naar margenoot+Now for two successive months I handed four and sometimes more different glass tubes with small corks thereon to my maid-servant, for her to enclose therein all the large Fleas, which are generally Females, and handle them gently, in order that the vessels and other parts in the body might not get injured. I often displaced these Fleas and took away from them the Eggs which they laid. I also frequently put them in new tubes, in order that the Eggs which the Fleas laid should not be infected by the dung which the Fleas produced in the tubes, in which dung or excrements I saw there was a large quantity of salt particles. When we see, as said heretofore, that in twenty-four days an adult Flea emerges from an Egg of a Flea, it follows that Fleas can reproduce themselves seven or eight times in one summer, or rather from the month of March to the month of November, so that we are again vexed as many times by the Fleas first created. Ga naar margenoot+Not satisfied with the observations described above, I reared the Flea-Worms several times again and perceived that in three days I got Worms from the Eggs of the Flea, and that the Worms needed at least 12 to 13 days and more before they had attained their full size. And about the middle of August I once again got Worms from the Flea-Eggs, of which one came out of the Egg two hours after the other. I stuck the Worm that first emerged on a small brass pin with some strong gum, placed it before the magnifying glass, and handed it to the Draughtsman for him to draw as well as he could, for the Worm was moving about very vigorously. Ga naar margenoot+Fig. 1. ABC shows the Worm, which had been stuck on by its back and looks here as if it were lying on its back. A is the head, on which there are two horn-like projections, out of which came other sharp projections, so small that | |||||||
steeksels quamen, dat den Teykenaar die niet konde sien, als by onderrigtingeGa naar voetnoot87); tusschen welke hoorntjes twee korter uytstekende deeltjens haar vertoonen, die niet op het hooft maar als onder aan het hooft staan, daar de mond geplaatst is, en dese deeltjens gebruykte de Worm, als hy voort loopt, en soo doet hy ook met de deeltjens die agter aan het lijf by C. syn uytgebeeltGa naar voetnoot88). Ga naar margenoot+Na dat dese Worm was afgeteykent, soo arbeydeGa naar voetnoot89) hy soo stark, dat deselve van de gom af raakte, als wanneer ik die weder door een weynig gom, aan het koper punctje vast kleefde, dog ik en bragt dit soo niet te weeg of ik raakte met een seer kleyn gedeelte gom, aan het hooft van dese Worm, dat ik merkte hem seer hinderde, en wanneer hy dus ses uuren was vast gekleeft, quam hy te sterven, en weynig tyd daar na, sag ik dat de vogtigheyt uyt desselfs lighaam soo weg waassemde, dat veel inkrimpingen daar door in 't lighaam quamen, en na vierentwintig uren, was het lighaam van de Worm soo ingedroogt, dat het na geen Worm en geleek, daarGa naar voetnoot90) in tegendeel een andere Worm, die twee uren na de eerst geseyde Worm, uyt het Ey was gekomen, en maar twee uren minder mede door aanklevende gom, voor het vergroot-glas hadde gestaan, niet alleen leefde, maar het lighaam soo stijf uytgespannen bleef staan, als of hy eerstGa naar voetnoot91) uyt het Ey was gekomen. Wanneer den Worm dertig uren voor het vergroot-glas hadde gestaan, en nog stark leefde, beelde ik my in te sien, dat de huyt soo stark niet uytgespannen was, en by gevolgGa naar voetnoot92), een weynig vogt uyt het lighaam was weg gewaassemt. Dese Worm heb ik sedert de verhaalde tyd veel maal beschout, en doen deselve vierensestig uren voor het vergroot-glas hadde gestaan, sag ik hem nog bewegen, nu was desselfs lighaam een weynig vermindert. In dese dagen hadden wy warme sonneschyn. Na de Worm vier gantsche dagen en nagten hadde voor het vergroot-glas gestaan, sag ik deselvige nog bewegen; na welke tyd ik hem niet en beschouwde, of daar waren wel 16. uren verloopen, en doen was desselfs lighaam al veel ingekrompen. Des anderen daags 's mergens was de stoffe uyt de Worm soo weg gewaassemt, dat hy voor geen Worm te bekennen wasGa naar voetnoot93). Dit en heb ik, namentlyk, dat in levende schepsels, de vogt soo weynig weg waassemt, niet alleen in deese Worm vernomen, maar het is my in vele kleyne schepsels te vooren gekomen, en selfs ook, wanneer men Eyeren van kleyne dierkens, waar onder ik ook de Vloo-Eyeren stel, de vrugtbare en onvrugtbare | |||||||
the Draughtsman could not see them, except by being told. Between these little horns there appear two shorter projecting parts, which do not stand on top of the head, but as it were on the underside of the head, where the mouth is situated, and the Worm used these little parts in locomotion, and it does the same with the little parts which are depicted at the end of the body at CGa naar voetnoot27). Ga naar margenoot+After this Worm had been drawn, it struggled so hard that it got off the gum, and then I stuck it again with some gum to the brass pin; but I did not manage this without touching the head of this Worm with a very tiny bit of gum, and I noticed that this hindered it considerably. And when it had been stuck like this for six hours, it died, and a short time afterwards I saw that the moisture from its body evaporated so much that the body shrivelled up very much. And after twenty-four hours the body of the Worm had dried up to such an extent that it did not look like a Worm, whilst on the other hand another Worm, which had emerged from the Egg two hours later than the first-mentioned Worm and had been before the magnifying glass, also by means of adhesive gum, only two hours shorter, not only was alive, but its body remained so rigidly distended as if it had only just emerged from the Egg. When the Worm had been before the magnifying glass for thirty hours and was still fully alive, I fancied I saw that the skin was not so greatly distended, and I therefore thought that some moisture had evaporated from the body. During the time mentioned I examined this Worm many times, and when it had been before the magnifying glass for sixty-four hours, I still saw it move, but now its body was somewhat shrivelled. In those days we had warm sunshine. After the Worm had been before the magnifying glass for four whole days and nights, I still saw it moving. After this time I did not examine it until some 16 hours had elapsed, and by then its body had already shrivelled considerably. The next morning the moisture from the Worm had evaporated so much that no Worm was to be recognized in it. It was not only in this Worm that I observed this, namely that in living creatures the moisture evaporates so little, but I have also seen it in many small creatures. And even when one contemplates the Eggs of tiny animalcules, | |||||||
Eyeren by den anderen leggendeGa naar voetnoot94), soo sal men bevinden dat de onvrugtbaar sullen uytdroogen, daarGa naar voetnoot90) in tegendeel de vrugtbare hare vogt sullen behouden, immers soo verreGa naar voetnoot95), dat de worm in het Ey, genoegsame vogt tot sijn grootmakinge ontfangtGa naar voetnoot96). Maar wat sullen wy seggen, als wy sien dat de uytwaassemende vogt, in kleyne levende schepselen, of Eyeren soo weynig isGa naar voetnoot97), dat selfs een Vloo in de winter vier gantsche maanden, in sijn gespin of omwindsel blyft leggen, sonder dat de vogtige stoffe die in 't lighaam is, daar uyt soodanig weg waassemt, dat hy sterft, en dat uyt der selver doode lighamen, de vogtigheyt, in korten tyd weg waassemt. In 't kort wy moeten ons over soodanige saken verwonderen, en met onse gedagten stil staan. Ga naar margenoot+Ik heb het Ey, eer dat de tweede worm, hier vooren verhaalt, uyt het Ey was gekroopen, het selvigeGa naar voetnoot98) voor een vergroot-glas gestelt, om dat ik niet alleen de worm in 't Ey sag leven, en sag hoe dat het lighaam gestrekt lag, maar om dat ik ook selfs de leden die de worm heeft, voor het meerendeel door de schil van het Ey konde sien, soo heb ik soodanigen Ey mede laten afteykenen. Ga naar margenoot+Fig: 2. DE vertoont het Eytge van de Vloo met de worm daar in, en welkGa naar margenoot+ Eytje maar drie dagen van de Vloo was geleyt geweest. Fig: 3. FG vertoont het Eytje van een Vloo waar uyt de worm gekroopen is, waar aan men komt te sien, hoe de worm de schil van het Ey heeft ontstukken gearbeytGa naar voetnoot42). Dese Vloo-Eyeren en sijn niet grooter in ons bloote oog als kleyne santjensGa naar voetnoot99), en gelyk onse oogen niet alle de lighamen die ons voorkomen, even groot sien, soo is het met den Teykenaar in desen. Want een ende het selfde Ey, komt my de axe in 't oog wel twee maal soo groot te vooren, als het hier geteykent is, en soo ook van de worm. Ik soude indien het noodig was, de verhaalde saken, door meerder vergrootende glasen hebben laten afteykenenGa naar voetnoot100). | |||||||
among which I also include Flea-Eggs, laying the fertile and the infertile Eggs together, one will find that the infertile ones will dry up, whilst on the other hand the fertile ones will retain their moisture, at any rate to the extent that the Worm in the Egg receives sufficient moisture for its growthGa naar voetnoot28). But what are we to say when we see that so little moisture evaporates from small living creatures or Eggs that even a Flea remains in winter in its cocoon or envelope for four whole months without the moisture in the body evaporating from it to such an extent that it dies, and that from its dead body the moisture evaporates in a short time? Briefly, we cannot but marvel at such matters, and ponder on them in our minds. Ga naar margenoot+Before the second above-mentioned worm had crawled out of the Egg, I placed the Egg before a magnifying glass, because I not only saw the worm alive in the Egg and saw how the body lay extended; but because I could also see through the shell of the Egg even most of the limbs which the worm has, I also got a drawing made of this Egg. Ga naar margenoot+Fig. 2. DE shows the little Egg of the Flea with the worm therein, whichGa naar margenoot+ Egg had been laid by the Flea only three days before. Fig. 3. FG shows the little Egg of a Flea out of which the worm has crawled, where it may be seen how the worm has broken the Egg-shell to pieces. These Flea-Eggs are no bigger to our naked eye than small grains of sandGa naar voetnoot29), and just as our eyes do not see all bodies that appear before us in their true size, this also applies to the Draughtsman in this case. For the axis of one and the same Egg appears to my eye about twice as large as it has been drawn here, and the same holds for the worm. If necessary, I should have had the said things drawn through glasses of greater magnifying powerGa naar voetnoot30). | |||||||
