Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen
(1993)–Taco H. de Beer, Eliza Laurillard– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 500]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Ja, Bauer! das ist ganz was Anders]Ja, Bauer! das ist ganz was Anders, (hgd.), ja, boer! dat is heel wat anders, versregel uit Ramler's fabel Der Junker und der Bauer, komt het eerst voor in een fabel van Michael Richeys; de boer vraagt den jonker, wat er gebeuren moet, nu zijn hond des jonkers koe gebeten heeft; de jonker beweert, dat de boer de koe moet betalen; nu de boer zegt, dat hij zich vergist heeft en dat des jonkers hond het misdrijf heeft gepleegd, nu is de jonker van meening, dat het geval heel anders staat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jaardicht]
Jaardicht of chronogram, een vers, dat een jaartal aangeeft wanneer men de kapitale letters, als Romeinsche cijfers beschouwd, optelt:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 501]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Julius Caesar, herwaarts overgebracht, en tot op den huidigen dag de jaarstijl onzes volks gebleven; 2o. Paaschstijl, uit Frankrijk naar ons land overgebracht, en wel sedert 1300 door Hof en Regeering officieel ingevoerd; dateering, volgens berekening des jaars aanvangend met Paschen; 3o. Kerststijl, dateering, volgens berekening des jaars aanvangend met Kerstmis (25 Dec.); deze stijl, soms gekenmerkt door bijvoeging achter de dateering der woorden ‘a nativitate’ (sedert de geboorte van Jezus), en zeer weinig voorkomend, werd in 1310 door de geestelijke overheid voor het Bisdom Utrecht voorgeschreven, maar vond geen bijval. - Daar de jaarsdagstijl, - in Lat. oorkonden nooit als ‘Die Anni’ (nl. novi), maar steeds als ‘Die Circumcisionis Domini’ of ‘a Circumcisione’ (sedert de Besnijdenis), welke op 1 Januari valt (zie Nieuwjaar), - altoos zoo geliefd was, wordt er wel bij de dagteekening in dien stijl, op de dagen tusschen 1 Januari en Paschen, gevoegd: stilo communi (volg. den algemeen gebruikelijken stijl), of ook nae tgemeen scriven; in onderscheiding van stilo curiae (hofstijl) nl. den Paaschstijl, of secundum cursum curiae (naar het beloop des Hofs, van Filips van Borgondië, ao. 1425) = na den belope van onsen Hove (hertog Albrecht van Beijeren). - Nog had men 4o. den Delftschen stijl (stilus Delphicus), die het jaar met Mariae Annunciatio (Maria Boodschap) 25 Maart, begon. Bij verandering van stijl, plaatste men styl. nov. of n. st. achter zijne dagteekening; bijv. Gouda, dat eertijds denkelijk den Paaschstijl volgde, volgde in 1574 den jaarsdagstijl (stilo communi), doch duidde dezen stijl 20 jaar vroeger als ‘nieuwe stijl’ aan. Koning Filips van Spanje beval bij plakkaat van 16 Juni 1575, dat het jaar in de Nederlanden daarna met 1 Januari zou aanvangen; een bevel, dat, niet algemeen opgevolgd wordend, met strafbedreiging verscherpt werd, bij ordonnantie der Staten van Holland d.d. 1 April 1580. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jacht (De wilde -]Jacht (De wilde -, of het woedende heir, in Duitschland Wütendes Heer genoemd, is in het Duitsche volksgeloof eene menigte van booze geesten, die des nachts als een donkere onweerswolk door de lucht zweven en een vreeselijk geraas veroorzaken, het meest gelijkende op dat, hetwelk met een talrijken jachtstoet gepaard gaat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jachthaven]Jachthaven, de naam van de ligplaats der boeiers, jacht- en andere pleiziervaartuigen, welke aan eene zeilvereeniging behooren. De jachthaven bestond uit een lange rij schuitenhuizen voor de scheepjes waarboven de lokaaltjes voor de eigenaren en hun gezelschap. In later tijd was er soms ook een hoofdgebouw voor de bijeenkomsten der leden van de zeilvereeniging, welke de liefhebbers onder elkander hadden. Oorspronkelijk was de jachthaven tegelijk de vereeniging die op nationale feestdagen (Koning's verjaardag, slag van Waterloo, enz.) wimpelpartijen en ‘admiraalzeilen’ organiseerde. Later kwamen de vereenigingen, zooals de Amstel en De Hoop, die een deel der haven als zetel bezigden. Amsterdam had er twee: De Amstel-jachthaven (onder de Hooge sluis) en de Y-jachthaven (nabij het Buiksloterveer, aan de N. Stadsherberg). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 502]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jack the Giant-killer]Jack the Giant-killer, (eng.), een oud sprookje Jack de Reuzendooder. Zijn geluk lag in vier dingen: een onzichtbaar overkleed, de muts der wijsheid, laarzen van groote snelheid en een overwinnend zwaard. Sommigen meenen, dat het sprookje gegrond is op een verhaal uit de Scandinavische mythologie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jacobakannetjes]Jacobakannetjes, ruwe, lichtgrijze, een weinig verglaasde nauwe en hooge kannetjes, dagteekenend uit de 15e eeuw, en waarin de fijnere Fransche wijn werd aangevoerd.. Men vindt ze op verschillende plaatsen in den grond, in vesting- en slotgrachten. De naam steunt op het sprookje, dat gravin Jacoba ze op het slot Teilingen maakte, er uit dronk en ze dan over het hoofd in de gracht wierp. Ook aan later vervaardigde koffiekannen van bruin verglaasd aardewerk wordt nog die naam gegeven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jacobieten]Jacobieten, staatkundige aanhangers van Jacobus II, die in 1689 van den troon werd gestooten, alsmede van diens (vermeenden) zoon Jacobus III en kleinzoon, den pretendent Karel Eduard en thans nog van prinses Maria Theresia d'Este, echtgenoot van prins Ludwig von Beieren, in wie zij hun wettige vorstin zien, daar zij rechtstreeks van Karel I afstamt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jacobieten]Jacobieten, belijders van ééne natuur in Christus. Geheeten naar Jacobus Baradaeus, die in 't midden der 6e eeuw als prediker opgetreden, aan de partij der Monophysieten (z.a.) nieuwe kracht schonk. Naar zijne armelijke op een paardedeken gelijkende kleeding werd hij Baradaeus genoemd. Hun kerktaal is Syrisch. Men treft hen in Syrië en Palestina aan. Zie bij Patriarch. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 503]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leden der Generale Staten vereenigden. In 1789 te Versailles opgericht, maar in '94 na den aanval op hen door de Jeunesse dorée (9 Nov.) op bevel van de Wetgevende Vergadering ontbonden. Jacobijnen, naar het Jacobijnenklooster te Parijs in een van welks zalen zij vergaderden, hoewel de club zichzelve Societé des amis de la Constitution, club van de vrienden der Grondwet, noemde. Vandaar, de Jacobijnenmuts dragen = radicaal zijn. - Zie ook Dominicanen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jacobsladder]Jacobsladder, de ladder, door Jacob gezien in zijn droom, Gen. XXVIII:12. Wegens het gelijktijdig opklimmen en nederdalen wordt die naam gegeven aan dubbele ladders, ook aan een baggermachine. Eveneens aan de touwenladder, waarlangs de matroos in het kraaiennest klimt; en aan de machine bestemd om vruchten, steenen, klonten enz. van verschillende grootte te sorteeren, door middel van bakken met bodems, waarin gaten van verschillende grootte, zoodat eenige er door vallen en andere (de grootere) niet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jacobsschelpen (St. -]Jacobsschelpen (St. -, schelpen eener oestersoort, die vooral aan de Spaansche kust voorkomt. De bovenschelp is waaiervormig en geribd. De naam is hieruit te verklaren, dat veelal de bedevaartgangers, die terugkwamen van San Jago de Compostella zulke schelpen droegen op hun kleed of op hun hoed. De pelgrims plachten ook uit zulke schelpen te drinken. Ze werden, om den vorm, ook St. Jacobsmantels genoemd. In de heraldiek heeten de grootere schelpen St. Jacobs- en de kleinere zonder ooren St. Michielsschelpen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jacobsstaf]Jacobsstaf, wandelstok, dien men jaren lang gebruikte, naar den aartsvader Jacob, die met zijn staf over den Jordaan ging en er jaren later mede terugkwam, Gen. XXXII:10. - In de astronomie de drie sterren in Orion, die in een rechte lijn, evenals een staf, bij elkaar staan. - De Engelsche zeelui duiden hun meetstok (stok met graden) door Jacobs staff, fr. bâton de Jacob, aan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jacquerie]Jacquerie, boerenopstand in Frankrijk in 't midden der 14e eeuw. De adel onderdrukte de boeren, die zij spottend Jacques bonhomme = Joris Goedbloed noemden; thans in 't algemeen volksopstand waarbij willekeur den schepter zwaait en dien men door bloedvergieten tracht te onderdrukken. Vandaar ook elke gewelddadige poging, om zich op eenig gebied van dwang te bevrijden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 504]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ulrich von Hütten), woorden van Caesar, toen hij den Rubicon overtrok. Eene wet gebood elken Romeinschen veldheer, die van het noorden kwam, zijne troepen af te danken, vóórdat hij deze rivier overging; Caesars stap sloot dus eene oorlogsverklaring aan den Romeinschen Senaat in zich. Suetonius, Vita Caesaris 32. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jaggernaut]Jaggernaut, bij de Indiërs Dschaggarnatto = heer der wereld. Op het jaarlijksch feest hem ter eere, lieten dwepers zich onder zijn wagen te pletter rijden, om hem te verzoenen of gunstig te stemmen. Te Brooklyn (N.-Amerika) noemt men de Trolley-trams, waaraan men een bijzonderen hekel heeft, de kar van Jaggernaut. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 505]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jan, Jannetje en hun jongste kind]Jan, Jannetje en hun jongste kind, de titel van een geestig stuk door Potgieter in 1841 geschreven en waarin de verschillende karaktertrekken van ons volk worden tentoongesteld, geprezen en gelaakt, als deze alle worden gepersonifieerd in kinderen, die bij hunne ouders te gast zijn om den oudejaarsavond te vieren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 506]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naam is door Dr. Heye het eerst gebruikt in zijne Volksliederen, als ‘Jan Courage kiest het want’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jan de Rijmer]Jan de Rijmer, Amsterdamsch poëet uit de eerste helft onzer eeuw; naam door Potgieter gebruikt, om de dichters te kenschetsen, die altijd en over alles versjes maakten en daarmede dichtlooveren, oude en nieuwe bloemen, letterkransjes en almanakken vulden; pseudoniem van J.J.A. Goeverneur. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jan Hagel]Jan Hagel =
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jan Klaassen]Jan Klaassen, de hoofdacteur uit de Amsterdamsche poppenkast. Hij werd geboren in 1664, werd trompetter bij de ruiterij van Prins Willem III, en na zijn ontslag trekwerker in eene weverij; trouwde met Catharina Pietersz., een bijdehand wijf, en woonde op het Fransche pad. Om zijne verdiensten te vermeerderen, verliet hij de weverij, en haalde langs Amstels straten de duiten op met eene poppenkast, waarin hij en zijne vrouw Katrijn de hoofdrollen vervulden. Zijn huwelijk was ongelukkig, zijn wijf dronk, hij verliet haar en leefde toen met een ander, waarop de kerkeraad hem onder censuur stelde. Hij schijnt een vroolijke, grappige kerel te zijn geweest, die zich met een kwinkslag door de wederwaardigheden des levens wist heen te slaan. Bij zijn gebocheld en roodneuzig evenbeeld in de poppenkast ontbreekt het tenminste niet aan snaaksche geest en kluchtige zetten, die binnen het bereik van 't straatpubliek vallen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jan Klaassen]
Jan Klaassen, de fijne huichelaar en vrome deugniet uit Asselijn's kluchtspel Jan Claeszoon of de gewaande Dienstmaagd, 1683. - Hij komt nog voor op een oude kinderprent met het onderschrift:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 507]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heeft meegemaakt. Elk couplet eindigt met het refrein:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jan Potazie]Jan Potazie, (Jan Soep), fr. Jean Potage. Hij was een potsenmaker, goochelaar, waarzegger, buikspreker, kwakzalver, koorddanser, en vertoonde de tooverlantaarn en de rarekiek. Sprw.: ‘Hij speelt er mee als Jan Potazie met zijn muts’; doelend op iemand, die zich van een voorwerp, eene stelling, een tekst bedient op allerlei wijzen, zooals 't hem te pas komt. Het karakter is aan de Italiaansche commedia dell' arte ontleend. Zie Jack Pudding. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jan Salie]Jan Salie, de algemeene naam van menschen, die alle energie en lust missen om iets goeds tot stand te brengen of iets kwaads te keeren. De ‘Jan-Saliegeest’ doemt een volk ten ondergang. De naam is ontleend aan den flauwzoeten smaak van saliemelk. In 1623 schreef Willem Dz. Hooft ‘de Klucht van Jan Saly’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jan-zonder-Land]Jan-zonder-Land, koning van Engeland (ao 1199-1216), broeder van Richard I Leeuwenhart, in Frankrijk spottend Jean-sans-terre geheeten, omdat hij de bezittingen der Engelsche kroon in Frankrijk, verloren had en zijn eigen land aan den Paus had afgestaan, om het als leen terug te ontvangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 508]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Janiculus]Janiculus, (lat.), nl. collis (heuvel), een der zeven heuvels van Rome, naar Janus (z.a.) genoemd, door Rome's 4en koning Ancus Marcius door middel van een op palen rustende brug (pons sublicius) met de stad verbonden, dewijl hij aan den rechteroever van den Tiber ligt. Op dien heuvel richtte men in 1895 een standbeeld voor Garibaldi op. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Janitsaren]Janitsaren, (turksch), (eigenl.: Jenitscheri = nieuw krijgsvolk), Turksche legermacht, in 1329 met bijzondere voorvechters opgericht, oorspronkelijk samengesteld uit Christenen, die gedwongen werden Mohammedanen te worden. In 1826 werd die legermacht, die door hare voorvechters alles wilde beheerschen, met geweld ontbonden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jansdauw (Sint -]Jansdauw (Sint -, oudtijds en soms nog, als een goed middel tegen huidziekten beschouwd. Daarom ging 't gemeen op Sint-Jansmorgen (24 Juni) vroeg naar buiten, ontkleedde zich en rolde zich om en om in het natte gras. Anderen spreidden linnen doeken op het gras uit, wrongen den dauw daaruit en wieschen zich met dezen. Ook sloegen ze wel de doeken door het natte gras, om ze daarna uit te wringen. Vandaar dauwslaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jansenisten]Jansenisten, zoo genoemd naar Cornelius Jansenius, die bisschop van Yperen is geweest, in de 17e eeuw. Het door hem nagelaten boek Augustinus werd door Urbanus VIII en Innocentius X veroordeeld. Velen zijner geestverwanten sloten hier te lande zich aan bij de Oud-Bisschoppelijke clerezy wier leden echter volstrekt niet op den hun vaak gegeven naam Jansenisten gesteld zijn, maar zich noemen Oud-Roomschen (z.a.). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jans-evel (Sint]Jans-evel (Sint - of Sint-Jans-euvel, Sint-Jansdans, Sint-Veitsdans, Sint-Vitusdans of Viedel-(Vietel-)dans, eene soort zenuwziekte, die zich openbaart door stuiptrekkingen. Eene sage brengt den oorsprong dier ziekte tot de dagen van Willebrord, toen een zekere Veit, die te Echternach opgehangen zou worden, met een tooverviool beul, rechters, schildwachten en kijkers tot een woedenden dans bewoog, waarop hij zelf al dansend ontvluchtte. Willebrord verloste de dansers van hunne danswoede. Toen in de 14e eeuw de ziekte zich weer openbaarde, hield men daarvoor de springende processie naar Echternach, naar het graf van St. Willebrord. Deze processie bestond echter reeds veel vroeger en was oorspronkelijk eene uiting van geestelijke vreugde en dankbaarheid. Zij bestaat nog op den 2en Pinksterdag. Zie Dans (Vitus-). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 509]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jantje huilt en Jantje lacht]Jantje huilt en Jantje lacht, iemand, die bij afwisseling huilt en lacht, een gevolg van overspanning der zenuwen; - ook een kinderspeeltuig, een bal, waarvan de eene helft een lachende, de andere eene huilende tronie voorstelt, en die door knijping een piepend of grinnikend geluid maakt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jantje van Leiden (Het loopt met een - af]Jantje van Leiden (Het loopt met een - af, d.i. het loopt onbeduidend af, het draait op niets uit. Jan van Leiden of Jan Beukelsz. was het hoofd der Wederdoopers en koning van Sion te Munster in 1534. Toen de Bisschop de stad hernam, werd J.v.L., die als een Oostersch vorst in weelde en wellust geleefd had, op de smadelijkste wijze ter dood gebracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Januari]Januari, eerste maand des jaars, naar Janus (z.a.), wiens tempel, eigenlijk een gewelfde doorgang op het Forum, in tijd van oorlog geopend en in tijd van vrede gesloten was; daar hij in het verleden en in de toekomst kon zien, werd Janus voorgesteld met twee aangezichten (Janus bifrons), waarvan het een naar voren, het andere naar achteren gekeerd was. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Janus]Janus, oorspronkelijk waarschijnlijk een zonnegod, door de Romeinen vereerd als een god, die bij het betreden eener plaats, bij het begin eener handeling zegenend werkte en daardoor op alle mogelijke verrichtingen en omstandigheden den grootsten invloed had. Daarom was hem de eerste dag van iedere maand gewijd. Zie Januari. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 510]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jardin joueux]Jardin joueux, (fr.), vroolijke tuin (in het Vlaamsch de plaisante hof). In België voor lokalen gebruikt, waar onstuimige vergaderingen worden gehouden. Naar een estaminet van dien naam te Brussel, waar, in de tweede helft dezer eeuw zeer rumoerige samenkomsten van kiezers plaats vonden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jaren der Bataafsche vrijheid.]Jaren der Bataafsche vrijheid. Na de Fransche Omwenteling 5 Oct. 1793, rekende men in Frankrijk en in de landen aan de Fransche heerschappij onderworpen, dat het jaar op het tijdstip der herfstnacht-evening van 1792 was aangevangen. En zoo sprak men dan ten onzent van het 1e, 2e, 3e jaar enz. der Bat. Vrijheid, totdat 1 Jan. 1806 in Frankrijk weder de Gregoriaansche jaartelling werd aangenomen, welke sedert paus Gregorius XIII 4/15 Oct. 1582 geldig was geweest. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Javan]Javan, 1) de vierde zoon van Japhet (Gen. X:2); 2) Jonië (op de westkust van Klein-Azië), meest door Jonische Grieken bewoond, Dan. VIII:21, XI:2; Zach. IX:13. Javan = Griekenland, Joël III:6. Jevanîm = Grieken; 3) eene overigens onbekende plaats in Gelukkig Arabië, Ezech. XXVII:19; syr. javon, jauno = Griekenland; arab. joenanijjo = Griek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 511]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weer opgekomen in den Burgerkrijg (1861-65); van jayhawk = hawk (havik), die den jay (eikelraaf) vervolgt. Weder tot rust gekomen, behielden de bewoners van Kansas dien naam als spotnaam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'ai failli attendre]J'ai failli attendre, (fr.), daar had ik bijna moeten wachten, zou Lodewijk XIV gezegd hebben; maar Dangeau verhaalt, dat een ambassadeur den Koning op 17 Juli 1690 een vol uur liet wachten, zonder dat deze ontevredenheid toonde; Racine zegt, dat Lodewijk XIV eens een portier verontschuldigde, dien men beknorde, omdat hij den Koning had laten wachten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'ai fait la guerre aux rois, je l'aurais faite aux dieux]J'ai fait la guerre aux rois, je l'aurais faite aux dieux, (fr.), ik heb koningen den oorlog aangedaan, ik zou 't ook den goden hebben gedaan; versregels uit l'Alcyonée van Du Ryer, en als devies aangenomen door M. de la Rochefoucauld, toen zijne eerste liefde voor Mevrouw de Longueville hem tot de partij der Frondeurs had doen overgaan, en later door hem geparodieerd, toen de oorlog en zijne liefde hadden opgehouden te bestaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'ai mon plan]J'ai mon plan, (fr.), mijn plan is gemaakt; zoogenaamd gezegde van generaal Trochu (1815-96), den verdediger van Parijs in den Fransch-Duitschen oorlog, voorzitter der Regee ring van de nationale verdediging; in die betrekking scherp aangevallen, verklaarde hij, naar het zeggen zijner partijgangers, een plan tot verdediging van Parijs te hebben, dat men hem belette toe te passen; het werd bij een notaris in bewaring gegeven en mocht eerst na zijn dood bekend worden gemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'ai voulu voir, j'ai vu]J'ai voulu voir, j'ai vu, (fr.), ik heb willen zien, ik heb gezien. Woorden van Athalie in het treurspel van Racine van dien naam, II, 7, tot Josabeth, nadat zij ontdekt heeft dat er nog een nakomeling van David leeft. Die woorden worden gemeenlijk gebruikt om aan te duiden, dat men de zekerheid van iets heeft erlangd, waaraan men twijfelde, en tegelijk als eene bedreiging, waaraan hartstocht niet geheel vreemd is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'ai vu ces maux et je n'ai pas vingt ans]J'ai vu ces maux et je n'ai pas vingt ans, (fr.), ik heb al deze rampen gezien, niettegenstaande ik nog niet eens twintig jaar oud ben; versregel uit een satiriek versje van Antoine Louis Le Brun (1680-1743), ter bespotting der regeering van Lodewijk XIV, en bij diens dood in 1715 verschenen; de titel was J'ai vu. Voltaire werd beschuldigd er de auteur van te zijn en daarvoor den 17 Mei 1717 in de Bastille opgesloten. Eerst veel later kwam uit, wie de ware schrijver was. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'ai vu partout dans mes voyages]J'ai vu partout dans mes voyages, (fr.), ik heb overal op mijne reizen gezien; versregel uit een couplet van de vaudeville Le jaloux malgré lui van E.B.J. Delrieu, 3 April 1793 voor het eerst opgevoerd in het Théatre Français te Parijs; hij heeft nl. gezien dat ‘grosse Gelehrte meist Narren sind,’ zooals de vader van Hiëronymus Jobs zegt, ‘dat groote geleerdheid tot razernij brengt,’ gelijk Festus van Paulus getuigt, Hand. XXVI:24, of: Que des philosophes comme vous,
... pour avoir fait trop les sages,
Etaient enfin devenus fous.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'aime à revoir ma Normandie,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 512]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rolet was een procureur te Parijs, bekend door zijn gierigheid en oneerlijkheid. De regel komt voor bij Boileau, Satires I, 52. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'assassine moi-même]J'assassine moi-même, (fr.), ik vermoord zelf. Deze geestige woorden zouden omstreeks 1889, door den toenmaligen minister van binnenlandsche zaken, Constans, zijn gebezigd, toen sommige lieden hem kwamen aanbieden de Regeering van den befaamden generaal Boulanger (1837-91) te verlossen. Hij bedoelde daarmede, dat hij mans genoeg was, om zich den generaal van den hals te schuiven. En het vervolg heeft geleerd, dat de minister niet had gesnoefd, met dat te antwoorden. Men weet toch, dat het den generaal ten laatste te Parijs zoo warm werd, dat hij (1 April 1889), heimelijk naar Brussel uitweek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'aurais mieux fait, je crois, d'épouser Célimène]J'aurais mieux fait, je crois, d'épouser Célimène, (fr.) ik geloof, dat ik toch beter had gedaan met Celimène, te trouwen. Destouches, l'Irrésolu, de spreker heeft lang geaarzeld, wie van de twee te trouwen en verbeeldt zich, dat hij nu toch nog de verkeerde getrouwd heeft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'avais quelque chose là (Hélas, je n'ai rien fait pour la postérité; et pourtant -]J'avais quelque chose là (Hélas, je n'ai rien fait pour la postérité; et pourtant -, (fr.), Helaas, ik heb niets voor de nakomelingschap gedaan; en toch, ik bezat iets dáár; woorden van André Chénier op den weg naar het schavot, terwijl hij zich voor het voorhoofd sloeg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'embrasse mon rival, mais c'est pour l'étouffer]J'embrasse mon rival, mais c'est pour l'étouffer, (fr.), ik druk mijn vijand aan 't hart, maar slechts om hem te doen stikken. Racine, Brittannicus IV, 3, woorden van Nero tot Burrhus zijn gouverneur, om zijne verzoening met Brittannicus, zijn stiefbroeder, te kenschetsen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[J'y suis et j'y reste]J'y suis et j'y reste, (fr.), hier ben ik en hier blijf ik. Een der talrijke, tamelijk alledaagsche, door de Franschen in Zondagskleêren gehulde gezegden. Tot in 1874 heette het, dat maarschalk Mac-Mahon, den dag vóor de inneming van den Malakoff-toren (8 Sept. 1855), tot generaal Niel had gezegd: ‘Ik zal er binnentrekken, en wees overtuigd dat ik er niet levend weder uittrek’. (Gabourd, Larousse, enz.). Toen echter de Wetgevende Kamer den 18en Maart 1874, naar aanleiding eener interpellatie van Gambetta over den duur van het 7jarig presidentschap van den maarschalk beraadslaagde, zeide de heer Cazenove de Pradine dat, mocht de terugkeer van een koning in aller oog noodzakelijk zijn, Mac-Mahon zeker niet, zooals te Malakoff, zou uitroepen: ‘J'y suis, j'y reste’. Van toen af eerst werd dat de geijkte uitdrukking. Zij kan bovendien onmogelijk, in welken vorm ook, den 9en Sept. zijn gebezigd, zooals sommige geschiedschrijvers meenen. Immers, de aanval op den Malakofftoren had den 8en plaats en 's anderdaags vroeg bleek (Rapport van generaal Pélissier), dat de Russen gedurende den nacht waren gevlucht. Dien dag zouden de aangehaalde gevleugelde woorden geenerlei beteekenis meer hebben gehad. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je crains Dieu, cher Abner, et n'ai pas d'autre crainte]Je crains Dieu, cher Abner, et n'ai pas d'autre crainte, (fr.), ik vrees God, waarde Abner, en ken geen andere vrees. Racine, Athalie I, 1. Antwoord van den Hoogepriester aan Abner, die hem de vreeselijke plannen der Koningin komt mededeelen. Vgl. vorst Bismarck's woorden in den Duitschen Rijksdag op den 6 Februari 1888: ‘Wir Deutschen fürchten Gott, sonst nichts auf dieser Welt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je crois valoir au moins des rois que j'ai vaincus]Je crois valoir au moins des rois que j'ai vaincus, (fr.), ik meen ten minste evenveel waard te zijn als koningen, die ik overwonnen heb, woorden van Alcméon in Voltaire's Eryphile I, 2; in Mérope komt dezelfde regel voor, daar zegt Polyphonte: Je crois valoir au moins les rois que j'ai vaincus. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 513]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de (schoone) sekse in 't groot (allen tezamen), ik aanbid ze in 't klein (elk afzonderlijk). Gezegde van Voltaire. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je jure de soutenir, de défendre nos institutions et au besoin de les combattre]Je jure de soutenir, de défendre nos institutions et au besoin de les combattre, (fr.), ik zweer onze instellingen te steunen, te verdedigen en desnoods te bestrijden; Grandeur et décadence, Joseph Prudhomme, comedie van H. Monnier en G. Vaes (Odéon, 23 November 1852) II, 13. Joseph Prudhomme is de type van den kleinen burger, die bij voorkeur woorden en beelden bezigt waarvan hij de beteekenis niet begrijpt. De aangehaalde woorden komen voor in eene toespraak, die hij tot eenige kunstenaars richt, als zij hem een eeresabel komen aanbieden. Bij diezelfde gelegenheid bezigt Prudhomme de dikwerf aangehaalde woorden: Ce sabre est le plus beau jour de ma vie, deze sabel is de schoonste dag mijns levens. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je l'ai vu dis-je, vu, de mes propres yeux vu,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je maintiendrai]Je maintiendrai, (fr.), ik zal handhaven, het devies onder het Nederlandsche wapen, volgens Kon. Besl. van 24 Augustus 1815, Art. 8. Dit devies is afkomstig van de Prinsen van Oranje uit het huis van Châlons. Toen Filibert van Chàlons, prins van Oranje, in 1530 kinderloos stierf, had hij den zoon zijner zuster, Reinier van Nassau-Breda, tot erfgenaam benoemd, onder beding dat deze naam en wapen van Châlons moest aannemen. Deze René de Nassau-Châlons voerde daarom het devies: ‘Je maintiendray Châlons.’ Hij sneuvelde in 1544 zonder wettige afstammelingen, maar had tot erfgenaam benoemd zijn neef, Willem van Nassau-Dillenburg, den beroemden Willem den Zwijger. Deze nam titels en wapen van Oranje aan en voerde tot devies: ‘Je maintiendray Nassau.’ Door zijne opvolgers werd Nassau weggelaten. Volgens het Kon. Besl. is niets bepaald omtrent vorm en kleuren van het devies. Men zet het gewoonlijk op een lint, dat rood kan zijn met gouden letters (volgens Châlons), blauw met gouden letters (volgens Nassau), of, zoo men wil, oranje met blauwe letters. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je n'ai fait que passer, il n'était déjà plus]Je n'ai fait que passer, il n'était déjà plus, (fr.), ik ben slechts voorbijgegaan, hij was al niet meer; versregel uit Racine, Esther III, 9, waar eene Israelitische vrouw dit zingt, met betrekking tot Haman, die zoo pas ter dood veroordeeld is; het gezegde veelal op iemands plotselinge verdwijning toegepast, is ontleend aan een denkbeeld der Schrift: Transivi, et ecce non erat. (Vgl. Ps. XXXVII:10; Spr. XXIV:30, 31). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je n'ai mérité
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 514]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je n'étais sorti de la légalité que pour rentrer dans le droit]Je n'étais sorti de la légalité que pour rentrer dans le droit, (fr.), ik verliet alleen den weg der wet, om dien van het recht te betreden. Woorden van den prins-president Lodewijk Napoleon later keizer Napoleon III (1808-73), in zijne redevoering, toen de commission consultative hem den 31 Dec. 1851, na den staatsgreep, den uitslag van het plebisciet kwam overbrengen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je prends mon bien où je le trouve]Je prends mon bien où je le trouve, (fr.), ik neem mijn goed waar ik het vind; Molière, Fourberies de Scapin; aangehaald om op letterdieverij te wijzen. Molière heeft inderdaad, evenals honderd andere groote mannen, de ruwe stof gevonden en die geniaal bewerkt; hij neemt zijn goed, d.i. wat hem geschikt voorkomt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je reprends mon bien partout où je le trouve]Je reprends mon bien partout où je le trouve, ik neem mijn goed terug, waar ik het ook vind; een woord van Molière, dien men verweet, dat hij twee tooneelen en de uitdrukking ‘Que diable allait il faire dans cette galère’, Les Fourberies de Scapin II, 9, ontleend had aan Cyrano de Bergerac, maar die er op wees, hoe Cyrano zich behendig bij de leerlingen van Gassendi voegde, waartoe Molière en Chapelle ook behoorden, en dan menige gedachte opving, die hij later gebruikte. Molière heeft trouwens met Cyrano eveneens gehandeld. (Grimarest, Vie de Molière). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je souffre comme un damné]Je souffre comme un damné, (fr.), ik lijd als een verdoemde; woorden, die door Talleyrand op zijn sterfbed zouden gesproken zijn tot koning Louis Philippe, waarop deze zou hebben gezegd Déjà? (nu reeds?) Het gezegde is echter veel ouder: het dagteekent van 1778 en werd door Lebrun berijmd; - de geneesheer Bouvard bezocht *** (abbé Terray wellicht), die zich dat woord zou hebben laten ontvallen; Bouvard zal het ‘Déjà?’ misschien gedacht hebben, maar dit eerst bij 't navertellen hebben uitgesproken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je suis oiseau, voyez mes ailes!
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 515]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
au pot, (fr.), ik wil dat elke boer des Zondags zijn hoen in den pot heeft, woorden, die Hendrik IV van Frankrijk eens in gewijzigden vorm tot den Hertog van Savoye zou gesproken hebben; geen schrijver heeft echter totdusver de echtheid van dit gezegde met eenig bewijs kunnen staven; hoewel het met het karakter van den vorst overeenstemt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Je voudrais qu'à cet âge
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jean Crapaud]Jean Crapaud, bijnaam voor de Franschen naar het Amerikaansch. De Engelschen noemen de Franschen Jack Frog (Jan Kikker) omdat in Frankrijk veel kikkers gegeten worden. Zie Nic Frog. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jean Hiroux.]Jean Hiroux. De type van den verdierlijkten, onbeschaamden moordenaar. De eerste grondslag van dat denkbeeldig individu werd in een nooit opgevoerd, doch in de werken van den tooneelschrijver Vanderburch te vinden stukje gelegd en later door anderen, met name Henri Monnier (1799-1877) vermeerderd en nader uitgewerkt. Dat ging des te gemakkelijker, daar Monnier zijn arbeid niet deed drukken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jede Schuld rächt sich auf Erden]Jede Schuld rächt sich auf Erden, (hgd.), zie Denn alle Schuld enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jedem ein Ei,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 516]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waarden afhangen, onder welke elke Regeering hen heeft geplaatst. Zij werden door hem in de Weener Neue Freie Presse (31 Maart 1875) gebezigd en worden dan ook ten onrechte aan den Hongaarschen minister-president Andrassy (geb. 1823) toegeschreven, hoewel hij die in eene zijner redevoeringen bezigde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jehova(h)]Jehova(h), naam van het Opperwezen onder het oude Israël, bestaande uit de medeklinkers van Jahveh en de klinkers van Adonai = Heer; want reeds in de twee laatste eeuwen v. Chr. durfden de Joden, uit eerbied den naam ‘Jahveh’ niet uitspreken, en zeiden daarvoor ‘Adonai’. Die nauwgezetheid bestaat nóg onder de Joden; want Jahveh beschouwen zij als den hoogsten naam van God, die voor hen onuitsprekelijk moet blijven. Met het oog op Exod. III:14 is de beteekenis van dien naam: Hij, die is, d.i. de Onveranderlijke, Eeuwige (vgl. Mal. III:6, Hos. XII:6), van het werkw. hawa of haja = zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jericho (Hij bewandelt de paden van -]Jericho (Hij bewandelt de paden van -, hij verslijt zijn tijd met iets (of iemand) uit te vorschen, dat (of dien) hij niet vinden kan. Ontleend aan 2 Kon. II, waar verhaald wordt, dat 50 man drie dagen achtereen langs verschillende wegen (paden) zich in den omtrek van Jericho her- en derwaarts verstrooiden, om Elia te zoeken, natuurlijk zonder hem te vinden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 517]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(omdat de profeet in een onweder weggenomen was, zie 2 Kon. II:1, 11). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jeromonachos]Jeromonachos, hoogere kloostergeestelijke, hoofd (kapitein) der Grieksche monniken of leekebroeders, allen bevaren zeelieden, meest uit Klein-Rusland afkomstig, bemanning uit het beroemde konvent op den berg Athos, der brik ‘De Profeet Elia,’ die Juli 1895 in de haven van Odessa lag, en in verschillende havens voor het klooster levensmiddelen opdeed. Zij hadden eene kerk aan boord, en verrichtten in hunne pij al het scheepswerk. Uit nieuw-gr. jeros = oud-gr. hiëros (heilig) en monachos (monnik). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jeruzalemsheeren]Jeruzalemsheeren of ‘de ridderlijke broederschap van den Heiligen Lande’, een aanzienlijk geestelijk of kerkelijk gild, saamgesteld uit deftige burgers, die eene bedevaart naar Jeruzalem en het Heilige Graf gedaan hadden en in de kerk der Opstanding, met het zwaard van Godfried van Bouillon († 1000) tot ridders der Orde van 't Heilig Graf geslagen waren. Zij hadden het recht de Jeruzalemsveer te dragen, en werden door ieder met eerbied aangezien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jesters do oit prove prophets]Jesters do oit prove prophets, (eng.), spotvogels blijken dikwijls propheten te zijn. Shakespeare, Koning Lear V, 3; dit antwoordt Regan aan Goneril, als deze schertsend zegt, dat Regan niet beter kon doen dan Albany te huwen; wat zij dan ook dadelijk tot Albany als haar volstrekten wil uitspreekt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jesu, meine Zuversicht.]Jesu, meine Zuversicht. Aanvang van het lied, dat in de Evangelische kerken van geheel Duitschland wordt gezongen, en gedicht is door prinses Louise van Oranje, dochter van prins Frederik Hendrik, gemalin van den grooten Keurvorst, Frederik Wilhelm van Brandenburg, Het 39ste der | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 518]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Evangelische Gezangen bij de Protestantsche Kerken in Nederland in gebruik, stemt in wijze en bewoordingen er geheel mede overeen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jesuaten]Jesuaten, (r.-kath.), vereeniging gesticht door Colombini, burgemeester van Siena. De leden, allen leeken, verplichtten zich tot vrijwillige armoede, bedelden hun voedsel en wijdden zich aan liefdewerken. Den naam Jesuaten ontleenden zij aan den hun eigen uitroep van Leve Jesus! Geloofd zij J.C.! In 1367 keurde paus Urbanus V hun regel goed. Later ontvingen zij den regel van Augustinus en namen ook priesters in hun vereeniging op. Wijl zij zich veel met de bereiding van geneesmiddelen en likeuren bezig hielden, werden zij ook padri dell' acqua vita genoemd. Toen zij later ontaardden, hief Clemens IX in 1668 hun vereeniging als onnut voor de Kerk op. Zie Hiëronymieten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jetée Promenade]Jetée Promenade, groot gebouw op palen, te Nice en op andere buitenlandsche badplaatsen, gewoonlijk in Byzantijnschen stijl, van ijzer en glas opgetrokken, waarin concerten en derg. worden gegeven en waar men kan wandelen. Het is een uitbouw in zee genoemd naar Jetée (fr.), = steenen beer voor een havenhoofd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jeu de main, jeu de vilain]Jeu de main, jeu de vilain, (fr.), handenspel is het spel van slechtopgevoede lieden, m.a.w. slechts zulken vinden er behagen in, elkaar als spel, te slaan; z.v.a. handen thuis. Oorspronkelijk van vilain in de oude beteekenis van dorper (vilanus). Tournooien, jachtvermaak en dergl. waren de sport van den adel; worstelen, balspelen, palingtrekken en dergl. sport met de hand liet men over aan het volk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jeux floraux]Jeux floraux, (fr.), bloemenspelen, wedstrijden voor dichters, die sedert 1324 op 1 Mei te Toulouse gehouden werden, en waarbij de prijzen uit gouden en zilveren bloemen bestonden. In 1694 ontstond de Académie des jeux floraux, die door Lodewijk XIV een deftiger aanzien kreeg, met 35 mainteneurs (rechters) en 20 maîtres (meesters); thans nog de vereeniging van Provençaalsche dichters, die hunne streekspraak tot taal willen verheffen. Zie Félibre. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 519]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Parijs, de geloften aflegden van armoede en kuischheid. Ook verplichtten zij zich naar het H. Land te gaan, of, zoo hun dit binnen een bepaalden tijd niet mogelijk was, zich ter beschikking te stellen van den Paus ten dienste der Roomsche kerk. De Paus bekrachtigde de orde in 1540. Reeds van den aanvang af werd zij genoemd ‘het gezelschap van Jezus’, vandaar de naam Jezuieten. Het doel der orde is blijkens hare constitutiën: De bevordering der meerdere eer en glorie Gods, vooreerst door toeleg op eigen heiliging en vervolgens door alle andere werken van zieleijver, zooals preeken, biechthooren, missiën onder de heidenen, onderricht der jeugd, enz. In 1773 hief paus Clemens XIV, onder den drang der omstandigheden de orde op. Zij bleef echter in Rusland voortbestaan wijl aldaar het decreet niet gepromulgeerd werd; in 1814 is zij weder hersteld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jezuietengeneraals:]Jezuietengeneraals:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jezus Nazarenus Rex Judaeorum]Jezus Nazarenus Rex Judaeorum, (lat.), afgekort J.N.R.J. of I.N.R.I., Jezus van Nazareth, Koning der Joden, (het opschrift dat Pilatus boven het kruis van Christus liet plaatsen). De Italiaansche Carbonari namen deze initialen I.N.R.I. tot devies, er den zin aan hechtend van iustum necare reges Italiae, het is rechtvaardig de koningen van Italië te dooden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jingo, Jingoïsme, Jingopolitiek]Jingo, Jingoïsme, Jingopolitiek, (eng.). Jingoïsme is iedere betooging van overdreven nationaliteitsgevoel der Engelschen. By Jingo! is een krachtterm, zooveel als: bij St. Gangolf! In 1877 bij de belegering van Plewna was de anti-Russische politiek van Lord Beaconsfield zeer populair, en iederen avond zong te Londen in een caféchantant Mc Dernott een patriottisch lied, waarin deze regels: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 520]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
We don't want to fight, but, by Jingo, if we do,
We've got the men, we've got the ships, we've got the money too!
Zoo kwam het woord aan zijne tegenwoordige beteekenis. Naar St. Gingulphus, fr. Saint Gengoux, ook Gangolf, een type van kuischen riddermoed; zie Gangofsgild. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jingu Kogo]Jingu Kogo, naam eener keizerin van Japan, in de geschiedenis van haar land. vereerd als Jeanne d'Arc door de Franschen. Zij had geheimzinnige stemmen vernomen, die haar aanspoorden om naar het Westen te gaan en een rijk land te veroveren. In manskleeren voer zij met eene vloot uit en bracht de schatten van dat land en de Chineesche beschaving naar Japan over. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Joasaph]Joasaph, onder bijbelschen invloed ook Josaphat, een Indische prins door den hermiet Barlaam tot het Christendom bekeerd, volgens het middeleeuwsch verhaal Joasaph en Barlaam, toegeschreven aan Johannes Damascenes (8e eeuw). Volgens Dr. Warren is dit verhaal de verkerstende traditie van prins Siddharta, die later Boeddha is geworden. Het verhaal was vroeger zeer populair: ook Cats putte er een zijner vertellingen uit. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Job (Hij lijkt wel - op den mesthoop]Job (Hij lijkt wel - op den mesthoop, onjuiste voorstelling van Job II:8 waar staat, dat Job neerzat in 't midden der asch, nl. in een kring van asch en met asch bestrooid, uit rouw over al zijne rampen; ironisch van iemand die arm en ziekelijk is, maar vooral zich wat onnoozel in zijn ongeluk voordoet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Job's-comfort]Job's-comfort, (eng.), Job's troost, dus ironisch voor een uiterst schralen, mageren troost, wijl Job niet veel had aan de toespraak zijner vrienden. Zie Jobsvrienden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 521]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jocrisse]Jocrisse, type van een dommen, belachelijken knecht, reeds in 1588 bekend uit Chap. I van les Après-dinées van de Chalières, daarna door Loret in la Muse historique gebruikt (no. van 23 Febr. 1664), maar algemeen bekend door Molière's gebruik van dien naam in Sganarelle sc. XVI, vs. 354 en les Femmes savantes V, 3, vs. 1649, om een sukkel, een stumper aan te duiden; tevens de naam voor een geel Nankingsch broekje: Jocrisse-broekje. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jodebord]Jodebord, ook genoemd Harlekijnebord en Zevenzot, een spel in den smaak van 't Ganzebord, dat met dobbelsteenen gespeeld wordt. Eene groote figuur in het midden de gedaante hebbend van een jood met grooten hoed, later van een harlekijn, houdt een zak vast, waarop het cijfer 7; wie 7 oogen gooit, wint al wat in den zak is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jodenhoed]Jodenhoed, (wap.), in de Middeleeuwen een hoed met een hoogen, spitsen bol en overal even hoog omgeslagen randen, niet ongelijk aan de caoutchouchoeden der clowns; komt steeds als wapenfiguur, nooit als schilddekking, voor. Zie Hoed. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Joelfeest]Joelfeest, Bacchusfeest der Kelten en Duitschers, jol of jul geheeten; hun grootste en langdurigste feest, ter eere van Julvatter, vader der vroolijkheid; moesogot. goljan = verwelkomen; ang. saks. geol = het vroolijke Kerstfeest. De kerkvader Augustinus, Serm. 190 III, In Nat. Domin., en Leo de Groote, Serm. In Nat. Dom., achten het nog noodig er op te wijzen, dat het Kerstfeest niet gevierd wordt, wegens de zichtbare zon en hare nieuwe loopbaan, maar ter eere van Hem, die de zon had geschapen. Eerst in de 11e eeuw maakte het Heidensche Joelfeest, - finl. juhla = feest bij uitnemendheid - het feest van den winterzonnestand, dat reeds bij Egyptenaren, Grieken en Romeinen bestond, voor het Kerstfeest plaats, doordat Hulko, koning van Noorwegen, beval, dat het niet op 21, maar op 25 December zou gevierd worden. Vele van de vreugdeteekenen, waarmede in de Heidensche wereld de nieuwe werkdadigheid der zon gevierd werd, zijn in den Christelijken tijd bewaard gebleven; zoo duidde bijv. de Kerstboom (het groen in den winter), de optochten met licht, die in sommige streken gebruikelijk zijn enz. oorspronkelijk op de nieuwe kracht, het nieuwe leven der zon. De Kerstkoek, Kerstpudding in Engeland, de Weihnachtsstolle in Saksen en Thüringen, zijn waarschijnlijk niets dan overblijfselen van den heidenschen offerkoek (julkau). Zelfs in den naam van het Kerstfeest straalt bij sommige volken de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 522]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vóór-christelijke zin van het feest door. In Scandinavië Jul d.i. rad (zonnerad). - In Drenthe leeft dit joelfeest, - oorspronkelijk een feest, welks getier moest dienen tot verdrijving van booze geesten, die alsdan allen losgelaten waren, nog voort. Van de twaalf joelnachten was de Kerstnacht de middelste, en de nacht tusschen oud- en nieuwjaar de laatste. Vandaar nog het hgd. Weihnachten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Johann, der muntre Seifensieder]Johann, der muntre Seifensieder, (hgd.), Johan, de vroolijke zeepzieder, iemand die vrij van zorgen onder het werk een lied zingt en met zijn lot tevreden is; naar het gedicht van dien naam van Friedrich von Hagedorn (1708-54), bewerkt naar de Lafontaine, Le savetier et le financier, waarbij Hagedorn aan savon in plaats van aan savate, oude schoen, gedacht heeft, zoodat hij savetier opvatte als savonnier. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Johannes in eodem ('t Is semper -]Johannes in eodem ('t Is semper -, (lat.), 't is altijd koekoekéénzang; of ook: 't is altijd om geld en aalmoezen te doen; waarschijnlijk afkomstig van de oude Evangelietjeslezers, die voor geld den goedgeloovigen zielen aanboden een kapitteltje voor te lezen; zie 1 Joh. II:7. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Johannes met de Tien Geboden (Broeder -]Johannes met de Tien Geboden (Broeder -, bijnaam van zekeren Capucijner monnik, die in een district rondreizend, geregeld overal dezelfde preek hield, nl. over de Tien Geboden. Vanhier in 't algemeen ironische bijnaam van een predikant, die dikwijls dezelfde preeken gebruikt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Johanniter-Orde]Johanniter-Orde, orde der St. Jansheeren of - ridders van Jeruzalem, ook Hospitaal-ridders geheeten of wel Broeders van het Hospitaal nl. te Jeruzalem, door eenige kooplieden uit Amalfi in 1048 ter eere van Johannes den Dooper gesticht, met het doel zieken te verplegen, waaraan in 1118 een militair karakter, strijd tegen de ongeloovige Turken, verbonden werd. Na de verovering van Jeruzalem vestigden zij zich te Ptolemaïs, sedert Acca en door de Franschen van hunnentwege St. Jean d'Acre geheeten. In 1291 op Cyprus, in 1309 op Rhodus en 1530 op Malta gevestigd, stonden zij sedert bekend als Malthezer-ridders. Sedert Frederik Wilhelm III van Pruisen waren er ook Protestantsche Johanniters. In Nederland vestigden zij zich in het begin der 14e eeuw binnen Utrecht, als hoofdzetel van den landkommandeur, in het Karmelietenklooster bij de Catharijnepoort; onder dezen stonden elf kommandeurs, samen hun kapittel van Utrecht vormend, wat tot op onzen tijd voortduurt. Hun Huis, het Duitsche Huis, staat thans aan de Runnebaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[John Bull]John Bull, (eng.), bijnaam voor een Engelschman, voorgesteld als een plompen, goedhartigen boer met dikken kop, ook voor geheel Engeland. Den oorsprong dezer benaming dankt men aan Dr. Arbuthnot in een in 1713 verschenen geweldig hekelschrift op Engeland Law is a bottomless Pit; or History of John Bull. De echte John Bull leefde honderd jaar vroeger. Zie Bull (in welk artikeltje men Bull als bull-dog opvatte!) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jokaste]Jokaste, de moeder van Oedipus, koning van Thebe, met wie hij trouwde als prijs voor het oplossen van het Sphinx-raadsel (zie Oedipus-raadsel), | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 523]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doordat hij haar niet herkende. Deze bloedschennige verbintenis werd de bron van al de latere onheilen, welke niet slechts Oedipus, maar ook zijn nageslacht troffen; onheilen, vereeuwigd door de treurspelen van Sophocles en Euripides. Jokaste beduidt ‘slaggedruisch, vervolging in den strijd’. Bij Homerus heet zij Epikaste. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jona kruis]Jona kruis, kruis van eigenaardigen vorm, waarvan er 300 vroeger gevonden werden op het eiland Jona, in den Atlantischen Oceaan, waar de Schotsche koningen begraven werden. Zij werden door de Hervormers vernield op twee na. Men koopt sieraden in dien vorm en deze worden Jona kruisen genoemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jona's wonderboom]Jona's wonderboom, fig. iets dat eensklaps op- en uitgroeit, en schaduw geeft om tot rust te komen. Uit Jona IV:6, 10. De wonderboom was waarschijnlijk een ricinusstruik (ricinus communis), behoorend tot de wolfsmelkachtige planten (Euphorbiaceae); een tweejarige plant, die in weinige dagen tot eene aanzienlijke hoogte, van 4 tot 8 voet, opschiet en milden schaduw geeft, maar ook tevens zeer vergankelijk is, daar de breede en dichte bladeren, afgebroken of beschadigd zijnde, in weinige minuten geheel verdorren. Een zwarte rups kan soms den wonderboom in éen nacht geheel kaal vreten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jonassen]Jonassen, een jongensspel, benoemd naar aanleiding van Jona I:15, waarbij men een jongen opneemt of in een aan vier zijden vastgehouden kleed legt, en heen en weer slingert, onder 't zingen van het liedje: ‘toen Jonas in den wallevis zat, van éen, twee, drie!’ En als men ‘drie’ gezegd heeft, wipt men den kleinen snaak er uit. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jonge jongens]Jonge jongens of De Jonkheid, op Zuid-Beveland de naam van jongelingsvereenigingen. Hunne statuten zijn geheim, de leden moeten 18 jaar oud zijn, flink en kloek, goed kunnen zwijgen en hun burgerrecht d.i. contributie, betalen. Het bestuur bestaat uit een burgemeester (voorzitter), twee wethouders, een advokaat, een secretaris en een griffier; verder hebben zij een bode en een gerechtsdienaar. De jonge-jongensgilden zijn overblijfselen der eeuwenoude buurgilden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 524]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jongleurs]Jongleurs, van het middeleeuwschlatijnsche joculator, provençaalsch joglador, o.fr. jonglère of jogleor, noemde men in den riddertijd in het noorden van Frankrijk de speellieden van beroep, niet alleen zangers en vertellers maar ook kunstemakers, te onderscheiden van de geleerden en dichters, die troubadours of trouvères heetten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jongste dag]Jongste dag, laatste dag, dag des laatsten oordeels = het tijdstip, waarop God gericht zal houden over alle volkeren en menschen. Jes. II:2; XIII:6; Ezech. XIII:5; Joël II:1, 11, 31: het laatste der dagen; dag des Heeren; Matth. X:15; XI:22, 4; XII:36: dag des oordeels. Vgl. Ev. Gez. 77:4, 158:2. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jonker-Fransenoorlog]Jonker-Fransenoorlog, de laatste opstand der Hoekschen onder Jonker Frans van Brederode, welke van 1487 tot 1492 duurde. Jonker Frans had zich in Sluis met zijne Hoekschen genesteld, vandaar Rotterdam overrompeld, en maakte geheel Holland onveilig. Maximiliaan liet Rotterdam heroveren en door Albrecht van Saksen Sluis belegeren en nemen; Jonker Frans werd gevangen genomen en stierf aan zijne wonden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jonkvrouwenwapen]Jonkvrouwenwapen, (wap.), ongehuwde vrouwen bezigen een ruitvormig schild; zijn ze uit eigenen hoofde regeerende vorstinnen, dan blijven ze dit voeren ook na huwelijk; zie overigens Vrouwenwapen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Joodsch-Duitsch]Joodsch-Duitsch, een dialekt van het Hoogduitsch, vermengd met Hebreeuwsche, Poolsch-Lithausche en oud-Duitsche woorden en verbasteringen, waarschijnlijk grootendeels ontstaan in de - van de maatschappij grootendeels afgesloten - kringen der Joodsche gemeenten in Duitschland na de 11e eeuw. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Joosje]Joosje, naam van den duivel in de 17e en de 18e eeuw, naar Chineesch Tschoe-tszé, Japansch Dsoe-si, huistabernakel of Boeddha-huisje, ook Djoesie gespeld; oude zeereizigers hebben de schijnbaar daarmede aangeduide godheid der Chineezen duivel genoemd; vgl. eng. Joss en Joe bijv.: Not for joe! (om den duivel niet!); terwijl de Chineesche huistempel ook josshouse en de offerstokjes joststicks (jooststaafjes) heeten. Ten onzent Joost, bijv. in dat mag Joost (= de duivel) weten! | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 525]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genoemd; naar Joosje (z.a.), als aan China doende denken; vermoedelijk oorspronkelijk eene Chineesche offergave. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Joris (Sint]Joris (Sint - of Sint-George, de Christelijke ridder, die den draak (den duivel) verwon, het zinnebeeld der strijdende Kerk (tegen het Heidendom). Hij is de patroon van onderscheidene rijken, zooals Rusland en Genua, van steden, bijv. Londen en Amersfoort, van ridderorden, vereenigingen, schutterijen enz. Zijn wapen is een rood staand kruis in een zilveren veld. Hij wordt meestal te paard, enkele malen te voet afgebeeld met den draak onder zich. Hij komt voor o.a. op de Mansfelder Sint-Georgethalers, en op de koperen en biljoenen namaaksels daarvan voor den horlogeketting, met het omschrift: Sanctus Georgius Patronus Equitum = Sint Joris Beschermheer der Ridders. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Josaphatsdal]Josaphatsdal, het dal des gerichts, naar de meening, dat het ‘jongste gericht’ daar zou plaats hebben. Men grondt dit geloof op een plaats bij den profeet Joël, III:2 en 12. Het dal lag ten oosten van Jeruzalem. Ook Thomas van Aquino wijst die plaats aan voor het laatste Oordeel, en Dante spreekt er van in Inferno X, 11. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Josephus (Flavius -]Josephus (Flavius -, de Joodsche geschiedschrijver uit de 1e eeuw onzer jaartelling, een der aanvoerders in den opstand zijner landgenooten tegen de Romeinen. Hij werd door Vespasianus gevangen genomen en in 't leven gespaard; en daar deze keizer tot de familie der Flaviussen behoorde, nam Josephus uit dankbaarheid den bijnaam Flavius aan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 526]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Journaal]Journaal, dagregister, register dat de schipper houden en waarin hij opteekenen moet, de dagelijksche gesteldheid van weer en wind, de dagelijksche vorderingen of vertragingen van het schip enz. - Het dagboek, dat de koopman houdt en waarin hij aanteekent zijne inschulden en schulden, de ondernemingen in zijnen handel enz. enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 527]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Joyeux conteurs]Joyeux conteurs, (fr.), sprooksprekers, troubadours, meistreels, minnezangers, rondreizende verhalers en zangers, die de middeleeuwsche hoven en kasteelen bezochten, en daar den tijd der burchtzaten kortten met liederen en berijmde verhalen. Zie Jongleurs. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jonef van Arimathea]Jonef van Arimathea, edel mensch, tijdgenoot van Jezus, bracht volgens de Arthur-sagen de schaal, waarin Jezus bloed was opgevangen, toen Longinus Hem doorstoken had, naar Engeland (de heilige Graal); ook de speer bracht hij naar Engeland over. Zie Graal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jubeljaar]Jubeljaar, eigenl. jobel-jaar, elk vijftigste jaar, dus na 7 × 7 jaar, in het Israëlietische rijk. Het was een jaar van vrijlating alom aangekondigd door het blazen op den jobel of de bazuin. Veldarbeid rustte, slaven werden vrij, de grond keerde weder als het erfgoed der familie. Ook bij de R.-Katholieken bestaat het jubeljaar. Zie Jubilé. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jubilé]Jubilé (Jubilaeum), (r.-k.), een plechtige volle aflaat met vele daaraan verbonden voorrechten, welke slechts op sommige tijden gegeven wordt. Tot het verdienen van de jubilé-aflaat worden bijzondere werken vereischt, welke voor een gewone volle aflaat niet gevorderd worden. Het doel van het jubilé is een bijzondere zegen Gods voor de Kerk te verkrijgen; met dit doel worden de geloovigen opgewekt tot goede werken en gebed. Men onderscheidt het groote jubilé (jubilaeum majus seu ordinarium), dat geregeld elke 25 jaar plaats heeft en alleen te Rome kan gehouden worden; en het kleine jubilé (jubilaeum minus vel extraordinarium), | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 528]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat bij sommige gelegenheden geschonken wordt, bijv. bij de kroning van een nieuwen Paus. Nog onderscheidt men het algemeen jubilé, dat aan de heele Kerk, en het bijzondere, dat slechts aan de bepaalde plaats wordt gegeven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jud]Jud, de naam van het nimmer ontdekte individu, dat den 6en Dec. 1860, den heer Poinsot, voorzitter der 4e kamer van het keizerlijk hof van Parijs, in een spoortrein vermoordde en beroofde, na een paar maanden vroeger te vergeefs te hebben getracht, een gelijken aanslag op een arts van het Russische leger te plegen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Judaspenning]Judaspenning, eene plant, behoorende tot de hauwtjes-dragenden, zoo genoemd omdat hare schijfvormige hauwtjes (zaadhuidjes) veel op penningen gelijken, en, tegen het licht gehouden, de zaden als hebreeuwsche letters laten doorschijnen; zie Judasloon. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Juden-pfennige]Juden-pfennige, Jodenpenningen, kleine, dunne muntjes, in Duitschland gemaakt in 1819 en '20, met de opschriften: Theler, Atribuo, Pfennig of ¼ Halbag, en bij tonnen vol in ons land ingevoerd, om met winst als duiten te worden uitgegeven; ook Bleyensteinsche duitjes, Harpenduitjes (z.a.) en Spinnekopjes genoemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 529]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Judicatum solvi (Cautio -]Judicatum solvi (Cautio -, (jurispr.), beduidt in gebroken Latijn: borgstelling tegen het niet-nakomen (solvere = ontbinden) der rechterlijke uitspraak (judicatum). Deze cautie moet naar luid van art. 152 Wetb. voor Burg. Rechtsvord., alle vreemdelingen, eischers zijnde of in eene aangelegde rechtszaak zich voegende of tusschenkomende, ten verzoeke van de wederpartij stellen, alvorens deze eenigen vorm van rechten of tegenzegging behoeft te doen, en wel voor de betaling der kosten en der schaden en interessen, in welke zij zouden kunnen verwezen worden; bij verdragen zijn op dien regel uitzondering gemaakt. Met dezen gebrekkigen rechtsterm bedoelt men dus in hoofdzaak: borgstelling voor de kwijting der gerechtskosten; 't is cautio pro judicato (v. Wassenaar), c. pro expensis litis (Hugo de Groot), c. pro sumtibus (S. van Leeuwen), c. voor de kosten van den processe (Van der Linden). - Zie Cautio. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Judiciaires (Casiers -]Judiciaires (Casiers -, (fr.), loketkastjes voor de rechtspleging, 1 Jan. 1896 hier te lande ingevoerd uit Frankrijk; zie Anthropometrie en Bertillonnage. Eigenlijk: de rechterlijke veroordeelingen vroeger ondergaan. Vandaar: il n'a pas de casier judiciaire, hij is nog nooit veroordeeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Juin (Hij is zoo gek als een -]Juin (Hij is zoo gek als een -, Juin is niet afkomstig van ajuin of ui, maar van Sint-Juniperus, een zeer eenvoudig man, die zich dikwijls voor het oog van de wereld zonderling aanstelde, zoodat men hem meermalen voor een dwaas hield, nochtans werd hij door St. Franciscus, wiens volgeling hij was, zeer bemind en geacht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Juk (Onder het - doorgaan]Juk (Onder het - doorgaan, bij de Romeinen daad van vernedering voor de soldaten van een overwonnen leger; twee speren werden rechtstandig in den grond gestoken en op veel minder dan manshoogte door een waterpasse speer verbonden, en daaronder door moesten zij gaan, dus zich buigen voor de overwinnaars, die dat aanzagen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 530]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jullie mot ons nie verafgoden nie]Jullie mot ons nie verafgoden nie, woord van Paul Kruger, president der Transvaalsche Republiek, door hem ten antwoord gegeven op eene in zijn oog te sterke hulde bij zijn verblijf in Nederland, als hoofd eener Transvaalsche deputatie (tot het vinden van geld voor een spoorweg, die in den zomer van 1895 onder den naam van ‘Delagoa-spoorweg’ geopend is). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Juni]Juni, eigenl. 