Alle de brieven. Deel 12: 1696-1699
(1989)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdBrief No. 200 [116]
| |||||||
Gepubliceerd in:
| |||||||
Korte inhoud:Citaat uit een artikel van Dalenpatius in de Nouvelles de la République des Lettres, waarin deze spermatozoën met de gedaante van een menselijk lichaam beschrijft. Met behulp van verschillende argumenten verzet L. zich tegen deze naar zijn inzicht onjuiste interpretatie. | |||||||
Figuren:Ga naar margenoot+De oorspronkelijke tekeningen zijn verloren gegaan. De bij deze brief behorende figuren zijn in de uitgaven A en C op de verkeerde plaats gebonden. Tegenover respectievelijk blz. 92 en blz. 86 hadden de figuren moeten staan die te vinden zijn tegenover respectievelijk blz. 74 en blz. 68. Zie Brief 196 [113] van 17 december 1698, in dit deel. | |||||||
Opmerkingen:Een volledige, eigentijdse Engelse vertaling van de brief bevindt zich in handschrift te Londen, Royal Society, MS. 1972, Early Letters, L.3.7; 10 kwartobladzijden. De brief werd voorgelezen op de vergadering van de Royal Society van 28 juni 1699 (RS, Journal Book Original, Dl. 10, blz. 134). | |||||||
Letter No. 200 [116]
| |||||||
Published in:
| |||||||
Summary:Quotation from an article by Dalenpatius in the Nouvelles de la République des Lettres, in which he describes spermatozoa as having the shape of a human body. By means of various arguments L. disputes this interpretation, which in his opinion is wrong. | |||||||
Figures:Ga naar margenoot+The original drawings have been lost. The figures belonging to this letter in the editions A and C have been bound in the wrong place. Facing pp. 92 and 86 respectively, the figures ought to have been those which face pp. 74 and 68. See Letter 196 [113] of 17 December 1698, in the present volume. | |||||||
Remarks:A complete, contemporary English translation of the letter is to be found in manuscript in London, Royal Society, MS. 1972, Early Letters, L.3.7; 10 quarto pages. The letter was read out in the meeting of the Royal Society of 28 June 1699 (RS, Journal Book Original, vol. 10, p. 134). | |||||||
Delft in Holland desen 9e junij 1699.
Hoog Edele Heere.
Ga naar margenoot+Na presentatie van mijn onderdanigsten dienst, dient desen om mijne dankbaarheijt te laten toe komen, voor de mildadige goetheijt (dog onverdient) die UE. Hoog Edele 't mij waarts hebt genomen, int mede deelen van een pacquet met Philosophicall Transactions; waar in ik gesien hebbe, dat de GeleerdeGa naar voetnoota) in Engelant, altijts besig zijn om nieuwe ontdekkingen int ligt te brengen. De Heeren die mij het geseijde Pacquet bragten, waren uijt nemende geleerde en op merkende persoonen, die ik verscheijde van mijne ontdekkingen, hebbe voor de oogen gestelt. Ga naar margenoot+Tis sulks, dat seker Doctor Medicine mij ter hand stelt een Boekje genaamt Nouvelles de la RepubliqueGa naar voetnoot1), en toonende mij daar in op het 552. bladzijde, een extract int Latijn, uijt een Brief geschreven vande Heer DalepatiusGa naar voetnoot2), aan de schrijver vande Nouvelle de la Republique, waar in de schijver vande Brief onder andere komt te seggen. Eijntelijk is eene Manier enGa naar voetnootb) dese de sekerste buijten hoop gelukt, te weten door een Vergroot glas, soo goet datter (sonder roem gesprooken) geen beter kan gemaakt werden, de wijl het een sigbaar stip, naeuwlijks in groote te boven gaat enz:Ga naar voetnootc) Sprekende vande ontdekkinge ontrent de Dierkens int Mannelijk zaad, seijt aldus. Daar en boven ontdekten wij eenige Dierkens vande selve gedaante als inde Maant Meij inde slooten enGa naar voetnootb) kleijne wateren, de vrugt van kik-vorssen zijn, de selve lighamen gaat naeuwlijks de groote van een koorn-greijntge te boven. Vande staart af zijnze 4. of 5. maal soo groot als het lighaam, deselve bewegen haar met een wonderlijke snelheijt enz:Ga naar voetnootd) maken met de slag van haar staart in de vogtGa naar voetnoote), inde welke ze swemmen kleijne golfjens, die ze ook voort stooten. | |||||||
Delft in Holland, the 9th of June 1699.
Very Noble Sirs.