Ga naar margenoot+Na dese myne aanteekeningen, heb ik weder op nieuw uyt verscheyde Vloo-Eyeren, twee wormen soo verre gebragt, dat sy geen spys meer in haar lighaam hadden, en haar begaven om te spinnenGa naar voetnoot38), dog alsoo de gront waar op de wormen lagen van glat gesneden kurk was, en welke kurk soo digt in het glas was geprangtGa naar voetnoot101), dat de Vloo-wormen haar niet en konden plaatsen, om haar te omspinnen, want gelyk als men onse Syd-wormen, in een lang rondagtig papier plaatst, en welk papier wy een peperhuys noemen, op dat de worm by gebrek van bladeren, in 't peperhuysje synde, rondomme aan alle kanten van 't papier soude konnen hegten, om alsoo desselfs lighaam rondom in het gespin te plaatsenGa naar voetnoot102). Soo tragt insgelyks de worm die uyt het Ey van een Vloo voortgekomen, wanneer deselve tot syn volkome groote is gekomen, sig te plaatsen in naeuwe reeten, scheuren ofte hoeken, om alsoo desselfs gespin dat hy sal komen te bewerken, volmaaktelyk om syn lighaam te spinnen. Ga naar margenoot+Dat ik nu te meer maal het soo geschikt heb, dat de Vloo-worm, sig niet en soude konnen omspinnen, was door my alleen te weeg gebragt, op dat ik des te beter de verandering van de worm, tot een popke soude konnen ontdekken. Maar hoe menigmaal ik de wormen beschoude ten tijde als sy sonder eeten waren, en hare veranderingGa naar voetnoot103) genaakt, soo heb ik alleen konnen sien, dat de wormen haar in soo een bogt of gedaante schikten, als deselvige hadden, doen sy in de Eyeren lagen. Want als ik deselvige des naarmiddags beschoude, en soo leggen vond, soo sag ik drie uuren daar na, dat een van de selvige in een popke was verandert. De tweede mede door het vergroot-glas beschouwende, sag ik dat op de worm een MiterGa naar voetnoot104) was, en eenige tyd daar bleef sonder van plaats te veranderen, ende dat een andere Miter die grooter was, daar ontrentGa naar voetnoot105) was loopende; waar uyt ik myn selven sekerlyk inbeeldeGa naar voetnoot106), dat de Miters dese Vloo-worm, op de tyd dat de Vloo-worm onmagtig synde, en op desselfs verandering leggendeGa naar voetnoot107), en sig niet konnende verweeren, haar voetsel uyt de wormen quamen halen, en gaten in 't lighaam van de worm quamen byten, en dat dus de Vloo-wormen spys voor de Miters souden werdenGa naar voetnoot108). Na dat de Vloo-worm dusGa naar voetnoot17) nog eenige uren hadde gelegen, en sagGa naar voetnoot109) dat deselvige een weynig korter was geworden, stelde ik deselvige voor het | |||||||
Ga naar margenoot+After I had made these notes, I once again reared two worms, from several Flea-Eggs, until they had no more nourishment in their bodies and commenced to spin their cocoons, but the ground upon which the worms lay was of smoothly cut cork, and this cork had been pressed so tightly into the glass tube that the Flea-worms could not place themselves in such a way as to be able to spin their cocoon. For just as our Silk-worms are put in a long roundish piece of paper, which is called a cornet, in order that the worm, in the absence of leaves and while being in the cornet, may attach itself to all sides of the paper all round so as to place its body with the cocoon all round it, in the same way the worm that has emerged from the Egg of a Flea tries, when it has reached its full size, to place itself in narrow chinks, slits, or corners, in order to spin the cocoon which it is going to make completely around its body. Ga naar margenoot+My having arranged things several times in such a way that the Flea-worm could not spin its cocoon around itself had been done only in order that I might be better able to discover the transformation of the worm into a little pupa. But although I often observed the worms at the time when they were without food and their transformation was approaching, I was only been able to see that the worms arranged themselves in the same bend or shape that they had when they lay in the Eggs. For when I examined them in the afternoon and found them lying like this, I saw three hours afterwards that one of them had changed into a pupa. On examining the second also through the magnifying glass I saw that there was a Mite on the worm and this remained there some time without changing its place, and that another Mite, which was bigger, was walking in the vicinity. From this I concluded that at the time when the Flea-worm is helpless, on the point of being changed, and unable to defend itself, the Mites get their food out of the worms by biting holes in the body of the worm, and that the Flea-worms thus become food for the MitesGa naar voetnoot31). After the Flea-Worm had thus lain for a few more hours and I saw that it had become a little shorter, I put it before the magnifying glass and saw that | |||||||
vergroot-glas, en sag dat de Vloo-worm drie gaten in syn lyf waren gebeten, en dat syn huytje voor een gedeelte was afgestroopt, en dat het lighaam van de worm, al een weynig was ingedroogt. Ga naar margenoot+Uyt dit laatst verhaalde quam my eerst te binnen, dat het spinsel het welk de Vloo-worm komt te maken, nootsakelyk is, en dat sonder sulks naeuwlyks de Vloo soude konnen voortteelen, om dat selden, of geen stoffe van eenig spys, ofte ook doode dierkens, in onse huysen leggen of de Miter isser op, of ontrent, en haalter syn voetsel af, en schoon ik my inbeelde, dat ik de Vloo-wormen soo wel bewaart hadde, datter geen Miter in de glase tuba, welker diameter seer na van een duym, en vyf duym lang wasGa naar voetnoot110), en onder en boven met een kurk soo vast gestopt wasGa naar voetnoot111), dat ik my soude versekeren, geen Myt daar in soude konnen komen, soo is het my hier het contrarie gebleken, en ik heb ook veel maal tot myn verwondering het dierke de Myt, by eenige stoffe gevonden, daar ik niet en konde begrijpen, hoe sy soo vaardigGa naar voetnoot112), de stoffe die haar tot spijs diende konden vinden. De Miter als hier vooren is geseyt op het lyf van de Vloo-worm siende, heb ik in gedagten genomen, of de kleyne seer dunneGa naar margenoot+ uytstekende deeltjens, waar mede de Vloo-wormen versien syn, en die in Fig: 1. by A werden aangewesen, niet de wapenen van een Vloo-worm sijn, om sig tegens de Miter te beschermenGa naar voetnoot113). Dit spinsel nu dat de Vloo-worm maakt, en waar in deselvige sig voor de veranderingGa naar voetnoot103) als opsluyt, beschermt de worm, en het popke voor de Mijt. Dit nu met de Vloo-worm soo sijnde, soo moeten wy ook vast stellenGa naar voetnoot55), dat het met de Zijd-worm insgelijks toegaat, en wiens gespin niet gemaakt werd, om datGa naar voetnoot71) wy klederen, en andere saken van de Zijd-worm sijn gespin souden maken, maar dat de Zijd-worm sig alleen omspint, om datGa naar voetnoot114) wanneer sijn verandering genaakt, en sigGa naar voetnoot115) niet onder de bladeren kan verschuylen, en ook niet magtig isGa naar voetnoot116) om sijn selven in de verandering te konnen vast houden of verplaatsen, en in die tijt als sonder beweeginge leit; beschut soude wesen, niet voor de Miter, maar voor het gevogelte. En so stel ik ook vast, dat het met alle Ruspen gaat, die haar om spinnen, als de selvige haar volkomen wasdom hebben, en hare verandering sal genakenGa naar voetnoot117). Ga naar margenoot+Ik hebbe de Vloo-worm soo als hy des avonts in een Popke was verandert, des anderen daags mergens voor het vergroot-glas gestelt, ende dat Popke den Teikenaar in de hand gegeven, om het selvige af te teikenen. | |||||||
three holes had been bitten in the body of the Flea-worm and that its skin had been partly stripped off, and that the body of the worm had already dried up slightly. Ga naar margenoot+It was only through this last-mentioned fact that it occurred to me that the cocoon which the Flea-worm makes, is a necessity, and that without it the Flea could hardly reproduce itself, because there are seldom, if at all, any food substances, or dead animalcules, in our houses on which the Mite either rests, or gets its food. And although I thought that I had preserved the Flea-worms so well that no Mite could get into the glass tube, the diameter of which was about one inch, while its length was five inchesGa naar voetnoot32), and which had been so firmly stoppered with a cork at the top and the bottom that I felt certain that no Mite could get into it, I found in this case the opposite to be true. And I have also many times, to my surprise, found the animalcule the Mite near some substance and I could not understand how it could so deftly find the substance which served them as food. Seeing the Mite, as said heretofore, on the body of the Flea-worm, I wondered whether the tiny, very thin projecting parts withGa naar margenoot+ which the Flea-worms are equipped and which are shown at A in Fig. 1 could be the weapons of a Flea-worm, for protecting itself against the MiteGa naar voetnoot33). Now this cocoon which the Flea-worm makes and in which it encloses itself before transformation protects the worm and the pupa against the Mite. Now this being so with the Flea-worm, we must take it for granted that the same thing happens with the Silk-worm, whose cocoon is not made so that we can make garments and other things from the cocoon of the Silk-worm. The Silk-worm only spins a cocoon around itself in order that, when its transformation approaches and it cannot hide beneath the leaves, nor fasten or displace itself during its transformation and remains at that time almost motionless, it may be protected, not against the Mite, but against the birds. And thus, I assert, it also happens with all caterpillars, which spin a cocoon when they have attained their full size and their transformation is approachingGa naar voetnoot34). Ga naar margenoot+I placed the Flea-worm, which had been changed into a pupa the previous evening, before the magnifying glass the next morning, and handed that pupa to the Draughtsman for him to draw it. | |||||||
Ga naar margenoot+Fig. 4. AKBCDEF. vertoont het Popke, AK. sijn de hoornen die de Vloo sal hebben. LGB. is een van de voorste pooten die aan L. sijnde het hooft haar begin hebben, en aan welke pooten, ontrent B. al de kleine Ledekens die de pooten van de Vloo sal hebben, te voorschijn komen, en soo siet men ook de leden van deselvige aan C. en D.Ga naar voetnoot118) HC. is een van de middelste Pooten, alwaarmen aan G. komt te sien, dat de eerste Pooten, de middelste Pooten voor een gedeelte komen te bedekken: en sooGa naar voetnoota) doen ook de middelste Pooten, die voor een gedeelte de agterste Pooten bedekken. ID. ende CH. sijn de twee agterste Pooten, die voor een gedeelte van de middelste Pooten bedekt werden. Ga naar margenoot+Fig: 5. MNOPQ. vertoont het afgestroopte huitge, dat de Vloo-worm in 't veranderen van een Worm tot een Popke; in dusdanige bogten van het lijf heeft afgearbeit, en alwaar men aan M. komt te sien beide de overgeblevene plaatsjens, daar de Hoornen van de Worm hebben gestaan. Na dat het verhaalde Popke drie dagen geleden was afgeteikent geweest, sag ik dat het sedert die tijt al veel was verandert, ende datter nu veel saken in waren te sien, die men in 't eerste gantsch niet en hadde konnen bekennen, dierhalven heb ik het Popke voor de tweede maal laten afteikenen, op dat men soude komen te sien, wat verandering het selvige sedert de eerste afteikening heeft aangenomen. Ga naar margenoot+Fig: 6. ASTV. vertoont het Popke voor soo veel het den Teikenaar in de tweede afteikening heeft kunnen navolgenGa naar voetnoot86). Ga naar margenoot+Fig: 7. ABCDEFGHIKLMN. vertoont het lighaam van een Vloo, na datGa naar margenoot+ hy alvoorens gedoot was, en met de rugge op de punt van een Naalde was gekleeft, en alsoo voor het vergrootglas gestelt, om dat het onmogelijk soude sijn, een Vloo levendig sijnde, af te teikenen. Ik hadde ook geen voornemen om de Vloo te laten afbeelden; maar om dat seker geleert Heer my daar toe seer aanporde, met byvoeginge dat men daar door de werelt maar soude konnen overtuygen, dat de Vloon uyt geen bedervingeGa naar voetnoot119),Ga naar voetnootb), maer uyt voortteelinge voortquamen, soo heb ik het te weeg gebragt, ende alhoewel voornamentlijk in de buyk seer veel bloet-vaten te sien waren, soo heeft hyGa naar voetnoot120) maar eenige weinige konnen aanhalenGa naar voetnoot121), seggende dat de andere onmogelijk waren te volgenGa naar voetnoot122). | |||||||
