Alle de brieven. Deel 13: 1700-1701

[p. 392]

Zaak- en naamregister¹⁾

A.

Aal. Zie: *Paling.

Aalbes, blad 202, 212.

Aaltje (*nematode) 18-20.

Aardbeving 70, 76-78.

Aardbol 72-76, 182-184.

Aarde, berekening oppervlakte 72-74.

Aarde, dampen 370, 374.

*Abdomen, mot 222.

*Abdomen, pop rups 224.

Achtel (maat) 272, 280.

Ademhaling, benauwdheid 188.

Ader, made 166.

Ader, Zie ook: Vena.

*Adhesie 180.

Alderdoorlugtigste 180-182, 188.

Ambassadeur 188.

*Ammoniumsesquicarbonaat 310.

Amsterdam 98, 270-272, 390.

Angel, bij 120, 124.

Angel, dierken 160.

Angel, duizendpoot 50-54, 326.

Angel, schorpioen 26, 36-40, 44, 50, 54, 160, 326.

Angel, *sluipwesp 212-214, 218, 252-256.

Angel, spin 124, 326-328, 340-342.

*Angitia vestigialis 248.

*Angitia vestigialis Zie ook: *Sluipwesp.

*Anopheles spec. 6-8.

*Anopheles Zie ook: Mug.

*Antenne, *bladluis 216.

*Antenne, *sluipwesp 216, 258.

*Anthonomus pomorum 122.

*Anthonomus pomorum Zie ook: *Appelbloesemkever.

*Aphidius spec. 216, 256.

*Aphidius Zie ook: *Sluipwesp.

*Aphis schneideri 202, 212, 256.

*Aphis schneideri Zie: *Bladluis.

*Apis mellifica 126.

*Apis mellifica Zie ook: Bij.

*Appelbloesemkever, *voortplanting 122.

Appelboom 122.

*Araneus diadematus 322, 350.

*Araneus diadematus Zie ook: *Kruisspin, Spin.

Arbeider, loon 266.

*Argonne, Noël (Bonaventure) d' 368.

Arnhem 116, 264, 390.

Arterie 150-152.

Arterie bot 134-136, 146.

Arterie hagedis 28-30, 34.

Arterie spin 322, 344.

Arterie Zie ook: Bloed, Bloedlichaampjes, Bloedsomloop, Bloedvat, Hart, Vena.

Azijnaaltje 18.

1) Met een sterretje zijn aangeduid de woorden en namen die niet door Leeuwenhoek zijn genoemd, doch in de aantekeningen voorkomen.

B.

Baarmoeder 210, 240.

*Baars, bloedsomloop 132.

Barometer 182, 186.

Been. Zie: *Graat.

Begin(ne). Zie: *Schepping.

Benauwdheid, ademhaling 188.

*Berekening, grootte berg 70-78.

*Berekening, koolmaat 274-288.

*Berekening, *luchtdruk 180-184, 188.

*Berekening, oppervlakte aarde 72-74.

*Berekening, oppervlakte zee 74-76.

*Berekening, *volume piramide 282-288.

Berg, *berekening grootte 70-78.

Berg, *luchtdruk 188.

Bewindhebber, Oostindische Compagnie 26.

*Bibionidae 200.

*Bibionidae Zie ook: Zwarte vlieg.

Bierglas 206.

Bies 156.

Blad, aalbes 202, 212.

Blad, hazelnoot 218.

Blad, kers 202.

Blad, pruim 200-206.

Blad, wilg 246-248, 254-256.

Bladgoud 370.

*Bladluis 104, 202-204, 208-220.

*Bladluis *antenne 216.

*Bladluis *embryo 208.

*Bladluis *mandibel 202.

*Bladluis oog 216.

*Bladluis *parasitering 212-218.

*Bladluis *paring 208-210.

*Bladluis *parthenogenese 204, 208-210, 220.

*Bladluis voedsel 202.

*Bladluis *voortplanting 208-210.

*Bladwesp, ei 248, 254-256.

*Bladwesp, excrementen 246.

*Bladwesp, *larve 246-250, 256.

*Bladwesp, *parasitering 250.

*Bladwesp, pop 250.

*Blauwe vleesvlieg 168.

*Blauwe Zie ook: Vlieg.

Bleyswijk, Hendrik van 48, 54, 388.

*Blinde bij, oog 86.

Bloed 28-34, 40, 148-152.

Bloed bot 132-138, 142-146.

Bloed hagedis 28-34.

Bloed oog 374.

Bloed spin 320-322, 326-328, 342-344.

Bloed zalm 138-142.

Bloed *zoutkristallen 344.

Bloed Zie ook: Arterie, Bloedlichaampjes,

[p. 393]

Bloed Bloedsomloop, Bloedvat, Hart, Serum, Vena.

Bloedlichaampjes, oog 374.

Bloedlichaampjes, rode. Zie: *Erythrocyten.

Bloedlichaampjes, spin 320-322, 342.

Bloedsomloop 150-152.

Bloedsomloop *baars 132.

Bloedsomloop bot 132-134, 140, 146.

Bloedsomloop duizendpoot 48.

Bloedsomloop garnaal 86.

Bloedsomloop hagedis 28-34, 134.

Bloedsomloop *karper 132.

Bloedsomloop kikker 16, 134, 342.

Bloedsomloop made 166.

Bloedsomloop *paling 132-134.

Bloedsomloop *schol 132.

Bloedsomloop *snoek 132.

Bloedsomloop spin 124, 322, 344, 358.

Bloedsomloop vis 134.

Bloedsomloop *voorn 132.

Bloedsomloop Zie ook: Arterie, Bloed, Bloedlichaampjes, Bloedvat, Hart, Serum, Vena.

Bloedvat 148-152.

Bloedvat bot 134-140, 146.

Bloedvat duizendpoot 48.

Bloedvat hagedis 28-34.

Bloedvat kikker 16, 340-342.

