Alle de brieven. Deel 7: 1687-1688
(1964)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud:Beschrijving van de bouw van de monddelen van de mug en van de wijze waarop de mug steekt. Een poging tot verklaring van de gevolgen van het steken. De bouw van de monddelen van een paardevlieg. Normaal en invers geplante takken van wijnrank, aalbes, kruisbes, wilg en linde in hun ontwikkeling van spruit- en worteldelen vergeleken. De ontwikkeling van de kiem en de aanleg van de aar bij tarwe en gerst; deze geven steun aan L.'s preformatie-idee. Kuit en hom in eenzelfde kabeljauw aangetroffen. Over het aantal spermatozoïden in de hom van een kabeljauw. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Figuren:De oorspronkelijke tekeningen zijn verloren gegaan. De een-en-twintig figuren zijn in de druk gerangschikt op twee platen en resp. genummerd: 1 - 11 en 1 - 10. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking:Deze brief is niet verschenen in de Philosophical Transactions. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Letter No. 109[64].
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Published in:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Summary:Description of the structure of the mouth-parts of the gnat and of the manner by which the gnat stings. An attempt to explain the consequences of the stinging. The structure of the mouth-parts of a horsefly. Branches of vine, currant, gooseberry, willow and lime-tree, planted in normal and inverse way, compared in their development of the lids of shoot and root. The development of the embryo and the primordium of the ear in wheat and barley, these give support to L.'s idea of preformation. Hard roe and soft roe found in the some cod. On the number of spermatozoa in the soft roe of a cod. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Figures:The original drawings have been lost. The twenty-one figures are arranged in printing on two plates and numbered 1-11 and 1-10 respectively. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Remark:This letter has not been published in the Philosophical Transactions. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Delft in Holland, den 24. Augustij 1688Ga naar voetnoot1).
Hoogh Edele Heeren.
Mijn Heeren die vande Coninklijke SocieteitGa naar voetnoot2).
Mijn laasten alder onderdanigsten aan Hare Hoogh Edelen is geweest den 3e. deser, waar inne ik kome te handelen vande Pleijstersteen ende kalkGa naar voetnoot3). Hier nevens gaan weder eenige van mijne geringe observatien, die ik wil hoopen dat niet onaangenaam sullen wesen.
D'HrGa naar voetnoot4) Doctor Johannis Swammerdam, heeft over eenige jarenGa naar voetnoot5), door het microscope laten afteijkenen ende met den druk gemeenGa naar margenoot+ makenGa naar voetnoot6) de Mugge, int Latijn genaamt CulexGa naar voetnoot7), en onder andere de Angel vande selveGa naar voetnoot8) uijt sijn koker stekende, welke Angel hij uijtstekende scharp afbeeld, ende daar bij voor uijt de koker stekendeGa naar margenoot+ seer lang. Dese afteijkening siende konde ik mijn selven niet inbeelde, dat den Angel van soo danigen maaksel soude wesen: Want ik stelde vastGa naar voetnoot9), dat soo een Angel nootsakelijk buijgen of breken soude, als hij in de huijt in gedrukt wierd. Ten anderen konde ik mij niet imagineren, dat in het hooft vande Mugge, of verder gedeelte van het lighaam soo danige lange en stijve senuwenGa naar voetnoot10), of werktuijgen souden sijn, die aan den Angel behoorlijkeGa naar voetnoot11) stijfte soude konnen geven. Dit dan sijnGa naar voetnoot12) de redenen geweest, waarom ik het maaksel van den Angel vande Mugge heb ondersogtGa naar voetnoot13). Ten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Delft in Holland, 24th August, 1688.Ga naar voetnoot1)
Very Noble Sirs,
Gentlemen of the Royal Society.Ga naar voetnoot2)
My last most humble missive to Your Honours was on the 3rd of this month, in which I treated of the Plaster-stone and chalkGa naar voetnoot3). I hereby send again a few of my modest observations, which, I hope, may be agreeable. A few years ago, Mr. Doctor Johannis Swammerdam caused to be drawn through the microscope, and to be published in printGa naar voetnoot4),Ga naar margenoot+ the Gnat, called in Latin CulexGa naar voetnoot5) and, among other things, the Sting of the same sticking out of its sheath, which Sting he depicts extremely sharp, as well as very long, sticking out of the front of theGa naar margenoot+ sheath. On seeing this drawing I could not conceive that the Sting would be of such a structure. For I definitely assumed that such a Sting would necessarily bend or break when pressed into the skin. On the other hand I could not imagine that, in the head of the Gnat, or the further part of the body, there would be such long and firm nervesGa naar voetnoot6) or organs that could give the Sting sufficient stiffness. These, then, are the reasons why I have investigated the structure of the Gnat's StingGa naar voetnoot7). For another thing, I was desirous to discover, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
anderenGa naar voetnoot14) ben ik begerig geweest, omme wast mogelijk te ontdekken, wat de oorsaak was vande groote pijn, en op swellinge vande huijt, die wij vande steek vande Mugge gewaar werden. Ik hebbe dan niet konnen ontdekken, dat de Mugge sijn Angel als hij steeken sal, boven uijt het eijnde vande kokerGa naar voetnoot15) uijtbrengt, hoewel mij (dog seer weijnig) gebleken is, dat de Mugge een kleijnGa naar margenoot+ gedeelte van sijn Angel, boven uijt de koker stak: MaarGa naar voetnoot16) doorgaansGa naar voetnoot17) ondervonden, dat de Mugge sijn koker aan de eene sijde vande selve gans open doet, even als of wij ons inbeelden te hebben een degen in sijn schede, ende dat het leer vande schede, aan de eene sijde maar tegen den anderenGa naar voetnoot18) aan lag; soo danig dat als men de degen tot sijn gebruijk wilde hebben, die niet enGa naar voetnoot19) behoefde uijt sijn schede te trekken, maar dat de schede met daar aan te raken, aan de eene sijde gans open gingGa naar voetnoot20). Wanneer ik nu al van veel MuggensGa naar voetnoot21) de kookers op sijde hadde geopent, ende de Angels daar uijt hadde gehaalt, en ook verscheijde Muggens hadde aangetroffen, die haar Angels op de sijde vande kookers (de eene voor een gedeelte, en andere weder geheel) uijt staaken, soo beelde ik mij in te sien, dat het eijnde van den Angel vande Mugge spitsagtig gelijk de punct van een Piek toe liep, endeGa naar margenoot+ dat die aan beijde de sijden als met weerhaken was versien. Dog als ik de Angels vande Muggen, soo als die uijt de kookers waren genomen, nader examineerde, sag ik dat ik in mijn meninge bedrogen was; Want het geene ik int eerst voor een enkelde Angel hadde aangesien, bevond ik dat inder daat vier werktuijgen warenGa naar voetnoot22): Want ik haalden uijt het geene ik voor een enkelden Angel aansag, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
if possible, what was the cause of the great pain, and the swelling of the skin, which we experience through the sting of the Gnat. Well, I could not discover that the Gnat, when it is about to prick, pushes its Sting out of the upper end of the sheathGa naar voetnoot8), although I did find (but very seldom) that the Gnat pushed a small part of itsGa naar margenoot+ Sting out of the top of the sheath: But I invariably found that the Gnat fully opens its sheath on one side of the same, just as if we imagine having a sword in its scabbard, and that the leather of the scabbard, at one side, was only lying against the other side; in such a way that, if one wished to use the sword, one need not draw it out of its scabbard, but that the scabbard, by being touched there, would fully open on one sideGa naar voetnoot9). Now when I opened the sheaths of many Gnats at the side, and removed the Stings therefrom, and also found several Gnats that stuck out their Sting at the side of the sheaths (one only partly, another, again, entirely), I thought I could see that the end of the Gnat's Sting tapered like the point of a Pike, and that it was provided with barbed hooks on both sides. But when I more closely examined the Gnats' Stings, just as they had been taken from the sheaths,Ga naar margenoot+ I found that I had been deceived in my opinion; For what I had at first taken to be a single Sting, I found, was in reality four instrumentsGa naar voetnoot10): For, from what I had looked upon as a single Sting, I removed two distinct Stings, each of which was provided with | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee distincteGa naar voetnoot23) Angels, die ijder voor aan het eijnde met weerhaaken of krappenGa naar voetnoot24) waren versien; ende dat lighaam (dat ik mede wel een Angel mag noemen) waar uijt ik dese Angels haalde, was aan de eene sijde mede openGa naar voetnoot25), gelijk ik hier vooren vande kooker vande Angels hebbe geseijt; ende het selvigeGa naar voetnoot26) was aan het eijnde spits toe loopende, en vertoonde sig door het microscope, als of wij ons inbeelden te sien, een schagt van een Vogel, die met een schuijnse snede was doorsneden. Het vierde lighaam dat uijtstekende dun was, scheen mij toe dat geplaast lag, om dese laaste Angel: dog als ik dit nader ondersogt, sag ik dat deselve mede inde holligheijt vande geseijde Angel lagGa naar voetnoot27). Wanneer ik alle dese vier verhaalde werktuijgen geheel in malkanderen leggende uijt de koker hadde gehaalt, ende daar na dese geseijde werktuijgen, in haar geheele lengte weder uijt malkanderenGa naar voetnoot28), of de drie binnenste uijt de holligheijt vande buijtenste Angel hadde genomen, niet uijt het eijnde vande buijtenste Angel maar op de sijde vande selve (gelijk ik hier vooren vande koker vande Angels hebbe geseijt) soo behielden deselve niet haar regteGa naar voetnoot29), maar sij wierden wat krom, en voornamentlijk de twee Angels die met weerhaken sijn versien, soo dat ik dese laaste tot mijn genoegen nietGa naar voetnoot30) voor het microscope konde stellen. Dierhalven ben ik genootsaakt geworden, de Angels soo die in geschikte ordreGa naar voetnoot31) in malkanderen lagen, aan stukken te snijden, ende als dan die uijt malkanderen te nemen, ende die dan voor het microscope te stellen, om die te laten afteijkenen, op dat hare Hoog Edelen, en onsen LandaartGa naar voetnoot32), (die ik oordeel dat meerder vande muggens geplaagt werden als andere Volkeren ende dat om de menigvuldige stilstaande wateren, die in ons Land | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