Ga naar margenoot+Fig. 4. AKBCDEF shows the pupa; A and K are the horns which the Flea is going to have. LGB is one of the forelegs, which have their starting-point at L, the head, and on which legs, around B, all the tiny joints appear which the legs of the Flea are going to have, and thus their joints are also seen at C and DGa naar voetnoot35). HC is one of the middle Legs, while at G it is seen that the Forelegs partly cover the middle Legs; and in the same way the middle Legs partly cover the hind Legs. ID and CH are the two hind Legs, which are partly covered by the middle Legs. Ga naar margenoot+Fig. 5. MNOPQ shows the sloughed skin, which the Flea-Worm, during its transformation from a Worm into a Pupa, has stripped off its body in bends and where will be seen at M the two remaining places where the Horns of the Worm have been. Three days after the said Pupa had been drawn, I saw that it had already changed a good deal since that time, and that many things could now be seen in it which at first could not be discerned at all. For this reason I had the Pupa drawn a second time, in order that it might be seen what transformation it had undergone since the first drawing. Ga naar margenoot+Fig. 6. ASTV shows the Pupa in so far as the Draughtsman was able to depict it. Ga naar margenoot+Fig. 7. ABCDEFGHIKLMN shows the body of a Flea, after it had firstGa naar margenoot+ been killed and stuck with its back on the point of a Needle, and thus placed before the magnifying glass, because it would be impossible to draw a Flea while alive. Nor did I intend to have the Flea drawn, but because a certain learned GentlemanGa naar voetnoot35a) strongly urged me to do so, adding that it would thus be possible to convince the world that Fleas are not generated by corruption, but by procreation, I caused it to be done. And although very many blood vessels could be seen, especially in the abdomen, heGa naar voetnoot36) was able to draw only a few of them, saying that it was impossible to depict the othersGa naar voetnoot37). | |||||||
Dese afgeteikende Vloo, komt my in 't oog wel agt maal grooter te vooren, ende dat door het selvige glas te beschouwenGa naar voetnoot123), als die hier geteikent staat, schoon het den Teikenaar seit, die niet grooter te sien. Ik heb my niet konnen inbeelden dat sulken grooten verschil in de oogen was, als ik nu kome te sien. Dese Teikenaar was kort van gesigtGa naar voetnoot100). Met DEF. werden de agterste Pooten vertoont. FGH. de middelste. Ende met IKL. de voorste Pooten, die aan het hooft geplaast staan, ende tusschen dese Pooten leggen de werktuigenGa naar voetnoot124), daar mede de Vloo steekt, ende sijn voetsel haalt. LMN. sijn de twee Hoornen, die de Vloo op het hooft heeft. Ga naar margenoot+Ik hebbe voor desen my ingebeeltGa naar voetnoot125) hoe de Vloon haar voetsel, uyt de Lighamen soo van de Mensch en Dieren haaldenGa naar voetnoot126); dog alsoo ik my inbeelt, dat de werktuygen, daar mede de Vloo het bloet soog, nu by my voor een koker van de Angels, die sig in tween verdeelt, als de Vloo sijn Angels daar uyt brengt, werden aangesien, soo sal ik van drie distincte Vloon aanwysen, hoe my die werktuygen te vooren komen. Ga naar margenoot+Fig: 8. ABC. sijn de twee Hoornen aan het hooft, die hier vooren nog eens sijn aangewesen, en welke hoornen yder met drie leden sijn versien, behalven het lit daar de hoornen in het hooft gevest sijn. DE. is de kooker en Angels, die voor een gedeelte in malkanderen leggen, en soo die by my sijn waargenomen, alsseGa naar voetnoot127) deselvige van malkanderen hebbe tragten te separeren. FAD. is een gedeelte van het hooft. Ga naar margenoot+Fig: 9. GHIK. sijn insgelijks de Angels en Kooker, die aan het hooft tusschen beide de voorste Pooten geplaatst leggen, welke Angels en Kooker beswaarlijk sijn te sien, ten zy dat men eerst de voorste Pooten van de Vloo van het hooft afsnijt, en dan sullen zy nog selden te voorschijn komen, om dat de Vloo als hy sijn Angel niet en gebruykt, deselvige soo als die in de koker leggen, tegen het lijf aan legt, en nademaal de Vloo, schoon men de voorste Pooten van het lijf heeft afgesneden, nog lang in 't leven blijft, soo heb ik ook doorgaansGa naar voetnoot74) als ik de Angels tragten te sien, ook het hooft van het lijf afgesneden, op dat wanneer ik de Angels die digt aan het lyf leggen, daar van bragt, en die van een separeerde, de Vloo die niet weder aan syn lighaam soude plaatsen. GI. ende GK. syn de twee deelen, die als deselvige met haare holligheden, met of tegen malkanderen leggen, de koker van de Angels uyt maken, ende de Angels in hare holligheden plaatsen, welke Angels met GH. werden aangewesen. Dese Angels soude men wel voor een Angel aansien, maar wel toesiende, sal men bevinden dat den Teikenaar nog een tweede Angel in de eerste heeft aangewesen, die niet tot aan het einde van H. komt. | |||||||
This Flea as drawn appears to my eye to be some eight times bigger, and this as looked at through the same glass as drawn here, although the Draughtsman says he does not see it any bigger. I could not imagine that there was such a great difference in men's eyes as I now see. This Draughtsman was shortsightedGa naar voetnoot30). By DEF the hind Legs are indicated. By FGH the middle Legs. And by IKL the Forelegs, which are placed at the head, and between these Legs are the organs with which the Flea stings and gets its food. LMN are the two Horns which the Flea has on its head. Ga naar margenoot+I previously formed an idea of how the Fleas obtained their food from the Bodies of both Man and AnimalsGa naar voetnoot38); but since I believe that the organs with which the Flea sucked the blood are a sheath of the Stings, which divides into two when the Flea thrusts its Stings out, I will show, in three different Fleas, how those organs appear to me. Ga naar margenoot+Fig. 8. AB and AC are the two Horns on the head, which have also been indicated before and each of which is provided with three joints, apart from the joint where the horns are fixed in the head. D and E are the sheath and the Stings, which partly lie one inside the other, and just as they were observed by me when I tried to separate one from the other. FAD is a portion of the head. Ga naar margenoot+Fig. 9. GH, GI, and GK are likewise the Stings and Sheath, which are placed on the head between the two Forelegs, which Stings and Sheath can hardly be seen, unless one first cuts off the Forelegs of the Flea from the head; and even then they will seldom be visible, because the Flea, when not using its Sting, lays it against its body just as they lie inside the case. And since the Flea, even if the Forelegs have been cut off from the body, still remains alive for a long time, when I try to see the Stings, I also invariably cut off the head from the body, in order that, when I moved the Stings which lie close to the body away from it and separated them, the Flea may not place them against its body again. GI and GK are the two parts which, when they lie with their cavities together or against each other, form the sheath of the Stings, and place the Stings in their cavities, which Stings are indicated by G and H. These Stings might easily be taken to be one Sting; but on looking closely, one will find that the Draughtsman has indicated yet another Sting inside the first one, which does not come as far as the end of H. | |||||||
Ga naar margenoot+Fig: 10. LMNOP. vertoont weder de Koker en Angels in een derde Vloo. Hier is het my beter gelukt, als in de ontledinge van andere Vloon, want met LN. ende LO. werden de twee deelen die te samen gevoegt sijnGa naar voetnoot128), de koker van de Angels uyt maken, als hier voren nog een maal is geseit, en welke deeltgens met verscheide hairtgens sijn beset. Ende met LM. ende LP. werde de Angels aangewesen, aan LM. komt men te sien, dat den selven een holligheyd heeft, waar in den tweeden Angel LP. geplaatst is, als de selve in haar rust leggen, ende wanneer dese Angels weder in haar kooker leggen, soo soude men dese vier werktuygen wel voor eenen Angel komen aan te sien. Met dese observatien besig sijnde, brengt men tot my een Vloo, die men aan een dunne spelt hadde geregen, dese voor het vergroot-glas brengende, sag ik dat de Vloo geen groote beweeginge met de Pooten was makende, ende ik sag doen, dat de Angels uyt de koker waren, ende dat de Angel LP. die in de holligheyt van de Angel LM. was, seer aardig, en dat met een groote vaardigheydGa naar voetnoot129), op en nederwaarts, en als speelende bewogen wierdGa naar voetnoot130). Ga naar margenoot+Vorders heb ik om de liefhebbers meerder te voldoen, een van de agterste Pooten van de Vloo afgetrokken, in welke doen een gedeelte van een Tendo of TrekkerGa naar voetnoot131) uyt het Lighaam van de Vloo aan de Poot is gevolgt, en hebbe die Tendo of Trekker aan de punt van een koper stifje gehegt, om dus te beter de gantsche Poot, die voor een meerder vergrotende glas gestelt was, des te beterGa naar voetnoot132) de ware gestalte van de Vloo-poot te konnen afbeelden. Ga naar margenoot+Fig: 11. BCDEFGHIKLMN. vertoont de gantsche agterste Poot van een Vloo. AB. is de Tendo of Trekker die in 't Lighaam van de Vloo aan A. is afgebrooken. CDMN. is het eerste Lid van de Poot, sijnde het deel BCN. aan het Lighaam van de Vloo vereenigt geweest, in welk eerste Lid, men seer naakt quam te sien vier bysondere deelen, die in lengte van het Lid lagen, en na alle apparentieGa naar voetnoot133) | |||||||