Bloedvat oog 374.

Bloedvat spin 320-322.

Bloedvat Zie ook: Arterie, Bloed, Bloedlichaampjes, Bloedsomloop, Hart, Serum, Vena.

Bloei, vruchtboom 200.

Boek, geschenk Royal Society 176, 228, 300.

Boekzaal van Europe 368-370.

Bol, glas 170, 192-194.

*Bomenstorting 58.

*Boogaert van Belois, Adriaen Nicolaesz 388.

Boogaert van Belois, Nicolaas Adriaensz 26, 388.

Boom 58-66, 70.

Boom aalbes 202, 212.

Boom eik 60.

Boom hazelnoot 60.

Boom kers 202.

Boom pruim 200-206.

Boom uit veen 58-66, 160.

Boom wilg 60, 264.

Boom Zie ook: Hout.

Boon 158.

Bot (vis), arterie 134-136, 146.

Bot (vis), bloed 132-138, 142-146.

Bot (vis), bloedsomloop 132-134, 140, 146.

Bot (vis), bloedvat 134-140, 146.

Bot (vis), *erythrocyten 134-146.

Bot (vis), *celkern 144.

Bot (vis), *graat 134-136.

Bot (vis), serum 140-144.

Bot (vis), *vaatwand 134.

Bot (vis), vena 134-136.

Bot (vis), vin 134-136, 140.

*Boyle, Robert 180.

*Brandt, Gerard 388.

Brieven, vertaling 83, 368.

Bril 372.

Brouwer 270.

*Bruine kikker. Zie: Kikker.

*Buis, glas 10-12, 16-20, 48, 52, 126, 138, 164-166, 180-188, 194, 200, 204-206, 212-214, 218-222, 246, 250, 260, 294-296, 320, 340-344, 348, 354, 358-362.

Burgemeester, Delft 270, 274.

Bij 116-128.

Bij angel 120, 124.

Bij ei 120-122, 126.

Bij honing 118, 124-126.

Bij honingraat 116, 122-124.

Bij *koningin 116, 120, 124, 128.

Bij *larve 122, 126.

Bij *levensduur 120.

Bij *mandibel 118, 124.

Bij oog 116, 124.

Bij *palp 118, 124.

Bij *spermatozoën 120.

Bij *tong 118.

Bij voedsel 120.

Bij *voortplanting 120-122.

Bij zwerm 354.

Bijenhouder 124.

C.

*Calandra granaria 122.

*Calandra granaria Zie ook: Kalander.

*Calliphora domestica 168.

*Calliphora domestica Zie ook: Vlieg.

Canarische Eilanden 76.

*Celkern, *erythrocyt bot 144.

*Celkern, *erythrocyt zalm 142.

*Cepedea dimidiata 18.

Chamberlayne, John 164, 172, 306, 314, 368, 388.

*Chela, garnaal 102.

*Cheliceer, schorpioen 42.

*Cheliceer, spin 326, 342.

Chirurgijn 54, 314.

Chyl, garnaal 100.

*Citroen, sap 54.

*Clusius, Carolus 388.

Clutius, Theodorus 120-128, 388.

*Cluyt, Dirk Outgaertszoon. Zie: Clutius, Theodorus.

Coccejus, Johan Hendrik 270-272, 388.

*Coccejus, Johannes 388.

*Cocon, *kaasvlieg 258.

*Cocon, mier 124.

*Cocon, *sluipwesp 252.

*Cocon, spin 318, 346-348, 356-360.

Comptoir 260, 358-362.

*Crangon crangon 86-88, 98.

*Crangon crangon Zie ook: Garnaal.

*Culex spec. 6-8.

*Culex Zie ook: Mug.

*Cydonia oblonga 200.

[p. 394]

D.

*Dactylus, garnaal 102.

Dampen, aarde 370, 374.

Darm 40, 94, 100.

Darm garnaal 94, 100.

Darm schorpioen 40.

*Darminhoud, made 166.

*Darmparasiet 18-20, 83.

*Darmparasiet kikker 18-20.

Delft 4, 26, 48, 58, 86, 112, 116, 132, 156, 164, 172, 180, 192, 200, 228, 246, 264, 270, 274, 280-288, 292, 306, 318, 368, 388.

Delft burgemeester 270, 274.

*Deling, *Volvox spec. 8-16.

*Derham, William 186, 388.

Descartes, René 370, 388.

Dier 110.

Dier Zie ook: *Zoogdier.

Dierkens 4-10, 14, 18-20.

Dierkens angel 160.

Dierkens *bladluis 202-204, 208-216, 220.

Dierkens *darmparasiet 18-20.

Dierkens kever 158-160.

Dierkens leverbot 4-6.

Dierkens *muggelarve 6-8.

Dierkens *spermatozoën 110, 120, 152, 174, 210, 228-242, 294-300, 376.

Dierkens spin 318-320.

Directeur, *brouwerij 270-272.

*Distel, *galnoot 246.

Doctor medicinae 172.

Dok 156.

*Dordrecht 390.

Duim (maat) 16, 26, 72-78, 132, 158-160, 164, 170, 180-188, 206, 276-282, 286-288, 296, 340, 346.

Duizendpoot 26, 36, 48-54.

Duizendpoot angel 50-54, 326.

Duizendpoot bloedsomloop 48.

Duizendpoot bloedvat 48.

Duizendpoot *gif 52-54.

Duizendpoot *kaakpoot 52.

Duizendpoot oog 48-50.

E.

Eb 60.

Eb Zie ook: Zee.

Ei 40, 96-104, 118.

Ei *bladwesp 248, 254-256.

Ei bij 120-122, 126.

Ei garnaal 96-104.

Ei hoen 360.

Ei *kaasvlieg 164-170, 192-194, 260.

Ei mier 124.

Ei schorpioen 40.

Ei *sluipwesp 212-214, 218.

Ei spin 318, 336, 344-362.

Ei *steurkrab 96.