barbs or notches at the endGa naar voetnoot11); and that organ (which, too, I may call a Sting), from which I had fetched these Stings, was also open on one sideGa naar voetnoot12), as I said heretofore of the sheath of the Stings; and the same tapered to a point at the end, and appeared through the microscope as if we imagined seeing the quill of a Bird, which has been cut through with an oblique incision. The fourth organ, which was extremely thin, seemed to me to be placed around this latter Sting; but when I examined it more closely, I saw that the same was also lying in the cavity of the said StingGa naar voetnoot13). When I had removed all these four instruments, lying completely jointly, from the sheath, and after that again, taken the said instruments apart again in their entire lengthGa naar voetnoot14) - i.e. removed the three inner ones from the cavity of the outer Sting, not out of the end of the outer Sting, but at the side of the same (as I said heretofore of the sheath of the Stings), the same did not remain straight, but they became a little curvedGa naar voetnoot15) and notably the two Stings that are provided with barbed hooks, so that I was unable to put the same before the microscope to my satisfaction. For this reason I was compelled to cut the Stings, just as they lay neatly arranged together, into pieces; then take them apart, and put them before the microscope like that to have them drawn, in order to show Your Honours, as well as our people (who, I believe, are plagued more by gnats than are other peoples, because of the many stagnant waters that are found in our Country, and from which the Gnats | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevonden werden, en waar uijt de Muggens in grooten overvloet voortkomen) souden sien, het wonderlijke en schadelijke werktuijg vande Angels vande Mugge. En om het onderscheijt te toonen sal ik voor af laten gaan de fig: vanden Angel vande Mugge daar hij mede steekt, soo als de Heer Swammerdam ons die afgetekent heeft, en segt die alsoo gesien te hebbenGa naar voetnoot33). Ga naar margenoot+Fig: 1. ABCDE. segt hij den Angel en [de] koker vande Mugge te sijn, waar van ABDE. de koker is, ende BCD. den Angel, die sig aan het punct C. soo spits soude vertoonen, dat hij door sijn alderbeste vergroot glasen, daar aanGa naar voetnoot34) geen stompheijt heeft ontdekken kunnenGa naar voetnoot35). Ga naar margenoot+Fig: 2. vertoont de kooker ende Angels van soo danigen Angel dragende Mugge, soo als die voor het vergroot glas stond, ende (die ik) den Teijkenaar na het leven hebbe laten af teijkenenGa naar voetnoot36). Alwaar met FGHI. werd aan gewesen de koker vande Angels, die de Mugge aan de sijde GHI. opent om de Angels (als hij die gebruijken sal) daar uijt te brengen, welke koker met hairtgens is beset, en tusschen die hairtgens is het lighaam vande koker bedekt met veel kleijne veertgensGa naar voetnoot37), welke veertgens soo vast op het lighaam vande selve leggen, dat men die selden komt te sien. HK. is een gedeelte van alle de vier werktuijgen of Angels, soo als die in geschikte ordreGa naar voetnoot31) in malkanderen leggen, en soo verre de Mugge (sonder mijn toe doen) die uijt de koker hadde gebragt, of ten ware dat het met het doode vande Mugge, door mij onwetende was geschiet. Alwaar wij aan K. komen te sien de krappenGa naar voetnoot24) of weerhaken, waar mede de Angels versien sijn. Dese Angels vertoonen soo danigen CouluurGa naar voetnoot38), als of wij doorschijnent Schilpads-hoorn sagen. FI. is het deel vande kooker en Angels die digt aan het hooft vande Mugge is afgesneden. Ga naar margenoot+Fig: 3. LMNOP. vertoont een gedeelte vanden Angel of tweede | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
come forth in great abundance), the wondrous and harmful instrument of the Gnat's Stings. And in order to show the difference I shall first show the fig: of the Gnat's Sting with wich he pricks, just as Mr. Swammerdam has engraved it for us, and just as he said that he saw itGa naar voetnoot16). Ga naar margenoot+Fig: 1. ABCDE. he says, is the Sting and the sheath of the Gnat, of which ABDE. is the sheath, and BCD. the Sting, which at point C. is supposed to appear so sharply pointed that he could discover no bluntness on it through his best microscopes. Ga naar margenoot+Fig: 2. shows the sheats and the Stings of such a Sting-carrying Gnat, just as it stood before the magnifying glass, and which I made the Draughtsman draw from the lifeGa naar voetnoot17). Where by FGHI. is indicated the sheath of the Stings, which the Gnat opens at the side GHI., to bring forth the Stings (when it is going to use them), which sheath is set with tiny hairs, and among those hairs the body of the sheath is covered with many tiny plumulesGa naar voetnoot18), which plumules lie so firmly on the body of the same that they can only rarely be seen. HK. is part of all four instruments or Stings, just as they lie neatly arranged together, and as far as the Gnat (without my interference) had brought them out of the sheath, unless I had unknowingly done so when killing the Gnat. And where, at K. we can see the notches or barbed hooks with which the Stings are provided. The Stings show a kind of Colour, as if we were looking at transparent Tortoise-shell. FI. is that part of the sheath and Stings which was cut off close the Gnat's head. Ga naar margenoot+Fig: 3. LMNOP. shows part of the Sting or second sheath, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
koker, waar uijt de twee Angels (welkers puncten met weerhaken versien sijn) door mij sijn uijt genomen, in welk lighaam mede inde gantsche lengte een opening is, omme dese Angels uijt die opening soo te konnen brengen, gelijk ik hier vooren geseijt hebbe, dat uijt de eerste kooker geschietGa naar voetnoot39). Ik hebbe ook door dese opening, veel maal alle drie de inwendige, of inleggende Angels uijt gehaalt. Met LMQO. werd aan gewesen een werktuijg of Angel dat om dese AngelsGa naar voetnoot40) leijt: dit werktuijg dat (bij gevalGa naar voetnoot41) hier wat boven, als ook ter sijden is uijtstekende schijnt hier toeGa naar voetnoot42) als of het om dit lighaam voorGa naar voetnoot43) een tweede koker lag, maar ik heb het verscheijde malen uijt de holligheijt van het lighaam LMNOP. uijt gehaalt. Ga naar margenoot+Fig: 4. RST. vertoont voor een gedeelte alle de Angels en waar aan men mede kan bekennen de twee inwendige Angels die met weerhaken sijn versien, over een komende met de hier vooren geseijde Angels HKGa naar voetnoot44). Dese inleggende Angels die met weerhaken sijn versien, sijn uijtnemende dun, maar niet plat. Want soo sulks was, soo souden die om haar dunte gans geen het minste gewelt konnen wederstaan. Veel min datse in onse huijt soude konnen in gedrongen werden. Maar sij sijn gemaakt met een rugge of drie sijdig, en het schijnt mij toe dat haar maaksel seer na over een komt, met een lange smalle degen, die wij een StekadeGa naar voetnoot45) noemen. Soo nu soo danigen degen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
from which the two Stings (whose points are provided with barbs) were removed by me, in which body there is also an opening along the entire length, to enable these Stings to be brought out of that opening, likewise as I said before that is done from the first sheathGa naar voetnoot19). Through this opening, too, I have often taken out all three internal or enclosed Stings. By LMQO. is indicated an instrument or Sting which lies around these Stings: this instrument, which (accidentally) here protrudes slightly at the top, as well as at the side, gives one the impression as if it were lying around this body like a second sheath; but I have several times taken it out of the cavity of the body LMNOP. Ga naar margenoot+Fig. 4: RST. partly shows all the Stings, on which one may also recognize the two internal Stings that are provided with barbed hooks, corresponding to the aforesaid Stings HKGa naar voetnoot20). These internal Stings that are provided with barbs, are extremely thin, but not flat. For if they were, they could not, because of their thinness, withstand the slightest force. Far less than that could they be pushed into our skin. But they are made with a back, or three-sided, and it seems to me that their structure corresponds very closely to that of a long, narrow sword which we call a ‘Stekade’Ga naar voetnoot21). Now if such a sword were | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
smal en dun was, soo en soude die geen stijfte konnen hebben, maar om aan soo danigen degen een stijfte te geven, moet dieGa naar voetnoot46) drie sijdig wesen, en dus is het ook met dese inwendige Angels vande Mug gelegen. Ik enGa naar voetnoot47) hebbe tot nog toe niet anders konnen ontdekken, of ijder van dese geseijde Angels heeftGa naar voetnoot48) aan eene sijde maar weerhaken, ende als die inde koker of beter geseijt den dikkenGa naar voetnoot49) Angel sijn, soo leggen der selver platte sijden tegen den anderenGa naar voetnoot18), ende die sijden die met weerhaken sijn versien, die leggen aan de buijtekant, en daar om komt het ons te vertoonen, als wij alle de werktuigen, soo als die in geschikte ordreGa naar voetnoot31) leggen, uijt de koker hebben genomen, als of het een enkelden Angel was, die aan ijder sijde weerhaken haddeGa naar voetnoot28). Ga naar margenoot+Fig: 5. VWX. vertoont de twee Angels met weerhaken die uijt de holligheijt van den dikken Angel is genomen, en alwaar de eene wat hooger boven den anderen is uijtstekendeGa naar voetnoot50). Ga naar margenoot+Fig: 6. abc. vertoont een gedeelte vande tweeGa naar voetnoot51) Angels die hier vooren met VWX. sijn aangewesen, die om desselfs groote dunte soo krom werden, waar aan dus gesteltGa naar voetnoot52) sijnde geen weerhaken en sijn te bekennenGa naar voetnoot53). Ik hebbe deselve Angel met de platteGa naar voetnoot54) sijde tegen het vergroot glas aan gestelt, als wanneer de punct vande selveGa naar margenoot+ sig vertoonde als fig: 7. Ik hebbe deselve angel weder een weijnigGa naar margenoot+ omgedraeijt, en dan quam de punct sig te vertoonen als fig: 8. Ik hebbe deselve nog een weijnig verder omgedraeijt, ende danGa naar voetnoot55) vertoonde die sig soo danig, dat men de weerhaken daar aan bekennenGa naar margenoot+ konde, als hier met fig: 9. werd aangewesen. Als wij nu het maaksel van desen AngelGa naar voetnoot56) aanschouwen schoon wij niet weten, hoe de Mugge dese Angels als hij die in ons lijf stoot, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
