Zóó wordt men lid van de Tweede Kamer

(1869)–Henry van Meerbeeke– Auteursrechtvrij

Inhoudsopgave Eerste hoofdstuk. De kommensaal. Tweede hoofdstuk. Het aanzoek. Derde hoofdstuk. Waarin, even als in het vorige, veel over liefde en politiek wordt gesproken. Vierde hoofdstuk. Waarin de lezer kennis maakt met de bestuurderen van de kiezers-vereeniging regt en wet, en hunne beraadslagingen bijwoont over de gewigtige keuze, die aanstaande is. Vijfde hoofdstuk Waarin de reis van Mr. F. Molmer naar Dungermeer verhaald, en medegedeeld wordt wien hij ten huize van zijn oom aantrof. Zesde hoofdstuk. Waaruit blijkt dat Frits Molmer groot gevaar geloopen zou hebben zijn hart te verliezen, als hij het niet reeds kwijt was, en waardoor de lezer binnengeleid wordt bij een lieve Dungermeersche familie. Zevende hoofdstuk. Een diner bij den heer en mevrouw van Ramen Achtste hoofdstuk. Mr. F. Molmer levert het bewijs, dat hij, sedert twee dagen, verbazende vorderingen heeft gemaakt in de politiek. Negende hoofdstuk. De dubbele kandidatuur. Tiende hoofdstuk. Waarin zonneklaar wordt aangetoond dat, zoo de wet al aan de vrouwen het stemregt niet toekent, deze toch een magtigen invloed op den gang der verkiezingen kunnen uitoefenen. Elfde hoofdstuk. Wat een kandidaat al te verduren heeft. Twaalfde hoofdstuk. De heer ter Woude geeft nieuwe bewijzen van zijn ijver om de Wijkerdamsche kiezers voor te lichten. Dertiende hoofdstuk. De uitslag. Veertiende en laatste hoofdstuk. Hoe de heer Vaargast eindelijk zijn zin krijgt.