Ei vlieg 118-120, 164, 168-170.

Ei zwarte vlieg 200, 204-206.

Eiernest. Zie: *Ovarium.

Eik, *galnoot 246.

Eik, uit veen 60.

*Eiwit, spin 328, 332.

*Elphidium spec. 94.

*Embryo, *bladluis 208.

*Embryo, zaad plant 208.

Engeland 64, 70, 182, 186-188, 388.

Engels mes 312.

Engelse taal, *vertaling 314.

Engelsen 272, 292.

Epicurus 370.

*Epigyne, spin 350-352.

*Epiurus vesicaria 248.

*Epiurus vesicaria Zie ook: *Sluipwesp.

*Erythrocyten 150.

*Erythrocyten bot 134-146.

*Erythrocyten *celkern 142-144.

*Erythrocyten *kabeljauw 134.

*Erythrocyten kikker 16, 134.

*Erythrocyten *mens 138, 148.

*Erythrocyten *paling 134.

*Erythrocyten *rog 134.

*Erythrocyten *vis 134, 138-144.

*Erythrocyten *vogel 134.

*Erythrocyten walvis 144.

*Erythrocyten *wasmodel 146-148.

*Erythrocyten zalm 134, 138-142.

*Erythrocyten *zoogdier 138, 148.

*Erythrocyten Zie ook: Arterie, Bloedlichaampjes, Bloedsomloop, Bloedvat, Hart, Serum, Vena.

*Eucallipterus tiliae 202.

*Eucallipterus tiliae Zie: *Bladluis.

Excrementen, *bladwesp 246.

Excrementen, hagedis 28.

Excrementen, *kaasvlieg 192-194.

Excrementen, kikker 18-20.

Excrementen, *microörganismen 18-20.

Excrementen, schorpioen 34.

Excrementen, spin 350.

F.

*Facet, garnaal 86-90, 106.

*Facet, *sluipwesp 216, 258.

*Facet, vlieg 86-88, 106.

*Facet, zwarte vlieg 204.

*Färøer 64.

Fasciola hepatica 2-4.

Fenijn. Zie: *Gif.

Filosofie 174.

*Foraminifeer 94.

*Franeker 390.

Frankrijk 188.

*Fuglø 64.

[p. 395]

G.

Gal, schaap 4.

Gal, Zie ook: *Wilgegal.

*Galnoot, *distel 246.

*Galnoot, eik 246.

Garnaal 86-106.

Garnaal bloedsomloop 86.

Garnaal *chela 102.

Garnaal chyl 100.

Garnaal *dactylus 102.

Garnaal darm 94, 100.

Garnaal ei 96-104.

Garnaal *facet 86-90, 106.

Garnaal gezichtszenuw 88-90, 106.

Garnaal hoornvlies 86-90.

Garnaal klauw 102.

Garnaal *kop 90.

Garnaal *kristalkegel 86, 90.

Garnaal *kristalvocht 90.

Garnaal kuit 96, 102-104.

Garnaal *larve 86, 96, 100.

Garnaal lever 100.

Garnaal maag 90-94, 98-100, 104.

Garnaal *maagtand 94.

Garnaal *mandibel 92.

Garnaal mannelijke 104.

Garnaal *middendarmklier 100.

Garnaal mond 90, 100-104.

Garnaal *monddelen 90-92.

Garnaal *ommatidium 90.

Garnaal oog 86-90, 106.

Garnaal *oogsteel 88.

Garnaal *ovarium 98.

Garnaal *paring 104.

Garnaal *pereiopood 102.

Garnaal poot 96, 102.

Garnaal *schaarpoot 102.

Garnaal tand 90-92, 102.

Garnaal voedsel 90-94, 100-106.

Garnaal *voortplanting 98.

Garnaal *zwempoot 96.

*Gedaanteverwisseling, *kaasvlieg 192, 196, 258-260.

*Gedaanteverwisseling, *larve 220, 240.

*Gedaanteverwisseling, mot 252.

*Gedaanteverwisseling, rups 222, 240.

*Gedaanteverwisseling, *sluipwesp 216-218, 250-252, 256-258.

*Gedaanteverwisseling, vlieg 168, 172, 194, 252.

*Gedaanteverwisseling, *vlinder 252.

*Gedaanteverwisseling, zijderups 252.

Geerst. Zie: *Gierst.

Geerst greintje (maat) 40.

Geheimen, Natuur 370.

Gelderland 60, 64.

Geleerden 106, 128, 174, 188.

Generatie. Zie: *Voortplanting.

*Geneesmiddel, thee 306.

Gezichtszenuw, garnaal 88-90, 106.

Gezichtszenuw, vlieg 106.

*Gierst 238.

*Gif, duizendpoot 52-54.

*Gif, schorpioen 36-40, 48, 54.

*Gif, spin 326, 342.

*Gifklier, schorpioen 36-40.

Glas 30, 38, 140, 372.

Glas bierglas 206.

*Gnathocoxen, spin 326.

Goud, blad 370.

Gouddraadtrekker 336.

Goudehaantje 158.

*Graat, bot 134-136.

Gresham College 4.

*Groene kikker. Zie: Kikker.

*Groene melkdistelluis 202, 208.

*Groene melkdistelluis Zie: *Bladluis.

*Groenwier, *Volvox spec. 8-16.

H.

Haan, *spermatozoën 112, 152, 174, 242.

Haar (maat) 320.

Haar van mijn baart (maat) 356.

Haar van mijn hand (maat) 332.

Haar van ons hooft (maat) 296, 300.

Haar, spin 320, 326, 334, 354.

Haarlem 64, 388.

Hagedis 26-34, 50.

Hagedis arterie 28-30, 34.

Hagedis bloed 28-34.

Hagedis bloedsomloop 28-34, 134.

Hagedis bloedvat 28-34.

Hagedis *erythrocyten 28.

Hagedis hart 30, 34.

Hagedis huid 32.