Ga naar margenoot+After presentation of my most humble services, this letter serves to express to you my gratitude for the (undeserved) generous kindness You have shown to me by sending me a package with Philosophical Transactions, from which I saw that the Learned in England are constantly engaged in revealing new discoveries. The Gentlemen who brought me the said Package were eminent scholars and observant persons, to whom I showed several of my discoveries. Ga naar margenoot+It so happened that a certain Medical Doctor handed me a Booklet called Nouvelles de la Republique and showed me therein, on p. 552, an extract in Latin from a Letter written by Mr. DalepatiusGa naar voetnoot1) to the author of the Nouvelles de la RepubliqueGa naar voetnoot2), in which the writer of the Letter says, amongst other things: At last a Method, and this the surest, has succeeded beyond expectation, viz. by means of a Magnifying glass so good that (without boasting) no better one can be made, because it hardly exceeds a visible dot in size, etc. Speaking of the discovery concerning the Animalcules in the Male sperm, he says as follows: In addition we discovered some Animalcules having the same shape as the foetus of frogs in the Month of May in the ditches and small waters; these bodies hardly exceed the size of a small grain of corn. From the tail onwards they are 4 or 5 times as big as the body. They move with wonderful speed and, lashing their tail, they make in the fluid in which they are swimming small wavelets, which they also propagate. | |||||||
Wie soude nu gelooft hebben, dat inde selvige het Menschelijk lighaam was op geslooten enz:Ga naar voetnoota) Nogtans dit hebben wij met onse eijgen oogen gesien. Want terwijl wij alles naeuwkeurig beschouden, doetter sig een op, dat wat grooter was enGa naar voetnootb) dat het vel daar in het was beslooten geweest, had uijt getoogen. Dit vertoonde klaarlijk beijde de naakte dijen, de beenen, de borst, enGa naar voetnootb) beijde de armen enGa naar voetnootc) het vel wat hooger op gehaalt, bedekten het hooft gelijk een muts. Het onderscheijt van sex konden wij niet sien enGa naar voetnootc) ter wijl dit dierke vervelde sturf het. Dese verandering, al hoe wel ze tot nog toe ongehoort is, moet niemant wonder schijnen; de wijl veel andere dieren daaglijks van gedaante veranderen, waar van het gevoelen vande verhuijsinge der zielen mogelijk harenGa naar voetnootd) oorspronk heeft genomen. Voorts merkten wij ook bloet deelen die wij hard doorschijnende enGa naar voetnootb) bolagtig bevonden enGa naar voetnootc) den diameter ontrent een halve linieGa naar voetnoot3), drijvende stoffeGa naar voetnoot4) als het zaad, welke stoffe mogelijk dient om alle vogten door het lighaam te voeren. Dese deeltgens nu sinken enGa naar voetnootb) stremmen tot eenGa naar voetnoot5) wanneer de vogt weg wasemt. Wij sullen haast een schrift uijt geven, dat mogelijk niet onnut enGa naar voetnoote) vermakelijk sal zijn, vermengt met verscheijde waarnemingen ontrent de deelen vanGa naar voetnoot6) Venus siekte, FlerecijnGa naar voetnoot7) enGa naar voetnootc) andere siektens veroorsaakendeGa naar voetnootf). twelk niemant tot nog toe anders, als daar na slaande heeft gedaan, gelijk ook veele andere dingen ontrent den omloop enGa naar voetnootg) het voetsel der sappen in planten. Ondertusschen hebben wij dit willen gemeen maken, op dat de geleerde wereltGa naar voetnooth) uijten zoude, wat zij hier van gevoelenGa naar voetnooti). Op dit laaste schrijven, neme ik de vrijmoedigheijt, tot UE: Hoog Edele Heeren te seggen. Ga naar margenoot+Wat sijn vergroot glas belangt, van soo een ongemene kleijnheijt, en soo goet alsser kan gemaakt werden, dat sullen wij daar bij laten, ik geloof dat ze onder de Heeren Leden vande Coninklijke Societeit, immersGa naar voetnoot8) soo goede berusten. Maar om soo danig glaasje wel te monteren, daar vereijst meer oordeel toe, als om deselve te makenGa naar voetnoot9). Wat mij belangt, al hoe wel ze bij mij al ontrent 40. jaren geleden van een ongemene kleijnheijt zijn gemaakt, zoo zijn ze bij mij weijnig in gebruijk, zeGa naar voetnootj) dienen na mijn oordeel niet, om eersteGa naar voetnoot10) ontdekkingen te doen en daar toe sijn bequaam, die geene, die uijt een grooter diameter sijn gesleepen. | |||||||
