Alle de brieven. Deel 13: 1700-1701
(1993)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdBrief No. 218 [132]
| ||||||
Gepubliceerd in:
| ||||||
Korte inhoud:Over de larven en het verpoppen van de kaasvlieg. | ||||||
Figuren:Ga naar margenoot+Gezien het ontbreken van een verwijzing naar de tekening in L.'s brief en gezien de afwezigheid van de publikatie ervan in de uitgaven A en C, is de tekening vermoedelijk niet door L. met de brief naar Londen gezonden, maar door iemand van de Royal Society gemaakt. Ook het opschrift boven de tekeningen versterkt dit vermoeden: these are ye produce of Maguts in cheese and from ye teeth sent by Mr Lewenhocke 1700. Waarschijnlijk zijn de tekeningen gemaakt door Henry Hunt (gest. 1713), die sedert 1696 bibliothecaris van de Royal Society was. Hij stond bekend als een goed tekenaar en graveerde tevens de platen voor de Philosophical Transactions. Zie het Biogr. Reg. in dit deel en het Journal Book Original van de Royal Society (Dl. 10, blz. 200). | ||||||
Opmerkingen:Op het omslag heeft L. eigenhandig de volgende adressering geschreven: Mijn Heer. Mijn Heer Hans Sloane. Secretaris vande Koninklijke Societeit London. Een eigentijdse, Engelse vertaling bevindt zich in handschrift te Londen, Royal Society, MS 1987, Early Letters L.3.22; 2 foliobladzijden. Op deze vertaling staat geschreven: Lr Book no 13, p. 8. De brief werd voorgelezen op de vergadering van de Royal Society van 13 november 1700, O.S. (Royal Society, Journal Book Original, Dl. 10, blz. 200). Zie voor de Oude Stijl (O.S.) aant. 2 bij Brief 216 [130] van 27 juli 1700, in dit deel. | ||||||
Letter No. 218 [132]
| ||||||
Published in:
| ||||||
Summary:On the larvae and the pupation of the cheese-fly. | ||||||
Figures:Ga naar margenoot+Because a reference to the drawing is lacking in L.'s letter, and because this drawing has not been published in the editions A and C, one may assume that L. has not sent it together with the letter to London; it may have been made by someone connected with the Royal Society. This conjecture is endorsed by the legend which heads the drawing: these are ye produce of Maguts in cheese and from ye teeth sent by Mr Lewenhocke 1700. The drawings were probably made by Henry Hunt (d. 1713), who was keeper of the library of the Royal Society since 1696. He was a good draughtsman and in addition engraved plates for the Philosophical Transactions. See the Biogr. Reg. in this volume and the Royal Society's Journal Book Original, vol. 10, p. 200. | ||||||
Remarks:On the envelope L. himself wrote the following address: Mijn Heer. Mijn Heer Hans Sloane. Secretaris vande Koninklijke Societeit London. A contemporary English translation is to be found in manuscript in London, Royal Society, MS 1987, Early Letters L.3.22; 2 folio pages. On this translation has been written: Lr Book no 13, p. 8. The letter was read out in the meeting of the Royal Society of 13 November 1700, O.S. (Royal Society, Journal Book Original, vol. 10, p. 200). See for the Old Style (O.S.) note 2 to Letter 216 [130] of 27 July 1700, in this volume. | ||||||
d'Heer Hans SloaneGa naar voetnoot1. Delft in Holland den 7e Sepmb. 1700Ga naar voetnoot2
Mijn Heer.
