Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdreadymadeEtym: Eng. klaar voor gebruik, kant en klaar. Term die afkomstig is uit de plastische kunsten ten tijde van de historische avant-garde en geïnitieerd werd door Marcel Duchamp (1915). Die hechtte grote waarde aan het toeval als stimulans voor de artistieke creatie (objet trouvé). Binnen de Nederlandstalige literatuur kreeg het genre vooral bekendheid met de auteurs rond de tijdschriften Barbarber, Gard Sivik en De Nieuwe Stijl, die Duchamp als ‘peetvader’ beschouwden. Kenmerkend voor de ideeën achter de readymade is de opvatting dat men kunst uit de verheven sfeer wilde halen naar de wereld van alledag met een tweeledig doel: Psychologisch (leren waarnemen) en literair (een nieuw type tekst). Door isolering van gevonden teksten streefde men naar een andere gewaarwording van de realiteit, bijv. door de spanning die ontstaat tussen fictie en werkelijkheid. Armando formuleerde zijn opvattingen in Gard Sivik als volgt: Niet de Realiteit be-moraliseren of interpreteren (ver-kunsten), maar intensiveren. Uitgangspunt: een konsekwent aanvaarden van de Realiteit. Interesse voor een meer autonoom optreden van de Realiteit, al op te merken in de journalistiek, tv-reportages en film. Werkmethode: isoleren, annexeren. Dus: authenticiteit. Niet van de makers, maar van de informatie. De kunstenaar, die geen kunstenaar meer is: een koel, zakelijk oog. “Poëzie’ als resultaat van een (persoonlijke) selektie uit de Realiteit. Voorbeelden van readymades vindt men o.a. bij K. Schippers in zijn bundel Een klok en profil (1965) en in Bermtoerisme (1968) van J. Bernlef. Folder- en reclameteksten (etiketliteratuur), flarden radiogesprekken en allerlei bestaande teksten dienden deze auteurs als materiaal. Zo gebruikt Armando in zijn ‘agrarische cyclus’ in De Nieuwe Stijl (1965) een technische handleiding annex reclamefolder als basis: de machine is uitgerust met 4 harkborden In dit soort teksten kan men allerlei traditionele stijlfiguren aantreffen, zoals anafoor-1, repetitio en parallellisme. De flarfpoëzie, het stiftgedicht en het oncreatief schrijven kunnen gelden als moderne vormen van de readymade. Lit: J. Bernlef & K. Schippers, Een cheque voor de tandarts (1967) W.R. Wendt, Ready-made: das Problem und der philosophische Begriff der ästhetischen Verhaltens, dargestellt an Marcel Duchamp (1970) V. Hage (red.), Literarische Collagen (1981) P.F. Schmitz, ‘Dada en het strijkijzer van Man Ray’ in Literatuur 4 (1987) 6, p. 336-342 Th. de Duve, Résonances du readymade: Duchamp entre avant-garde et tradition (1989) A. Séguy-Duclot, ‘Ún ready-made est-il une oeuvre d’art?’ in Poétique (1996), p. 3-22 F.M. Naumann, Marcel Duchamp: the art of making art in the age of mechanical reproduction (1999) P. Rooijackers, ‘Handen met een voorliefde\ voor een stille moord een stille: ‘Gard Sivik’ en de Vijftigers’ in Vooys 18 (2000) 2, p. 4-19 K.D. Beekman & G. de Vriend, ‘Het nieuw realisme van de jaren-zestig’ in G.J. van Bork & N. Laan (red.), Van romantiek tot postmodernisme (2010), p. 263-272.
|