Now who would have believed that the human body was locked up in them? And yet we have seen this with our own eyes. For while we were observing everything accurately, there appeared one which was slightly bigger and had discarded the skin in which it had been enveloped. This plainly showed both naked thighs, the legs, the chest, and both arms: and the skin, pulled up somewhat higher, covered the head as if with a cap. We could not discern the difference of sex, and while this animalcule cast its skin, it died. This change, though not yet heard of so far, should not appear strange to anyone, since many other animals daily change their shape, from which the idea of the transmigration of souls may have taken its origin. Further we also observed blood particles, which we found to be hard, transparent, and globular, with a diameter of about half a lineGa naar voetnoot3), floating in the same substance as the sperm, which substance may serve to carry all the fluids through the body. Now these particles sink and adhere to each other when the fluid evaporates. We will shortly publish a treatise which may be rather useful and pleasant, interspersed with several observations about the parts which cause Venereal disease, Gout, and other diseases, which no one has hitherto made except by guessing, and also many other things about the circulation and the nutrition of the saps in plants. Meanwhile we wanted to publish this in order that the learned world should express its opinion about it. Concerning this last letter I take the liberty to say to Your Honours as follows. Ga naar margenoot+As to his magnifying glass, of such extreme smallness and as good as can ever be made, we will leave this aside. I believe that at least equally good glasses are to be found among the Members of the Royal Society. But the mounting of such a small glass calls for greater judgment than the making of itGa naar voetnoot4). As for myself, although glasses of extreme smallness were made by me already about 40 years ago, they are seldom used by me. In my opinion they are not suitable for making important discoveries; for this purpose those which have been ground with a bigger diameter are [better] suited. | |||||||
Ga naar margenoot+Hoe ikGa naar voetnoota) de zout deelen ende het maaksel vande Dierkens int Mannelijk zaad hebbe ontdektGa naar voetnootb), ende al inden jare 1677. UE: Hoog Edele Heeren hebbe toe gesonden, die ook gedrukt zijn inde Philosophicall Transactions No 142. Fo 1042Ga naar voetnoot11). Maar dat men soo een volmaakt Menschelijk Schepsel, als ik hier nevens gaande ben sendende, die ik uijt de geseijde Nouvelles hebbe laten na teijkenen,Ga naar margenoot+ ende met 3. ende 4. werden aangewesen,Ga naar voetnootc) beeld ik mij inGa naar voetnoot12), is voor UE. Hoog Edele Heeren onaannemelijk. Ga naar margenoot+Wij weten dat de Dierkens uijt het Mannelijk zaad, van een kik-vors, gans geen over een koming en hebben met de Dierkens die uijt de Eijeren vande kik-vors voortkomen, en als wij de Dierkens soo als die uijt de Eijeren vande kik-vors sijn gekomen, en ook grooter sijn geworden, door het vergroot glas beschouwen, soo en hebben de selvige met de Dierkens uijt het Mannelijk Zaad van een Mensch, gans geen over een koming als alleen, dat ze beijde staarten hebben, om te konnen swemmen. En schoon wij een Dierke dat uijt een Eij van een kik-vors is voort gekomen, en al tot een redelijke groote is gekomen, komen te ontledigen, soo sullen wij de pooten niet konnen ontdekken, maar hondert en meer malen grooter geworden sijnde, als doen het uijt het Eij quam, komen de pooten eerst te voorschijnGa naar voetnoot13). Ga naar margenoot+Nu ist seker, dat schoon wij int ontledigen van een Dierke, dat uijt het Eij van een kik-vors is voort gekomen, de gedaante van een kik-vors niet konnen ontdekken, egterGa naar voetnoot14) de kik-vors inde selvige opgeslooten leijt. Soo nu een Dierke int Mannelijk zaad van Dieren, en Vogelen met alle de volmaakte leden was versien, soo danig, dat deselvige door een Vergroot glas te bekennen waren, als men ons tragt wijs te maken, soo soude soo danige Dieren van tijd, tot tijd, grooter werdende, in die volmaaktheijt, moeten toe nemen. Maar dat sulks niet en is, dat sien wij aan de waarnemingen, die wijlen den door geleerden Heere Malphigius heeft gedaan ontrent het begin van het kieken int Eij, voor soo veel hem doenlijk wasGa naar voetnoot15). Wat mij belangt, ik beeld mij in, dat een Dierke vande Mannelijke zaaden haar huijt ofte vel, niet en kan uijt trekken, of daar van ontdaan werden, endeGa naar voetnootd) dat desselfs vel ofte vlies, stark, en meer als een is; ende dat de vliesen, waar in de Schepsels inde Baar-moeders leggen, niet afhankkelijk zijn vande Moeders, maar dat de Dierkens die inde Baar-moeders gestort zijn, aldaar maar alleen, vande | |||||||
Ga naar margenoot+I discovered the salt particles and the shape of the Animalcules in the Male sperm and sent my discoveries to Your Honours already in the year 1677. They were also printed in the Philosophical Transactions, No. 142, Folio 1042Ga naar voetnoot5). But that one should find so perfect a Human Being as I am sending herewith, which IGa naar margenoot+ caused to be copied from the said Nouvelles and which are marked 3 and 4, I think is incredible to Your Honours. Ga naar margenoot+We know that the Animalcules from the Male sperm of a frog have no similarity at all to the Animalcules coming out of the Eggs of the frog, and when we observe the Animalcules such as they have come out of the Eggs of the frog, and also have grown