Hagedis vena 28-34.

Hagedis verlamming 30.

Hagedis vervelling 32.

Haringvliet 62.

Hart 150.

Hart hagedis 30, 34.

Hart made 166.

Hart spin 320-322, 344, 358.

Hart Zie ook: Arterie, Bloed, Bloedlichaampjes, Bloedsomloop, Bloedvat, Vena.

*Hartsoeker, Nicolaas 232, 238, 388.

Hazelnoot, blad 218.

Hazelnoot, uit veen 60.

Heide, uit veen 62.

Heinsius, Anthonie 58, 78, 156, 160, 264, 388.

Hellevoetsluis 156.

*Hematocyten, spin 320-322, 342.

*Hemocyanine, spin 320.

Hengst. Zie: Paard.

Hitte, zon 44.

Hoed (maat) 270-272, 284.

Hoen, ei 360.

Hoen, nest 118.

Hof van Rozendaal 116.

Holland 4, 48, 58, 64, 86, 116, 132, 156, 164, 180, 192, 200, 228, 246, 270, 292, 306, 318, 368.

[p. 396]

Hollands Diep 62.

Holstein 64.

Hom. Zie: *Spermatozoën.

Hond, *spermatozoën 110.

Honing 118, 124-126.

*Honingbij. Zie: Bij.

Honingraat 116, 122-124.

Hoofd. Zie: *Kop.

*Hooke, Robert 180, 388.

Hoornvlies 40, 86-90, 372-376.

Hoornvlies garnaal 86-90.

Hoornvlies krab 88.

Hoornvlies kreeft 88.

Hoornvlies *libel 86, 372.

Hoornvlies *mens 372-376.

Hoornvlies mier 86.

Hoornvlies mug 86.

Hoornvlies rund 372.

Hoornvlies schorpioen 40.

Hoornvlies *varken 372.

Hoornvlies vlieg 86, 372.

Hoornvlies zwarte vlieg 204.

Hoornvlies Zie ook: Oog.

*Hope 70.

Hout 44, 58-60, 264.

Hout *kienhout 58.

Hout rotting 44.

Hout Zie ook: Boom.

Huid, hagedis 32.

*Huisspin 320-322.

*Huisspin Zie ook: Spin.

*Huisvlieg 168.

*Huisvlieg Zie ook: Vlieg.

Huisvrouw 172.

Humor cristallijn. Zie: *Kristalvocht.

*Hunt, Henry 190, 388.

Hurck, van 272.

Huygens, Christiaan 376, 390.

*Hyalopterus pruni 202.

*Hyalopterus pruni Zie: *Bladluis.

*Hymenoptera 246.

*Hymenoptera Zie ook: *Bladwesp.

*Hyperomyzus lactucae 202, 208.

*Hyperomyzus lactucae Zie: *Bladluis.

I.

Ierland 64, 70.

Indianen 54.

Indië 26.

Invloeisels, ster 370, 374, 378.

Italië 188.

J.

Jamaica 70.

Java 70.

Jongen, spin 318, 336, 348, 352-362.

K.

*Kaakpoot, duizendpoot 52.

Kaas 166-168, 172, 192-194, 258-260.

Kaasmijt 258.

Kaasverkoper 164-166, 196.

*Kaasvlieg 164-170, 192-196, 258-260.

*Kaasvlieg *cocon 258.

*Kaasvlieg ei 164-170, 192-194, 260.

*Kaasvlieg excrementen 192-194.

*Kaasvlieg *gedaanteverwisseling 192, 196, 258-260.

*Kaasvlieg *larve 164-170, 192-196, 258-260.

*Kaasvlieg *paring 192.

*Kaasvlieg *pop 192-196, 258.

*Kaasvlieg voedsel 192-194.

*Kaasvlieg *voortplanting 164-170, 192-194.

Kabeljauw 102.

Kabeljauw *erythrocyten 134.

Kabeljauw *spermatozoën 152, 292-300.

Kabeljauw zaadvat 294.

Kalander, *larve 122.

Kalk 54.

Kapel. Zie: *Vlinder.

*Karper, Bloedsomloop 132.

Kat, *spermatozoën 110.

Katwijk aan Zee 68, 76.

Kers, blad 202.

Kever 18-20, 344.

Kever *larve 158.

Kever oog 50, 86.

*Kienhout 58.

Kikker 4, 16-22, 340-342.

Kikker bloedsomloop 16, 134, 342.

Kikker bloedvat 16, 340-342.

Kikker *darmparasiet 18-20.

Kikker *erythrocyten 16, 134.

Kikker excrementen 18-20.

Kikker *kikkervisje 4, 16.

Kikker *microörganismen 18-20.

*Kikkervisje 4, 16.

Klauw, garnaal 102.

Klauw, spin 124, 322-326, 342.

Klei 66-68.

*Kleine besseluis 202, 212, 256.

*Kleine besseluis Zie: *Bladluis.

Koffie 308.

Koken, regenwater 306-310.

*Koningin, bij 116, 120, 124, 128.

Koninklijke Societeit. Zie: Royal Society.

Konijn, *spermatozoën 110.

Koolmaat 270-288.

Koolmaat *berekening 274-288.

*Kop, garnaal 90.

*Kop, *spermatozoën 234.

Korenmaat 282.

Krab, hoornvlies 88.

Krab, oog 50, 86.

Krab, schaar 92.

Kreeft, hoornvlies 88.

Kreeft, oog 86.

Kreeft, schaar 104.

*Kristalkegel, garnaal 86, 90.

[p. 397]

Kristalvocht, garnaal 90.

Kristalvocht, oog 376.

Krokodil, rotting 44.

*Kruisspin 322-362.

*Kruisspin Zie ook: Spin.

Kuit, garnaal 96, 102-104.

*Kwaliteit, vergrootglas 370-378.

Kwee 200.

Kwik, *soortelijk gewicht 182-188.

L.

*Larve, *bladwesp 246-250, 256.