narrow and thin, it could not have any stiffness, but to give such a sword stiffness it must be three-sided, and so it is with these internal Stings of the Gnat as well. I have not so far been able to discover anything but that each of the said Stings has barbs on one side only, and when they are in the sheath, or better, inside the thick Sting, they lie with their flat sides against each other, and the sides that are provided with barbs lie on the outside, and that is why it appears to us, when we have taken all the instruments, as they lie neatly arranged, out of the sheath, as if it were a single Sting, which has barbs on either sideGa naar voetnoot14). Ga naar margenoot+Fig: 5. VWX. shows the two Stings with barbed hooks that were taken from the cavity of the thick Sting, and where one protrudes a little higher above the other oneGa naar voetnoot22). Ga naar margenoot+Fig: 6. abc. shows part of the twoGa naar voetnoot23) Stings which are indicated above by VWX. and which, because of their great thinness, become so bent, and on which no barbed hooks can be recognized when they are placed like that before the microscopeGa naar voetnoot24). I have placed the same Sting with its flatGa naar voetnoot25) side against the magnifying glass, byGa naar margenoot+ which the point of the same appeared as in fig: 7. I have, again, turned the same sting round a little, and then the point appeared asGa naar margenoot+ in fig: 8. I have turned the same round a little further still, and then it appeared in such a way that one could recognize the barbed hooksGa naar margenoot+ on it, as is indicated here by fig: 9. Now when we consider the structure of this StingGa naar voetnoot26) - although we do not know how the Gnat moves these Stings when he | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende daar in sijnde beweegtGa naar voetnoot57), soo konnen wij egterGa naar voetnoot58) wel begrijpen, dat die Angels in de huijt gebragt sijnde, aldaar veelvoudige kleijne quetsinge, ende dat veel dieper (om desselfs lange Angels) als Luijs,Ga naar margenoot+ Vloeij, of eenig ander kleijn ongediert te weeg brengtGa naar voetnoot59). Daar benevensGa naar voetnoot60) dat soo lang als de Mugge de vogt, die door het quetsen uijt de vaatgens komt te loopen, tot in het lighaam vande Mugge werd gestootenGa naar voetnoot61), wij soo lang geen opswellinge en sullen gewaar werden: Maar als de Mugge sijn Angels uijt de huijt heeft genomen, ende daarGa naar voetnoot62) uijt de gequetste vaatgens het sap (waar mede deselve gevolt sijn, of ten merendeel uijt bestaan) blijft vloeijenGa naar voetnoot63), soo datter door de Mugge-steek een meer als gemeene op swellinge moet volgen, om dat (als boven geseijt is) de steek diep inde huijt is in gegaan. Ten anderen soo geschiet dat ook van wegen de dunte van den Angel, waar door de huijt, en voornamentlijk het bovenste vande selve, sig met het uijttrekken vanden Angel toe sluijtGa naar voetnoot64). Soo ijemant genegen waar in het observeren vande Angels vande Mugge mij na te volgen, soo wil ik den soo danigen recommanderen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pushes them into our body, once they are inside - we can nevertheless understand that those Stings, having been pushed into the skin, will there cause multiple small injuries, and such much deeperGa naar margenoot+ (because of the long Stings of the same) than the Louse, the Flea, or any other small vermin could causeGa naar voetnoot27). MoreoverGa naar voetnoot28), so long as the Gnat sucks up the moisture which the injuries cause to ooze from the small vessels, into its bodyGa naar voetnoot29), we shall not experience any swelling: But when the Gnat has taken its Stings out of the skin, and the fluid (with which the injured vessels are filled, or of which they largely consist) continues to flow from the same, an uncommon swelling is bound to follow, because (as stated above) the sting has gone deeply into the skin. For another thing, this also happens because of the thinnes of the Sting, which causes the skin, and especially the upper part of the same, to close up when the Sting is withdrawnGa naar voetnoot30). If anyone should feel inclined to emulate me in investigating the Stings of the Gnats, I would advise him to be patient; For to | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat hij langmoedigGa naar voetnoot65) is; Want de gesamentlijke vier werktuijgen ofGa naar margenoot+ Angels die ingeschikte ordreGa naar voetnoot31) leggen, uijt de koker te halen, ende de koker te openen, dat heb ik veel malen agter den anderenGa naar voetnoot66) te weeg gebragt: Maar dese werktuijgen uijt den anderenGa naar voetnoot67) te halen, ende die soo danig voor het vergroot-glas te stellen, dat men die distinct aan anderen kan laten sien, daar toe enGa naar voetnoot68) vereijstGa naar voetnoot69) geen kleijne moeijte. Ik heb meer dan hondert Muggen daar om gedoot, ende mijne observatien op verscheijde dagen moeten hervatten, want schoon ik die alle voor mijn gesigt sag leggen, en ijder vande selve voor een bijsonderGa naar voetnoot70) vergroot glas tragte te brengen, soo is het mij veel maal geschiet, dat terwijl ik doende was, met het eene, ik het andere uijt het gesigt verloor. En daarom hebbe ik mijne observatien daar ontrent, op bijsondereGa naar voetnoot70) dagen moeten hervatten. Ik hebbe ook voor genomen een vande twee Angels die de grooteGa naar margenoot+ Paarde-vliegenGa naar voetnoot71)) mede in een koker aan het hooft, digte daar haar mond geplaast is, dragen, als hier met fig: 10. ABCD. aan te wijsen, niet alleen om der selver plat, scharp, en vlijmagtig wesen te vertoonen, waar mede deselve onse Paarden soo danig komen te plagen, dat deselve wel staan en schrikken en stampenGa naar voetnoot72), als sij een sooGa naar margenoot+ danige Vlieg ontrent haar gewaar werden; Maar ook om aan te wijsen, dat gelijk de sijde van D. tot C. seer dun en scharp is, dat die selfde sijde als van C. tot B. daar hij begint spits te werden, niet meerder die dunte behout, maar aldaar wat dik werd; welke dikte deselve tot aan het uijterste punct B. continueert, om daar door den Angel daar hij smal werd, een stijfte te geven. Int kort wij sien inde werktuijgen der kleijnste Schepsels, de grootste volmaaktheijt. De seer vermaarde Heer Constantijn Huijgens Heere van ZuijlighemGa naar voetnoot73), heeft mij uijt den Haag geschreven dit volgende. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
remove the collective four instruments or Stings, which lie neatlyGa naar margenoot+ arranged, from the sheath, and to open the sheath, I have frequently succeeded in doing: But to take these instruments apart, and to place them before a manifying glass in such a way that they can be distinctly shown to others, demands not a little trouble. I have killed more than a hundred Gnats for the purpose, and been obliged to resume my observations on several days; for although I saw them all lying before my eyes, and tried to bring each of them before a separate magnifying glass, it has often happened to me that, while I was busy with one, another one escaped my sight. For this reason I was compelled to resume my observations regarding this matter, on different days. I also decided to show one of the two Stings which the large HorsefliesGa naar voetnoot31) also carry in a sheath at the head, close to where theirGa naar margenoot+ mouth is placed, as is indicated here in fig: 10 ABCD., not only to show its flat, sharp and lancet-like structure, with which the same plague our Horses in such a way that the same sometimes get frightened and start stamping their feet when they notice such a fly aroundGa naar margenoot+ them; But also to show that, while that side from D. to C. is very thin and sharp, that same side from C. to B. - where it begins to taper to a point - no longer retains that thinness, but there becomes somewhat thick; which thickness continues up to the outermost point B., in order to give the Sting a stiffness at the point where it gets narrow. In short, we see the greatest perfection in the organs of the smallest Creatures. That most renowned Gentleman, Constantijn Huijgens, Lord of ZuijlighemGa naar voetnoot32), wrote to me as follows from The Hague. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hage den 17e Decemb. 85.Ga naar voetnoot74)
Monsr. Leeuwenhoek.Ga naar voetnoot75) Ik en werde noeijt moede UE. onvermoeijde neerstigheijt te prijsen, int ondersoek van geheijmenissen die weijnig van onse Voor ouderen in gedagten sijn gekomen, en veele van onse nakomelingen tot een ligt en Sproor (!) sullen strekken, om dieper en dieper waarheden op te delven. UE. is daar toe tegenwoordig op een fraeij pad, daar van niet ligt en behoort te scheijden; soo groot is 't gevolgh van aller dingen eerste begintselen, soo UE. meer en meer staat gewaar te werdenGa naar voetnoot76). Ik weet niet of gij oijt kennisse hebt gehad van het planten van Boomen averechts om, soo dat de wortelen inde lugt tot takken uijt groeijen. VerstaatGa naar voetnoot77) Linde Boomen. Tot nog toe en hebben 't mijn Hovenieren niet te wege konnen brengen. Maar mijn AuthuerGa naar voetnoot78) is al te aansienlijk om mij daar aan te laten twijfelen. Dat was voor eenige jaren Den Heere Churfurst van Brandenburgh hier sijnde met sijn tweede ChurfurstinneGa naar voetnoot79), die mij beijde in vollen ernst confirmeerden, menigte van experientenGa naar voetnoot80) van sulke wortel-boomen onderGa naar voetnoot81) haar gebied te hebben, uijtstekende in groote wijte boven het gewoonlijk gewas. Mijnen Zoon van ZeelhemGa naar voetnoot82) sedert met sijn Hoogheijt in die landen geweest, verklaarter sig mede getuijge af. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
The Hague, 17th December '85Ga naar voetnoot33)). Monsieur Leeuwenhoek.Ga naar voetnoot34)
I have never tired of praising your indefatigable assiduity in the investigation of mysteries to which only a few of our Forefathers gave any thought, and which will serve as a light and a spur to many of our descendants, to dig out ever more profound truths. To this end, You, Sir, are nowadays on a fine path, from which you should not lightly deviate; so great is the result of the first start of all things, as You are becoming increasingly awareGa naar voetnoot35). I do not know whether you have ever had any knowledge of the planting of Trees the other way about, so that the roots grow in the air into branches. I refer to Lime Trees. Up to now my Gardeners have not succeeded in achieving this. But my spokesman is far too distinguished to allow me to doubt it. This was, a few years ago, the Elector of Brandenburgh, when he was here with his second ElectressGa naar voetnoot36), both of whom quite seriously confirmed to me a multitude of experiments with such root-trees that they have in their domain, excelling in breadth beyond the usual plants. My Son Van ZeelhemGa naar voetnoot37), having been since then in those parts with His Highness, also declares himself a witness of this. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UE. discoursen van 't gewash(!) vande Boomen en Cruijden hebben mij dit weder in gedenken gebragt. UE. kander opGa naar voetnoot83), en bedenke hoe het over een kan gebragt werden, met het geene UE. ondervind inde maximenGa naar voetnoot84) vande nature U. soo verreGa naar voetnoot85) bekent. Ik blijve.