bigger, through the magnifying glass, they have no similarity at all to the Animalcules from the Male sperm of a Man except that both have tails to swim with. And though we should dissect an Animalcule that has come out of an Egg of a frog and has grown to a considerable size, we shall not be able to discover the legs, but the legs first make their appearance only when it has grown a hundred and more times bigger than when it came out of the EggGa naar voetnoot6). Now it is certain that although we cannot discover the shape of a frog when we dissect an Animalcule that has come out of the Egg of a frog, yet the frog is enveloped in it. Ga naar margenoot+Now if an Animalcule in the sperm of Animals and Birds were provided completely with all the limbs, so that they could be discerned through a Magnifying glass, as people try to make us believe, these animalcules from time to time, as they grow bigger, ought to increase in such completeness. But that this is not the case, we see from the observations which the late very learned Mr. Malpighius made, as well as he could, about the beginning of the chicken in the EggGa naar voetnoot7). As for me, I believe that an Animalcule from the Male sperm cannot pull off its skin or strip it off, and that its skin or membrane is strong and there are more than one of them; and that the membranes in which the Creatures lie in the Wombs do not depend upon the Mothers, but upon the Animalcules which have been | |||||||
Moeders tot grootmakinge werden gebragtGa naar voetnoot16), en welke Vliesen, wij een na geboorte noemen. Ik hebbe tot mij, verscheijde malen laten brengen, de Baar-moeders van schapen, na dat deselvige eenige dagen hadden versamelt geweestGa naar voetnoot17), ende daar uijt genomen, het geene waar in het schepsel leijt, dat een lam soude geworden hebbenGa naar voetnoot18). Wanneer wij nu dit schepsel, door een Vergroot glas, dat wij daar toe bequaamst oordeelden, beschouwden, hebben wij scharpeGa naar voetnoota) toe sigten van noode gehad, om de deelen van het lighaam te konnen onderscheijden, eens deels om dat alle de deelen in soo een kleijn schepsel, seer sagt sijn, ende ten anderen, om dat soo danige schepsels in een ronte, ofte kloots gewijse in een geschikt leggen, datGa naar voetnoot19) als wij deselvige met een sagte hand, wat van een hebben soeken te separeren, wij de ledematen quamen te breeken. Wij sien ook, dat wanneer een kleijne vrugt, uijt 's moeders lighaam, ontijdig werd af gedreven, dat de Vliesen daar in deselvige leggen, gans geheel sijn, ende dat de schepsels inde selvige niet regt uijtgestrekt, maar in een ronte, ende dat in soo een geschikte ordreGa naar voetnoot20) leggen, als men soude konnen bedenken. Ga naar margenoot+De eerste figuur inde geseijde Nouvelles verbeelt, zijn zout figuurenGa naar voetnoot21), ende de tweede figuur wijst aan, een dierke int Mannelijk zaad van een Mensch, die wij hondert en meer malen hebben beschouwt, en sedert eenige dagen duijsenden, die wij al sedert eenigen tijd sorgvuldig hebben bewaart. Maar ik hebbe noeijt, soo danigGa naar margenoot+ een maaksel ontdekt, als dese verbeeldingeGa naar voetnoot22) ons voor komt, want gelijk dit afgebeeld Dierke, (en diergelijke teijkening is mij nog eenGa naar voetnootb) voor gekomen) zijn staart seer na, door gaansGa naar voetnoot23) even dik is, en aan het uijterste eijnde vande selve gespleeten is, even als of deselve gemaakt was, om sig daar mede te konnen vast hegten, soo sien wij door gaansGa naar voetnoot24) dat de staart hoe langer, hoe dunder is, ja tot soo | |||||||
poured into the Wombs, brought there only with a view to get their growth from the MothersGa naar voetnoot8); said Membranes are called afterbirths by us. Several times I caused to be brought to me the Wombs of sheep a few days after they had copulated, and took out of them the part in which lies the creature that was to have become a lambGa naar voetnoot9). When we now observed this creature through the Magnifying glass which we considered most suitable for it, we had to look very sharply to distinguish the parts of the body, on the one hand because all the parts in so small a creature are very tender and on the other hand because these creatures lie in a roundish or spherical arrangement, so that when we sought to separate them somewhat with a gentle hand, we broke the limbs. We also see that when a small foetus is driven untimely from the mother's body, the Membranes in which it lies are quite intact, and that the creatures therein are not stretched out, but lie in an orbicular way, and this as neatly arranged as one can conceive. Ga naar margenoot+The first figure shown in the said Nouvelles consists of salt figuresGa naar voetnoot10) and theGa naar margenoot+ second figure denotes an animalcule in the Male sperm of a Man, which we have observed a hundred times and more, and for a few days past some thousands of times, and which we have carefully preserved for some time past. But I never discovered any creature such as that which we see in this picture, for while the tail of the Animalcule here shown (and another similar drawing has come into my hands) has almost the same thickness throughout and is split at the extremity, as if it were made to attach itself with it, we always see that the tail grows thinner and | |||||||