*Larve, bij 122, 126.

*Larve, garnaal 86, 96, 100.

*Larve, *gedaanteverwisseling 220, 240.

*Larve, *kaasvlieg 164-170, 192-196, 258-260.

*Larve, kalander 122.

*Larve, kever 158.

*Larve, mot 220-222.

*Larve, mier 124.

*Larve, *sluipwesp 214-218, 248-250, 254-258.

*Larve, vlieg 164, 168-172, 176, 194.

*Larve, zwarte vlieg 200, 206.

Laurier 70.

*Leeuwen, Claes Jansz. van 110, 302, 390.

*Leeuwen, Philips van 110, 302, 390.

*Leeuwenhoek, Catharina van 110, 302, 390.

*Legboor, *sluipwesp 254.

Leiden 68, 388.

*Levensduur, bij 120.

Lever, garnaal 100.

Lever, schaap 4-6.

Lever, schorpioen 40.

Leverbot 4-6.

*Libel, hoornvlies 86, 372.

*Libel, oog 50, 86.

Lichaam, uitwaseming 370, 374-378.

Lies 156.

Limoen. Zie: *Citroen.

*Lindebladluis 202.

*Lindebladluis Zie: *Bladluis.

Londen 116-118, 292, 370, 388.

*Luchtdruk, *berekening 180-184, 188.

Luis. Zie: *Bladluis.

M.

Maag, garnaal 90-94, 98-100, 104.

Maag, made 166.

*Maagtand, garnaal 94.

Maas 66.

*Macrosiphum rosae 202.

*Macrosiphum rosae Zie: *Bladluis.

Made, ader 166.

Made, bloedsomloop 166.

Made, *darminhoud 166.

Made, hart 166.

Made, maag 166.

Made, pop 166.

Made, vlieg 164-172.

*Magalotti, Lorenzo 184.

*Magliabechi, Antonio 184, 390.

*Mandibel, *bladluis 202.

*Mandibel, bij 118, 124.

*Mandibel, garnaal 92.

Mannelijk zaad. Zie: *Spermatozoën.

Mannelijke garnaal 104.

*Melige pruimluis 202.

*Melige pruimluis Zie: *Bladluis.

*Mens, *erythrocyten 138, 148.

*Mens, hoornvlies 372-376.

*Mens, *spermatozoën 112, 238.

*Mens, tand 164, 168-172.

*Mens, tandpijn 164, 168, 172.

Mes. Zie: Scheermes.

Messenmaker 310.

Messenslijper 310-312.

Metaal 370.

Metius, Adriaan 74.

*Microörganismen 18-20.

*Microörganismen excrementen kikker 18-20.

*Microscoop. Zie: Vergrootglas.

*Middendarmklier, garnaal 100.

Mier, *cocon 124.

Mier, ei 124.

Mier, hoornvlies 86.

Mier, *larve 124.

Mier, oog 50.

Mier, voedsel 124.

Mineraal 370.

Mond, garnaal 90, 100-104.

*Monddelen, garnaal 90-92.

*Monddelen, mug 6-8.

Morgen (maat) 76-78.

Mot 220-222.

Mot *abdomen 222.

Mot *gedaanteverwisseling 252.

Mot *larve 220-222.

Mot pop 220-222.

Mot *schub 220-222.

Mot *vleugel 220-222.

Mug 6-8, 86.

Mug hoornvlies 86.

Mug *monddelen 6-8.

Mug *larve 6-8.

*Musca domestica 168.

*Musca domestica Zie ook: Vlieg.

Muscul. Zie: *Spier.

Mijl 72-74.

Mijt. Zie: Kaasmijt.

*Myzus cerasi 202.

*Myzus cerasi Zie: *Bladluis.

N.

Natuur, geheimen 370.

Natuur, *voorzienige 360.

*Nematode 18-20.

Nest, hoen 118.

[p. 398]

Nest, patrijs 118.

Nest, watervogel 118.

Noorwegen 70.

*Nyctotherus cordiformis 18.

O.

Oldenburg, Henry 232, 390.

Olie 312.

Olie van vitriool 172.

Oliesteen 310-312.

Olievat 118.

Olieverkoper 118.

*Ommatidium, garnaal 90.

Oog, bloed 374.

Oog, bloedlichaampjes 374.

Oog, bloedvat 374.

Oog, bij 116, 124.

Oog, duizendpoot 48-50.

Oog, garnaal 86-90, 106.

Oog, kever 50, 86.

Oog, krab 50, 86.

Oog, kreeft 86.

Oog, kristalvocht 376.

Oog, *libel 50, 86.

Oog, mier 50.

Oog, schorpioen 40, 48.

Oog, *sluipwesp 216, 258.

Oog, spin 124, 324, 354.

Oog, vlieg 50, 106.

Oog, Zie ook: Hoornvlies.

*Oogsteel, garnaal 88.

Oost-Indië 54.

Oostindische Compagnie 388.

Oostindische Compagnie bewindhebber 26.

Oostindische kamer 48, 388.

*Oostzaan 390.

*Opalina dimidiata 18.

Orkaden 64.

Orologiemaker 322.

Os. Zie: *Rund.

Ouden 28, 44.

*Outrein, Johannes d' 116, 390.

*Ovarium, garnaal 98.

Overflakkee 156.

*Oxford 388.

*Oxysoma brevicaudatum 18.

P.

Paard, *spermatozoën 110.

Paard, testikel 110.

*Palaemonetes varians 98.

*Palaemonetes varians Zie ook: Garnaal.

*Paling, bloedsomloop 132-134.

*Paling, *erythrocyten 134.

*Palp, bij 118, 124.

*Parasitering, *bladluis 212-218.

*Parasitering, *bladwesp 250.

*Parasitering, *sluipwesp 212-218, 252-258.

*Pardosa spec. 318.

*Pardosa spec. Zie ook: *Wolfsspin, Spin.

*Paring, *bladluis 208-210.