UE: altoos DienstwilleGa naar voetnoot86) Vriend, en Dr
C: Huijgens. V: Z.Ga naar voetnoot87)
Weijnig tijd na dit schrijven kome ik met de op gemelte Heer mondeling te spreken, en segge dat dit seer wel kan wesen, als de klap-vliesen inde groote vaaten soo verre konnen gebragt werden, dat die door de op gestoote vogt averegts om werden gedruktGa naar voetnoot88).Ga naar margenoot+ En ik verhaal hoe dat ik ontrent twintig jaar geleden, een wijngaartrank ontrent drie voetGa naar voetnoot89) lang hadde versogt dat men voor mij (alsoo het van een seer smakelijke druijf was) soude inde aarde leggen, op dat die rank wortelen soude schieten. Dit volbragt sijnde, en datGa naar voetnoot90) men mij de ingeleijde jonge wijngaartGa naar voetnoot91) soude thuijs brengen, versogt ik dat men de ingeleijde rank niet digt bij de aarde soude af- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Your discourses on the plants of Trees and Herbs have reminded me again of this. You might let your thoughts go over it, and reflect how it might be made to correspond to what You may discover in the laws of Nature so widely known to You. I remain,
Your always willing Friend, and Dr
C: Huijgens. V: Z.Ga naar voetnoot38)
A little time after receiving this letter I come into conversation with the Gentleman in question, and I told him that this might be quite possible, if the valves in the large vessels could be got so farGa naar margenoot+ that they were pushed the other way by the upward pressure of the waterGa naar voetnoot39). And I related how, about twenty years ago, I asked that a vine-shoot of about three feet in length of a sort having very tasty fruit be put for me in the earth, in order that the shoot might strike root. This having been done, and when they were about to bring the layered young grape-vineGa naar voetnoot40) home to me, I asked them not to cut off the layered shoot close to the earth; to wit, that part which | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
snijden, te weten dat deel dat aan de stam vast wasGa naar voetnoot92); dit dan soo geschiet sijnde, soo nam ik dese jonge wijngaart, die seer wel inde lengte vande rank gewortelt was, snede ik deselve int midden daar de wortels waren over dwars aan tweeGa naar voetnoot93) stukken, en ik sette beijde dese jonge wijngaarts niet verre van den anderenGa naar voetnoot94) inde aarde. Dit dede ik niet alleen om twee wijngaarts te hebben, maar om datGa naar voetnoot95) ik sien soude, wat uijtwerkinge de eene wijngaart soude hebben, die averegts om, sijn wasdom of ranken soude schietenGa naar voetnoot96). En na dat dese wijngaart twee à. drie jaren gestaan hadde, konde ik geen onderscheijt aan beijde de wijngaarden, ontrent der selver wasdom bekennen, nog ook naderhand int dragen van goede druijf, en ik hebbe die nog heden beijde bij den anderen staanGa naar voetnoot97). Ik seijde verder tegen dien Heer, dat ik die ondervindinge ook hadde, dat als wij inde voortijd jonge schueten van Aelbesie kruijs of doorn-besie, of jonge takjens van willige boomen, met de bovenste | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was attached to the stemGa naar voetnoot41); then, when this had been done, I took this young grape-vine, which was rooted very well in the length of the shoot, cut it in the middle, where the roots lay, crosswise into two pieces, and I put both these young grape-vines not far apart in the earth. This I did not only in order to have two grape-vines, but in order to see what effect the one grape-vine would have which would grow, and produce its shoots, the other way roundGa naar voetnoot42). And after this grape-vine had stood for two or three years, I could not find any difference in their growth; no more than later on in their bearing a good grape, and I still have them standing together to-day. I furthermore told that Gentleman that I also had this other experience; that if, in the spring, we put young shoots of currants, gooseberries or buckthorn, or young twigs of willow-trees with their | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toppen inde aarde steken, dat die ook averegts om sullen wassen, ende dat alle dieGa naar voetnoot98) uijtspruijtsels int eerst sig na de aarde toe sullen wassen, maar dat die weijnig tijd daar na, met een bogt na de hoogte toe sullen opschieten. Vorders versekerde ik dien Heer, dat ik soude te weeg brengen, dat een Linde-boom averegts om soude wassen, te weten, dat sijn takken tot wortels, en sijn wortels tot takken soude wassen. Omme geen vergeefsen arbeijt te doen, ging ik inde maant April 1686. inde Tuijn van een Tuijnman, die sijn meeste werk maakt van Boomen voort te teelen. En koopteGa naar voetnoot99) uijt sijn Linde-Boomen,Ga naar margenoot+ twee wasselijkeGa naar voetnoot100) Boomen die vijf jaar out waren, die ik ordonneerde op wat tijd die hijGa naar voetnoot101) aan mijn huijs soude bestellen, tegen welke tijd ik mijn ThuijnderGa naar voetnoot102) ook hadde ontboden, op dat de Boomen niet lang uijt de aarde soude blijven, ende de kleijne wortelkens, die het meeste voetsel de Boomen toe voerenGa naar voetnoot103) niet verdrogen souden. Ik liet de Tuijnder voor ijder Boom een put gravenGa naar voetnoot104) om de wortels daar in te stellen, ende de stammen vande Boomen soo digt bij de aarde heen planten, dat die niet boven deGa naar voetnoot105) twee duijm vande aarde quamen te leggen. De wortels dus inde aarde sijnde, liet ik voor ijder Boom een put delven, daarGa naar voetnoot106) de takken uijt de stam waren geschooten; dese takken liet ik aldaar krom gebogen, voor een gedeelte ontrent drie quart van een voet diep inde aarde leggen, ende de toppen vande takken, soo veel het doenlijk was regt op uijt de aarde komen, en vast binden. Dit dede ik met geen ander insigte, als om datGa naar voetnoot107) in het eerste of tweede jaar, uijt de inleggende takken wortels soude groeijen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
topmost portions in the earth, they will also grow the other way about, and that all those offshoots will at first grow down towards the earth, but after a little time take a bend and shoot upwards. I further assured that Gentleman that I would cause a Lime-tree to grow the other way round; to wit, that its branches would become roots, and its roots branches. To save labouring in vain, I went, in the month of April 1686, to the garden of a Horticulturist whose principal work is the cultivation of Trees. And from among his Lime-trees I bought two wellgrowing Trees, which were five years old, and ordered at what timeGa naar margenoot+ he was to deliver them to my houseGa naar voetnoot43), towards which time I had also summoned my Gardener, in order that the Trees should not remain out of the earth too long, and that the small roots, which carry most of the nourishment to the Trees, should not dry up. I got the Gardener to dig a hole for each Tree, to put the roots in, and made him plant the trunks of the Trees so close to the earth that they came to lie not more than two inches from the earth. The roots thus being in the earth, I had a hole dug for each Tree, at the place where the branches had grown from the trunk; of these branches I had a part, bent crooked, laid about three-quarters of a foot deep into the earth, letting the tops of the branches, as much as it was possible, come out straight of the earth, and had them tied up. My only intention in this was to ensure that roots should grow out of the branches lying in the earth during the first or second year. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dese takken boven de aarde staandeGa naar voetnoot108) groeijde int eerste jaar maar weijnig, waar uijt ik een besluijt maakte, dat de takken soo verre die inde aarde lagen, ook weijnig wortels hadden gemaakt, en daarom resolveerde ik beijde de Boomen tot op het tweede jaar te laten staan, als wanneer de takken seer wel waren uijt geschooten, ende als doen ontgraafde ik een weijnig een vande takken, en ik bevond dat die seer wel gewortelt was, waar op ik int begin vande maant April 1688.Ga naar voetnoot108a) een vande Boomen haar wortels uijt de aarde graafde, en stelde die schuijns om hoog, en snede alle de kleijne wortels af, en ik liet de dikke wortel-spranken aan de wortel blijven. De takken vande Boom die nu vast inde aarde gewortelt waren, ende nu tot wortels souden verstrekken, liet ik sonder die te roeren, inde aarde staan, alleen met dit onderscheijt, dat ik alle de takken, die boven de aarde stondenGa naar voetnoot108), ontrent twee vinger-breet onder de aarde afstak. Na dat dese Boom met sijn wortels ontrent veertien dagen dus gestaan hadde, sag ik dat op verscheijde plaatsen vande wortel, botten of kleijne uijtspruijtsels gemaakt waren, en daar op resolveerde ik als doen, de tweede boom sijn wortel uijt de aarde medeGa naar voetnoot109) op te regten, ende daar verder mede te handelen, gelijk ik met de eerste hadde gedaan. Dese uijtspruijtsels en quamen niet uijt de wortel spranken, welkers diameters dikte ontrent een duijm was, maar veele quamen uijt het dikste vande wortel, tusschenGa naar voetnoot110) en daar de wortel spranken haar begin hadden: Andere veele uijtspruijtsels quamen uijt dunne wortelkens, die ik digte bij de wortel-stam hadde afgesneden, en welke dunne wortelkens ik mij in beelde, dat de Soomer daar te voorenGa naar voetnoot111) eerst gemaakt waren, en ik imagineerde mij ook dat meest alle de plaatsen, daar dese dikke wortel uijt wasteGa naar voetnoot112), die geene souden geweest hebben, waar uijt de wortel inde navolgendeGa naar voetnoot113) Somer nieuwe dunne of hair-wortels soude gemaakt gewordenGa naar voetnoot114) hebben, bij al dienGa naar voetnoot115) de wortel inde aarde hadde blijven leggen. En gelijk hier nu het geene dat wortels souden geworden hebben, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
