Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdPraagse schoolBeweging in de taal-, literatuur- en cultuurwetenschap die ook bekend staat onder de namen Praags structuralisme, Tsjechisch structuralisme of Praagse Linguïstische Kring. Men situeert haar in de periode tussen 1926 (oprichting) en 1948 (communistische staatsgreep). De beweging zette o.m. via een aantal geëmigeerde Russische onderzoekers een aantal ideeën van het Russisch formalisme voort en ze werd verder geïnspireerd door het werk van Husserl en Bühler, en door het structuralisme van De Saussure. Dit bleek een krachtige combinatie van invloeden te zijn. De belangrijkste vertegenwoordigers van deze school zijn R. Jakobson (linguïstiek en stilistiek), J. Mukařovský (esthetica), N. Trubetzkoy (fonologie) en F. Vodická (literaire evolutie). Tot de bredere kring van het Tsjechische structuralisme behoorde ook R. Wellek, die naar de VS emigreerde, waar hij met A. Warren het befaamde Theory of literature (1949) schreef. De Tsjechisch-structuralistische ideeën drongen pas enkele decennia na de Tweede Wereldoorlog definitief door in West-Europa. Met name het werk van Wellek heeft voor de theorievorming en literatuurgeschiedschrijving in het westen een grote rol gespeeld. Mukařovský introduceerde het belangrijke begrippenpaar artefact (het kunstwerk als materieel object) tegenover esthetisch object (het kunstwerk als mentaal gerealiseerde voorwerp van receptie). Hiermee introduceerden de Praagse structuralisten een van de basisprincipes van de receptie-esthetica en de semiotiek door aan de lezer en het receptieve proces een belangrijke rol toe te kennen. Kunst wordt bestudeerd als een semiotisch feit, waarbij de tekst functioneert als een complex teken in de bredere context van literaire en sociale systemen. Daarom kan men dan ook een kritische kanttekening plaatsen bij de gebruikelijke opvatting dat het Praags structuralisme bij de autonomiebewegingen behoort. De individuele tekst wordt gezien als een dynamisch gegeven, voortdurend in beweging en gebaseerd op het principe van de dialectische tegenstelling tussen een voorgrond van opposities en een achtergrond van identiteit. Deze idee van foregrounding, het systematisch op de voorgrond schuiven van de uitdrukking, sluit nauw aan bij de dialectiek van gewenning en vervreemding (vervreemdingseffect), eerder uitgewerkt door de Russische formalist Sjklovski. Deze ‘aandachtopeisende deviaties’ kunnen slechts structureel waargenomen worden, d.w.z. in een netwerk van relaties en opposities. De invloed van het structuralisme is hier duidelijk aanwezig. Anderzijds vormt de aandacht voor de mentale processen in de tekstreceptie een aanknopingspunt met de latere cognitieve literatuurwetenschap. Een gelijkaardige denkwijze wordt ook toegepast op het mechanisme van de literaire evolutie: elk werk wordt gelezen tegen de achtergrond van een bepaalde traditie, een geautomatiseerde canon-1, waar het al dan niet mee breekt. De esthetische waarde van een werk ligt dan in de spanning die ontstaat doordat het zich al dan niet conformeert aan de esthetische norm. De Praage School was m.a.w. niet op zoek naar absolute wezenskenmerken van literaire kunst: haar benadering was gericht op veranderlijke functies eerder dan op essenties. Die functionele benadering blijkt ook uit het bekende communicatiemodel van R. Jakobson. De esthetische functie bijv. kan in principe aan ieder object toegekend worden, waarbij de andere functies (bijv. utilitaire) van dat object afgezwakt worden, zoals bij de readymade (zie ook poëtische functie). Zoals gezegd hebben deze ideeën inspirerend gewerkt op de semiotiek, o.m. de Sovjetsemiotiek van J. Lotman en verder ook in semiotische studies op gebied van drama, film, enz. Zie ook receptieonderzoek en polysysteem(theorie). Vergeten we ook niet de belangrijke bijdrage van de Praagse structuralisten aan de taalkunde als zodanig (bijv. fonologische theorie). Lit: K. Chvatik, Tschechoslowakisches Strukturalismus. Theorie und Geschichte (1981) P. Steiner (red.), The Prague School. Selected writings, 1929-1946 (1982) P.V. Zima, ‘Tsjechoslowaaks structuralisme’ in R.T. Segers (red.), Vormen van literatuurwetenschap (1985), p. 35-60 N. Laan, Het belang van smaak. Twee eeuwen academische literatuurgeschiedenis (1997), p.151-209.
|