*Paring, garnaal 104.

*Paring, *kaasvlieg 192.

*Paring, schaap 228.

*Paring, spin 352.

*Parthenogenese, *bladluis 204, 208-210, 220.

Patrijs, nest 118.

*Pedipalpen, spin 324-326, 352.

*Pereiopood, garnaal 102.

Philosophical Transactions 70, 110, 116-118, 132, 174, 186, 190, 300, 388.

Pico de Teyde 70.

*Pimpla vesicaria 248.

*Pimpla vesicaria Zie ook: *Sluipwesp.

*Piophila casei 164, 192.

*Piophila casei Zie ook: *Kaasvlieg.

Piramide, *berekening volume 282-288.

Plant, stengel 160.

Plant, vat 160.

Plant, zaad 158-160.

*Polystomella spec. 94.

Pomponen 158.

Pond (gewicht) 182, 186, 238, 280-284.

*Pontania proxima 246.

*Pontania proxima Zie ook: *Bladwesp.

Poot, garnaal 96, 102.

Poot, *sluipwesp 218, 258.

Poot, spin 320-324, 328, 342-344, 350, 354, 362.

*Pop 214.

*Pop *bladwesp 250.

*Pop *kaasvlieg 192-196, 258.

*Pop made 166.

*Pop mot 220-222.

*Pop rups 222-224.

*Pop *sluipwesp 218, 250-252, 256-258.

*Pop vlieg 194-196.

Portugal 76.

*Preformatie 240.

Pruim, blad 200-206.

R.

Raadpensionaris 58.

*Rabus, Pieter 368-370, 390.

Ram. Zie: Schaap.

*Rana esculenta 18.

*Rana temporaria 18.

Reede van Renswoude, Frederik Adriaan van 86, 106, 264-266, 390.

Regenwater, koken 306-310.

Regenwater, smaak 306-310.

Regenwater, *zoutkristallen 306-310.

Renswoude 264.

*Rhabdias bufonis 18.

*Rhabdonema nigrovenosum 18.

Rivier 66-70, 76, 156.

Rode bloedlichaampjes. Zie: *Erythrocyten.

Roede (maat) 72, 78, 266.

[p. 399]

*Rog, *erythrocyten 134.

Roken, tabak 164, 168-170.

Roozendaal 116, 388.

Rotterdam 110, 132, 156, 270-272, 278-288, 302, 368.

Rotting, hout 44.

Rotting, krokodil 44.

*Rouwvlieg 200.

*Rouwvlieg Zie ook: Zwarte vlieg.

Royal Society 4, 83, 110-112, 116, 132, 164, 174-176, 192, 196, 200, 228, 232, 238, 242, 246, 292, 318, 364, 368, 378, 388.

*Rozenbladluis 202.

*Rozenbladluis Zie: *Bladluis.

Rund, hoornvlies 372.

Rund, *spermatozoën 110.

Rund, vet 150.

Rups 118-120, 214, 222-224.

Rups *abdomen pop 224.

Rups *gedaanteverwisseling 222, 240.

Rups pop 222-224.

Rijn 66-68, 76.

S.

Schaap 4-6, 228-242.

Schaap gal 4.

Schaap lever 4-6.

Schaap leverbot 4-6.

Schaap *paring 228.

Schaap *spermatiden 230.

Schaap *spermatozoën 112, 152, 228-236, 240, 296-298.

Schaap testikel 228-234, 298.

Schaap vet 150.

Schaap *voortplanting 228, 240.

Schaap zaadvat 228-232.

Schaar, krab 92.

Schaar, kreeft 104.

Schaar, schorpioen 42.

Schaarden, scheermes 310-314.

*Schaarpoot, garnaal 102.

Scharrebijter. Zie: Kever.

Scheermes, Engels 312.

Scheermes, schaarden 310-314.

Scheermes, staal 310, 314.

Schelp 92-94, 106.

Schelvis 92, 102.

*Schepping 118.

*Schol, bloedsomloop 132.

Schorpioen 26, 30, 34-44, 220.

Schorpioen angel 26, 36-40, 44, 50, 54, 160, 326.

Schorpioen *cheliceer 42.

Schorpioen darm 40.

Schorpioen ei 40.

Schorpioen excrementen 34.

Schorpioen *gif 36-40, 48, 54.

Schorpioen *gifklier 36-40.

Schorpioen hoornvlies 40.

Schorpioen lever 40.

Schorpioen oog 40, 48.

Schorpioen schaar 42.

Schorpioen *spier 40.

Schorpioen *spontane generatie 44.

Schorpioen *telson 36-40.

Schorpioen voedsel 34.

Schotland 64, 70.

Schotten 272.

*Schub, mot 220-222.

Segreinleer 318.

Serum 148.

Serum bot 140-144.

*Slaart, Pieter van der 368.

*Slagader. Zie: Arterie.

Slag(t)er 4, 228-230.

Slak 6, 94.

Sloane, Hans 4, 22, 70, 83, 110-112, 132, 152, 164, 172, 176, 192, 196, 200, 224, 228, 242, 246, 260, 292, 300, 306, 314, 318, 364, 368, 378, 390.

Sloot, water 8, 16.

*Sluipwesp 212-218, 248-258.

*Sluipwesp angel 212-214, 218, 252-256.

*Sluipwesp *antenne 216, 258.

*Sluipwesp *cocon 252.

*Sluipwesp ei 212-214, 218.

*Sluipwesp *facet 216, 258.

*Sluipwesp *gedaanteverwisseling 216-218, 250-252, 256-258.

*Sluipwesp *larve 214-218, 248-250, 254-258.

*Sluipwesp *legboor 254.

*Sluipwesp oog 216, 258.

*Sluipwesp *parasitering 212-218, 252-258.

*Sluipwesp poot 218, 258.

*Sluipwesp pop 216, 250-252, 256-258.

*Sluipwesp *vleugel 218.