Ga naar margenoot+Fig. 10. LMNOP again shows the Sheath and the Stings in a third Flea. In this case I was more successful than in the dissection of other Fleas, for by LN and LO are indicated the two parts which, being joined together, constitute the sheath of the Stings, as said already, and these parts are covered with several little hairs. And by LM and LP are indicated the Stings; at LM it can be seen that one of them has a cavity in which the second Sting is placed when they are at rest, and when these Stings lie in their sheath again, these four organs might be taken as one Sting. While I was engaged in these observations, someone brought to me a Flea which had been skewered on to a thin pin. Placing this before the magnifying glass, I saw that the Flea was not making any great movements with its Legs, and I then saw that the Stings were out of the sheath and that the Sting LP, which was in the cavity of the Sting LM, was being moved very curiously, and that with great speed, up and down, as if playfullyGa naar voetnoot39). Ga naar margenoot+Furthermore, in order to give greater satisfaction to interested people, I pulled off one of the hind Legs of the Flea, on doing which a portion of a Tendon or MoverGa naar voetnoot40) of the Leg came out of the body, and I attached this Tendon or Mover to the point of a small brass pin, so as to give a better drawing of the true shape of the whole Leg of the Flea, which had been placed before a magnifying glass of greater magnifying power. Ga naar margenoot+Fig. 11. BCDEFGHIKLMN shows the whole hind Leg of a Flea. AB is the Tendon or Mover, which has been broken off at A in the body of the Flea. CDMN is the first joint of the Leg, the part BCN being joined to the Body of the Flea, in which first joint could be seen very clearly four different parts which lay lengthwise in relation to the Joint and which in all probability will | |||||||
Trekkers en Bloetvaaten sullen syn geweest. Ik hebbe ook wel de vaten met haar onbegrypelyke kleyne takjens in de Pooten seer klaar sien leggen. Dit Lid, ende ook alle de Leden van de Pooten van de Vloon, schynen door het vergroot-glas te beschouwen als of het doorschynende geele Amber, by ons genoemt Brant-steenGa naar voetnoot134), was. Tusschen DELM. siet men het wel gemaakte gewrigt. Met EFKL. wert aangewesen het tweede Lid van de Poot van de Vloo, in welk Lid, mede niet alleen in 't midden van het selvige, seer klaar een senuagtigGa naar voetnoot135) deel in de lengte hem vertoonden, maar men quam aldaar ook seer naaktGa naar voetnoot136) te sien een bloet-vat, met der selver ring ofte kringegewyse deelen, waar uyt de bloed-vaaten van de Vloon en andere kleine schepsels zyn te samen gestelt, over een komende met de lugt-vaten in de Longen der DierenGa naar voetnoot137). Wanneer ik nu laatst een Vloo hadde, die met het agterlijf aan een punt van een spelde was geregen, sag ik in de gantsche lengte, aan yder zyde van het geseyde lid, als tusschen EF. ende LK. als ook in 't midden van het selvige, een seer snelle beweginge van sappen loopen, die my te beter in 't oog voor quamen, om dat in de sappen bolletjens vermengt waren. Dog dese beweeginge wierde ik niet gewaar, dan als de Vloo sijn Poot bewoog, en welke beweeginge ook wel na dat de Poot stil was, een weynig tyd duurde. Veel dit siende, soude wel seggen, dat zy de circulatie in de Poot van een Vloo gesien haddenGa naar voetnoot138). Vorders was met de beweginge van de Poot, soo in 't geseyde Lid, als andere Leden, soo een overgroote beweeginge, dat het voor geen menschen is te begrypen. Dese beweeginge beeld ik my in, alleen de Vlees-musculen te zyn, die men ook ten deelen, als de Vloo dood is, komt te sien; maar 't is voor den Teikenaar onmogelyk geweest, die deelen, die men quam te sien, na te volgen: dieGa naar voetnoot139) ook in 't af teikenen, soo van de Poot als anders, veeltijds uyt barsten met dese woorden, LIEVE GOD WAT SIJNDER AL WONDEREN IN SOO EEN KLEYN SCHEPSEL! | |||||||
have been Tendons and Blood vessels. Very clearly also I saw the vessels with their incredibly tiny branches lying in the Legs. This Joint, as well as all the Joints of the Legs of the Fleas, when looked at through the magnifying glass, appear as if they were transparent yellow Amber, called by us Brant-steenGa naar voetnoot41). Between D, E, L, and M is seen the well-made articulation. By EFKL is indicated the second Joint of the Leg of the Flea, in which Joint, also not only in the middle of it, a sinewyGa naar voetnoot42) part is shown lengthwise, but it was also possible to see there very clearly a blood vessel, with its ringed or circular parts, of which the blood vessels of Fleas and other small creatures are composed, which correspond to the air vessels in the Lungs of AnimalsGa naar voetnoot43). Now when I recently had a Flea that had been skewered by its abdomen to the point of a pin, I saw, along the entire length, on each side of it, namely between EF and LK and also in the middle, a very swift movement of liquids, which appeared more clearly to my eye because globules were mixed with the liquids. But I did not perceive this flow except when the Flea moved its Leg, and this flow sometimes also continued some time after the Leg was still. Many people, on seeing this, would probably say that they had seen the circulation in the Leg of a FleaGa naar voetnoot44). Furthermore, the movement of the Leg, both in the said Joint and in other Joints, was so exceedingly powerful that it cannot be fully grasped by men. I assume this movement to be only that of the Flesh muscles, which can also be seen to some extent when the Flea is dead; but it was impossible for the Draughtsman to depict those parts that could be seenGa naar voetnoot45). This Draughtsman, while he was drawing either the Leg or other parts, often burst out with the words: DEAR GOD, WHAT WONDERS THERE ARE IN SUCH A SMALL CREATURE! | |||||||
FGIK. is het derde Lid van de Poot, waar aan men komt te sien veele harde scharpe doorns-gewyse uytsteeksels. Met GHI. werden de vyf laatste leden van de Poot van de Vloo aangewesen, en soo is yder Poot van maaksel, waar aan men seer naaktGa naar voetnoot136) komt te sien, hoe het eene Lid in het andere inschiet. Met H. werden aangewesen, de twee volmaakte Klaauwen, waar mede yder Poot versien is, welke de Vloo soo wonderlyk vaardig tot sijn gebruyk heeft, dat schoon hy in een besloote glas opspringt, en maar ontmoet een weynig vuyligheyt, dat aan het glas sit, al was het maar een weynig drek van de Vloo, en met eene klaauw daar aan komt aan te raken of in te slaan, soo kan hy sig daar aan vast houden. Sien wy nu dit wonder veel-ledige maaksel, en langte van de Pooten van een Vloo; soo en behoeven wy ons niet te verwonderen, hoe de Vloo soo hoog kan opspringen, en men hoeft my niet te vragen (gelyk veelmaal gebeurt is) of de Vloojen Wieken hebben, waar mede sy soo hoog weten op te springenGa naar voetnoot140). Ga naar margenoot+Terwyl ik doende ben met de verhaalde observatien, brengt myn Dienstmaagt tot my een glaasje, waar in zy drie Vloon hadde opgeslooten, die ik kort daar na beschouwende, sag dat twee van de selvige Wijfjens, en het derde een Manneken was, ende dat het Manneke met een van de Wijfkens was versameltGa naar voetnoot58), hier op bragt ik een weynig beweging aan het glas, en sy bleven egterGa naar voetnoot141) versamelt, welk doen my nog noyt in opgeslootene Vloojen en was te vooren gekomen, om dat ik tot nu toe belastGa naar voetnoot142) hadde, dat men my niet alsGa naar voetnoot143) groote Vloojen, dat Wyfkens synGa naar voetnoot144), soude in de glaasjens opsluyten. Dit Manneken was wel twee maal soo kleyn als het Wyfke, en het Manneke en sleepte niet agter na, nog en sat niet op het Wyfke, maar het was geplaatst tusschen de agterste beenen van het Wyfke, en als het Wyfke voortliep, soo liep het Manneken mede voorwaarts uytGa naar voetnoot145), even als of wy ons inbeelden te sien, dat een kleine Mannekens Hond, met een veel grooter Wyfkens Hond was versamelt, ende dat het Manneke geplaatst was tusschen de agterste beenen van het Wyfke, en dat dese beyde voorwaarts uytloopende, het agterlyf van het Manneken (door het Wyfke) soo hoog wierd opgeligt, dat de agterste Poten van het Manneke geen aarde en raakten. Hier stond ik met dit gesigt een weynig versteltGa naar voetnoot146), en seer begerig, om het Mannelijk Lid inde versamelingGa naar voetnoot147) te mogen sien, als my inbeeldendeGa naar voetnoot23), dat het Mannelijk Lid met eenige dikkig- | |||||||
FGIK is the third Joint of the Leg, on which can be seen many hard, sharp, thorny projections. By GHI are indicated the last five joints of the Leg of the Flea, and this is the structure of each Leg, by which it will be seen very clearly how one Joint fits into another. By H are indicated the two perfect Claws with which each Leg is provided and of which the Flea can make such a wonderfully deft use that, even if it leaps inside a closed glass tube and only comes across a bit of dirt adhering to the glass, even if this were only a bit of the Flea's dung, and happens to touch it or strike against it with one claw, it is able to hold on to it. Now when we see this wonderfully multi-jointed structure, and the length of the Legs of a Flea, we need not be surprised that the Flea can leap so high, and people need not ask me (as has happened many times) whether Fleas have Wings, with which they manage to leap so highGa naar voetnoot46). Ga naar margenoot+While I was engaged in the above-mentioned observations, my Maid-servant brought me a glass tube, in which she had enclosed three Fleas, and when I examined them shortly afterwards, I saw that two of them were Females and the third was a Male, and that the Male was copulating with one of the Females. I thereupon gave a slight movement to the tube, but still they continued to copulate, a behaviour which I had never before noticed in Fleas enclosed in a tube, because I had hitherto given orders that only large Fleas, which are FemalesGa naar voetnoot47), were to be enclosed in the tubes. This Male was about half the size of the Female, and the Male did not trail behind, nor did it sit on the Female, but it was placed between the hind legs of the Female, and when the Female walked, the Male also walked forward, just as if we saw a small Male Dog copulating with a much bigger Female Dog with the Male was placed between the hind legs of the Female, and, the two of them walking forward, the hind part of the body of the Male being lifted so high (by the Female) that the hind Legs of the Male did not touch the ground. I was somewhat dumbfounded at this sight, and very eager to see the Male Organ during the copulation, because I assumed that the Male Organ must be equipped with | |||||||
