Baboe dalima. Opium roman. Deel 2(1886)–M.T.H. Perelaer– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave XXIII. Eene verhinderde landraadszitting. XXIV. Ouders en dochter. Gezag tegenover plicht. XXV. Eva's dochteren en de slang. XXVI. Aardig gemanoeuvreerd! XXVII. Summum jus summa injuria. Vader en zoon veroordeeld. Singomengolo vermoord. XXVIII. Correspondentie. XXIX. Van Nerekool op verkenning. Eene vrijspraak. XXX. Baboe Dalima naar Karang Anjer. XXXI. Vriendengekeuvel. De opium te Atjeh. XXXII. Eene wetenschappelijke opiumkit. XXXIII. In de regents-pandoppo. XXXIV. Eene landraadzitting. Van Beneden's pleidooi. XXXV. Twee vriendinnen in het Karang Bollongsche. XXXVI. Lim Ho's huwelijk. XXXVII. Eene walgelijke tegenkanting. Twee opium-kongsie's in gevecht. Hoofdstuk XXXVIII. De ambtenaren en de opium. - De vogelnestpluk te Karang Bollong. XLIX. Murowsky op het spoor. - Een opium-verpachting te Santjoemeh. XL. Het ‘virtus nobilitat’. Anna en Dalima. - Een telegram. XLI. De ketjoe's te Soeka maniesan. - Eene ontzettende terechtstelling. XLII. Naar en in de Goewah Temon. - Besluit.