verre, dat daarGa naar voetnoot25) deselve doot leggen, de dunte vande staart, door het vergroot glas, het gesigt veel malen ontwijken. Ga naar margenoot+Als wij nu de figuuren 3. ende 4. beschouwen, die het Menschelijk lighaam soo danig verbeelden, dat deselvige in een regte uijt gestrektheijt leggenGa naar voetnoota), ende dat met de handen op den onderbuijk, ende met de voeten regt uijt nevens den anderenGa naar voetnoot26), soo beeld ik mij in, dat geen leden vande Coninklijke Societeit, de ontdekking van soo danige schepsels, sullen aan nemen, en daar voorGa naar voetnoot27) houden, dat het maar een inbeeldinge is, en geen waarheijt. Om dat de ondervindinge ons daaglijks leert, dat wat schepsels van DierenGa naar voetnoot28) in de Baar-moeders sijn leggende, soo een bolagtige figuur uijt maken, als de wel in een geschiktheijt kan toe latenGa naar voetnoot29), als hier vooren nog maal is geseijt. Op dat de Moeders int dragen vande vrugten, de minste hinder soude toe gebragt werden, ten anderen, om dat de vrugten, in soo danige gestalte leggende, de minste ongemakken soude onderhevig zijn, ende ook nog, om dat een rond lighaam, naar advenandGa naar voetnoot30) andere lighamen, de minste plaats beslaat. Dit soo sijnde, hoe is het te begrijpen, dat bij aldienGa naar voetnootb) soo een volmaakt Menschelijk lighaam, in soo een kleijne plaats, ende dat in een uijt gestrektheijt soude leggen, en nog meer, dat het soo een beweginge soude hebben dat het sijn omwinsel soude ontstukken breeken, en in een lengte sig uijt rekken, dat tegen de natuurlijke gestalte is, want noijt en sullen wij een eerstGa naar voetnoot31) gebooren kint sien, dat sijn leden regt uijt strekt, maar het sal altijtsGa naar voetnootc) sijn armen en beenen, in waarts trekken, hellendeGa naar voetnootd) na de figuur die het in 's moeders lighaam heeft gehad. Ga naar margenoot+Wij hebben voor desen aan getoontGa naar voetnoot32), dat in alle zaden, die ons voor gekomen sijn, de plantGa naar voetnoot33) vande Boom, of eenig ander gewas, in geslooten leijt, ende dat meest van alle zaaden, de kern, ofte pit, alleen maar is strekkende, om de plant, die tusschen der selver deelen is leggende, soo lang voetsel toe te brengen, tot dat de plant soo danigen wortel heeft geschooten, totGa naar voetnoot34) datGa naar voetnoote) de plant uijt het voetsel, dat ze uijt de aarde trekt kan bestaan. | |||||||
thinner, nay, so much so that where they lie dead, the thinness of the tail, when seen through the magnifying glass, frequently escapes our eyes. Ga naar margenoot+If we now look at Figures 3. and 4., which depict the human body in such a way that it is stretched out, and this with the hands upon the abdomen and with the feet straight side by side, I daresay that none of the members of the Royal Society will accept the discovery of such creatures, and that they will assume that it is pure imagination, and not the truth, because experience teaches us daily that whatever kinds of AnimalsGa naar voetnoot11) lie in the Wombs form such a spherical figure as the proper arrangement will permit, as has been said above, in order that the Mothers in bearing the foetuses may be hampered as little as possible; in the second place because the foetuses, when lying in such a figure, are subject to the smallest inconveniences; and further also because a round body occupies least space as compared with other bodies. This being so, how is it to be understood that so perfect a Human body should lie in so small a space, and that stretched out, and what is more: that it should have such a motion as to break its envelope to pieces and stretch itself out lengthwise, which is contrary to the natural figure, for we never see a newly born infant which stretches out its limbs, but it will always draw up its arms and legs, tending towards the figure it had in the mother's body. Ga naar margenoot+We have shown aboveGa naar voetnoot12) that in all seeds that have come into our hands the plantGa naar voetnoot13) of the Tree or any other plant is enveloped, and that generally the kernel or pip of all seeds only serves to supply nutrition to the germ lying between its parts until the plant has struck root to such a degree that the plant can live on the nutrition it draws from the earth. | |||||||