heijt of knoop, die in de versameling grooter wierde most versien zijn, waar door het selvige in het Vrouwelijk Lid, vast bleefGa naar voetnoot148). Na dat ik een weynig tijd met mijn gedagten hadde besig geweest hoe ik het Manneke, of Wijfke, of ook wel alle beyde, haar agterlijf soude af snijden, sonder dat my die niet enGa naar voetnoot149) mogten ontspringen, soo stelde ik mijn voornemen in't werk, en ik snede eerst het Wijfke, ende soo aanstonts ook het Manneke de agterlijven af, en dus raakten beyde de gedeelten van malkanderen af, dat buyten mijn meningeGa naar voetnoot150) was, om dat ik beyde de agterlijven aan den anderenGa naar voetnoot151) tragte te houdenGa naar voetnoot152). En alsoo ik nu bekommert was, dat in dit doen, het Manneke sijn Mannelijk Lid mogt in sijn Lighaam gehaalt hebben, soo bragt ik sonder eenige vertoevingeGa naar voetnoot153) seer sagt een punctje van een kleyn spelletjeGa naar voetnoot154) in het afgesnede Lighaam van het Manneke, en doe stelde ik het voor het vergrootglas, en liet alsoo een kleyn gedeelte van het selvige afteykenen. Ga naar margenoot+Fig: 12 LMN. beelde ik my in het Mannelijk Lid van de Vloo te sijn NGa naar margenoot+ alwaarGa naar voetnoot155) men met M. het knoopagtige deel van het Mannelijk Lid komt te sien, ende dat sonder soodanig deel, ik mij ook inbeelde de Vloo aan het Wijfke niet kan vast blijven, ja dat meer is, dat in de versameling dese knoop begint op te swellen en grooter te worden, gelijk in de versameling van de Honden geschiet. Op het geseyde Lid, tusschen L. ende N. leggen twee lange deeltgensGa naar margenoot+ met hairtgens beset, die ik my inbeeldGa naar voetnoot23) die deelen te sijn, die in Fig: 4. aan het Popke met E. werden aan gewesen. En welke deelen men inde afgeteikende Vloo niet en heeft komen te sien, uyt oorsaak stel ik vastGa naar voetnoot156), dat de afgeteykende Vloo een Wijfje is geweest, daarGa naar voetnoot90) het Popke, een Mannekens Vloo soude worden, als ook mede leggen de geseyde deelen soo digt aan het lijf, en ook in getrokken, dat men deselvige weynig komt te sienGa naar voetnoot157). Ga naar margenoot+Inde geseyde Fig: 12. word met PQ. twee besondere deeltjens aangewesen, die men aan de Vloo als hy levendig is niet en komt te sien, want gelijk als deselve het ingebeelde Mannelijk LidGa naar voetnoot158), als hy het tot geen gebruyk wil brengen in sijn Lighaam plaatst, soo brengt hy de deelen PQ tegen L. waar door men als dan deselvige niet en komt te sienGa naar voetnoot158). | |||||||
some thickening or knot, which grew bigger during the copulation, as a result of which it remained stuck in the Female OrganGa naar voetnoot48). After I had been pondering for a while how I was to cut off the abdomen of the Male, or of the Female, or perhaps of both, without their being able to jump away from me, I carried out my plan, and I first cut off the abdomen of the Female and immediately afterwards also that of the Male, and thus the two parts were separated, which was not my intention, because I wished to keep the two abdomens togetherGa naar voetnoot49). And since I was now worried lest, while I did this, the Male might have drawn its Male Organ into its Body, I immediately and very gently inserted the point of a tiny pin into the cut-off Body of the Male, and I then placed it before the magnifying glass and ordered a small portion thereof to be drawn. Ga naar margenoot+Fig. 12. I assumed LMN to be the Male Organ of the Flea, NGa naar voetnoot50), whereGa naar margenoot+ at M will be seen the knotty part of the Male Organ, and I also assumed that without such a part the Flea could not remain joined to the Female; nay, what is more, that this knot begins to swell and grow bigger during copulation, just as happens when Dogs are copulating. On the said Organ, between L and N, there are two long parts covered with little hairs, which I assume to be those parts which, in Fig. 4, are indicated in the Pupa by E. And these partsGa naar margenoot+ could not be seen in the Flea in the drawing, because, as I definitely assert, the Flea in the drawing was a Female, whilst the Pupa was to become a Male Flea; moreover, the said parts lie so close to the body, as well as being retracted, that they can seldom be seenGa naar voetnoot51). Ga naar margenoot+P and Q in the said Fig. 12 indicate two different parts, which are not seen in the Flea when it is alive, for just as the latter, when it does not want to use the supposed Male Organ, draws it into its body, so likewise it puts the parts P and Q against L, and as a result they cannot be seen. | |||||||
Ik hebbe een vande twee laatst geseyde deelen, in een ander Vloo, naakterGa naar voetnoot136) konnen voor de oogen stellen, ende dat deel mede laten afteykenen, op datGa naar voetnoot159) de wonderbare maaksels vande geseyde deeltjens, met hare Ledekens, des te beter soude komen te sien. Ga naar margenoot+Fig: 13. RST. vertoont een vande twee Leden, of deelen, die in Fig: 12. met PQ. sijn aangewesen, waar aan men komt te sien, niet alleen de menigte van hairtjens die op het buytenste deel als RS. komen te vertoonen, maar ook de Ledekens waar mede het deel dat binnewaarts leijt, versien is. Vorders heb ik my niet vergenoegt gehouden, met het Mannelijk Lid inde hier vooren verhaalde Vloo te sien, maar ik hebbe naderhand verscheyde Vloon van het Mannelijk geslagt genomen, ende daar mede insgelijks gehandelt, en meest doorgaansGa naar voetnoot160) het Mannelijk Lid daar uyt gebragt, en een vande selvige laten afteykenen, om dat aldaar de hier vooren verhaalde deeltjens, beter in 't oog quamen. Ga naar margenoot+Fig: 14. word met YZA. mede het Mannelijk Lid aangewesen, ende daarGa naar margenoot+ met VWX. vertoont, de twee deelen die in Fig: 12. tusschen PQ. sijn afgeteykent, van welke het eene deel VW. men wat op sy komt te sien, ende het andere deel WX. komt klaar voor de oogen te staan. Wanneer nu dese geseyde deelen VWX. in haar rust leggen, endeGa naar voetnoot161) die niet en komt te sien, soo beelt ik my in, dat deselve voor't geheel ofte een gedeelte de plaats bedekken, daar de excrementenGa naar voetnoota) geloost werden, en welkeGa naar margenoot+ plaats men in Fig: 14. ontrent X. komt te sienGa naar voetnoot162). Ga naar margenoot+Gelijk nu in Fig: 12. NOP. een gedeelte van het agterlijf vande Vloo is,Ga naar margenoot+ ende NO. een gedeelte vande buyk ofte onderlijf, soo is Fig: 14. AB. insgelijks een gedeelte van het onderlijfGa naar voetnoot163). | |||||||
I have been able to place one of the two last-mentioned parts more clearly before my eyes in another Flea, and I also ordered that part to be drawn, in order that the wonderful structure of the said parts, with their little Joints, might be seen the better. Ga naar margenoot+Fig. 13. RST shows one of the two Parts which are indicated in Fig. 12 by P and Q, in which can be seen not only the numerous little hairs appearing on the outermost part, namely RS, but also the little Joints with which the part lying inside is equipped. Furthermore I was not satisfied with seeing the Male Organ in the aforesaid Flea, but later on I took several Fleas of the Male sex and treated them in the same way; and in most cases I removed the Male Organ therefrom and had one of them drawn, because the parts described before were better visible there. Ga naar margenoot+Fig. 14. YZA again indicates the Male Organ, while there VWX showsGa naar margenoot+ the two parts which have been drawn in Fig. 12 between P and Q, of which the one part, VW, is seen a little from aside, while the other part, WX, appears straight in front. Now when the said parts VW and WX are at rest and cannot be seen, I assume that they wholly or partly cover the place where the excrements areGa naar margenoot+ voided, which place is seen in Fig. 14 near XGa naar voetnoot52). Ga naar margenoot+Now just as NOP in Fig. 12 is a portion of the abdomen of the Flea andGa naar margenoot+ NO a portion of the belly or lower part, in Fig. 14 AB is likewise a portion of the lower partGa naar voetnoot53). | |||||||
Ga naar margenoot+Inde geseyde Fig: 14. komt men aan A. maar een lang deeltje, dat met hairtjens beset is te sien, en welke deel voor een kleyn deeltje op het MannelijkGa naar margenoot+ Lid leyt, daarGa naar voetnoot90) men in Fig: 12. twee soodanige deeltjens siet leggen; hier van is de reden, alleen, dat het tweede deeltjen, het gesigt ontwykt. Ga naar margenoot+Wyders hebbe ik genomen verscheyde Vloon van het Vrouwelijk geslagt, om was het mogelijk het Vrouwelijk Lid te ontdekken; dog wat devoren ik aanwendeGa naar voetnoot164), soo en hebbe ik daar ontrent mijn genoegen niet konnen vindenGa naar voetnoot165). Ik hebbe egterGa naar voetnoot141) het agterlijf vande Vloo, na dat ik het selvige een weynig hadde uyt geset, want sonder sulks, was het ware gestalt niet te bekennen, laten afteykenen. Ga naar margenoot+Fig: 15. CDEFG. is een gedeelte van het agterlijf vande Vrouwelijke Vloo, EF. beelt ik my in dat het Vrouwelijke Lid is, DE. is een deeltjen dat met verscheyde hairtjens is beset, en welk deel ik my inbeelde de uyt gang vande excrementen te syn, om dat wanneer ik de Vloo quam te drukken, daar een droppelken bloet uit quam. Boven dat het geseyde deeltjen datGa naar voetnoot166) met veel hairtjens is beset, syn in't selvige nog te kennen twee en ook wel drie Ledekens, die kort en niet dik syn, en uyt yder vande selve Ledekens komen twee hairtjens, waar van de eene boven de andere in lengte uyt steekt, die ook den Teykenaar in het geseyde deel tusschen DE. heeft aangewesenGa naar voetnoot167). Dit geseyde harige deel heb ik weynig komen te sien, als de Vloo ongeschonden was, maar als ik die hadde gequest, dan quam ik wel te sien, dat hy het quam te bewegen, als opwaarts heffende en neerwaarts drukkende, even als of hy de plaats daar de excrementen geloost werden, daar mede quam te dekken.Ga naar margenoot+ Dus verre myne aantekeningen op het papier gestelt hebbende, quam my weer ter hant een glaasje waar in opgeslooten waren twee Mannekens en vier Wyfkens, en sag dat twee van deselvige versamelt waren, ende sag als doen mede dat het Manneken onder, en het Wyfke boven was, ende dat het Manneke syn voorste Pooten, met de agterste Pooten van het Wyfke in 't voortloopen gelyk quamen, ende daar benevens dat niet alleen het agterlyf van het Manneken als krom geboogen synde tot soodanige versameling gemaakt was, maar dat meer is, dat het Mannelijk Lid soo geschiktGa naar voetnoot168) was dat het niet neerwaarts maar opwaarts moste steeken, ende dat het Manneken, inde versameling niet op het Wyfke moste klimmen, maar het Wyfke sig over het Manneke moste stellen contrarie andere Dieren. Ende dat sonder sulks, de versameling van de Vloon niet wel en soude konnen geschieden, ende als wy daar op sullen komenGa naar margenoot+ na te sien, de Fig: 12. ende 14. wat deel dat de buyk is, en hoe dat het Mannelyk Lid opwaarts staat soo sullen wy, een beter begryp van het selvige konnen | |||||||