*Sluipwesp voedsel 248, 256.

Smaak, regenwater 306-310.

*Snoek 342.

*Snoek bloedsomloop 132.

*Snoek *spermatozoën 152, 300.

*Soortelijk gewicht, water 180-182, 186.

Spanje 76.

*Sperma, spin 352.

*Spermatiden, schaap 230.

*Spermatozoën 174, 234, 240.

*Spermatozoën bij 120.

*Spermatozoën haan 112, 152, 174, 242.

*Spermatozoën hond 110.

*Spermatozoën *kabeljauw 152, 292-300.

*Spermatozoën kat 110.

*Spermatozoën konijn 110.

*Spermatozoën *kop 234.

*Spermatozoën *mens 112, 238.

*Spermatozoën paard 110.

*Spermatozoën rund 110.

*Spermatozoën schaap 112, 152, 228-236, 240, 296-298.

*Spermatozoën staart 234-242, 296-298, 376.

*Spermatozoën *snoek 152, 300.

*Spermatozoën *spier 376.

*Spermatozoën vis 234, 376.

*Spermatozoën *voortplanting 208-210.

*Spermatozoën *zoogdier 208-210, 234.

[p. 400]

*Spier, schorpioen 40.

*Spier, *spermatozoën 376.

*Spier, spin 362.

Spiering 132.

Spin 34, 124, 302, 318-364.

Spin angel 124, 326-328, 340-342.

Spin arterie 322, 344.

Spin bloed 320-322, 326-328, 342-344.

Spin *bloedlichaampjes 320-322, 342.

Spin bloedsomloop 124, 322, 344, 358.

Spin bloedvat 320-322.

Spin *cheliceren 326, 342.

Spin *cocon 318, 346-348, 356-360.

Spin ei 318, 336, 344-362.

Spin *eiwit 328, 332.

Spin *epigyne 350-352.

Spin excrementen 350.

Spin *gif 326, 342.

Spin *gnathocoxen 326.

Spin haar 320, 326, 334, 354.

Spin hart 320-322, 344, 358.

Spin *hematocyten 320-322, 342.

Spin *hemocyanine 320.

Spin jongen 318, 336, 348, 352-362.

Spin klauw 124, 322-326, 342.

Spin oog 124, 324, 354.

Spin *paring 352.

Spin *pedipalpen 324-326, 352.

Spin poot 320-324, 328, 342-344, 350, 354, 362.

Spin *sperma 352.

Spin *spier 362.

Spin *spinbuisje 332, 338.

Spin spindraad 124, 322-324, 328-340, 348, 356.

Spin *spinklier 328, 334, 338.

Spin *spinspoel 334.

Spin *spintepel 328, 332-334, 338.

Spin vena 322, 344.

Spin vervelling 354, 360-362.

Spin voedsel 324-326, 334, 354-362.

*Spinbuisje, spin 332, 338.

Spindraad, spin 124, 322-324, 328-340, 348, 356.

*Spinklier, spin 328, 334, 338.

*Spinspoel, spin 334.

*Spintepel, spin 328, 332-334, 338.

*Spisula subtruncata 94.

*Spontane generatie 44, 83, 208.

*Spontane generatie schorpioen 44.

*Spontane generatie vlieg 170.

*Spontane generatie Zie ook: *Voortplanting.

Staal, scheermes 310, 314.

Staart, *spermatozoën 234-242, 296-298, 376.

Stengel, plant 160.

Ster, afstand tot zon 376.

Ster, invloeisels 370, 374, 378.

*Steurkrab, ei 96.

Stier. Zie: Rund.

Stoop (maat) 280.

Storm, noordwester 58-64, 76.

*Swalmius, Adriaen 172.

*Swalmius, Cornelia 172, 390.

*Swalmius, Johannes 172.

*Swammerdam, Jan 128, 390.

T.

Tabak, roken 164, 168-170.

Tand, garnaal 90-92, 102.

Tand, mens 164, 168-172.

Tandpijn, mens 164, 168, 172.

*Tegenaria atrica 322.

*Tegenaria atrica Zie ook: *Huisspin, Spin.

Tekenaar 88, 94, 142-144, 218, 234-236, 256, 292-294, 330, 338, 350.

*Telson, schorpioen 36-40.

Tenerife 70.

*Tenthredinidae 246.

*Tenthredinidae Zie ook: *Bladwesp.

Testikel, paard 110.

Testikel, schaap 228-234, 298.

Testikel, *zoogdier 210.

Thee 306-308.

Thee *geneesmiddel 306.

Thee *zoutkristallen 306.

Ton, grof (maat) 78, 266.

Ton(neke). Zie: *Pop.

Tong, bij 118.

Tor 158.

Tuba. Zie: *Buis.

Tuin 26, 120, 206, 318, 322, 352.

*Turbatrix aceti 18.

Turf 76-78, 264-266.

Turf Zie ook: Veen.

U.

Uitwaseming, lichaam 370, 374-378.

Utrecht 60, 64.

V.

*Vaatwand, bot 134.

*Varken, hoornvlies 372.

*Varkensdarm, vet 150.

Vat, plant 160.

Veen 58-68, 76-78, 156-160, 264-266.

*Veenendaal 264.

Veer. Zie: *Schub.

Vena 150-152.

Vena bot 134-136.

Vena hagedis 28-34.

Vena spin 322, 344.

Vena Zie ook: Arterie, Bloed, Bloedlichaampjes, Bloedsomloop, Bloedvat, Hart.

*Vergilius 116.

Vergrootglas 8, 36, 40, 50, 88, 92-94, 98-102, 132, 142-146, 156-160, 166, 222, 228-234, 238-240, 254, 298, 320, 330, 334, 350,

[p. 401]

356-358, 362, 370-378.

Vergrootglas aantal 240.

Vergrootglas *kwaliteit 370-378.

Verlamming, hagedis 30.

Vertaling, brieven 83.

Vertaling, Engelse 314.