Nu ist, dat wij inde Taruw, Garst enz: verscheijdeGa naar voetnoot35) planten, in ijder vande selvige ontdekt hebben, en bij gevolg, leggen sekerlijk in ijder vande selvige verscheijde Taruw, en Garst Aijren beslooten, want soo ze daar in niet beslooten lagen, onmogelijk zouden ze daar uijt komen. En nogtans sullen de Aijren, veel min de taruw-greijnen, int ontledigen vande Taruw, onsGa naar voetnoota) voort komenGa naar voetnoot36), maar dat groot geheijm voor onse oogen verborgen blijvenGa naar voetnoot37). Het Menschelijk Schepsel nu, stel ik vast, leijt beslooten in een Dierke van het Mannelijk zaad, maar dat het Menschelijk vernuft tot in dat groot geheijm, soo diep sal indringen, dat wij bij gevalGa naar voetnoot38), of bij ontledinge, van een Dierke uijt het Mannelijk zaad, een gans Mensch sullen komen te sien, is voor mij onbegrijpelijk. Ga naar margenoot+Wat mijne vergroot glasen aan gaan, daar van wil ik mij niet beroemen, ik maak deselvige soo goet, als in mijn vermogen is, en moet seggen, dat wij sedert veel jaren niet alleen beter, en beter, hebben geslepen, maar ook de selve van tijd, tot tijdGa naar voetnoot39), beter hebben gemonteert, waar aan ook veel gelegen is, en ik hebber wel behaamtGa naar voetnoot40), die vergroot glasen maken, en haar daar over beroemen, selfs geen bequaamheijt hadden, om te oordeelen, of een glas scharp ontdekt. En gelijk ijder niet bequaam is om van een vergroot glas wel te oordeelen, veel min kan men bequaam sijn om ontdekkingen voort te brengen, en dus doende, moet ijemant die nieuwe ontdekkingen tragt int ligt te brengen, niet van een gesigt oordeelen, maar men moet deselvige veel malen sien, want mij komt te meer malen voor, dat luijden siende door een vergroot-glas, seggen nu sie ik dat, en dan weder dat, en wanneer men haar onderrigt, sien ze dat ze in haar meijninge bedrogen zijn, en dat meer is, kanGa naar voetnoot41) selfsGa naar voetnootb) die geene die door vergroot glasen gewoon is te sien, door al te schielijken oordeel in sijn meijninge verleijt werden. Terwijl ik besig ben, om dese te schrijven, heb ik 8. à. 10. vergrootglasen leggenGa naar voetnootc), die door mij met silver gemonteert sijn, en al hoe wel ik gans geen onderrigtinge en hebbe gehad, om in eenig metaal met hamer ofte vijl, te arbeijden, soo monteer ik egterGa naar voetnoot14) mijn glasen, en mijn werktuijgen sijn soo toe gesteltGa naar voetnoot42), dat werkbasen int gout, seggen, mij nietGa naar voetnoot43) enGa naar voetnootd) sullen na werken. Dese glasen vergrooten de eene wat meer als de andere, voor welke geseijde Vergroot glasen, de Dierkens staan, die int Mannelijk zaad van een Mensch zijn. | |||||||
Now we have discovered different germs in Wheat, Barley, etc., and consequently in each of them different wheat and barley ears are no doubt enveloped, for if they were not enveloped therein, they could not possibly come out of them. And yet the Ears, and even less so the wheat grains during the dissection of the Wheat, will not become visible to us, but this great mystery will remain hidden from our eyesGa naar voetnoot14). Now I firmly believe that a Human Creature is enveloped in an Animalcule from the Male sperm, but it is incredible to me that human intelligence will penetrate this great mystery so deeply that by accident or upon dissection of an Animalcule from the Male sperm we shall come to see a whole Human being. Ga naar margenoot+As to my magnifying glasses, I do not want to boast of them. I make them as good as lies in my power, and I must say that for many years past we have not only ground them better and better, but we have also mounted them better in the course of time, a thing which is very important; and I have to do with some who make magnifying glasses and brag of them, but who themselves were unable to judge whether a glass does or does not disclose things sharply. And just as not everyone is capable of judging a magnifying glass properly, even less so can one make discoveries, and thus a person who is trying to publish new discoveries should not judge by one look, but he should see them many times. Indeed, it happens to me more than once that people, looking through a magnifying glass, say: now I see this, and now that; and when one teaches them, they see that they have been deceived in their opinion. And what is more: even a person who is accustomed to look through magnifying glasses may be deceived in his opinion by too quick a judgement. While I am writing this letter, I have 8 or 10 magnifying glasses lying about, which have been mounted in silver by me; and although I never received any instruction in working in any metal with a hammer or a file, still I mount my glasses, and my tools have been fitted in such a way that master goldsmiths say that they cannot emulate me. Of these glasses, one has a somewhat greater magnifying power than another, and in front of the said Magnifying glasses are placed the Animalcules present in the Male sperm of a Man. | |||||||