Ga naar margenoot+In the said Fig. 14, at A, only one long part is seen, which is covered with little hairs and of which part a very small portion lies on the Male Organ,Ga naar margenoot+ whilst in Fig. 12 two such parts are seen. The reason for this is merely that the second part escapes our sight. Ga naar margenoot+Furthermore I took several Fleas of the Female sex, in order to discover, if possible, the Female Organ; but although I took great pains, I was unable to satisfy myself about this. However, I ordered the abdomen of the Flea to be drawn, after I had slightly distended it, for without this the true figure could not be recognized. Ga naar margenoot+Fig. 15. CDEFG is a portion of the abdomen of the Female Flea. I assume EF to be the Female Organ; DE is a part which is covered with several little hairs, which part I assume to be the outlet for the excrements, because when I pressed the Flea, a droplet of blood came out of it. Apart from the fact that the said part is covered with many little hairs, there can also be recognized therein two and sometimes three small Joints, which are short and not thick, and from each of these small Joints there come two little hairs, of which one is longer than the other and which the Draughtsman has also indicated in the said part between D and EGa naar voetnoot54). I have not often been able to see this said hairy part when the Flea was undamaged, but when I had injured it, I saw that it moved it about, lifting it and pressing it down as it were as if it thus covered the place where theGa naar margenoot+ excrements are voided. When I had thus far put my notes on paper, another glass tube came into my hands, in which were enclosed two Males and four Females. And I saw that two of them were copulating, and I then saw also that the Male was underneath and the Female above, and that as they walked the Forelegs of the Male moved in step with the hind Legs of the Female, and moreover that the abdomen of the Male, being bent, was made for such copulation, but - what is more - that the Male Organ was placed in such a way that it was bound to extend not downwards but upwards, and that the Male, during the copulation, did not have to climb on to the Female, but the Female had to straddle the Male, contrary to other Animals. And that, without this, the copulation of the Fleas could not very well take place. And if we lookGa naar margenoot+ at this more closely in Figs 12 and 14, namely what part is the belly and how the Male Organ stands erect, we shall be able to have a better understanding | |||||||
hebben, en gelyk ik hier vooren geseyt hebbeGa naar voetnoot169), dat ik my maar inbeeldeGa naar voetnoot170) het aangeroerdeGa naar voetnoot171) deel een Mannelyk Lid te syn, soo heb ik my naderhant ten genoegenGa naar voetnoot172) konnen verseekeren, dat het een Mannelyk Lid is. Ga naar margenoot+Myn voornemen was hier mede af te breeken, maar om dat het agterlyf van de Mannekens Vloon Fig: 12. ende 14. door het uitbrengen van hetGa naar margenoot+ Mannelyk Lid, een weynig van haar regte Maaksel zyn afgebragt, soo hebbe ik uit verscheide Mannekens een uit gekosen, wiens agterlijf door schijnenste was, op dat den Teikenaar eenige van de menigvuldige Aderen, die daar in te sien waren, soude na volgen, dese Vloo soo als hy voor het vergrootglas stont, leefde nog een weinig, en ik sag dat het Mannelijk Lid diep in 't Lighaam nog met een knoopagtig deel was versien, waar uit ik my inbeelde, dat de Vloo sijn Mannelijk Lighaam soo verre uit zyn Lighaam konde brengen, tot dat de geseide inwendige knoop, by na tot aan 't uiterste van deGa naar voetnoot173) desselfs Lighaam quam. Dese Vloo bragt ook sijn Mannelijk Lid, verscheide maal voor een kort gedeelte, uit, en in zyn Lighaam, welk Lid in 't uitkomen dan passeerde doorGa naar margenoot+ of tusschen de twee deelen die in Fig: 12. met PQ. ofte in Fig: 14. met VWX. werden aangewesen, en in die doorgang, verandert het knoopagtige deel van figuur, want dan sag ik op twee bysondereGa naar voetnoot10) plaatsen, onder aan het knoopagtige deel van het Mannelyk Lid, uitschieten, twee lange Ledekens, die ontrent vier maal soo lang als dik waren, en welkers lengte ontrent was, als het Mannelijk Lid beneden de knoop dik is, en wanneer de Vloo het Mannelyk Lid weder in 't Lighaam begon te halen, soo wierde de verhaalde Leden die schuyns nederwaarts wierden uitgestoten, weder inwaarts getrokken, daar benevens wiert te gelyk nog een derde deeltje of Lid uit het Mannelyk Lid gestooten, soo als het door de geseide deelen wiert gevoert, dit uitgestoote Lid, quam seer na van lengte en dikte over een, met de hier vooren verhaalde Leden, en welke laatste Lid seer na regt om hoog wiert uit gestooten, en ook met het inhaalen van het Mannelijk Lid, weder inwaarts gebragt. Dit siende nam ik in gedagtenGa naar voetnoot174), of door dit laatste uitschietende Lid, niet wel het Mannelijk zaat mogt gevoert werdenGa naar voetnoot175). Ga naar margenoot+Fig: 16. HIKLMN. is het agterlyf van de laatst verhaalde Mannelijke Vloo, die ik door een meer als gemeneGa naar voetnoot176) en schielyke warmte, soo verre hadde gedoot, datGa naar voetnoot177) niet bequaam was, om weg te springen, op dat dus de Vloo ongeschonden voor het vergroot glas soude staan. KL. is een gedeelte van de rug, ofte bovenlijf van de Vloo. | |||||||
thereof. And while I said heretoforeGa naar voetnoot55) that I merely assumed the part discussed to be a Male Organ, I have afterwards been able to satisfy myself that it was a Male Organ. Ga naar margenoot+It was my intention to stop here, but because the abdomens of the Male Fleas (Figs 12 and 14), owing to the Male Organ being thrust out, were transformedGa naar margenoot+ a little from their normal structure, I selected among several Males one whose abdomen was the most transparent, in order that the Draughtsman might depict some of the manifold Arteries that were to be seen therein. This Flea, as it was fixed before the magnifying glass, was still alive, and I saw that deep inside the Body the Male Organ was also equipped with a knotty part, from which I concluded that the Flea could thrust its Male Organ out of its Body until the said internal knot reached the terminal part of its Body. This Flea also brought a short portion of its Male Organ several times out of and into its Body, and this Organ, in coming out, then passed through orGa naar margenoot+ between the two parts which are indicated in Fig. 12 by P and Q, or in Fig. 14 by VW and WX. And during this passage the knotty part alters its form, for I then saw in two different places, on the underside of the knotty part of the Male Organ, two small long Parts shooting out, which were about four times as long as they were thick and whose length was about the same as the thickness of the Male Organ below the knot. And when the Flea began to draw the Male Organ back again into the Body, the said Parts, which had been thrust out obliquely downwards, were drawn in again, while in addition and at the same time another third small part or Member was thrust out of the Male Organ as it was carried through the said parts. This thrust-out Member corresponded very closely in length and thickness to the aforesaid Parts, and this latter Member was thrust out very nearly straight upwards and was also brought inwards again as the Male Organ was drawn in. On seeing this, I wondered whether the Male seed might not be conveyed through this latter thrust-out MemberGa naar voetnoot56). Ga naar margenoot+Fig. 16. HIKLMN is the abdomen of the last-mentioned Male Flea, which I had so far deadened by extraordinary and sudden heat that it was incapable of jumping away, in order that the Flea might thus be placed undamaged before the magnifying glass. KL is a portion of the back, or the upper part of the body of the Flea. | |||||||
NHI. is een gedeelte van het onderlijf ofte buyk van de Vloo ende HO. is een gedeelte van de Poot die hier quam te vertoonenGa naar voetnoot178), waar aan men nu klaar komt te sien, dat het agter-lyf alhier aangewesen, gans daar toe gesteltGa naar voetnoot179) is, om het Mannelyk Lid niet na beneden-waarts, ofte regt uit, maar opwaarts te voeren, ende dat het Wyfke boven het Manneken in de versameling moet geplaatst sijn. Aan M. komt men te sien een klein gedeelte van het Mannelyk Lid, dat de Vloo voor een weinig gedeelte uyt sijn lighaam heeft gebragt, en alsoo isGa naar voetnoot180) gestorven. Dat men hier het knoopagtige deel van het Mannelyk Lid niet naakterGa naar voetnoot136) komt te sien, is alleen, om dat het van de leden waar tusschen het in 't uit stooten van het selvige passeert voor een gedeelte bedekt is. Ga naar margenoot+Wyders hebbe ik een Vloo-WormGa naar voetnoot36) die byna volwassen was, aan twee stukken gesneden, en yder deel voor soodanige vergroot-glas gestelt, als waar door de Worm, soo als hy uit het Ey was gekroopen, is afgeteikentGa naar voetnoot181), met die insigteGa naar voetnoot182), soo ik de gantsche Worm voor een glas hadde gebragt, den Teikenaar om desselfs beweginge, die figuur niet en soude kunnen navolgenGa naar voetnoot86). Ga naar margenoot+Fig: 17. ABCD. vertoont het hooft ende drie leden van de Vloo-Worm welk gedeelte van de Worm ik wel regt over einde hadde gestelt; maar eer ik het den Teykenaar ter hant stelde, soo liet dat gedeelte van de Worm sijn hooft soo op een syde hangen, als hier met ABC. wert vertoont, hoe wel dat gedeelte sig nog wel een ure tyd beweegde, enGa naar voetnoot183) veelmaal in die tyd het hooft ophefteGa naar voetnoot88). Ga naar margenoot+Fig: 18. EFG. vertoont de vier agterste leden van de hier vooren verhaalde ontstukken gesnede Vloo-Worm, waar aan men niet alleen naakt komt te sien, de werktuygen aan F. waar mede de Worm aan het agterlijf versien is, maar men komt daar ook te bekennen, de plaats daar de excrementen geloost werdenGa naar voetnoot88). Ga naar margenoot+Gelyk nu de Vloo-Worm met geen ander werktuigenGa naar voetnoot124) waar mede hy moet voortloopen en is versien, als de ledekens die Fig: 17. ontrent D. aan hetGa naar margenoot+ hooft, ende aan het agterlyf Fig: 18. aan F. heeft, soo komen deselve in 'tGa naar margenoot+ voortloopen seer te hulp, de menigvuldige hairtgens waar mede het lighaam beset is, dog soodanigen dienst als hem die in 't voortloopen doen, nog grooter ondienst doen de hairen de Worm, als deselve een weynig vogtige stoffe ontmoet, ja een honderste gedeelte van de vogtige excrementen die een Vloo in eensGa naar voetnoot184) quyt wert, leggende aan een glas, dat de vogt niet kan innemen, is stoffe genoeg, om de hairtgens van de Worm, daar in soodanig te kleven, | |||||||