The branches that stuck above the earth grew only little during the first year, from which I concluded that the branches, in so far as they lay in the earth, had also made only few roots, and after this I resolved to let both trees stand until the second year; by then, the branches had budded out quite well; I then dug out a few of the branches, and I found that they were very well rooted, after which, in the beginning of the month of April 1688Ga naar voetnoot44), I dug the roots of one of the Trees out of the earth, and I placed them obliquely upright, and cut off all the small roots, and I let the thick shoots of the roots remain on the root. I left the branches of the Tree that were, by now, firmly rooted in the earth and would serve as roots, to stand in the earth without touching them, only with this difference that I cut off all the branches that stuck above the earth, at about two fingers' width below the earth. When this Tree had been standing thus with its roots for about fourteen days, I saw that, at several places on the root, buds or small sprouts had been formed, and I then decided to lift also the root of the second tree from the earth, and further to deal with it as I had done with the first. These sprouts did not come from the shoots of the roots, whose diameter of its thickness was about an inch, but many came from the thickest part of the root, between the spots where the shoots of the roots had their beginning: Many other sprouts came from tiny thin roots, which I had cut off close to the root-stem and whose thin, small roots I imagined to have first been made the Summer before, and I also imagined that nearly all of the places where this thick root grew, would be those from where the root would produce new, thin or hair-roots the following Summer, providing the root had remained lying in the earth. And just as that which, here, should have become roots, grows into branches with leaves, I also believe that those parts or buds that have been on the branches, and from | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot takken met bladeren wassen, dat insgelijksGa naar voetnoot116) die deelen of knoppen die aan de takken sijn geweest, en waar uijt de takken en bladeren souden voortgekomen hebben, nu tot wortels sijn uijtgeschootenGa naar voetnoot117). Omme een beter bevattinge van het planten vande geseijde Boomen te hebben, heb ik een kleijne afteijkening daar van laten maken. Ga naar margenoot+Laten wij stellen dat fig: 11. ACGK. de oppervlakte van de aarde is, ende dat ABC. een gegraven put is, daar de wortel vande Boom in geleijt is, welke wortel ik wat hooger heb laten aan aarden, als de ordinaire aarde lag, eensdeels om dat de bovenste deelen vande wortel sonderGa naar voetnoot118) sulks te weijnig aarde soude gehad hebben, ende ten anderen om dat op de wortel een meer als gemene swaarte soude leggen, en niet uijt de aarde (om dat de stam wat kromGa naar voetnoot119) gebogen wierd) soude uijt rijsen. DEF. is de stam vande Boom, die nevens de aarde is leggende en onder welke stam de aarde een weijnig lager is, op dat de selvige door de natte aarde geen bedervinge mogte krijgen, CG. sijn twee houtgens waar op de stam vande Boom rust, om die nog meer vande aarde te bevrijdenGa naar voetnoot120). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
which branches and leaves should have come forth, have now grown into rootsGa naar voetnoot45). To get a clearer conception of the planting of the said Trees, I had a small drawing made of it. Ga naar margenoot+Let us assume that fig: 11: ACGK. is the surface of the ground, and that ABC is a hole that has been dug, and in which the root of the Tree is laid, which root I have had moulded up somewhat higher than the surrounding earth, for one thing because the upper parts of the root would without this have had too little earth, and for another thing, in order that more than ordinary weight should lie on the root, so that it should not (the stem having been bent somewhat crooked) lift itself from the earth. DEF. is the stem of the Tree, which lies along the earth, and under which stem the earth is slightly lower, in order that the same might not, owing to the wet earth, suffer any decay. CG. are two pieces of wood, on which the Stem of the Tree rests, in order to hold it still more free from the earth. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HIK. is een tweede gegrave put, daar in de dikke takken vande Boom krom gebogen leggen, en welke put mede met aarde gevult is, en alsoo de takken te stijf waren, en niet wel wilde krom buijgen, daar doorGa naar voetnoot121) de aarde die op deselve lag, quamen op te ligten, soo heb ik de houte paaltgens inde aarde laten slaan, ende daar door de takken met gewelt vast inde aarde gehouden. L ende M. sijn mede twee paaltgens inde aarde geslagen, waar aan weder een dwars houtge is gehegt, aan welk dwars-hout de takken vande Boom (een halve voet weder uijt de aarde komende) sijn aan gebonden, om datGa naar voetnoot95) deselve opwaarts souden staan. LNM. sijn de takken boven de aarde, die (als hier vooren is geseijt) na verloop van twee jaren, twee vingers breetGa naar voetnoot122) onder de aarde sijn afgesteken. FOP. verbeeld de boom met desselfs wortel soo als die uijt de aarde is gegraven, en soo hoog is opgeregt als ik oordeelde, dat sonder hindering vande stam, of nieuw gemaakte wortels kon geschieden. Met EO. werd aan gewesen een paal, die gestelt is om den Boom opwaarts te houden, ten anderenGa naar voetnoot123) om de Boom te beschermen, dat hij door de wint niet te veelGa naar voetnoot124) soude bewogen werden. Ik hadde wel gedagten dat de takken vande Boomen nu soo danige wortels al gemaakt hadden, dat die het ve [r]plantenGa naar voetnoot125) wel souden konnen verdragen hebben, om de selve regt over eijnde te stellen; maar ik heb dit liev[er] nog een jaar willen in sienGa naar voetnoot126), om sekerder te gaan, ende d[ie] alsdan met alle de nieuwe gemaakte wortels, ende de aa[rde] die aan de wortels vast blijft te verplanten. Op den 26e. MeijGa naar voetnoot127) waren beijde de Boomen haar Wortels op soo veel bijsondereGa naar voetnoot70) plaatsen, botten en kleijne takken [uijt]ge [sch]ooten, dat ijder van die wortels meer dan 100. jonge [uijt]spruijtsels hadde; ende aan den Boom wiens wortel [la]ngst uijt de aarde hadde geweest, waren al jonge [ta]kken uijtgewassen, die agt duijm-breet lang waren. [Na] dat ik hare Hoogh Edelen hadde toe gesonden mijne obser [vat]ien ontrent de begintselen vande jonge planten waar [me]de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HIK. is a second hole, in which the thick branches of the Tree lie, bent crooked, and this hole, too, is filled with earth, and as the branches were too stiff and were very difficult to bend, so that they lifted the earth that lay on them, I had wooden posts driven into the ground, and so held the branches in the earth by force. L and M. are also two posts driven into the ground, on which another piece of wood is attached crosswise, to which cross-beam the branches of the Tree (coming half a foot out of the earth) have been tied, in order to make them stand upright. LMN. are the branches above the earth, which (as stated above) were, after two years, cut off at two fingers' width below the earth. FOP. represents the tree with its root, as it is dug out of the earth, and raised as high as I judged might be done without hindrance to the stem, or to newly made roots. By EO. is indicated a post, placed there to keep the Tree upright, as well as to protect the Tree from being unduly moved about by the wind. I did occur to me that the branches of the Trees might already have produced such roots that they might tolerate to be put upright in being replanted; but I preferred to watch it for another year, for the sake of greater certainty, and then replant the same with all the newly made roots, and with the earth that remains adhering to the roots. On the 26th of MayGa naar voetnoot46) the Roots of both Trees had shot out buds and small branches in so many different places, that each of those roots had more than 100. young sprouts; and on the Tree whose root had been longest out of the earth, young branches had already sprouted out, which were eight inches long. After I had sent to Your Honours my observations concerning the beginnings of the young plants with which every grain of Wheat, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ijder graanGa naar voetnoot128) van Taruw, Rogge, Garst, enz: waren ver[sien]Ga naar voetnoot129), heb ik veele devoirenGa naar voetnoot130) aangewent, omme was het [mo]gelijk inde geseijde jonge planten, selfs de CorenairGa naar voetnoot131) te [ont]dekken, en in dese besigheden heb ik bevonden, dat het [geen]e ik inde verhaalde granenGa naar voetnoot128), voor twee bladeren van het [beg]in der plantenGa naar voetnoot132) hadde aan gesien, inder daat maar een [bla]d was, welk blad door mij (sonder mijnGa naar voetnoot133) weten) int openen [va]n een was geschuert, waar door een blad sig quam te [ve]rtoonen, alsof het twee bladeren waren geweest. [En]de alsoo mijne handeling, nog mijne vergroot glasen nietGa naar voetnoot134) [beq]uaam waren, omme de verborgen corenair (die ik seker[lijk]Ga naar margenoot+ steldGa naar voetnoot135) dat in het begin van dese jonge planten lag) te [kon]nen ontdekken; soo hebbe ik mij omme mij te voldoen, [een] kooper doosje genomen, ende dat selvige heb ik seer na [gev]olt met droog wit sand, dat wij hier te lande schuijer-sand [noe]men, in dit sand heb ik op haar eijnde gesteken on [tre]nt sestien Taruw-greijnenGa naar voetnoot128), ende als doen daar weder op ges[troeijt], ontrent de rugge van een mes dikte, van het [bov]en verhaalde sand, ende als doen daar op gegooten, soo [veel] schoon regenwater, dat ik oordeelde dat het sand gans [nat] was. Dit doosje alsoo het int kouste vande Winter was, heb ik in mijn sak gedragen, en op den vierden dag, waren eenige van dese Taruw-granen soo verre uijt gewassen, dat de schueten al een vinger breet boven het sand uijt quamen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rye, Barley, etc: is providedGa naar voetnoot47), I have taken a great deal of trouble to discover, if possible, the ear of corn itself in the said young plants; and in these pursuits I found that what I had looked upon in the said grains as two leaves of the beginning of plantsGa naar voetnoot48), was in reality a single leaf, which leaf I had (unwittingly) torn apart in the opening, with the result that one leaf appeared as if it were two leaves. And since neither my action nor my magnifying glasses were capable of discovering the hidden ear of corn (which I definitely assumedGa naar voetnoot49) lay in the beginning of these young plants); I took, inGa naar margenoot+ order to satisfy myself, a small brass box, and very nearly filled the same with dry white sand, which we in this country call ‘scouring-sand’; in this sand I put about sixteen grains of wheat, standing on their ends, and then I again sprinkled some of the abovementioned sand, about the thickness of the back of a knife, on them, after which I poured so much clean rain-water on it that I judged that the sand was quite wet. As it was in the coldest part of the winter, I carried this small box in my pocket, and on the fourth day some of these grains of Wheat had grown so much that the shoots had already come above the sand by the width of a finger. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik heb als doen het uijtspruijtende gewas of gras, bij de wortel afgesneden, ende het selvige open gesneden ende daar uijt genomen het binnenste vande Plant. In het welke (voor eenGa naar voetnoot136) vergroot-glas gebragt sijnde) ik sag eenige kleijne bladerkens bij malkanderen leggen, tusschen welke bladeren ik mij versekerdeGa naar voetnoot137) (hoe wel voor mij onsigbaar), dat de Taruw-air al in groote was toe genomen. Ik heb het doosje met het verdere gewas weder in mijn sak gedragen, ende dat op den agtsten dag weder geopent, ende als doen dat deel met het laaste blad, dat de jonge Taruw-air omving, en waar uijt de Taruw-air most te vooren komen, voor het microscope gestelt, ende dat den Teijkenaar in handen gegeven, om het geeneGa naar margenoot+ te teijkenen, dat hij quam te sien, het welke hier met fig: 1. ABCD. werd aan gewesen, sijnde ABD. de jonge Taruw-air ende BCD. het alderbinnenste blad, dat de jonge Taruw-air omvangt. Vorders heb ik het doosje weder geslooten, ende na verloop van nog vier dagen, sijnde den twaelfsten dag, heb ik het weder geopent ende de Taruw-air met desselfs omleggende bladeren daar uijt genomen, ende deGa naar voetnoot138) bladeren een weijnig van een gesepareert hebbende, beelde ik mij nog vaster in, dat ik de Taruw-air daar in konde bekennen; welk deel ik mede voor het vergroot-glas gebragt hebbende,Ga naar margenoot+ heb laten afteijkenen als hier met fig: 2. EFGH. werd aan gewesen. Ende hebbe als doen mijne verdere observatien ontrent de Taruw voor die tijd gestaakt. Wijders heb ik weder op nieuwGa naar voetnoot139) droog sand in het kopere doosje gedaan, ende daar in gesteken verscheijde Garst-granen, endeGa naar margenoot+ die mede in mijn sak gedragen, ende waar genomen, dat mede op den vierden dag, de Garst een vinger breet boven het sand was uijt gewassen. Na dat de Garst niet wel volkome negen dagen in het sand hadde geweest, waren de bladeren van eenigeGa naar voetnoot140) wel vijf | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I then cut off the plant, or grass, that was sprouting out, by the root, and cut the same open, and removed from it the inmost part of the Plant. In which (on bringing the same before aGa naar voetnoot50) magnifying glass) I saw some tiny leaves lying together, amidst which leaves I felt convincedGa naar voetnoot51) that (although invisible to me) the ear of Wheat had already increased in size. I again carried the little box with the other plants in my pocket, and on the eighth day I opened it again, and then placed that part, with the last leaf which enclosed the young Wheat-ear - and from which the Wheat-ear must come forth - before the microscope, and handed that to the Draughtsman, to draw that which he wasGa naar margenoot+ going to see, and which is shown here in fig: 1. ABCD., being ABD. the young Wheat-ear and BCD the innermost leaf, which encloses the young Wheat-ear. I then closed the box again, and after a lapse of still four days, it being the twelfth day, I opened it again and took out the Wheat-ear with the leaves enclosing it and, having slightly separated the leaves, I imagined still more firmly that I could recognize the Wheat-ear therein; which part, having also put it before the magnifying-glass,Ga naar margenoot+ I had drawn as indicated here by fig: 2. EFGH. I then stopped my further observations concerning Wheat for the time being. Furthermore, I again put dry sand in the small brass box, and put therein several grains of Barley, and also carried these in myGa naar margenoot+ pocket, and observed that, on the fourth day too, the Barley had grown a finger's width above the sand. And after the Barley had been not quite nine days in the sand, the leaves of some of themGa naar voetnoot52) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vinger breed lang uijtgewassen. Ik hebbe op die tijd dese jonge bladeren open gesneden, ende de Garst-air met der selver om leggende bladeren daar uijt genomen, ende mij ten genoege konnen versekeren, dat ik de Garst-air daar in konde sien. Ik hebbe deselve mede voor het vergroot glas gestelt, ende den Teijkenaar in handen gegeven, omme het geene af te teijkenen dat hij quam te sien, sonder dat hij selver wist wat dat hij afteijkende. Dog eer hij Teijkenaar gereet was om te teijkenen, waren de buijtenste bladeren soo in gedroogt, dat hij niet als het binnenste blad, het welke de Garst-air omvangt,Ga naar margenoot+ ende de jonge Garst-air konde bekennen, als hier met fig: 3. IKLM. werd aangewesen, sijnde IKM. de jonge Garst-air, ende KLM. het blad dat de jonge Garst-air omvangtGa naar voetnoot141). Terwijl den Teijkenaar besig was met het voorgaande te teijkenen, heb ik het gewas van een andere Garst geopent, ende dat voor een vergroot glas gestelt, dat meerder vergrootende was, als daar het voorgaande voorstond, aan dese laaste konde hij distinct bekennen, vier bladeren die de Garst-air omvingen, als hier met fig:Ga naar margenoot+ 4. NOPQR. werd aangewesenGa naar voetnoot142). Sijnde AAA. de jonge Garst-air. Dog den Teijkenaar en hadde naeuwlijks sijne teijkening volbragt, of de bladeren waren soo ingedroogt, datse naGa naar voetnoot143) de teijkening maar eenigsints geleken. Ik hebbe ook een gans gewas van een Garstgraan, soo danig als het in minder dan negen dagen in mijn sak wasGa naar margenoot+ gegroeijt, laten afteijkenen, als hier met fig: 5. STV werd aangewesen. Uijt dese observatien konnen wij ons nu meer als voor desen versekeren, dat de warmte, ende het water alleen de planten groot maken. Ten anderen dat God, de Heere den Alwijsen Maker van het geheelGa naar margenoot+ Al, geen nieuwe Schepsels maakt, maar dat hij Heere MakerGa naar voetnoot144) het van den beginne soo geordonneert en gemaakt heeft, dat alle wel gemaakte of volwassene Zaaden der planten (schoon het voor onse oogen verborgen sal blijven) al in geschapen is, of dat sij al | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
had grown to a length of quite five fingers' width. I then cut open these young leaves, and removed therefrom the Barley-ear and the leaves enclosing the same, and to my satisfaction I was pleased to be able to assure myself that I could see the Barley-ear inside. I also placed the same before a magnifying glass, and handed it to the Draughtsman, to draw that which he was going to see, without he himself knowing what he was drawing. But before the Draughtsman was ready to draw, the outermost leaves has dried so much that he could only recognize the innermost leaf, which encloses the Barley-ear,Ga naar margenoot+ and the young Barley-ear, as shown here in fig: 3. IKLM, being IKM the young Barley-ear, and KLM. the leaf that encloses the young Barley-earGa naar voetnoot53). While the Draughtsman was busy drawing the abovementioned I opened another plant of Barley, and placed that before a magnifying glass which had greater magnifying power than the one before which the abovementioned was standing; on this latter he could distinctly recognize four leaves which enclosed the Barley-ear, as indicatedGa naar margenoot+ here by fig: 4. NOPQRGa naar voetnoot54). Being AAA. the young Barley-ear. But hardly had the Draughtsman completed his drawing when the leaves had dried so much that they only very little resembled the drawing. I also had an entire plant of a grain of Barley drawn, such as it had grown in my pocket in less than nine days, as is shownGa naar margenoot+ here in fig: 5. STV. From these observations we may now assure ourselves more than before, that only the warmth and the water cause the plants to grow. And, on the other hand, that God, Lord and OmniscientGa naar margenoot+ Maker of the Universe, makes no new Creatures, but that He, Lord and Creator, has so ordered and made it from the beginning, that all well-made or full-grown Seeds of plants (although it may remain hidden from our eyes) are already created therein, or that they al- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in haar dragen, die stoffe die het beginsel is van dat lighaam, dat daar uijt ter bequamer tijd, sal voortgebragt werden, in alles over een komende met het lighaam waar van het is afgekomen. 