Dese Vergroot-glasen sijn soo toe gestelt, dat schoon ik nu 25. ende dan 100. Dierkens te gelijk kome te sien, met de tijd van een polsslag wederGa naar voetnoota) andere voor mijn gesigt, doe voort komen. En in alle mijne waarnemingen, en is mij noeijt een Dierke te vooren gekomen, dat waarlijk ander half grooter was, als andere die in groote menigte daar gevonden werden, soo dat het bij mij vast staat, dat de geseijde Dierkens, tot geen hoe grootheijt en konnen toe nemen, soo lang ze inde Baar-moeders zijnde, uijt deselve geen voetsel hebben genooten. Ga naar margenoot+Soo nu een Dierke een weijnig te verre, van het brant-punct van het Vergroot glas af staat, soo komt ons door een seer vergrootende glas, maar de uijt puijlende deelen van het lighaam voor, en dus vertoont ons het Dierke kleijnder, als het anders wel doen soude; en als wij het Dierke wat nader aan het glas stellen, komen wij de ommetrek van het Dierke gewaar te werden, door welke laaste stellingen, wij het eene Dierke grooterGa naar voetnootd) souden oordeelen, als het andere. Het kan ook wel wesen, dat wanneer twee Dierkens nevens den anderenGa naar voetnoot26) ofte ook wel voor een gedeelte op malkanderen leggen, en dat wij maar eene staart komen te sien, wij in sulken gevalle, wel souden oordeelen, dat wij een Dierke sagen, dat veel in groote, buijten andere was uijt stekende, en in sulk doen, concepten smeden, van ijets te sien, het geene inder daat niet waar was. In dese gesigten, op de naeuwkeurigste beschouwingen, sien wij wel, dat de deelen van binnen int lighaam vande Dierkens zijnde, door de huijt wat uijt puijlen, nu met een rondagtig deeltge daar in te sien, en dan weder twee á. drie deelen die uijt puijlende zijn, en dan weder een, ende ook wel twee langagtige deelen, nevens den anderenGa naar voetnoot26) leggende, ende dat ijder van dese deelen, een helder wesen vertoonenGa naar voetnoot44) int kort, wij sien in ijder lighaamtge, dat gesepareert van andere deelen is leggendeGa naar voetnootc), wel een bijsondereGa naar voetnoot45) gestalte, want gelijk nu een Dierke met sijn rugge na ons toe leijt, soo kan een ander weder nu met de buijk; dan op sij, kort om, het kan in soo veel bijsondere schikkinge, ons voor komen, als enig groot Dier, voor onse bloote oogen soude konnen om wentelen, of ook in bogten leggen. Ja daar souden ook wel 4. dierkens soo danig bij den anderenGa naar voetnoot26) konnen leggen, dat twee staarten de armen, ende de twee andere staarten de beenen souden vertoonen. Ga naar margenoot+Ik kan niet na laten, tot UE. Hoog Edele Heeren te seggen, hoe dat ik kome te handelen, om de Dierkens int Mannelijk zaad, soo distinctGa naar voetnoot46) te sien als het mij mogelijk is; want als wij het Mannelijk zaad van eenig Dier sien, soo het is; soo verveelenGa naar voetnoot47) de menigvuldige Dierkens niet alleen het gesigt, maar ze beletten de naeuwkeurige beschouwingen. Maar nu neme ik een kleijne spelde hooft groote van het Mannelijk zaad, en dat vermenge ik met een gemene druppel groote, suijver regen waterGa naar voetnoot48). | |||||||
These Magnifying glasses have been so arranged that though I see now 25, now 100 Animalcules at a time, in the time of one beat of the pulse I get others before my eyes again. And in all my observations I never came across any Animalcule that was really one and a half times bigger than others which are found there in great numbers, so that I am convinced that the said Animalcules cannot attain to any size as long as, while being in the Wombs, they have received no nutrition therefrom. Ga naar margenoot+If an Animalcule is a little too far away from the focus of the magnifying glass, through a glass with a very high magnifying power only the protruding parts of the body become visible to us, and thus the Animalcule appears smaller to us than it would otherwise; and if we place the Animalcule somewhat nearer to the glass, we begin to perceive the contour of the Animalcule, and as a result of these last dispositions we should judge one Animalcule to be bigger than the other. It may also happen that when two Animalcules lie side by side, or one partly on top of the other, so that we see only one tail, in such a case we may judge that we saw one Animalcule much exceeding others in size, and we may then conceive we see something which in reality is not true. In these spectacles, when we look very closely, we see that the parts inside the body of the Animalcule protrude somewhat through the skin, now a roundish part being visible therein, then again two or three parts which protrude, and then again one and sometimes also two rather long parts lying side by side, and that each of these parts has a light colour. Briefly, we see that each little body lying separate from other parts has a different shape; for while one Animalcule lies with its back towards us, another may lie with the belly towards us, or on its side. Briefly, it may be visible to us in as many different postures as any big Animal might turn about before our naked eye or may lie coiled up. Nay, 4 animalcules might even lie side by side in such a way that two tails might appear to be the arms and the two other tails the legs. Ga naar margenoot+I cannot omit to tell Your Honours how I proceed in order to see the Animalcules in the Male sperm as distinctly as possible, for when we see the Male sperm of any Animal such as it is, the numerous Animalcules not only impede our sight, but they also prevent accurate observations. But I take the quantity of a small pin's head of the Male sperm and I mix this with an amount of clean rain-water the size of a normal drop. | |||||||