Vervelling, hagedis 32.

Vervelling, spin 354, 360-362.

Vet, rund 150.

Vet, schaap 150.

Vet, *varkensdarm 150.

Vierling (maat) 280.

Vigneul-Marville 368.

Vin, bot 134-136, 140.

Vis 92, 102-106.

Vis bloedsomloop 134.

Vis *erythrocyten 134, 138-144.

Vis *spermatozoën 234, 376.

Vis Zie ook: Bot, Spiering, Zalm.

Visser 104.

Vitrioololie 172.

*Vivianiet 64.

Vlees 168.

*Vleugel, mot 220-222.

*Vleugel, *sluipwesp 218.

Vlieg 30, 34, 50, 86, 106, 118-120, 164, 168-172.

Vlieg ei 118-120, 164, 168-170.

Vlieg *facet 86-88, 106.

Vlieg *gedaanteverwisseling 168, 172, 194, 252.

Vlieg gezichtszenuw 106.

Vlieg hoornvlies 86, 372.

Vlieg *larve 164, 168-172, 176, 194.

Vlieg made 164-172.

Vlieg oog 50, 106.

Vlieg *pop 194-196.

Vlieg *spontane generatie 170.

Vlieg *voortplanting 164, 168-172.

Vlieg Zie ook: *Blauwe vleesvlieg, *Huisvlieg, *Kaasvlieg, Made, *Sluipwesp, Zwarte vlieg.

*Vlinder, *gedaanteverwisseling 252.

Vloed 66.

Vloed Zie ook: Zee.

Vlugzout 310.

Voedsel, *bladluis 202.

Voedsel, bij 120.

Voedsel, garnaal 90-94, 100-106.

Voedsel, *kaasvlieg 192-194.

Voedsel, mier 124.

Voedsel, schorpioen 34.

Voedsel, *sluipwesp 248, 256.

Voedsel, spin 324-326, 334, 354-362.

Voedsel, zwarte vlieg 200-202.

Voet (maat) 60-62, 72, 76-78, 182-188.

Voetmaat 274, 280, 284.

Vogel, *erythrocyten 134.

*Volvox spec. 8-16.

*Volvox spec. *deling 10-16.

Volmaaktheid 234, 238, 332.

*Vondel, Joost van den 116.

*Voorn, bloedsomloop 132.

*Voortplanting 16, 174.

*Voortplanting *appelbloesemkever 122.

*Voortplanting *bladluis 208-210.

*Voortplanting bij 120-122.

*Voortplanting garnaal 98.

*Voortplanting *kaasvlieg 164-170.

*Voortplanting schaap 228, 240.

*Voortplanting *spermatozoën 208.

*Voortplanting vlieg 164, 168-172.

*Voortplanting zwarte vlieg 200, 204-206.

*Voortplanting Zie ook: *Deling, *Spontane generatie.

*Voorzienige Natuur 360.

Vossestaart 118.

Vruchtboom, bloei 200.

W.

Wal, van der 272.

Walvis, *erythrocyt 144.

*Wasmodel, *erythrocyt 146-148.

Water 206.

Water *soortelijk gewicht 180-182, 186.

Water Zie ook: Regenwater.

Watervogel, nest 118.

Wei. Zie: Serum.

Weide 6.

Welzand 60, 156, 264.

Werktuijg. Zie de verschillende organen.

*Westminster 306.

Wiek. Zie: *Vleugel.

*Wilde Woud zonder Genade 58.

Wilg, blad 246-248, 254-256.

Wilg, uit veen 60, 264.

*Wilgegal 246-250, 254-256.

*Willem III, koning van Engeland 116, 390.

*Willibrord 58.

Wiskonstenaar 370.

*Wolfsspin 318-320.

*Wolfsspin Zie ook: Spin.

Worm 18-20, 83.

Worm Zie ook: *Larve.

Wijsheid 44, 100, 332.

Wijsheid volmaakte 44.

Y/IJ.

Yvans, Elias 368.

Z.

Zaad (mannelijk). Zie: *Spermatozoën.

Zaad, plant 158-160, 208.

Zaadvat, kabeljauw 294.

Zaadvat, schaap 228-232.

Zalm, bloed 138-142.

Zalm, *erythrocyten 134, 138-142.

Zalm, *erythrocyten *celkern 142.

Zalm, serum 142.

Zand 66-68, 156, 160.

[p. 402]

Zand (maat) 124, 194, 202, 338.

Zand grof (maat) 32, 92-94, 126, 140, 218, 256, 328.

Zee 60, 66-78, 98, 104-106, 156, 160, 206.

Zee berekening oppervlakte 74-76.

Zee eb 60.

Zee vloed 66.

*Zeespiegel 62, 66-70, 74-78.

Zon, afstand tot sterren 376.

Zon, hitte 44.

*Zoogdier, *erythrocyten 138, 148.

*Zoogdier, *spermatozoën 208-210, 234.

*Zoogdier, testikel 210.

Zout, uit veen 156.

Zoutdeelen. Zie: *Zoutkristallen.

*Zoutkristallen, bloed 344.

*Zoutkristallen, thee 306.

*Zoutkristallen, regenwater 306-310.

*Zoutkristallen, vlugzout 310.

*Zuiderzee 98.

Zuijlichem 376.

*Zwarte kerseluis 202.

*Zwarte kerseluis Zie: *Bladluis.

Zwarte vlieg, ei 200, 204-206.

Zwarte vlieg, *facet 204.

Zwarte vlieg, hoornvlies 204.

Zwarte vlieg, *larve 200, 206.

Zwarte vlieg, voedsel 200-202.

Zwarte vlieg, *voortplanting 200, 204-206.

Zwavel 170, 192.

*Zwavelzuur 172.

*Zwempoot, garnaal 96.

Zwerm, bijen 354.

Zijderups, zijdraad 328.

Zijderups, *gedaanteverwisseling 252.

Zijdraad, zijderups 328.