NHI is a portion of the lower part or belly of the Flea, and HO is a portion of the Leg that could be seen here, from which it can now be clearly seen that the abdomen, indicated here, is wholly made for the purpose of directing the Male Organ not downwards, or straight forward, but upwards, and that the Female must be placed above the Male during the copulation. At M can be seen a small portion of the Male Organ, which the Flea has thrust a short distance out of its body, and in this position it died. That the knotty part of the Male Organ is not seen more clearly here is only because it is partly covered by the parts between which it passes as it is thrust out. Ga naar margenoot+I furthermore cut a Flea-Worm which was almost fullgrown in two pieces, and placed each part before the same kind of magnifying glass as that through which the Worm, as it had crawled out of the Egg, was drawnGa naar voetnoot57), because I considered that if I had placed the whole Worm before a magnifying glass, the Draughtsman, because of its movements, would not have been able to draw that figure. Ga naar margenoot+Fig. 17. ABCD shows the head and three joints of the Flea-Worm, which part of the Worm I had indeed placed quite erect; but before I handed it to the Draughtsman, that part of the Worm let its head hang on one side as shown here by ABC, although that part still moved for about an hour, and in that time often raised its headGa naar voetnoot27). Ga naar margenoot+Fig. 18. EFG shows the four terminal joints of the aforesaid Flea-Worm, which had been cut to pieces, on which can clearly be seen not only the organs at F with which the Worm is equipped at its abdomen, but also the place where the excrements are voided. Ga naar margenoot+Now since the Flea-Worm has no any other organs with which to walk than the little members which in Fig. 17 it has at the head near D, and in Fig.Ga naar margenoot+ 18 at the abdomen at F, its walking is greatly aided by the manifold little hairsGa naar margenoot+ with which the body is covered; but although they serve it in this way as it walks, the hairs render the Worm an even greater disservice when it comes across moist substance. Nay, one hundredth part of the moist excrements voided by a Flea at one time when lying against a tube which, because it is glass, cannot absorb the moisture, is sufficient for the little hairs of the Worm to | |||||||
datGa naar voetnoot185) niet alleen een Worm het voortkruypen belet, maar de Worm daar in komt te sterven, uit oorsaak dat hy sig selven daar uit niet kan reddenGa naar voetnoot186). Ga naar margenoot+Sien wy nu ook hoe weinig vogt de Vloo-worm kan verdragen, soo moeten wy vast stellenGa naar voetnoot55), dat de plaatsen daar seer veel Vloon sijn, dat men de Vloowormen door het besprengenGa naar voetnoot186) of gieten van waterGa naar voetnoot187), soo op Solder, of Vloeren veel Wormen kan dooden, en by gevolg de Vloon na die tijd sullen verminderenGa naar voetnoot188). Ga naar margenoot+Om dat Hare Hoog Ed: een beter conceptGa naar voetnoot189) van de versamelingGa naar voetnoot147) van de Vloon souden hebben, soo heb ik op nieuw weder last gegeven, dat men in glaasjens, alle de Vloon die men quam te vangen, soude opsluyten. Men brengt dan tot my op den 20 September in een glaasje twee Vloon dat Wijfkens waren, als ook mede lag in 't glaasje een doode Vloo, ende des anderen daags brengt men tot my een tweede glaasje, waar in een Mannekens Vloo was, na dat dit Manneken ontrent 6 uuren in een apart glaasje hadde opgeslooten geweest doe ik het Manneke, by de twee hier vooren verhaalde levende ende het doode Wijfke bragtGa naar voetnoot190). Soo ras en was nu het Manneke by de Wijfkens niet, of het boog sijn agterlijf nog krommer na bovenen toe als het was, en bragt te gelijk het Mannelyk Lit uit sijn lighaam, en waar dat het met desselfs agterlyf het lighaam van het Wijfke maar quam aan te raaken, al was het selfs aan het hooft van het Wijfke, en dat met sulke vaardigheitGa naar voetnoot129) en sig doorgaansGa naar voetnoot191) verplaatsende en soekende na het Vrouwelijke Lit, dat ik'er over verstelt stont, en in dit doen raakten hy verscheide maal van het Wyfje af, en schoon hy het doode Wyfje quam aan te treffen, soo was hy dat selve soo vast houddende en trachte met deselve te versamelen, als of hy een levend Wyfje voor hadde. Ik dede dan veel devoirenGa naar voetnoot192) om hem van het doode wyfje af te krygen, ende het selvige aan een sydeGa naar voetnoot193) te doen, dat ik na verloop van ontrent vijftien minuiten tijts te weeg bragt. Na welke tyt het Manneke nu met de eene ende dan met het andere wyfje doende was, om te versamelen, en schoon het Manneke niet onder het wyfje maar daar benevens aan was, soo boog hy egter syn lighaam soo na het agterlyf van het Wyfje, dat ik veelmaal dagt dat hy soo versamelen soude, in | |||||||
get stuck therein so firmly, that this not only prevents the Worm from crawling along, but the Worm will die in it, because it cannot escapeGa naar voetnoot58). Ga naar margenoot+Now when we see how little moisture the Flea-worm can bear, we must assume for certain that in places where there are very many Fleas many Flea-worms can be killed by the spraying or pouring of water in Lofts or on Floors, and that as a result the Fleas will afterwards decrease in numbersGa naar voetnoot59). Ga naar margenoot+In order that Your Honours may have a better notion of the copulation of Fleas, I once again gave orders that all the Fleas might be caught should be enclosed in glass tubes. On the 20th of September I was brought, in a glass tube, two Fleas which were Females, and in addition there lay a dead Flea in the tube, and the next day I was brought a second tube, in which there was a Male Flea. After this Male had been enclosed in a separate tube for about 6 hours, I placed the Male with the two aforesaid living Females and the dead Female. Now as soon as the Male was with the Females, it bent its abdomen even further upwards than it was, and at the same time thrust the Male Organ out of its body, wherever it happened to touch the body of the Female with its abdomen, even if it were at the head of the Female; and that with such alacrity, and continually moving about and seeking the Female Organ, that I was dumbfounded. And in this process it frequently got separated from the Female, and even if it happened to come across the dead Female, it hung on to it as tightly, trying to copulate with it, as if it had to do with a living Female. I then took great pains to get it away from the dead Female, and to move it aside, in which I succeeded after about fifteen minutes. After this time the Male was trying to copulate now with one, now with the other female, and although the Male was not underneath the female, but by its side, yet it bent its body so towards the abdomen of the Female that I often thought it would | |||||||
welk doen ik niet en konde bekennen dat de wyfjens genegen tot de versameling waren, maar meest doorgaansGa naar voetnoot160) tragten, van het Manneken ontslagen te zyn, dog hy was deselve al te seer vast houdende. De bewegingen die het Manneke wel een half uure tyds agter den anderenGa naar voetnoot64) quam te maken, was soo onvermoeyelijk, en met soo een groote luxurieusheitGa naar voetnoot194), als men in eenig beest soude konnen sien; ja ik geloof datGa naar voetnoot195) een Hengst, of Hond dat al van de hittigste dieren syn, soodanige beweginge ontrent de teelinge, met hare lighamen soude moeten maken, dat sy eer 't einde van een half uure, als voor doot ter aarde souden vallen. Eindelyk raakt het manneke onder het wyfje, en het brengt sijn mannelyk lid hoog opheffende in het vrouwelyke lid, sonder dat ik sien konde dat het wyfje eenige beweginge tot versameling met haar lighaam te weeg bragt, en dus raakten sy versamelt, en bleven soo stil leggen als of sy doot waren. Hier begaf ik my tot de Plaat-snyder, en ik vertoonden hem de versameling van de Vloon, met bevel dat hy die in 't klein soude afteikenen. Ga naar margenoot+Fig: 19. HIKLM. vertoont de versameling van een manneke en wijfjen van de VlooGa naar voetnoot196). HIK is het manneke dat soo groot was, als van tien mannekens Vloon geen een gevonden werd. Waar aan men nu naakt komt te sien, dat het lighaam van het manneke soodanig gemaakt is, dat niet het manneke in de versameling op het wijfje moet klimmen; maar dat veel eer het wyfje op of over het manneke moet komen te staan, ende dat soo doende de versameling op sijn gemakkelykstGa naar voetnoota) kan te weeg gebragt werden. Ik dede een manneken en wyfje soo als die versamelt waren op een vel papier, beeldende my selven in datse dusGa naar voetnoot197) niet magtig souden zyn om weg te springen. Dog ik bevond het contrarie mijn gedagten, want sy waren niet op het papier, of sy sprongen, soo versamelt als sy waren, soo hoog, en weg, dat hoe ik daar na sogt, ik haar niet en hebbe konnen vinden. Ik hadde de Plaat-snyder eenige dagen hier te voren twee distincte glaasjens gegeven, om daar in op te sluiten van sijn Hont (die met veel Vloon was versien) eenige soo mannekens als wijfjens Vloon, om datGa naar voetnoot71) hy de versameling mogte sien, ende dus een beter conceptGa naar voetnoot189) in 't afteikenen te hebben. Dog schoon hy al tot ses maal toe sulks yder maal met vers gevangen Vloon hadde in 't werk gestelt, soo en was het hem egterGa naar voetnoot141) niet gelukt. | |||||||
copulate like that. While the Male was doing this, I could not see that the females were inclined to copulate, but in most cases they tried to get rid of the Male, but it was already holding on too tightly to them. The movements which the Male made for about half an hour at a stretch were as indefatigable and as lustful as one might see in any beast whatsoever; nay, I believe that if a Stallion or a Dog, which are among the most hotblooded animals, had to make such movements with their bodies during copulation, they would drop down dead before the end of half an hour. At last the male got underneath the female, and it thrust its male organ, erecting it, into the female organ, without my being able to see whether the female made any copulating movement with its body, and thus they copulated and lay motionless as if they were dead. I then went to the Copperplate Engraver, and I showed him the copulation of the Fleas, ordering him to draw it on a small scale. Ga naar margenoot+Fig. 19. HIKLM shows the copulation of a male and a female of the FleaGa naar voetnoot60). HIK is the male, which was so large as not one was found among ten male Fleas. In this drawing it can clearly be seen that the body of the male has been made in such a way that the male must not climb on to the female when copulating, but the female must rather stand upon or straddle the male, and that in this way the copulation can be brought about most easily. I put a male and a female, while they were copulating, on a sheet of paper, assuming that they would thus not be capable of jumping away. But I found it to be contrary to what I thought, for no sooner were they on the paper than they jumped, though they were copulating, so high and far away that I was unable to find them, however much I searched for them. A few days before, I had given the Copperplate Engraver two different glass tubes, to enclose therein some male and female Fleas from his Dog (which was infested with many Fleas), in order that he might see the copulation and thus might have a better notion when drawing it. But although he had attempted this up to six times, each time with freshly caught Fleas, yet he had not succeeded in it. | |||||||