Ga naar margenoot+Mijn laaste onderdanige, aan UEd: is geweest den 27e julijGa naar voetnoot3, in de welkeGa naar voetnoota ik kome te seggen, dat ik eenige WormkensGa naar voetnoot4 die uijt de kaas haar voetsel en grootmakinge halen, in een glase bol hadde gedaan, en met swavel gerookt, en welkeGa naar voetnootb Wormkens alle (uijtgesondert een dat niet volwassen was) naGa naar voetnootc eenige dagen, in tonnekensGa naar voetnoot5 sijn verandert, en na der hand sijn uijt die tonnekens Vliegjens voort gekomen, en welkeGa naar voetnootd Vliegjens, na dat ze vier à. vijf dagen door het glas hadden gevlogen, gestorven warenGa naar voetnoote. Ga naar margenoot+Ik reijnigden het glas vande excrementen, die de Vliegjens aan het glasGa naar voetnootf hadden gemaakt, en alsoo ik oordeelde, dat de Vliegjens door gebrek van voetsel waren gestorven, soo dede ik in de glase bol, een stukje kaas, en alsoo deGa naar voetnootg glase bol, door het reijnigen met water, nog een weijnig vogtig was, soo sakten ontrent een droppel water, beneden in het glas, daar de kaas lag; als wanneerGa naar voetnoot6 ik weder Vliegjens die van dag, tot dag, uijt de tonnekens daar de kaas-wormkens, in waren verandert, voort quamenGa naar voetnooth, en die bij mij in een houten doosje waren op geslooten geweest, weder bragtGa naar voetnooti in de glase bol. Ga naar margenoot+De Vliegjens inde glase bol komende, stelden haar aanstonts totGa naar voetnootj het versamelenGa naar voetnoot7, en bleven wel 15. menuiten tijds aan den anderenGa naar voetnoot8 vereenigt. Ja ik hebbe wel gesienGa naar voetnootk, dat een Vliegje soo als hetGa naar voetnootl uijt zijn dop was voort gekomen, en welkers wieken nog niet de helft vande lengte waren uijt gerekt, al versamelt was: en wanneerGa naar voetnoot9 van een gescheijde waren, quam verscheijde malen een ander Manneke, om met het wijfje op nieuw te versamelen, maar het wijfje en wilde sulks niet toe laten, buijgende haarGa naar voetnootm agterste van haar lighaam na beneden, en soo voorwaarts, waar door het Manneke de versameling belet wierde. Ga naar margenoot+Dese Vliegjens inde glase bol, waren op den 29e Augustij. 8. in getal en ik hadde deselve van dag tot dag beschout, om de Eijeren die uijt de selve mogte komenGa naar voetnootn, te ontdekken, op welke geseijde tijd, ik gewaar wierde datter verscheijde lang werpige Eijertgens, onder tegen het stukje kaas, aan geleijt waren. | ||||||
Mr. Hans Sloane.Ga naar voetnoot1 Delft in Holland, the 7th of September 1700.
Dear Sir,
Ga naar margenoot+My last humble letter to you was that of the 27th of JulyGa naar voetnoot2, in which I said that I had put some little larvae, which get their nourishment and growth from cheese, in a glass bulb and fumed them with sulphur, which little larvae had all (except one, which was not fully grown) been transformed into pupae after some days, and later on from those pupae came forth little flies, which died after having flown through the glass bulb for four to five days. Ga naar margenoot+I cleansed the bulb of the excrements which the little flies had deposited against the glass, and since I thought that the little flies had died from lack of food, I put a bit of cheese in the glass bulb, and since the glass bulb was still somewhat moist owing to the cleaning with water, about one drop of water sank to the bottom of the bulb, where the cheese lay. And then I again introduced into the glass bulb little flies, which came forth day by day from the pupae into which the little cheese larvae had been transformed, and which had been enclosed by me in a small wooden box. Ga naar margenoot+When the little flies entered the glass bulb, they at once began to copulate and they remained united with each other for at least 15 minutes. Nay, I sometimes saw that a little fly copulated as soon as it had emerged from its shell and while its wings had not yet stretched to half their length. And when they had separated, several times another male approached to copulate again with the female, but the female would not allow this, bending the rear part of her body downwards and then forwards, by which the male was prevented from copulating. Ga naar margenoot+On the 29th of August these little flies in the glass bulb were 8 in number, and I had examined them day by day to discover the eggs that should come out of them; at the said time I perceived that several oblong little eggs had been laid against the underside of the bit of cheese. | ||||||