Dese vermengdeGa naar voetnoota) stoffe, spreije ik wijd, ofte dun uytGa naar voetnootb) en ook wel soo dun als het mij doenlijk is, ende dat op uijt nemende dunGa naar voetnootc), en helder glas, bij mij tot dien eijnde vaardigGa naar voetnoot49) gemaakt, door welk doen ik niet alleen, een dunder wateragtige vogt, ontrent de Dierkens brenge, maar ze leggen op veele plaatsen, soo gesepareert van een, dat ze malkanderen niet en raken. Dit doen agt ik voor mij als nog de beste middel, om de kleijne Dierkens inde gront, soo veel als 't mogelijk is, te beschouwen. Ga naar margenoot+Een gedeelte van dese verspreijde Dierkens, brenge ik voor soo danige vergrootende glasen, als ik oordeel de bequaamste daar toe te sijn, en dus schijnen ze voor mijn gesigt te leggen, als in een open velt, die ik nu besigtig op een heldere dagh, en dan ook wel voor een kaars, en om nog meerder ligt te hebben, gebruijk ik ook wel een metale holle spiegel, maar voor al moet men sig wagten, van eenige beschouwingen tegen de son te doen, om dat in sulk doen, den ommetrek van ijder Dierke soo veel couluuren vertoonenGa naar voetnootd), als wij bij na in een regen boog gewaar werden. Ga naar margenoot+Ik hebbe ook wel waar genomen, dat tusschen de Dierkens kleijnder rondagtige deeltgens lagen; en alsoo deselve mij wel sijn te vooren gekomen, dat ik mij in beelde dat ze staarten hadden, soo nam ik wel in gedagten of de soodanige deeltgens niet wel jonge Dierkens mogten zijn, want sekerlijk sullen de Dierkens voort teelen, ofte van kleijnder, tot haar volkome groote werden, en wie weet of soodanige Dierkens inde tijd van 24. uren niet tot haar volkome groote komen, gelijk wij in kleijne water dierkens hebben waar genomen, ende daar benevens, als soo danige Dierkens komenGa naar voetnoote) te sterven, niet wel tot voetsel en groot makinge van andere verstrekkenGa naar voetnoot50). Hier mede beeld ik mij in, dat ik het versoek vanden Autheur hebbe voldaan, namentlijk, met mijne waarnemingen, en gevoelen daar ontrent, op te lossenGa naar voetnoot51), die ik niet beter kan addresseren als aan UE. Hoog Edele Heeren. Ik soude mijn pligt van dankbaarheijt ontrent de ontfangene Transactions die ik nu ontrent 2. maanden geleden hebbe bekomen, wel eerder laten toe komen hebben, hadde ik niet van voornemen geweest, eenige waarneminge daar nevens te sendenGa naar voetnoot52), en sal onder des blijvenGa naar voetnootf).
Hoog Edele Heeren
Hare Hoog Edele Onderdanigen en
| |||||||
I spread this mixed material out in a wide or thin layer and even as thinly as possible, and this on extremely thin and clear glass prepared by me for this purpose, by which procedure not only do I provide a thinner, watery fluid about the Animalcules, but in many places they are so far dispersed that they do not touch each other. So far I deem this procedure as yet the best method for examining the Animalcules thoroughly, as well as possible. Ga naar margenoot+I place some of these dispersed Animalcules before glasses with such magnifying power as I think to be most suitable for it, and thus they appear to lie before my eyes as in an open field. I now inspect them on a clear day, and sometimes also before a candle; and in order to have even more light, I sometimes also use a concave metal mirror. But one should beware especially lest one make any observations against the sun, because if one does this, the contour of each Animalcule will show almost as many colours as we perceive in a rainbow. Ga naar margenoot+I have sometimes also observed that smaller roundish particles lay among the Animalcules; and since they sometimes appeared to me in such a way that I imagined they had tails, I considered whether these particles might not be young Animalcules. For the Animalcules will no doubt procreate, or grow from a smaller to their full size, and who knows whether these animalcules do not attain their full size in the space of 24. hours as we have observed with small aquatic animalcules; and further whether, when these Animalcules die, they may not serve for the nutrition and growth of othersGa naar voetnoot15)? With this I think I have satisfied the Author's request, viz. to set forth my observations and opinion on the matter, which I can address no better than to Your Honours. I should have communicated sooner my debt of gratitude for the Transactions I received about 2. months ago had I not intended to send some observations along with thisGa naar voetnoot16). Meanwhile I remain, Very Noble Sirs,
|
|