Alle de brieven. Deel 13: 1700-1701
(1993)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| |||||
Korte inhoud:Reactie op Sloane's brief van 28 mei 1700 (in dit deel). Verzoek om nadere uitleg over gewenst onderzoek naar spermatozoën. | |||||
Opmerkingen:Een eigentijdse, Engelse vertaling bevindt zich in handschrift te Londen, Royal Society, MS 1981, Early Letters L.3.16; 1 kwartobladzijde. Op het omslag staat L.'s eigenhandige adressering: Aan de Heer. d'Heer, Hans Sloane Soc: Reg: Secretaris London. De brief werd door Sloane voorgelezen op de vergadering van de Royal Society van 12 juni 1700, O.S. (Royal Society, Journal Book Original, Dl. 10, blz. 187). Zie voor de Oude Stijl (O.S.) aant. 2 bij Brief 216 [130] van 27 juli 1700, in dit deel. | |||||
Letter No. 212 [127]
| |||||
Published in:
| |||||
Summary:Answering Sloane's letter of 28 May 1700 (in this volume). Asking for further details on the desired investigation of spermatozoa. | |||||
Remarks:A contemporary English translation of the letter is to be found in manuscript in London, Royal Society, MS 1981, Early Letters L.3.16, 1 quarto page. On the envelope L. himself wrote the following address: Aan de Heer. d'Heer, Hans Sloane Soc: Reg: Secretaris London. The letter was read out by Sloane in the meeting of the Royal Society of 12 June 1700, O.S. (Royal Society, Journal Book Original, vol. 10, p. 187). See for the Old Style (O.S.) note 2 to Letter 216 [130] of 27 July 1700, in this volume. | |||||
Mijn Heer.
Ik hebbe in UEd: seer beleefden Brief vanden 28e MeijGa naar voetnoot1 gesien, datGa naar voetnoot2 mijne twee brieven hadde ontfangen, ende dat deselvige bij de Co: Soct aangenaam waren geweest, datGa naar voetnoota mij lief was te verstaanGa naar voetnoot3, en daar benevens, de redenen waar om ik vanden ontfang, niet eerder ben geantwoort. Als medeGa naar voetnootb dat UEd: ordere hebt bekomen, om mij toe te senden, de Transactions van voorleden jaar, dat mij ook seer aangenaam was te verstaan; ik sal deselve met verlangen tegemoet sien; en blijve ten hoogsten verpligt, voor soo danige milde, dog onverdiende beleeftheedenGa naar voetnoot4. Versoeke dat deselve mogen gesonden werden aan d'Hr Philip van LeeuwenGa naar voetnoot5, CoopmanGa naar voetnootc in Rotterdam, door welkers hand ze mij wel toe gesonden werden, als sijnde een van mijne naast bestaandeGa naar voetnoot6. Ik hebbeGa naar voetnootd wel eenige van mijne waarneminge leggen, maar de afteijkeningen zijn niet voltrokken, mijn voornemen is eer lang die te laten toe komen. Ga naar margenoot+Ik moet tot UEd: seggen, dat ik soo veel Mannelijke zaaden van Dieren ondersogt heb, dat mij niet te binnen komt, welke ik soudeGa naar voetnoote ondersoeken: ik en weetGa naar voetnootf ook niet, dat bij mij gesegt is, dat ik de Testicul van een Hengst, en ook het Mannelijk zaad van een Stier, hebbe beschoutGa naar voetnoot7, ende daar in de Dierkens niet grooter gevonden als in een konijn, kat, of Hont; Soo UEd: eenige Dieren in gedagten hebt, die geoordeelt werdGa naar voetnoot8Ga naar voetnootg het Mannelijke zaad daar van te ondersoeken, ik wil mijn devoir daar ontrent doenGa naar voetnoot9. | |||||
Dear Sir,
I saw from your very courteous letter of the 28th of MayGa naar voetnoot1 that you had received my two letters and that they had been welcome to the Royal Society, which I was glad to hear, and further the reasons why I had not been informed before of their receipt. Also that you have been instructed to send me the Transactions of last year, which I am also very pleased to learn. I am eagerly looking forward to them and am greatly obliged for these generous but unmerited courtesiesGa naar voetnoot2. Kindly send them to Mr. Philip van LeeuwenGa naar voetnoot3, merchant at Rotterdam, by whom they will no doubt be forwarded to me, since he is one of my nearest relatives. I have some of my observations lying ready, but the engravings are not completed. I intend to send them to you before long. Ga naar margenoot+I have to inform you that I have examined the male sperm of so many male animals that I do not know which I was going to examine. Neither do I know that it has been said by me that I have studied the testicles of a stallion and also of the sperm of a bullGa naar voetnoot4, and found the animalcules therein to be no larger than in a rabbit, a cat, or a dog. If you have in mind certain animals whose male sperm you would like me to examine, I will do my best to do so. | |||||
Gelieft mijn dienstGa naar voetnoota aan de Heeren Leden van Co: Soct te presenterenGa naar voetnootb, en ik sal onder des blijvenGa naar voetnoot10
Mijn Heer. UEd: Onderdanigen, en Verpligten
Delft desen
| |||||
Kindly present my services to the Members of the Royal Society. Meanwhile I remainGa naar voetnoot5,
Dear Sir, Your obedient and grateful
Delft, this
|
|