't Welk in de Planten geschiedende, ik vast stelleGa naar voetnoot145), dat nootsakelijk ook in de Mannelijke Zaaden van alle Dieren moet plaats hebbenGa naar voetnoot146). Vorders ben ik inde maant April gekomen op een Land, dat inde voorledene voorwinter of herstGa naar voetnoot147), met Taruw besaeijt was,Ga naar margenoot+ van dese geseijde Taruw gewassen, nam ik eenige met wortels en aarde mede, ende thuijs komende examineerde ik niet als de groote schuet of moeder plantGa naar voetnoot148), die de dikste en hoogste was op gewassen, en op dat men de groote vande plant soude moge weten, soo heb ik die laten afteijkenen, als hier met fig: 6. WXIJZ.Ga naar voetnoot149)Ga naar margenoot+ werd aan gewesen, en gelijk inde voorseijde Garst-plant fig: 6. de jonge Garst-airGa naar voetnoot150), al ontrent een quart lengte van een duijmbreet, vande wortel geplaast lag, als aan W. ende aldaar al leden gemaakt waren, die wij in het stoo (!) gewaar werden, soo lag de jonge TaruwairGa naar margenoot+ in fig: 5. digte aan de wortel, al waar mede al leden die het stroo heeft gemaakt waren. De geseijde plant fig: 6. heb ik op gesnedenGa naar voetnoot151) en van een gesepareert, totdat ik eijntelijk seer kleijne bladeren vernamGa naar voetnoot152), waar van de jonge Taruw-air als omvangen was. Dese bladeren heb ik mede weg genomen, ende als doen is mij de jonge Taruw-air teGa naar margenoot+ vooren gekomen, als hier met fig: 7. ABCDE. is aan gewesen. Dog ik en hebbe die den Teijkenaar niet in handen gegeven, of ik hadde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ready carry in them that substance which is the beginning of the body which, at the appointed time, will be produced from it, and corresponding in everything to the body from which it has come forth. Which, thus happening in Plants, I assert, must necessarily take place also in the Male Seeds of All AnimalsGa naar voetnoot55). Furthermore, having come in the month of April on Land that had been sown with Wheat in the preceding early winter or autumn,Ga naar margenoot+ I took from these said Wheat plants, a few with roots and earth; and on coming home I examined only the large shoot or mother plantGa naar voetnoot56), which had grown up thickest and highest; and in order that we might know about the size of the plant, I had it drawn, as is shown here in fig: 6. WXIJZGa naar voetnoot57); and like, in the aforesaid BarleyGa naar margenoot+ plants fig: 6. the young Barley-earGa naar voetnoot58) already lay about a quarter length of the width of an inch from the root, as at W., and internodes were already being made there which we notice in straw,Ga naar margenoot+ the young Wheat-ear in fig: 5. lay close to the root, where, too, all the internodes that the straw has were made. I cut open the said plant of fig: 6. and expanded it, until I finally noticed some very tiny leaves, by which, as it were, the young Wheat-ear was enclosed. I removed also these leaves, and then theGa naar margenoot+ young Wheat-ear appeared to me, as shown here in fig: 7. ABCDE. But I did not hand these to the Draughtsman until I had made | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verscheijde ontledinge van de Taruw-planten gedaan, ende gesien dat die alle van een ende deselve maaksels warenGa naar voetnoot153). Na verloop van negen dagen heb ik dese Taruw planten weder geexamineert, en om soo te spreken geen verandering aan de Taruwair konnen vernemenGa naar voetnoot152), als alleen dat de selve een weijnig hooger vande wortel was opgeschooten, ende dat men de leden die het stroo sal hebben distincter konde bekennenGa naar voetnoot154). Ik heb eenige vande laaste Taruw-planten, met de wortels en de aarde die om de wortels vast saten mede genomen, ende die geset in een aarde pot met nat sand daar in, ende die pot gestelt inde opene lugt, om datGa naar voetnoot95) die aldaar in groote souden toe nemen, ende alsoo het buijten gemeenGa naar voetnoot155) kout weder was, soo nam dit gewas | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
several analyses of the Wheat-plants, and seen that they were all of the same structureGa naar voetnoot59). After a lapse of nine days I again examined these Wheat-plants, and could not, so to speak, notice any change in the Wheat-ear, except that the same had grown slightly higher above the root, and that the internodes which straw should have, could be recognized more distinctly. I took some of these latter Wheat-plants with me, together with the roots, and the earth attached around the roots, and I put these in an earthenware pot containing wet sand; and I placed this pot in the open air, in order that they might there increase in size; and as the weather was extraordinarily cold, these plants grew only little, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weijnig in groote toe, soo dat eerst den 12e Meij de Taruw-planten een hand breet hoger waren opgeschoten: als wanneer ik verscheijde Taruw-planten weder ontlede, en bevond, dat van eenige vande selvige het eerste lid dat het loof ofte gras heeft, alsoo hoog was op gewassen, datGa naar voetnoot156) al een duijmbreet hoogte vande wortel geplaast lag, ende dat een weijnig daar boven, weder andere leden die het gras of loof heeft, mede al gemaakt warenGa naar voetnoot157). Ik hebbe een vande Taruw-planten die ik oordeelde dat minst in wasdom (hoe wel het een Moeder-plant wasGa naar voetnoot148)) ontleedt, ende de Taruw-air daar uijt genomen (welke Taruw-air ontrent een halve duijmbreet hoog vande wortel geplaast lag) ende die voor een vergroot-glas gestelt, ende den Teijkenaar in handen gegeven, welke hijGa naar margenoot+ na het leven heeft afgeteikent, als hier met fig: 8. FGHIK. werd aan gewesen: hierGa naar voetnoot158) sien wij dat dese laaste al verre geavanceert is,Ga naar margenoot+ bij de voorgaande fig: 7. ABCDE. Vorders heb ik uijt de Taruw-planten uijt gesogt diegeene die ik (met het bloote oog te beschouwen) oordeelde dat meest in wasdom geavanceert waren. Deze heb ik mede ontleedt, ende gesien dat die Taruw-air ontrent een duijm breet hoog vande wortel af aan X. geplaast lag. Deselve heb ik mede voor het vergroot glas gestelt, ende den Teijkenaar geordonneert te teijkenen hetgeene hij quamGa naar margenoot+ te sien, als hier met fig: 9. LMNOP. werd aan gewesen. Hier sien wij de groote toe neminge vande Taruw-air, die int loof of gras al gemaakt is, ja volmaakter als wij voor desen, met onse gedagten ons souden konnen ingebeeld hebben. Want ik stel vastGa naar voetnoot145), dat ijder uijtstekende deel dat aan ijder sijde van LM. of OP. vertoont werd, die deelen of huijskens sijn, waar in de Taruw-granen al gefourmeert sijn, ende dat deselve niet anders en mancqueert, als dat die in groote moeten toe nemen. Ist nu sulks dat inde koorn of Taruw-air fig: 9. al reede de Taruw-granen, of wel een gedeelte daar van gemaakt sijn, soo enGa naar voetnoot159) hebben-wij geen redenen om te twijfelen, dat de begintsels van ijder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
so that the Wheat-plants had not grown up higher by the width of a hand until the 12th of May; when I once again dissected several Wheat-plants, and I found that, in some of the same, the first internode of the foliage or grass had already grown up so high that it already lay the width of an inch above the root, and that, a little above that, other internodes of the grass or foliage, too, had already been madeGa naar voetnoot60). I dissected one of the Wheat-plants, which I considered had grown least (although it was a Mother-plantGa naar voetnoot56), and removed the Wheat-ear therefrom (which Wheat-ear was placed about half the width of an inch above the root) and I set it before a magnifying glass, and handed it to the Draughtsman, who drew it from the life,Ga naar margenoot+ as shown here by fig: 8. FGHIK: we here see that the latter is alreadyGa naar margenoot+ far advanced, as compared to the preceding fig: 7. ABCDE. I further selected those of the Wheat-plants which (as seen with the naked eye) I considered to be the farthest advanced in growth. These I also dissected, and I saw that the Wheat-ear was placed about the width of an inch above the root, at X. I also placed these before the magnifying-glass, and ordered the Draughtsman to drawGa naar margenoot+ what he came to see, as shown here by fig: 9. LMNOP. We here see the great increase in size of the Wheat-ear which is already made in the foliage or grass, nay, more perfect than we could previously have imagined in our thoughts. For I affirm that each protruding part shown on either side of IM. or OP. are those parts or husks, in which the Wheat-grains are already formed, and that nothing else is lacking in the same than that they have to increase in size. Now if it be so that, in the corn or Wheat-ear fig: 9. the Wheat-grains, or, maybe, part thereof, are already made, then we have no reason to doubt that the beginnings of each Wheat-grain are made, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Taruw-graan, niet alleen in fig: 7. of 8. of ook in fig: 1. of 2. gemaaktGa naar margenoot+ sijn: Maar dat selfs in ijder volmaakt Taruw-graan, al in geschapenGa naar margenoot+ sijn, die begintsels van deelen, waar uijt niet alleen de koorn-air salGa naar margenoot+ voortkomen, maar ook waar uijt ijder Taruwtge sal voortkomen. Dit dan soo sijnde, soo hebben wij niet meer te twijfelen, aan de volmaaktheijt van een Dierke (hoe kleijn dat het ook mag wesen) dat inde Mannelijke Zaaden der Dieren gevonden werdGa naar voetnoot146). Vijf dagen na de voorseijde tijd, sijnde den seventienden Meij heb ik weder van dat selfde land Taruw-planten gehaalt, en waar genomen, dat de Taruw-air als twee duijm hoog vande wortel geplaast lag, ik hebbe als doen weder een Taruw-air uijt de plant genomen, ende die mede na het leven laten afteijkenen als hier metGa naar margenoot+ fig: 10. QRSTV. werd aan gewesen. Enigen tijd geleden heeft men mij getoont een kleijne kuijt van een kabbeljaauw, aan welkers menbrane was aan gewassen een kleijne HomGa naar voetnoot160). De Hom wert int Latijn genaamt Lactes, ende de kuijt Ova PisciumGa naar voetnoot161). Eenigen tijd daar na komt mij weder ter hand een kleijne kuijt van een kabbeljaauw, uijt welkers punctige deelen (alwaar de voedende Zaad-vaaten vande kuijt gevonden werden) sag ik ook te gelijk de voedende Zaad-vaaten, waar uijt de Hom gemaakt werd, en sijn voetsel tot groot werdinge ontfangtGa naar voetnoot162). Ga naar margenoot+Alsoo mij dit seltsaamGa naar voetnoot163) voor quam heb ik de kuijt greijnenGa naar voetnoot128), die meer als gemeen kleijn waren, door het microscope geexamineert, dog daarinne niet noterens waardig gevonden. Wanneer ik tot het observeren vande Hom quam, vond ik die meerder volwassen, als de kuijt: maar ik konde egterGa naar voetnoot58) geen leven aan die deelen, die ik oordeelde dat DierkensGa naar voetnoot164) waren bekennen, nog ook datse een staart hadden. De reden hier van beelde ik mij in, dat was, om dat soo lang de Dierkens niet volkome haar met voort te swemmen konnen verplaatsen, soo lang ook haar staart in geschikte ordre om haar lijf leijtGa naar voetnoot165), ende dat om die oorsaak ijder dierke een volkome rond lighaam verbeeldGa naar voetnoot166). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+not only in fig: 7. or 8. or also in fig: 1. or 2.; But that, even in everyGa naar margenoot+ perfect Wheat-grain, there are already created those beginnings ofGa naar margenoot+ parts from which not only the corn-ear will come forth, but alsoGa naar margenoot+ each little grain of Wheat. And this being so, we must no longer doubt the perfection of a Little Animal (however tiny it may be) that is found in the Male Seeds of AnimalsGa naar voetnoot55). Five days after the aforesaid time, being the seventeenth of May, I once again fetched Wheat-plants from that same piece of land, and I perceived that the Wheat-ear was already placed two inches above the root, I then took once more a Wheat-ear from the plantGa naar margenoot+ and had it drawn from the life as is shown here by fig: 10. QRSTV. Some time ago I was shown a small cod's roe, on whose membrane there had grown a small soft RoeGa naar voetnoot61). The Soft Roe is called in Latin Lactes, and the hard roe, Ova PisciumGa naar voetnoot62). Some time later I was once again handed a small cod's roe, in whose pointed parts (where the nutrient Seed-vessels of the hard roe are found) I saw at the same time the nutrient Seed-vessels from which the Soft Roe is made and receives the nourishment for its growthGa naar voetnoot63). Ga naar margenoot+Scince this seemed strange to me, I examined the grains of the hard roe, which were extraordinarily small, through the microscope, but I found nothing in them that was worth noting. When I came to examine the Soft Roe I found it to be more fully grown than the hard roe; but I could not see any sign of life in those parts which I considered were Little AnimalsGa naar voetnoot64), nor that they had a tail. The reason for this I imagined to be that, so long as the Little Animals cannot displace themselves perfectly by swimming about, so long does their tail remain neatly arranged around their body, and that, for this reason, each little animal presents a perfectly spherical bodyGa naar voetnoot65). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En al hoe wel dese Vis met een volkome kuijt en Hom versien was, soo soude egter voor dat jaar, die kabbeljaauw, alleen tot de voortteelinge onbequaam sijn geweest, omme redenen dat de Hom en kuijt, niet op een ende deselve tijd bequaam soude geweest hebben tot de voortteelinge. Daar nogtansGa naar voetnoot167) die Vis eerst voor Manneke soude hebben konnen verstrekken, om dat de Hom eerst tot de voortteelinge bequaam soude geworden hebben: ende daar na voor het Wijfken souden konnen gespeelt hebben. Hoogh Edele Heeren, ik hebbe voor desenGa naar voetnoot168) gesprooken vande menigvuldige levende Dierkens die uijt de Hom van een kabbeljaauw voortkomen, ende daar benevens het getal begroot, waar over ik niet alleen veel tegensprekersGa naar voetnoot169) lijde; maar daar sijnder die sig soo verre uijten, dat ik ontrent die, en diergelijke saaken de Werelt onwaarheden verhaal. Ga naar margenoot+Dierhalven moet ik seggen dat ik doorgaansGa naar voetnoot170) niet het meerder, maar altijts het minder getal sal seggen. Ik hebbe dan alleen maar bij gissing gestelt dat een gemene Hom vijftien cubicq duijmen groot was, dog ik beelde mij in die veel deelen grooter te sijn. En omme mijn selven en anderen te voldoen, heb ik de Hom van een kabeljaauw die van een gemene groote was, gewogen, ende uijt die swaarte de Hom groot bevonden vijfenveertig cubicq duijmen. Dese Hom en was op verre na niet tot sijn volkome groote gekomen, want die was nog vast geslootenGa naar voetnoot171), sonder datter levende of bewegende Dieren (soo veel het gesigt toe liet) in waren te bespeuren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
And although this Fish was provided with a perfect hard and Soft Roe, this cod would by itself have been incapable of reproduction that year, for this reason, that both the Soft Roe and the hard roe would not have been capable of reproduction at one and the same time. Nevertheless, that Fish might first have served as a Male, because the Soft Roe would have been the first to become capable of reproduction: and afterwards it might have played the Female. Very Noble Sirs: I have spoken heretoforeGa naar voetnoot66) of the manifold living little Animals that come out of the cod's Soft Roe, and in addition estimated their number, about which I not only suffer a great deal of contradiction; but there are those who express theirselves so far as to say that I tell the World untruths about these and similar matters. Ga naar margenoot+For this reason I must state that I will invariably give not the higher, but always the lower figure. It is only by guesswork that I put the size of an ordinary Soft Roe at fifteen cubic inches, but I imagined it to be many parts larger. And in order to satisfy myself and others in this point, I have weighed the Soft Roe of a medium-sized cod, and found, from that weight, the size of the Soft Roe to be five-and-forty cubic inches. This Soft Roe had not yet come to its ultimate size by a long way; for it was still firmly closedGa naar voetnoot67), while no living or moving Animals (as far as my vision permitted) could be perceived in it. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En alsoo ik verstaanGa naar voetnoot172) hebbe dat men dese voor verhaalde metinge voor mij onmogelijk stelt, ende dierhalven mijne calculatie ontrent de levende Dieren inde Hom van een kabbeljaauw niet aan genomen werd, soo heb ik voor genomen aan te wijsen hoe ik seer naGa naar voetnoot173) de groote van een Hom van een kabbeljaauw kan weten. Wij sien daaglijks dat alle Visschen, seer na soo swaarGa naar voetnoot174) sijn als het water is, want sooGa naar voetnoot175) sij ligter waren, sij souden (int water leggende) boven de superfitie van het water uijtsteken: en soo sij swaarder waren dan het water is, sij souden schielijk na de gront van het water sinken. Nu ist dat meest alle Visschen als die eerstGa naar voetnoot176) gedoot sijn, of stukken vande selve, langsaam na de gront van het water sinken, en bij gevolg dan, is het verschil der swaarheijt vande Vis, en wel voornamentlijk van Hom, en het water gans weijnig. Dit soo sijnde, soo weeg ik de Hom, soo als die uijt de kabbeljaauw genomen is, in een schaal, en ik bevinde die swaar te wegen, een ende een half pont, uijtGa naar voetnoot177) welk gewigt ik vast stelleGa naar voetnoot132) dat soo danigen Hom (seer na) 39 57/65 cubicq duijmen groot is, om redenen dat wij weten dat een cubicq voet versGa naar voetnoot178) water weegt 65. PontGa naar voetnoot179), soo danigen voet is in ons land verdeelt in twaelf duijmen, en bij gevolg dan is den inhout van een cubicq voet 1728. duijmen. Waar uijt dan volgen moet, dat 1½ pont swaarte Hom, of water 39 57/65. cubicq duijmen groot is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
And as it came to my notice that these aforesaid measurements were being considered impossible to me, and that, therefore, my calculation anent the living Animals in the Soft Roe of the cod was not being accepted, I decided to show the way in which I am able fairly accurately to know the size of a cod's Soft Roe. It is a matter of daily observation that all Fishes are approximately the same weightGa naar voetnoot68) as the water, for if they were lighter, they would (lying in the water) protrude above the surface of the water; and if they were heavier than the water, they would quickly sink to the bottom of the water. Now it is a fact that almost all Fishes, when they have only just been killed, or pieces of the same, sink slowly to the bottom of the water, and as a result, then, the difference between the weight of the Fish, and especially of the Soft Roe, and the water is quite small. This being so, I weigh the Soft Roe, just as it has been taken out of the cod, on the scales, and I find it to weigh one and a half pound, from which weight I conclude that the size of such a Soft Roe is (very close to) 39 s57/65 cubic inches; for this reason, that we know that a cubic foot of fresh water weighs 65 poundsGa naar voetnoot69); in our country such a foot is divided into twelve inches, and as a result, then, the content of a cubic foot is 1728. inches. From which it must follow that a Soft Roe, or water, weighing 1½ pound, will have a size of 39 57/65 cubic inches. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hier uijt blijkt nu dat wanneer ik de Hom van een Cabbeljaauw maar bijGa naar voetnoot181) gissing soo kleijn neem (daarGa naar voetnoot182) die drie en vier maal grooter bevonden werd) dat ik niet het meerder maar het minder getal voort brengeGa naar voetnoot183), en dit soo sijnde, soo soude ik met goet fondament konnen seggen, dat het getal vande levende Dieren, die uijt eenGa naar voetnoot184) Hom van een kabbeljaauw voort komen, niet tien maal soo veel, maar meer dan dertig maal meerder is, alsser Menschen op den Aadbodem (!) levenGa naar voetnoot185). Afbreekende blijveGa naar voetnoot186) na presentatie van mijn geringen dienst
Hoogh Edele Heeren.
Hare Hoogh Edelen alderonderdanigste Dienaar
Antoni van Leeuwenhoek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Now it is clear from this that, by taking the Soft Roe of a Cod to be so small, merely by guess-work (although it was found to be three or four times as large), I am not proposing the higher, but the lower figure; and this being so, I might say on good grounds that the number of living Animals that are produced by the Soft Roe of a cod, is not ten times, but more than thirty times larger, than that of Human Beings living on the face of the EarthGa naar voetnoot71). I will break off here, and remain, after presenting my modest services
Very Noble Sirs.
Your Honours' most humble Servant
Antoni van Leeuwenhoek. |
|