Plaat XXII
Table XXII
Afb. 38. Ontwikkeling van de tarwe-aar. A. bladprimordia en groeitop van een plant met twee volgroeide bladeren. l5. en l6. resp. 5e en 6e bladprimordium, g. groeitop. (± 30 ×); B. groeitop van een zware stengel van wintertarwe. l11. 11e bladprimordium, x. eerste begin van een bladprimordium, g. groeitop. (± 25 ×); C. de verlengde groeitop juist voor het zichtbaar worden van de primordia van de aartjes; m.a.w. zou men dit de jonge de aar kunnen noemen. l. bladprimordium, g. groeitop. (± 25 ×); D. het begin van de differentiatie van de aartjes als dubbele verhevenheden (‘double ridges’). x. bovenste van een dergelijk paar verhevenheden. (± 17 ×); E. vroeg stadium van de vorming van de aartjes. x. onderste van een ‘double ridge’, si. primordium van een aartje. (± 20 ×); F. stadium juist voor de vorming van de onderdelen waaruit het volwassen aartje bestaat. si. primordium van een aartje, t. primordium van een topaartje (± 20 ×); G. aanleg van de kelkkafjes. e. primordium van een kelkkafje, si. primordium van een aartje. (± 17 ×); H. aar met duidelijke aanleg van kelk- en kroonkafjes. e. kelkkafje, gl. kroonkafje, n. meristeem van meeldraden en vruchtbeginsel. (± 17 ×); I. eerste stadium van de aanleg van de meeldraden. an. meeldraadprimordia, x. primordium van een kelkkafje van het topaartje, t. aanleg van het topaartje. (± 17 ×) - Uit: Bonnet, Journ. agric. research. Dl 53. blz. 445-451. pl. 1. 1936 - Brief 109[64], blz. 378, 382.
Ill. 38. Development of the wheat spike. A. leaf primordia and shoot apex of a two-leaved plant. l5. and l6. respectively primordium of 5th and 6th leaf, g. shoot apex. (± 30 ×); B. apex of a large stem of winter wheat. l11. 11th leaf primordium, x. first stage of a leaf primordium, g. apex. (± 25 ×); C. elongated apex just before spikelet differentiation this might be called the young spike. l. leaf primordium, g. apex. (± 25 ×); D. beginning of the spikelet differentiation shown by double ridges. x. upper of a pair of ridges. (± 17 ×); E. early stage of spikelet formation. x. lower of a pair of ridges, si. spikelet primordium (± 20 ×); F. stage just before the differentiation of the spikelet parts. si. spikelet primordium, t. terminal spikelet primordium. (± 20 ×); G. differentiation of the glumes. e. glume primordium, si. spikelet primordium. (± 17 ×); H. spike showing well-differentiated glumes. e. glume, gl. lemma, n. meristem of anthers and pistil. (± 17 ×); I. first stage of anther differentiation. an. anther primordia, x. glume primordium of terminal spikelet. t. primordium of terminal spikelet. (± 17 ×) - From: Bonnet, Journ. agric. research. Vol. 53. p. 445-451. pl. 1. 1936 - Letter 109[64], p. 379, 383.