Ga naar margenoot+Hier bleek mij nu, dat de Vliegjens niet en konnen bestaan, sonder voetsel te gebruijken, want daar wasGa naar voetnoota tegen het glas aan geleijt seer veel excrementen, en de Vliegjens waren, na datze ses à agt dagen in de glase bol geweest waren, nog soo vlugge int vliegen, als of ze eerstGa naar voetnoot10 uijt een tonneke waren gekroopen. Ga naar margenoot+Den 31. Augustij waren de Eijeren wel twee maal soo veel als daarGa naar voetnootb te vooren, en nu sag ik twee kleijne Wormkens, soo als die uijt de Eijeren waren gekomen, tegen het glas, ende dat digte bij het stukje kaas voort kruijpen. Den 1e Septmb. konde ik geen Wormkens, dan na scherp toe sienGa naar voetnootc ontdekken, om dat eenige gans inde kaas waren in geboort, en andereGa naar voetnootd stak maar een gedeelte van haar lighaamGa naar voetnoote buijten de kaas. Dit in boore van hareGa naar voetnootf lighame inGa naar voetnootg sagte kaas, kan seer ligt volbragt werden, om dat de Wormkens voor aanGa naar voetnooth het hooft met twee tandekens zijn versienGa naar voetnooti, die wanneer zeGa naar voetnootj niet gebruijken int hooft geplaast werden. Dese dierkens waren hare lighame, soo als ze uijt de Eijeren komen, niet grooter als zantgensGa naar voetnoot11, die heden in soo een groote zijn toe genomen, dat eenige hare lighame, bijna vier maal soo lang, en na advenand dik zijn geworden. en nu waren de meeste Vliegjens doot. Ga naar margenoot+Het Wormke bij UEd: mij toe gesonden, dat nog leefde, hebbe ik in een glase tuba, die aan het eene eijnde was toe geblasen, ende aan het ander eijnde, met een kurk was toeGa naar voetnootk gedaan op geslooten, na dat ik al vooren, een stukje kaas inde tuba hadde gedaan, om het selvige tot sijn groote en veranderingeGa naar voetnoot12 te sien komen. Na verloop van ontrent veertien dagen, vernam ik dat hetselvige in een tonneke veranderde, schoon het na mijn oordeel sijnGa naar voetnootl volkome wasdom niet en hadde, waar uijt ik besloot, dat het in geen vliegjeGa naar voetnoot13 soude veranderen, dog ik wierde het tegendeel gewaar, want ik sag het Vliegje, eenige tijd daar na, door de glase tuba, loopen en vliegen, en daar benevens lag het ledige tonneke, dat aan het eene eijnde open was, en uijt welke openheijt het vliegje was gekroopen. Ik neme de vrijmoedigheijt, het Tonneke, en doode Vliegje, uijt het Wormke voortgekomen, dat UEd. mij hebt gelieven teGa naar voetnootm senden; UEd: weder te laten toe komen. | ||||||
Ga naar margenoot+It now appeared to me that the little flies cannot subsist without nourishment, for a great many excrements had been laid against the glass, and when they had been in the glass bulb for six to eight days, the little flies were still so nimble in flying as if they had just crept out of a pupa. Ga naar margenoot+On the 31st of August there were at least twice as many eggs as before, and now I saw two small larvae, such as they had emerged from the eggs, creeping along against the glass, close to the bit of cheese. On the 1st of September I could not detect any little larvae unless when looking very narrowly, because some of them had penetrated altogether into the cheese, while in the case of others only a portion of their body stuck out of the cheese. This penetration of their bodies into soft cheese can be accomplished very easily because the little larvae are furnished in front of the head with two little teeth, which are retracted into the head when they do not use them. The bodies of these little animals, such as they emerge from the eggs, are no bigger than grains of sandGa naar voetnoot3, and they have now increased so much in size that the bodies of some of them have grown nearly four times as long and proportionately thicker; and now most of the little flies were dead. Ga naar margenoot+I enclosed the little larva sent to me by you, which was still alive, in a glass tube, which had been sealed at one end and closed with a cork at the other end, after I had previously put a bit of cheese in the tube, in order that I might see the larva growing and being metamorphosed. After about a fortnight I saw that it was transformed into a little pupa, although in my view it had not yet reached its full growth, from which I concluded that it would not be transformed into a little fly. But I perceived the contrary, for some time afterwards I saw the little fly crawling and flying through the glass tube, and beside it lay the empty pupa, which was open at one end, from which opening the little fly had crept. I take the liberty to return to you the little pupa and the dead little fly that came forth from the little larva which you were pleased to send me. | ||||||
No 1. is een papierke, waar in het verhaalde Tonneke en Vliegje is leggende. No 2. is een papierke waar in leggen verscheijde ledige tonnekens en doode Vliegjens, die uijt soo danige Tonnekens zijn voortgekomenGa naar voetnoota, ende dat bij veranderingGa naar voetnoot14 uijt Wormkens, die ik van een kaas kooper aan mijn huijs hebbe laten brengenGa naar voetnoot15, waar uijt UEd: selfs sult konnen sien, dat de Tonnekens, en Vliegjens malkanderen, in alle deelen gelijk zijn. Ik sal af breeken, en na presentatie van mijn onderdanigsteGa naar voetnootb dienst, aan de HeerenGa naar voetnootc Leden vande Co: Soct blijvenGa naar voetnoot16.
Mijn Heer
UEd: Ootmoedigen Dienaar.
| ||||||
No. 1 is a piece of paper in which the said little pupa and little fly are lying. No. 2 is a piece of paper in which there lie several empty pupae and dead little flies which have emerged from those pupae, viz. by metamorphosis from little larvae which I caused to be brought to my house by a cheese merchant, from which you will be able to see for yourself that the little pupae and the little flies are equal in every respect. I will conclude, and remain, after presentation of my most humble services to the Members of the Royal SocietyGa naar voetnoot4,
Dear Sir,
Your humble servant,
|
|