Hier van beelde ik de reden daar van dus in; de mannekens Vloon van sijn Hont hebben overvloet van wyfjens gehad, waar mede sy veel maal hebben konnen versamelt zyn geweest, en dus opgeslooten zynde, geen meer lust tot versamelen hebben gehad: daarGa naar voetnoot90) in tegendeel de mannekens Vloo daar hier voren van is geseit, alleen maar op een dag gevangen zynde, schoon men het bedde-goet van drie distincte slaap-plaatsen hadde doorsogt, geen ander Vloo en hadde konnen vinden, en welk mannekens Vloo, na alle apparentie nog geen wijfje heeft konnen bekomen, en uit dien hoofde, soo veel te hitsiger tot de versameling is geweest, want schoon ik hem quam te schudden ende te bewegen doen hy tragte te versamelen, soo en hadde hy egter geen rust, voor dat hy versamelt wasGa naar voetnoot198). Ga naar margenoot+Ik hebbe ook een glaasje, niet alleen waar in ik de versameling hebbe gesien, maar in welke glaasjens ik ook de Vloon heb opgeslooten, om datGa naar voetnoot71) sy in de selvige eyeren souden leggen, laten afteikenen, om of'erGa naar voetnoot199) eenige Liefhebbers waren die my mogten tragten de voorteelinge van de Vloon na te volgen. Ga naar margenoot+Fig: 20. NOPQ. is een glaasje, welkers holligheit van de tuba NOQ. ontrent een vierde deel van een duim wasGa naar voetnoot110). De ronde bol OPQ. was de eene wat grooter als de andereGa naar voetnoot200), al na dat het in 't blazen van de selvige valt. Dog ik hebbe niet meer dan twee of ook wel drie Vloon in soo een glaasje gedaan, en soo ras als die eenige Eyeren hadden geleit, heb ik de Vloon uit het glaasje gedaan, op dat de glaasjens door de excrementen van de Vloon, als ook van de uitwaasseming van deselve het glas van binnen, niet te vuil zouden makenGa naar voetnoot201), want anders blijven de wormkens aan de drek en vogt, die in 't glas is, met haar hairtjens van haar lighaam, soo vast dat men deselve niet uit het glas kan krijgen, en soo komen te sterven. Ik heb nu al verscheide jaren agter den anderenGa naar voetnoot64) waargenomen dat de Vloon eyeren leggen, ende dat uit alle vrugtbare eyeren wormen komen, ende die wormen komen weder in Vloon te veranderen, gelijk ook hier te vooren meermalen is geseit. Ga naar margenoot+Wy sien daar benevens sulken ordentelijkheitGa naar voetnoot202), en volmaaktheit waar mede de Vloo soo begaaft is, als eenig groot dier daar aan wy met onze bloote oogen alle de leden komen te beschouwen. Sal men dan nu nog langer met dien ouden droesem beladen blijvenGa naar voetnoot203)? Dat den een ons sal willen versekeren, dat de Vloon uit Sant, den anderen uit Turfmollem, weder een ander dat die uit | |||||||
I assumed the reason for this to be as follows. The male Fleas from his Dog had had plenty of females, with which they had been able to copulate many times, and being thus enclosed, they no longer cared to copulate, whilst on the other hand the male Flea spoken of heretofore, being the only one to be caught in one day, although the bed-clothes of three different sleeping-places had been searched, had not been able to find another Flea; this male Flea, in all probability, had not yet been able to get a female and for that reason was all the more eager to be copulating, for although I shook it and moved it about when it tried to copulate, yet it never rested until it had copulatedGa naar voetnoot61). Ga naar margenoot+I also ordered a tube to be drawn in which I not only saw the copulation, but in which I also enclosed the Fleas in order that they should lay eggs therein, in case there should be any interested people who might wish to imitate me in studying the procreation of Fleas. Ga naar margenoot+Fig. 20. NOPQ is a flask of which the internal diameter of the tube NOQ was about one quarter of an inchGa naar voetnoot32). The round globe OPQ varies in size from one specimen to another, according as it turns out during the blowing. But I put no more than two, or sometimes three, Fleas in such a flask, and as soon as they had laid some Eggs, I took the Fleas out of the flask, in order that the flasks might not get too dirty inside from the excrements as well as the exhalation of the Fleas, for then the little worms remain so firmly fixed with the little hairs of their body to the dung and the moisture which is in the flask that they cannot be removed from the flask and thus will die. Now I have already observed for several years on end that the Fleas lay eggs, and that worms come from all the fertile eggs, and those worms in turn change into Fleas, as has also been said many times before. Ga naar margenoot+In addition we see such a neat arrangement and perfection with which the Flea is endowed as exists in any large animal whose members can be seen with our naked eye. Are we then to be burdened still with those old tales? One man wants to assure us that Fleas come forth from Sand, someone else, | |||||||
de drek van Duiven voortkomen, en als wy Kircherus in zijn Onderaartsche Werelt daar over hebben nagesien, seit dezelvige aldusGa naar voetnoot204). Het is ondervondenGa naar voetnoot205) dat de Vloon ook uit pis, en stof van de vloer vermengt, als ook uit haar eigen uitdijgzelGa naar voetnoot206) voortkomen. Dat nu de Vloon uit de stof en pis souden geformeert werden, dat ontken ik gans, en segge, na mijn stellingeGa naar voetnoot207) onmogelijk te sijn. Maar dat egterGa naar voetnoot141) uit opgeveegde stof van een vloer, Vloon voor den dag komen, dat sta ik gaarne toeGa naar voetnoot208), maar op geen andere wijse als dese. Sekere Kamer daar men kleine kinderen opvoet, en waar men daaglijks geen Vloon op en vangtGa naar voetnoot209), en soo nu als dan de vloer aanveegt, ofte de vloer veegende ontrent eenige Honde-nesten, soo sullen seer ligt onder die stoffe opgeveegt werden, niet alleen jonge, en ook wel volwassene wormen, die uit de eyeren van de Vloon sijn voortgekomen; Maar men sal ook uit de reeten van de vloer konnen uitvegen de Vloo-wormen die al doende waren met spinnen, als ook die al gesponnen hadden, en in popkens waren verandert, en dus sal uit die geseide stoffe nu eenige Vloon te voorschijn komen, en eenige dagen daar na weder andere Vloon. Ja selfs zoude het konnen sijn, dat uit de Vlooeyeren, die men ook hadde opgeveegt, wormen quamen, ende dese wormen uit de opgeveegde stoffe haar voetsel soo verre soude konnen halen, tot datse selfsGa naar voetnoot80) weder in Vloon veranderden. Te meer, om dat ik nooit van een hond, hoe veel Vloon dat hy hadde, aan sijn lijf eenige eyeren hebbe konnen afhalen, oft komen te sien. Wanneer wy nu een groen, of ander donker couleurde kussen nemen, en leggen daar een Hond op, die Vloon heeft, (gelijk ik te meermaal hebbe gedaan) soo sullen wy bevinden, dat de Vloon hare eyeren sullen leggen, niet ontrent, of digte by de Hond, maar men sal hare eyeren aan de uitterste hoekken ende in de naaden van het kussen vinden, de welke dan ligt sijn te bekennen, uyt de wittigheit van de eyeren. Nog verder seyt Kircherus aldus: Ik heb uyt de Vloo-neten, een groote meenigte Vloon sien voortkomen, die eerst wit sijn, dog in 't korte swart werden: Het selfde zy van de Luysen, en Want-Luysen gesegt. | |||||||
from Peat-dust, another again, from the dung of Pigeons. And when we looked up Kircherus about this in his ‘Onderaartsche Werelt’, he says as followsGa naar voetnoot62): It has been found by research that Fleas also originate from piss, mixed with dust from the floor, as well as from their own excrements. Now I entirely deny that Fleas could be formed from dust and piss, and I assert that in my view this is impossible. But I am quite prepared to admit that Fleas may emerge from dust swept up from a floor, but in no other way but this: In a particular Room where small children are brought up and where Fleas are not caught every day and the floor is swept now and then, or when the floor is swept in the vicinity of Dog-baskets, there may quite easily be swept up with that dust not only young but also adult worms which came from the eggs of Fleas, but it will also be possible that there are swept out of the chinks of the floor the Flea-worms which were already spinning their cocoons, as well as those had already spun them and had changed into little pupae, and thus some Fleas will now emerge from the said dust, and a few days later again other Fleas. Nay, it might even be that worms came out of the Flea-eggs which had also been swept up, and that these worms might be able to find their food in the swept-up dust until they themselves changed into Fleas again. This is the more possible because I have never been able to take or to see any eggs from the body of a dog, however many Fleas it might have. Now if we take a green cushion, or one of another dark colour, and we put on it a Dog which has Fleas (as I did many times), we shall find that the Fleas will lay their eggs, not near or close to the Dog, but their eggs will be found at the furthest corners and in the seams of the cushion, and they are then easily recognized, from the whiteness of the eggs. Kircherus further says as follows: From Flea-nits I saw a great number of Fleas emerge, which at first are white, but become black shortly afterwards. The same may be said of Lice and Bed-Bugs. | |||||||
Soo wy nuGa naar voetnoota) Kircherus willen gelooven, soo moeten wy vast stellenGa naar voetnoot55), dat de Vloon in ItalienGa naar voetnoot210) van een gans ander maaksel, en voorteelinge zyn. Is 't nu sulks met de Vloon gestelt, waarom is 't in geen andere schepsels, daar wy doorgaansGa naar voetnoot74) sien, dat yder sijns gelijk voortbrengt, het sy dan by verandering, of ter eerster instantieGa naar voetnoot211). En al hoe wel Kircherus daar ontrent seer na dusGa naar voetnoot212) komt te seggen, en een ander ontrent de Vloon komt te berispenGa naar voetnoot213). By aldien hy van vergroot-glasen was versien geweest, hy soude anders oordeelen. Hier op moet ik seggen, dat by aldien Kircherus tot het ondersoek van de Vloon met een goet vergroot-glas en goede opmerkingeGa naar voetnoot214) eenige weynige dagen hadde besteet, gelijk ik 'er veel mede hebbe te soekken gemaakt, hy soude ontrent de voorteelinge van de Vloon gans anders hebben gesprooken, ik laat staan de meenigvuldige fabulen van voorteelingen en andere grollen, die hy op het papier brengt en als te grabbel smijt. Hier hebt gy Hoog Edele Heeren myne aantekeninge van de voorteelinge van de Vloo, soo als ik die in 't observeeren van de selvige hebbe aangetekent. Ik sal hier mede afbreeken, ende onder des blijven enz:
A. Leeuwenhoek. | |||||||
Now if we are to believe Kircherus, we must assume for certain that Fleas in ItalyGa naar voetnoot63) are of quite a different structure and procreation. Now if this is the case with Fleas, why is it not the same with other creatures, since we invariably see that each one produces its like, either by transformation or directly. And although Kircherus on this point speaks somewhat as follows, and rebukes someone else concerning Fleas: If he had been equipped with magnifying glasses, he would have judged differently, I must say that, if Kircherus had spent a few days in studying Fleas with a good magnifying glass and keen observation, just as I have lost many days doing this, he would have spoken quite differently about the procreation of Fleas, even apart from the manifold fables about procreation and other fantasies which he put on paper, and as it were scattered abroad. Here you have, Very Noble Sirs, my notes on the procreation of the Flea, as I noted them down while examining it. With this I will break off, and meanwhile I remain, etc.
A. Leeuwenhoek. |
|