2e nmvl. junii van lat. Junius (nl. mensis), de zesde maand des jaars; volgens sommigen naar de godin Juno (mensis junonius, Ovid.), volgens anderen naar den eersten Consul (burgemeester) te Rome, ao 509 v.C. Lucius Junius, bijgenaamd Brutus; mnl. braecmaent, bramaent, later braeckmaent, naar het braak leggen of weder omgraven der landerijen; hgd. Brachmonat, eertijds ook Roosemaend geheeten. Zie Weydmaend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Junius (Brieven van -]Junius (Brieven van -, eene reeks van brieven die, onderteekend met den pseudoniem Junius, van 21 Januari 1769 tot 21 Jan. 1771 in den Public Advertiser verschenen. Ze handelen over staatkundige aangelegenheden, en het Britsche ministerie van lord North werd er allerheftigst in aangevallen. Daar de schrijver een man van veel talent was, zijn de brieven van Junius verscheidene malen herdrukt, het laatst in 1860. Velen meenen, dat Sir Philip Francis de auteur is, doch dit wordt nog heden bestreden; het raadsel is nog niet opgelost. De schuilnaam werd later bij herhaling door anderen gebezigd. Zoo verscheen in den aanvang van 1871, te Londen: Nouvelle lettre de Junius à son ami A.-D. - Révélations curieuses et positives sur les principaux personnages de la guerre actuelle, eene lijvige brochure, die toenmaals nog al gerucht maakte. Naar het zeggen van sommigen, werd dat schrijven door hem opgesteld, aan wien het gericht was, namelijk aan Alexandre Dumas zoon (1824-1896). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Junonische (Eene - schoonheid]Junonische (Eene - schoonheid, eene vrouw in schoonheid gelijkend op Juno (de koningin der goden, de gemalin van Jupiter), die geprezen werd om haar edele vormen: het groote oog met den gebiedenden blik, de stoute verheven gestalte, de majestueuze gang, de blanke volle armen, het zacht gewelfd driehoekig voorhoofd, de bloeiende volkomen gevormde, volstrekt onberispelijke lichaamsbouw. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 531]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en van het hemelsch licht; bij de Grieken Zeus geheeten, met den Olympus (z.a.) tot zetel; hij was de zoon van Kronos en Rhea, geboren op Creta in een grot van den berg Ida. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jura, mais un peu tard, qu'on ne l'y prendrait plus (Le corbeau, honteux et confus -]Jura, mais un peu tard, qu'on ne l'y prendrait plus (Le corbeau, honteux et confus -, (fr.), de raaf, beschaamd en verlegen, zwoer, hoewel wat laat, dat hij zich niet weer zou laten beetnemen. Slot van Lafontaine's fabel Le corbeau et le renard I, 2. De laatste regel wordt gebezigd, ter aanduiding van iemand, die te laat ontdekt, dat hij bedrogen is uitgekomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Juris utriusque licentiatus]Juris utriusque licentiatus, (lat.), licentiaat der beide rechten, zie J.U.D. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jurisdictio]Jurisdictio of jurisdictie, (r.k.), geestelijke rechtsmacht, welke vereischt wordt tot het uitoefenen van de geestelijke bediening, bijzonder voor het bedienen van het sacrament der boetvaardigheid of het biechthooren. Men onderscheidt 1o. jurisdictio ordinaria, welke iemand heeft krachtens een bediening of beneficie, waaraan zielszorg verbonden is. Zulke jurisdictie heeft a. de Paus ten opzichte van alle geloovigen, b. de bisschop over zijn diocesanen (priesters en leeken), c. de kloosteroversten over hunne onderhoorigen, d. de eigenlijke pastoor. Zij, welke die jurisdictie hebben worden daarom ordinarii genoemd; 2o. jurisdictio delegata, welke men ontvangt van hen, die jurisdictio ordinaria hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jury]Jury = letterlijk vereeniging van gezworenen (jurés), hgd. Schwurgericht, uit het lat. jurare = zweren. In Engeland, Frankrijk en België, raad van burgers, die in strafzaken de schuld of onschuld van den aangeklaagde beoordeelt, doch de bepaling van de straf aan het gerechtshof overlaat. Ten onzent (zooals bovendien in de beide laatste dier landen), bepaaldelijk eene commissie van beoordeeling in het toekennen van prijzen, premies, medailles, enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 532]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jus circa sacra]Jus circa sacra, (lat.), rechtsoefening, welke de kerkelijke aangelegenheden raakt, zie Jus in sacra. Hoever de bevoegdheid van den Staat betreffende de kerkelijke aangelegenheden zich uitstrekt, daarover wordt veel getwist. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jus de non evocando]Jus de non evocando, (lat.), recht om uitsluitend door rechters uit eigen landstreek gevonnist te worden, door graaf Reinald II van Gelre bijv. in 1328 aan de inwoners van Maas-Waal toegekend. Letterl. het recht omtrent het niet opgeroepen worden (door rechters uit andere landstreken). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jus Italicum]Jus Italicum, (lat.), Italiaansch recht; een onder keizer Augustus ingesteld recht voor sommige volkplantingen, z.g. provinciaalsteden, krachtens hetwelk ze 't even goed hadden, alsof ze in Italië gelegen waren. Het bestond in libertas (vrijheid van maatschappelijke en huishoudelijke inrichting), immunitas (vrijdom van hoofdelijken omslag en grondbelasting), usucaptio (z.a.), en mancipatio (z.a.). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jus patronatus]Jus patronatus, (lat.), recht van beschermheerschap over eene kerk of kerkgemeente. De heer eener plaats was voorheen altoos de patroon harer kerk, hetzij door unieke collatie (rechtstreeksche aanstelling van den predikant), hetzij met medewerking van den kerkeraad, op grond van eene voordracht door dezen opgemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 533]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jus pilei]Jus pilei, (lat.), het recht van den hoed. Pileus of pileum = de ronde vilten muts, welke eenen slaaf werd opgezet, als hij werd vrijgelaten; van hier jus pilei fig. = de vrijheid. Ook heeft een doctor het jus pilei, recht om den hoed op te houden voor zijn auditorium. Schertsend van dames en heeren, wanneer zij in gezelschap de hoeden op het hoofd (mogen) houden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jus primae noetis]Jus primae noetis, (lat.), het recht van den eersten nacht. Zie Avondkout, eigenl. Bruiloftsavondkout. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Jus vitae ac (]Jus vitae ac (of et) necis, (lat.), recht over leven en dood. Zie Halsheerlijkheid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Juste-milieu]Juste-milieu, (fr.), juiste middenweg, volgens Montesquieu (1689-1755), een regeeringsstelsel, daarin bestaande, dat men zich, door middel van gematigdheid tusschen de partijen staande houdt. De uitdrukking wordt dus ten onrechte aan Lodewijk Filips toegeschreven. Deze verschafte haar echter burgerrecht. Den 29en Jan. 1831 zeide hij namelijk tot eene deputatie der stad Gaillac: ‘Wat de binnenlandsche staatkunde aangaat, wij zullen trachten op den juisten middenweg te blijven’ (à nous tenir dans un juste milieu). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Juste retour, monsieur, des choses d'ici bas:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Justice immanente des choses]Justice immanente des choses, (fr.), de rechtvaardigheid, die in de dingen zelf huist; gezegde van Gambetta (1838-82), den 9en Aug. 1888 door hem in een te Cherbourg, gehouden redevoering gebezigd. Na te hebben gewaagd van de noodzakelijkheid, Frankrijk op te heffen en sterk en machtig te doen blijven, zeide hij: ‘Si nos coeurs battent..., c'est pour que nous puissions compter sur l'avenir et savoir s'il y a dans les choses d'icibas une justice immanente, qui vient à son jour et à son heure.’ Deze woorden staan ook op het gedenkteeken gebeiteld, dat Gambetta op de Place du Carrousel te Parijs vereeuwigt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 534]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heid, afgebeeld, met de weegschaal in de rechter, een hoorn van overvloed in de linkerhand; vaak geblinddoekt voorgesteld, om hare onpartijdigheid te kennen te geven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Justizmord]Justizmord, (hgd.), een aan een onschuldige, met voorbedachten rade, in naam der justitie door hen begane moord, die juist geroepen zijn dien te verhoeden, of, werd hij gepleegd, daarvoor straf op te leggen, naar von Schlözer's verklaring (1735-1809) van het door hem uitgedachte woord, in zijn rechtmatigen toorn over de ter doodbrenging van de heks Anna Göldi uit Glarus. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Justum et tenacem propositi virum]
Justum et tenacem propositi virum, (lat.),
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Justus ut palma florebit]Justus ut palma florebit, (lat.), de rechtvaardige zal bloeien als de palmboom; ontleend aan Ps. XCII:13a. Deze spreuk stelde de magistraat van Nijmegen op eene munt, die zij getrouw naar eene van Karel van Gelder had nagebootst; zij wilde daarmede zeker hare afkeuringswaardige handelwijze vromelijk vergoelijken. De Hertog nam de frauduleuze namunting hoog op, blijkens een brief van 17 Nov. 1523. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|