Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdnormEtym: Lat. norma = winkelhaak, maat voor rechte hoek, richtsnoer. Concept uit de sociale wetenschappen dat o.m. in de taalkunde (E. Coseriu, sociolinguïstiek, stilistiek) en de literatuurstudie van de laatste decennia met vrucht gehanteerd wordt. Een norm is een soort richtlijn die bepaalt welk ‘gedrag’ in bepaalde omstandigheden – die ook andere gedragingen toelaten – als passend geldt en welk niet. Zo hebben conventies en genrevoorschriften in de literatuur een normkarakter; men moet ze volgen om een ‘goed’ gedicht, toneelstuk, enz. te schrijven. Normen bestrijken aldus het ruime en graduele gebied van de intersubjectiviteit, dat ligt tussen enerzijds de totale subjectieve vrijheid en anderzijds de objectieve, tot wet geworden regels en restricties. Normen werken vaak onbewust doordat het individu ze tijdens het socialisatieproces heeft geïnterioriseerd. Daardoor kunnen normen hun eigen normativiteit gaan ontkennen. Het gewenste gedrag wordt dan als ‘natuurlijk’ of ‘evident’ ervaren en voorgesteld. Zo is, volgens tal van theoretici, ook de zgn. wetenschappelijke literatuurstudie, die vaak pretendeert objectief en niet-normatief te werk te gaan, uiteindelijk gebaseerd op specifieke ‘normatieve’ literatuuropvattingen. De werkzaamheid van een literaire norm kan men vooral afleiden uit het significant vaker voorkomen bij verschillende auteurs, critici, lezers van bepaalde schrijf- of leeswijzen (beweging, gemeenschappelijke literaire code). De prijzende resp. afkeurende evaluatie in de kritiek van conformerend resp. afwijkend gedrag is eveneens een indicatie van normering. Soms beschikken we over expliciete formuleringen van hoe het ‘moet’ of ‘niet mag’ (normatieve poëtica’s, manifesten, polemieken), al dekken dergelijke formuleringen niet noodzakelijk de norm zoals die in werkelijkheid functioneert. Ten slotte is ook de canon-1 bestudeerbaar in functie van literaire normen. Het literaire meesterwerk incarneert a.h.w. de normen die een genre, literatuur en cultuur domineren, zodat het ook als navolgenswaardig model kan gaan fungeren. Normen zijn relatieve en historisch bepaalde gegevens: ze zijn vaak met elkaar verbonden in hiërarchische structuren; verschillende normen kunnen met elkaar in concurrentie staan, met aarzelingen bij het individu als gevolg; normdoorbrekingen die navolging genieten, kunnen de norm doen verschuiven of een nieuwe doen ontstaan, enz. In een esthetiek van de oppositie zal getrouwe toepassing van de literaire norm snel gewenning veroorzaken en tot voorspelbaarheid en dus informatieverlies leiden. Door zekere deviaties van de eigen ‘norm’ van het individuele werk ten opzichte van de algemene lezersnorm (verwachtingshorizon) kunnen auteurs zulke verstarring (epigonisme, zie epigoon) voorkomen. Uiteraard wordt het normconcept vooral gethematiseerd in het kader van dynamische en historische literatuuropvattingen zoals het Praags structuralisme (J. Mukarovský, F. Vodická), de historische receptie-esthetica (H.R. Jauss), en meer recent de polysysteem(theorie). Ook in de descriptief georiënteerde takken van de vertaalwetenschap staat het normconcept centraal (reconstructie van vertalersnormen). Voor de manier waarop literair taalgebruik kan afwijken van de normen van de standaardtaal, zie dichterlijke vrijheid. Lit: D. Lewis, Convention (1969) D. Schram, Norm en normdoorbreking: empirisch onderzoek naar de receptie van literaire teksten (1985) Th. Hermans, ‘Translation norms and correct translations' in K.M. van Leuven & T. Naaijkens (red.), Translation studies: the state of the art (1991), p. 155-169.
|